Op 25 februari 2021 kondigde de Chinese regering aan dat ze extreme armoede had uitgebannen in China, een land met 1,4 miljard inwoners. Deze historische overwinning is het hoogtepunt van proces dat zeven decennia duurde en begon met de Chinese Revolutie van 1949.
De eerste decennia van de socialistische opbouw legden het fundament dat tijdens de periode van hervorming en openstelling verder werd uitgediept. In die periode zijn 850 miljoen Chinezen uit de armoede getild (mede door hun eigen inspanningen); dat wil zeggen dat 70 % van de totale armoedebestrijding in de wereld in China heeft plaatsgevonden. In de meest recente ‘doelgerichte’ fase, die in 2013 begon, heeft de Chinese regering 1,6 biljoen yuan (246 miljard US$) uitgegeven om 1,1 miljoen kilometer plattelandswegen aan te leggen, internet naar 98 % van de arme dorpen van het land te brengen, voor 25,68 miljoen mensen huizen te renoveren en nieuwe huizen te bouwen voor 9,6 miljoen anderen. Sinds 2013 zijn miljoenen mensen, staatsbedrijven en particuliere ondernemingen, en brede sectoren van de samenleving gemobiliseerd om ervoor te zorgen dat – ondanks de pandemie – China’s resterende 98,99 miljoen mensen uit 832 districten en 128.000 dorpen uit de absolute armoede komen.1
In 2019, toen China de laatste fasen van zijn programma voor de uitroeiing van armoede inging, zei VN-secretaris-generaal Antonio Guterres: ‘Telkens als ik China bezoek, sta ik versteld van de snelheid van de veranderingen en de vooruitgang. U hebt een van de meest dynamische economieën ter wereld gecreëerd, terwijl u meer dan 800 miljoen mensen hebt geholpen zich aan de armoede te ontworstelen – de grootste prestatie op het gebied van armoedebestrijding in de geschiedenis’.2
Terwijl China de armoede heeft bestreden, heeft de rest van de wereld, met name het Zuiden, een neerwaartse spiraal doorgemaakt. De organisaties van de Verenigde Naties melden een grote ommekeer in de uitroeiing van de armoede buiten China: in 2020 zijn meer dan 71 miljoen mensen – van wie de meesten in Afrika ten zuiden van de Sahara en in Zuid-Azië – opnieuw tot armoede vervallen, wat de eerste wereldwijde toename van de armoede sinds 1998 betekent.3 Men schat dat de door de pandemie versnelde economische crisis tegen 2030 in totaal 251 miljoen mensen tot extreme armoede zal drijven, wat het totale aantal op meer dan een miljard brengt.4 Dat China erin geslaagd is de armoede te bestrijden in een tijd van een dergelijke ommekeer, is geen wonder en ook geen toeval, maar eerder een bewijs van zijn socialistische inzet. Dit staat in contrast met de onverschilligheid van de kapitalistische samenlevingen ten aanzien van de behoeften van de armen en de werkende klasse, wier omstandigheden tijdens de pandemie alleen maar zijn verslechterd.
Historische context
Tegemoetkomen aan de toenemende behoefte van de bevolking aan een beter leven
Mijn moeder heeft twee dochters, een jonge zoon die nu in Guangzhou werkt, en zeven kleinkinderen. Ze heeft heel hard gewerkt om de opvoeding van haar drie kinderen te kunnen betalen. Zijzelf heeft slechts de tweede klas van de lagere school kunnen afmaken en is kort daarna gaan werken als groenteverkoopster. ‘s Morgens ging ze heel vroeg op pad en ‘s avonds kwam ze laat weer thuis. Het leven was echt zwaar toen ik jong was. We aten altijd maïsgrutten en hadden nooit rijst. Nu is moeder hier. Ze kookt maaltijden voor de kinderen, doet boodschappen, en maakt af en toe een wandelingetje. We zouden ons zorgen maken als ze alleen in haar oude huis zou blijven. Nu is het veel gemakkelijker voor haar om terug te gaan, omdat het maar twee of drie uur duurt. Ze reist terug naar haar oude huis bij speciale gelegenheden. Helaas is mijn vader, die hier nog nooit geweest was, een paar jaar geleden overleden. Zijn grootste hoop was om hier op bezoek te komen, maar hij stierf aan een hersenbloeding.
– He Ying, voorzitster van de All-China Women’s Federation en adjunct-secretaris van de partijafdeling van de Wangjia-gemeenschap, Wanshan District, Tongren City.
He Ying is een overgeplaatst lid van de Wangjia-gemeenschap, waar ze partijleidster is geworden. Haar moeder is negenenzestig jaar oud, slechts drie jaar jonger dan de Chinese revolutie. Haar leven valt samen met de meergenerationele strijd tegen armoede die het land heeft gevoerd. Daags voor de officiële proclamatie van de Volksrepubliek China (VRC) op 1 oktober 1949, zei voorzitter Mao Zedong: ‘Het Chinese volk, dat een kwart van de mensheid omvat, is nu opgestaan’.5 China’s nationale bevrijding kwam na een ‘eeuw van vernedering’ door de Europese koloniale machten, een bloedige burgeroorlog met nationalistische strijdkrachten, en veertien jaar verzet tegen het Japanse fascisme dat tot vijfendertig miljoen Chinese levens eiste.6 Intern gaven de Nationalistische Partij, krijgsheren en feodale landheren voorrang aan hun klassenbelangen boven het welzijn van het volk en het land.
Tussen 1978 en 2011 is het aantal Chinezen dat in absolute armoede leeft gedaald van 770 miljoen (80 % van de bevolking) tot 122 miljoen (9,1 %).
In deze periode zou China van de grootste wereldeconomie tot een van de armste landen ter wereld vervallen. In het begin van de negentiende eeuw nam het land een derde van de wereldeconomie voor zijn rekening, maar tegen de tijd dat de Volksrepubliek China werd opgericht, zou het bbp van het land dalen tot minder dan 5 %. De VRC was bij haar oprichting de elfde armste natie ter wereld. Toen de communisten aan de macht kwamen, stonden zij voor de uitdaging om de langdurige economische en sociale achteruitgang van het land om te keren, te beginnen met het voorzien in de basisbehoeften van de verarmde boeren en werkende klasse van het land.
Van 1949 tot 1976 richtte de Chinese regering zich onder leiding van Mao op het verbeteren van de levenskwaliteit voor haar bevolking, die was gegroeid van 542 tot 937 miljoen mensen.7 In de eerste jaren van deze periode werd de armoede aangepakt door het privébezit van de productiemiddelen in publieke handen over te nemen en door land van landheren en krijgsheren onder arme boeren te herverdelen. Armoede is per slot van rekening een kwestie van klassenstrijd. In 1956 had 90 % van de boeren land om te bewerken, waren 100 miljoen boeren georganiseerd in landbouwcoöperaties en was de particuliere industrie feitelijk afgeschaft. Volkscommunes organiseerden collectief eigendom van de grond en de productiemiddelen en verdeelden de collectieve rijkdom, waardoor het landbouwoverschot kon worden geïnvesteerd in industriële ontwikkeling en sociaal welzijn.8
In de negenentwintigjarige periode vóór de hervorming (1949-1978) steeg de levensverwachting in China met tweeëndertig jaar. Met andere woorden, voor elk jaar na de revolutie ging de levensverwachting van een Chinees er met gemiddeld een jaar op vooruit. In 1949 was 80 % van de bevolking analfabeet; in minder dan drie decennia was dit percentage teruggebracht tot 16,4 % in de stedelijke gebieden en 34,7 % op het platteland; het aantal schoolgaande kinderen steeg van 20 tot 90 %; en het aantal ziekenhuizen verdrievoudigde. De decentralisatie van de gezondheidszorg en het onderwijs van de elitaire stedelijke centra naar de arme plattelandsgebieden was van cruciaal belang. Dit proces omvatte de oprichting van middelbare scholen voor arbeiders en boeren en het zenden van miljoenen dokters op blote voeten naar het platteland. Er werd aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van de deelname van vrouwen aan de samenleving, van de afschaffing van patriarchale huwelijksgewoonten tot een betere toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en kinderopvang.9
Van 1952 tot 1977 bedroeg de gemiddelde jaarlijkse groei van de industriële productie 11,3 %.10 In termen van productiecapaciteit en technologische ontwikkeling ging China van het niet kunnen vervaardigen van een auto in eigen land in 1949 tot de lancering van zijn eerste satelliet in de ruimte in 1970. De Dongfanghong-satelliet (wat betekent “Het Oosten is Rood”) speelde het gelijknamige revolutionaire lied in een loop, terwijl hij gedurende achtentwintig dagen in een baan om de aarde draaide.11 De industriële, economische en sociale verworvenheden in de overgang naar het socialisme onder Mao vormden de basis van de periode na 1978.
Tegen de jaren 70 werd het duidelijk dat de Chinese economie een toevoer van technologie en kapitaal nodig had en dat het zijn isolement van de wereldmarkt moest doorbreken. Zoals China’s leider Deng Xiaoping later schreef: ‘Armoede is geen socialisme, en al helemaal geen communisme’.12 De regering voerde een reeks economische hervormingen door, waaronder het openstellen van de economie voor de wereldmarkt, maar – omdat China een socialistisch land bleef – de publieke sector bleef dominant en vrij van buitenlandse controle.
In deze periode groeide de Chinese economie in een nooit eerder gezien tempo in de geschiedenis van de mensheid. Tussen 1978 en 2017 groeide de Chinese economie met gemiddeld 9,5 % per jaar, en werd daarmee bijna vijfendertig keer zo groot.13 Economische groei is echter geen doel op zich, maar een middel om het leven van de mensen te verbeteren. Tussen 1978 en 2011 is het aantal mensen dat in absolute armoede leeft gedaald van 770 miljoen (80 % van de bevolking) tot 122 miljoen (9,1 %), gemeten door de armoedegrens op 2300 yuan per jaar te stellen.14
Het nastreven van snelle economische groei ging echter gepaard met hoge milieu- en sociale kosten. De massale trek naar de steden vergrootte de kloof tussen stad en platteland, en doordat de nadruk kwam te liggen op de oostelijke kustindustrie, bleven de westelijke en centrale regio’s sterk onderontwikkeld. Volgens de Wereldbank is de Gini-coëfficiënt (een maatstaf voor ongelijkheid op basis van inkomen) in China gestegen van 29 % in 1981 tot een piek van 49 % in 2007, en gedaald tot 47 % in 2012.15 Op sociaal vlak leidde deze periode tot ongelijke toegang tot openbare diensten zoals pensioenen, sociale verzekeringen, onderwijs en gezondheidszorg. Wat het milieu betreft eiste de snelle ontwikkeling een tol van ‘s lands lucht, water en land.
Een combinatie van de ‘zichtbare’ en de ‘onzichtbare hand’, samen met de mobilisatie van brede sectoren van de samenleving, was het kenmerk van China’s armoedebestrijding.
Het is niet verrassend dat onder president Xi (2013-heden) de ongelijkheid aanpakken een van de belangrijkste taken is geworden. Op het negentiende Nationaal Congres van de CPC in 2017, het twee keer per decennium plaatsvindende evenement dat de nationale beleidsdoelen bepaalt en de verkiezing van het topleiderschap, sprak Xi over het nieuwe tijdperk van het socialisme en daarmee over de evolutie van de belangrijkste tegenstrijdigheid waarmee de Chinese samenleving wordt geconfronteerd:
Nu het socialisme met Chinese kenmerken een nieuw tijdperk is binnengetreden, is de belangrijkste tegenstelling waarmee de Chinese samenleving wordt geconfronteerd, veranderd. We worden nu geconfronteerd met de tegenstelling tussen een onevenwichtige en ontoereikende ontwikkeling en de steeds groeiende behoefte van de bevolking aan een beter leven. China heeft de basisbehoeften van meer dan een miljard mensen vervuld, heeft het in principe mogelijk gemaakt dat mensen een fatsoenlijk leven kunnen leiden, en zal de opbouw van een gematigd welvarende samenleving spoedig tot een goed einde brengen. De behoeften waarin moet worden voorzien opdat de mensen een beter leven kunnen leiden, worden steeds groter. Niet alleen zijn hun materiële en culturele behoeften toegenomen, maar ook hun eisen inzake democratie, rechtsstaat, billijkheid en rechtvaardigheid, veiligheid en een beter milieu. Terzelfder tijd zijn de algemene productiekrachten van China aanzienlijk verbeterd en op vele gebieden staat onze productiecapaciteit aan de wereldtop. Het meer in het oog springende probleem is dat onze ontwikkeling onevenwichtig en ontoereikend is. Dit is de belangrijkste beperkende factor geworden bij het voldoen aan de toenemende behoefte van de mensen aan een beter leven.16
De periode van hervorming en openstelling wordt daarom gezien als de voorwaarde voor de opbouw van een modern socialistisch land. In deze periode werden twee van de drie officiële strategische doelstellingen bereikt, namelijk ervoor zorgen dat de mensen een behoorlijke levensstandaard hebben en dat in hun basisbehoeften wordt voorzien. Het werk voor armoedebestrijding voortzetten en ervoor zorgen dat arme mensen in de rest van het land in een ‘gematigd welvarende samenleving’ (xiaokang) komen, is een laatste stap in deze periode. In de jaren na de toespraak van Xi heeft China zowel zijn bevolking – met name de armen zelf – als de regering en de markt gemobiliseerd om extreme armoede uit te bannen, wat een belangrijke fase markeert in de overgang naar het socialisme.
Theorie en praktijk van de armoedebestrijding
Een inkomen, twee zekerheden en drie garanties
China’s uitbanning van extreme armoede komt een decennium eerder dan de VN-agenda voor duurzame ontwikkeling 2030, die ‘het uitbannen van armoede in al haar vormen en dimensies, met inbegrip van extreme armoede’ als hoofddoel heeft gesteld.17 Hoewel miljoenen Chinezen tijdens de fase van snelle economische groei uit de armoede zijn gekomen, kan de economie zelf deze verwezenlijking niet verklaren.
Het alomvattende concept van gerichte armoedebestrijding – dat officieel is ingevoerd in 2015 en eind 2020 afloopt – is ontwikkeld en vernieuwd op basis van tientallen jaren binnenlandse en internationale ervaringen. ‘China’s armoedebestrijding’, zo vat Lin samen, ‘is een door groei gestuurde, door de overheid geleide strategie die sociale steun en de eigen inspanning van de boeren combineert, gekenmerkt door het ‘bloed genererende’ of ontwikkelingsgerichte patroon, en basisbehoeften garandeert via sociale zekerheid”. Hij benadrukt de rol van het leiderschap van de regering: ‘In tegenstelling tot de rest van de wereld heeft de Chinese regering een cruciale rol gespeeld. De uitroeiing van de armoede zou niet zijn verwezenlijkt enkel door de rol van de markt als de regering niet veel aandacht had besteed aan het vraagstuk van de arme bevolking’. Met andere woorden, een combinatie van de ‘zichtbare’ en de ‘onzichtbare hand’, samen met de mobilisatie van brede sectoren van de samenleving, was het kenmerk van China’s armoedebestrijding in deze ‘gerichte’ fase.
China’s programma voor doelgerichte armoedebestrijding (TPA) kan in één slogan worden samengevat: een inkomen, twee zekerheden, en drie garanties. Wat het inkomen betreft, is de internationale armoedegrens door de Wereldbank vastgesteld op 1,90 US$ per dag, gemeten in prijzen van 2011 en gebaseerd op de gemiddelde armoedegrens van de vijftien armste landen van de wereld. De armoedegrens in China werd in 2011 voor het laatst verhoogd tot 2300 yuan per jaar (tegen prijzen van 2010), wat neerkomt op 2,30 US$ per dag wanneer wordt omgerekend naar koopkrachtpariteit (PPP), wat de norm van de Wereldbank overschrijdt. Aangepast aan de prijzen van 2020 bedraagt het jaarlijkse minimuminkomen 4000 yuan, terwijl het inkomen per hoofd van de bevolking in het kader van het doelgerichte armoedebestrijdingsprogramma van 10.740 yuan per jaar veel hoger ligt.18
Naast een minimuminkomen zorgt het Chinese armoedebestrijdingsprogramma ervoor dat aan vijf andere indicatoren wordt voldaan: de ‘twee zekerheden’ van voedsel en kleding en de ‘drie garanties’ van medische basisdiensten, veilige huisvesting met drinkwater en elektriciteit, en gratis en verplicht onderwijs, dat in China negen jaar duurt.
Gerichte armoedebestrijding
Gebruik geen granaat om een vlo op te blazen
Gerichte armoedebestrijding, ook wel precieze armoedebestrijding genoemd, werd voor het eerst geïntroduceerd tijdens het bezoek van president Xi aan het dorp Shibadong in de provincie Hunan in november 2013. ‘Gebruik geen granaat om een vlo op te blazen’, adviseerde Xi de lokale regering over de aanpak van de onderliggende oorzaken van armoede. In plaats daarvan, zei hij, gedraag je als een borduurster die met een ingewikkeld ontwerp begint. Deze aanpak werd in 2015 geïmplementeerd als de regeringsstrategie, met vier vragen als leidraad: Wie moet er uit de armoede worden getild? Wie voert het werk uit? Welke maatregelen moeten worden genomen om armoede aan te pakken? Hoe kunnen evaluaties worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat mensen uit de armoede blijven?
Armoede definiëren: wie wordt er uit de armoede getild?
Weten wie de armen zijn in een land van 1,4 miljard mensen is een enorme onderneming. China erkende de beperkingen van een statistische methode op basis van steekproeven en schakelde over op een systeem voor de identificatie van huishoudens, wat betekent dat iedere arme in het land, zijn omstandigheden en zijn behoeften worden gekend. Dit werd gedaan door een combinatie van mensen naar de dorpen te sturen, basisdemocratie toe te passen en digitale technologieën in te zetten. In 2014 werden 800.000 partijkaderleden georganiseerd om elk huishouden in het hele land te bezoeken en te onderzoeken, waarbij 89,62 miljoen armen in 29,48 miljoen huishoudens en 128.000 dorpen werden geïdentificeerd. Meer dan twee miljoen mensen kregen vervolgens de opdracht de gegevens te verifiëren, waarbij later onjuist geïdentificeerde gevallen werden verwijderd en nieuwe werden toegevoegd.19
Hoewel inkomen de belangrijkste beslissende factor is, worden huisvesting, onderwijs en gezondheid ook in aanmerking genomen bij het opstellen van een lijst van ‘extreem arme gezinnen’. Dorpscomités, stadsbesturen en de dorpsbewoners zelf worden gemobiliseerd om de status van elk huishouden te beoordelen. Er worden bijvoorbeeld openbare democratische waarderingsvergaderingen gehouden om de discussie tussen de leden van de gemeenschap te vergemakkelijken over de situatie van elk gezin en over de vraag of zij van de armoederegistratielijst moeten worden geschrapt of eraan moeten worden toegevoegd.20 Dit proces ter plaatse ging gepaard met het opzetten van een geavanceerd informatie- en beheerssysteem, dat betrekking heeft op alle onderdelen van het armoedebestrijdingsproces in het hele land. Big data wordt gebruikt om de situatie van elk van de bijna 100 miljoen individuen te monitoren, de informatiestroom tussen overheidsdiensten te vergemakkelijken en belangrijke armoedetrends en -oorzaken te identificeren.21 Het mobiliseren van de bevolking en het verwerven van publieke steun vormen de kern van de inspanningen om dit werk uit te voeren.
Mobilisatie: wie doet het werk?
Begeef je onder de mensen zoals een vis in de zee zwemt
Er is geen organisatie zonder de organisatoren. In juni 2021 had de CPC meer dan 95,1 miljoen leden – van wie 27,45 miljoen vrouwen – en 4,9 miljoen primaire partijorganisaties, waaronder dorpscomités, overheidsinstellingen, aan de regering gelieerde organen en ondernemingen, en maatschappelijke organisaties.22 Als de CPC een land was, zou het het zestiende meest bevolkte land van de wereld zijn.
De gerichte fase van de armoedebestrijding vereiste het opbouwen van relaties en vertrouwen tussen de Partij en de mensen op het platteland, alsmede het versterken van de organisatie van de Partij aan de basis. Partijsecretarissen zijn belast met het toezicht op de armoedebestrijding op vijf bestuursniveaus, van de provincie, de stad, het district en de gemeente tot en met het dorp. Met name werden drie miljoen zorgvuldig geselecteerde kaderleden uitgezonden naar arme dorpen, waar zij 255.000 teams vormden die daar verbleven.23 De teams leefden meestal één tot drie jaar lang in eenvoudige omstandigheden en werkten samen met arme boeren, plaatselijke ambtenaren en vrijwilligers totdat elk huishouden uit de armoede was bevrijd. Tijdens dit proces konden veel kaderleden lange tijd niet naar huis terugkeren om hun familie te bezoeken; sommigen werden ziek in de barre natuurlijke omstandigheden van het platteland en meer dan 1800 partijleden en ambtenaren verloren hun leven in de strijd tegen armoede.24 De eerste teams werden in 2013 uitgezonden; in 2015 hadden alle arme dorpen een inwonend team, en elk arm huishouden had een toegewezen kaderlid om te helpen bij het proces om uit de armoede te worden getild, en wat nog belangrijker is, om zichzelf uit de armoede te tillen.25 Eind 2020 werd het doel om extreme armoede uit te bannen, bereikt.
Liu Yuanxu, een zevenenveertigjarige man met een dochter in haar laatste jaar van de middelbare school, behoort tot de partijsecretarissen die in 2018 naar Danyang werden gestuurd, een dorp van 2855 mensen in de zuidwestelijke provincie Guizhou. Liu beschrijft zijn aankomst in Danyang, waar hij het plaatselijke dialect niet spreekt en waar 137 van de 805 huishoudens in het dorp als arm werden bestempeld. Hij was een van de 52 kaders die aan het dorp waren toegewezen, elk met verschillende verantwoordelijkheden. Hij vertelde ons over zijn dagelijkse werk:
Ik was verantwoordelijk voor vijf arme huishoudens, maar het zijn er nu vier, aangezien één persoon is overleden. In die tijd bezocht ik elke familie op een elektrische fiets en regelde alles voor ze. Ik hield contact met de jongeren via WeChat en met de ouderen via de telefoon. Ze konden me voor alles bellen. Ik ging naar elke groep dorpelingen om te onderzoeken wie aardig was en wie lastig. Ik heb problemen opgelost door drankjes en gesprekken met de dorpelingen die nu een zeer goede relatie met mij hebben. Nu houdt de regering een register bij van arme huishoudens, marginale huishoudens en belangrijke huishoudens. Digitale instrumenten helpen de overheid te weten wanneer mensen ziek worden of wanneer degenen die kunnen werken, aan het werk zijn. We bezoeken de dorpelingen ook elke maand om de realiteit van hun situatie beter te begrijpen.
In tegenstelling tot modellen die sterk steunen op niet-gouvernementele organisaties en internationale bijstand, put het armoedebestrijdingsprogramma van China zijn kracht uit het mobiliseren van zijn burgers. Kaderleden zoals Liu vormen een essentiële brug tussen de uitvoering van het regeringsbeleid en het inzicht in de concrete omstandigheden en eisen van de bevolking. De meer dan tien miljoen kaderleden en ambtenaren die zich op het platteland hebben gemobiliseerd, zijn van essentieel belang geweest bij het opbouwen van publieke steun voor en vertrouwen in de Partij en de regering.
Verenigd Front voor Armoedebestrijding
Ge Wen komt uit de oostelijke stad Suzhou, waar zij adjunct-directeur van de verkoop is voor een bedrijf in cultuur en toerisme. De regering bevorderde de samenwerking tussen het geïndustrialiseerde oostelijke deel van het land en de minder ontwikkelde westelijke regio’s om een gelijkmatige ontwikkeling in het hele land te ondersteunen. Als onderdeel van deze inspanning werd het bedrijf waarvoor Ge werkt gekoppeld aan een afgelegen dorp in de provincie Guizhou om een ecotoeristisch resort te ontwikkelen en de toeristische industrie van de regio te stimuleren. Het bedrijf investeerde 130 miljoen yuan in de aanleg van infrastructuur en de renovatie van woningen, die de dorpelingen voor een termijn van twintig jaar verhuren. Van de 107 huishoudens in het dorp woonden er bij het begin van het project nog slechts twintig families – allen met de achternaam Zhang en behorend tot de etnische Dong-minderheid. Aan het einde van de huurovereenkomst zullen de huizen en de omliggende voorzieningen worden teruggegeven aan de dorpelingen, van wie sommigen als werknemers in het resort zijn aangeworven. Ge is een van de acht werknemers die door de onderneming zijn aangesteld om vanuit Suzhou te verhuizen om dit project tot een goed einde te brengen.
Met name werden drie miljoen zorgvuldig geselecteerde kaderleden uitgezonden naar arme dorpen, waar zij 255.000 teams vormden die daar verbleven.
De taak is niet zonder uitdagingen. Naast de onregelmatige bezoeken aan huis tijdens haar driejarige ambtstermijn, kreeg ze ook te maken met culturele, taalkundige en klimaatverschillen. ‘Ik ben niet gewend aan de vochtigheid hier’, vertelde ze ons. Hoog in de bergen van Guizhou kan het maanden aan een stuk regenen. De locatie is ook afgelegen; toen Ge en haar team het resort aan het bouwen waren, moest de asfaltweg naar de site met de hand worden uitgegraven omdat er geen kranen konden worden aangevoerd. Dit komt overeen met het plaatselijke gezegde: ‘Guizhou, waar de hemel drie dagen lang niet helder is en het vlakke land zich nog geen drie li [1,5 kilometer, nvdr.] uitstrekt’.
De armoedebestrijdingscampagne heeft niet alleen de steun van de Partij en het publiek weten te verwerven, maar heeft ook brede sectoren van de samenleving gemobiliseerd om als één front op te treden. ‘We moeten de energie van onze hele partij, ons hele land en onze hele samenleving mobiliseren en doorgaan met het uitvoeren van gerichte armoedebestrijdings- en armoedeverlichtingsmaatregelen’, zei president Xi in zijn toespraak op het Negentiende Nationale Congres. ‘We zullen bijzondere aandacht besteden aan het helpen van mensen om meer vertrouwen te krijgen in hun eigen vermogen om zichzelf uit de armoede te tillen’.
De doelstelling van het bereiken van gemeenschappelijke welvaart met de verwachting dat degenen die rijk worden – met name in de geïndustrialiseerde oostelijke kustgebieden – de rest zullen verheffen, is een kernelement van deze aanpak, en een die de kern vormt van Dengs vaak verkeerd geïnterpreteerde uitspraak ‘laat er eerst een paar rijk worden’. De armoedebestrijdingscampagne volgde dit beginsel en maakte gebruik van een massamobilisatiestrategie die deed denken aan het Maotijdperk om Oost-Westsamenwerking tot stand te brengen. Van 2015 tot 2020 investeerden negen oostelijke bestuurseenheden op provinciaal niveau, die 343 districten vertegenwoordigen, 100,5 miljard yuan in overheids- en sociale bijstand voor de westelijke regio’s, mobiliseerden zij meer dan 22.000 lokale ondernemingen om nog eens 1,1 biljoen yuan te investeren, en wisselden zij 131.000 ambtenaren en technisch personeel uit.26
In 2013 werd de stad Tongren in de zuidwestelijke provincie Guizhou, waar He Ying naartoe verhuisde en waar het dorp van Liu Yuanxue ligt, gekoppeld aan Suzhou, het economisch centrum van de oostelijke kustprovincie Jiangsu. De samenwerking omvatte economische, infrastructurele, educatieve en technische uitwisselingen. Van april 2017 tot 2020 heeft Suzhou 1,71 miljard yuan aan financiële steun en 240 miljoen yuan aan sociale bijstand verstrekt om 1240 projecten uit te voeren. Bovendien hebben 285 ondernemingen uit het oosten projecten ontwikkeld in Tongren, waarbij 26,41 miljard yuan werd geïnvesteerd en werkgelegenheid werd geschapen voor 44.400 mensen in het kader van het programma voor armoedebestrijding. Daarbij werden 19 industrie- en landbouwparken gecreëerd en stimuleerden gerichte projecten het plaatselijke toerisme met 30 %. Om de politieke en educatieve uitwisseling te verdiepen, werden 5345 partijkaders, regeringsfunctionarissen en technisch personeel van Suzhou naar Tongren overgeplaatst, waaronder Tongrens locoburgemeester Zha Yingdong, die van Jiangsu naar Guizhou verhuisde om het armoedebestrijdingswerk te leiden.27
Naast de Oost-Westsamenwerking hebben ook openbare en particuliere ondernemingen, onderwijsinstellingen, het leger en het maatschappelijk middenveld een belangrijke bijdrage geleverd. De centrale diensten investeerden 42,76 miljard yuan, waardoor 106,64 miljard yuan aan kapitaal binnenkwam en 3,69 miljoen technici en ambtenaren aan de basis konden worden opgeleid.28 Ondertussen investeerden 94 staatsbedrijven meer dan 13,5 miljard yuan in 246 districten, waardoor bijna 10.000 hulpprojecten werden uitgevoerd. Van de 2301 nationale sociale organisaties in het land hebben er 686 formele armoedebestrijdingsprojecten opgezet, waarbij liefdadigheidsfondsen werden ingezameld en vrijwilligersdiensten werden aangeboden.29 Via de campagne 10.000 Bedrijven Helpen 10.000 Dorpen hebben 127.000 particuliere bedrijven deelgenomen aan de ondersteuning van 139.100 arme dorpen, waarvan 18 miljoen mensen hebben geprofiteerd.30 Het leger heeft 924.000 mensen in 4.100 arme dorpen geholpen en bijgedragen aan de bouw van scholen, ziekenhuizen en speciale industriële projecten. Het ministerie van Onderwijs heeft 44 hogescholen en universiteiten georganiseerd om deel te nemen aan de campagne, onderzoeksprojecten uit te voeren en teams van deskundigen en opleiders te sturen op het gebied van onder andere landbouw, gezondheid, stads- en plattelandsplanning en onderwijs.
Eén zo’n samenwerking was het Hebian-experiment,31 waarbij universitaire deskundigen en studenten naar het dorp Hebian in de provincie Yunnan werden gebracht, een gemeenschap die hoofdzakelijk bestaat uit mensen van de Yao-etniciteit. Onder leiding van Li Xiaoyun, professor aan de China Agricultural University, hielp het team met onderzoek, fondsenwerving en de ontwikkeling van toeristische, educatieve en landbouwprojecten om het inkomen van de gemeenschap te verhogen en te diversifiëren. In ons interview met Li gaf hij commentaar op de massamobilisatie die plaatsvond:
Voor mensen buiten China is het heel moeilijk om de armoedebestrijdingscampagne van de afgelopen acht jaar te begrijpen, en vooral hoe die georganiseerd werd – met name de opmerkelijke mobilisatie. De moeilijkste vraag die mijn vriend mij stelde was: ‘Hoe heeft de regering iedereen ervan kunnen overtuigen om middelen bij te dragen en naar de arme gebieden te gaan?’ Dit is wat wij altijd proberen te verwoorden door middel van onze zeer eenvoudige verklaring. Dit is China’s speciale politieke instelling. De Chinese samenleving verschilt van de Westerse, omdat ze gebaseerd is op het collectief en niet op het individu. Dit komt tot uiting in de wijze waarop de samenleving is georganiseerd. De regering werkt samen met sociale organisaties, waarbij de politieke en sociale netwerken samensmelten tot één geheel – tot een leidende kracht, verticaal en horizontaal georganiseerd, die iedereen in staat stelt zich bij deze sociale campagne aan te sluiten.
Kortom, het armoedebestrijdingsprogramma raakte vrijwel alle hoeken van de samenleving. De overwinning op de extreme armoede kan dan ook niet worden gezien als een enkel programma onder een enkel mandaat van de partij en de regering. Zij moet eerder worden gezien als een massamobilisatie in verschillende sectoren van de Chinese samenleving, waarbij gebruik wordt gemaakt van uiteenlopende en gedecentraliseerde methoden op een schaal en breedte die ongekend is in de geschiedenis van de mensheid.
Methodologie: Hoe heeft China de armoede teruggedrongen?
In het kader van de gerichte armoedebestrijdingsstrategie zijn vijf kernmethoden ontwikkeld om arme mensen uit de armoede te tillen – of, beter gezegd, hen te helpen zichzelf uit de armoede te tillen: industrie, hervestiging, ecologische compensatie, onderwijs en sociale bijstand.
Industrie
De eerste van de vijf kernmethoden is de ontwikkeling van de plaatselijke productie. Met dat doel voor ogen werden de openbare en de particuliere sector ingeschakeld om arme mensen toegang te geven tot financiering (leningen, subsidies en microkredieten), technische opleiding, uitrusting en markten. Via het TPA-programma heeft het beleid ter verlichting van de industriële armoede gevolgen gehad voor 98 % van de arme huishoudens en zijn in elk van de 832 arme districten 300.000 industriële bases opgericht voor landbouwproductie, veeteelt en verwerking. Meer dan 22 miljoen arme mensen zijn werkzaam in deze bases, plus nog eens 13 miljoen in plattelandsondernemingen.
Werkplaatsen voor armoedebestrijding (kleinschalige productiecentra georganiseerd op braakliggend land of bij mensen thuis) hebben ertoe bijgedragen dat het inkomen per hoofd van de arme huishoudens tussen 2015 en 2019 bijna verdrievoudigd is tot 9808 yuan per jaar.32 Dit heeft op zijn beurt bijgedragen tot de ontwikkeling van nieuwe armoedebestrijdingsmodellen die verband houden met toerisme en de groene economie.
Hervestiging
Atule’er is een dorp in de bergen van de provincie Sichuan waarvan de afstamming teruggaat tot de Yuan-dynastie (1271-1368), toen het strategisch werd geacht om in oorlogstijd landbouw te bedrijven in de bergen. Het dorp ligt op een hoogte van 1400 meter en was tot voor kort alleen bereikbaar via 800 meter slecht geconstrueerde rotan ‘luchtladders’ die aan de rand van de klif bungelden. Het woon-werkverkeer naar scholen, plaatselijke markten, gezondheidsdiensten en openbaar vervoer was uren ver en gevaarlijk. Een van de bewoners, Mou’se, zei: ‘Het kostte me een halve dag om van de klif af te klimmen om een pakje zout te kopen’. Vier jaar geleden gaf de regering een miljoen yuan uit om de ladder te vervangen door een veiliger stalen constructie. Mou’se en drieëntachtig andere gezinnen in Atule’er hervestigden zich in mei 2020 tijdens de armoedecampagne.33
Werkplaatsen voor armoedebestrijding hebben ertoe bijgedragen dat het inkomen per hoofd van de arme huishoudens tussen 2015 en 2019 bijna verdrievoudigd is
Voor gezinnen die in extreem afgelegen gebieden wonen of regelmatig aan natuurrampen worden blootgesteld, is het vrijwel onmogelijk de armoedespiraal te doorbreken zonder naar een meer leefbare omgeving te verhuizen. In totaal verhuisden 9,6 miljoen mensen – ongeveer 10 % van de mensen die uit de armoede werden bevrijd – van het platteland naar nieuw gebouwde stedelijke gemeenschappen. Er werden nieuwe woningen gebouwd, evenals 6100 kleuterscholen, lagere en middelbare scholen; 12.000 ziekenhuizen en wijkgezondheidscentra, 3400 voorzieningen voor ouderenzorg en 40.000 culturele centra en trefpunten werden gebouwd of uitgebreid.
De grootste uitdaging bij de overgang van het platteland naar de steden is het vinden van werk voor de verhuisde gezinnen. Om de uitdaging van het vinden van werk voor de overgeplaatste gezinnen aan te gaan, ontwikkelde de regering opleidingsprogramma’s en nieuwe industrieën. Als gevolg daarvan heeft 73,7 % van alle herplaatste personen die kunnen werken, een baan gevonden en 94,1 % van de herplaatste gezinnen met leden die kunnen werken, heeft werk gevonden.
Ecologische compensatie
Behoud en herstel van het milieu, met name in aangewezen arme gebieden, behoren tot de belangrijkste methoden om de armoede aan te pakken, in de eerste plaats door het scheppen van werkgelegenheid in de ecologische sector. Sinds 2013 is 4,97 miljoen hectare landbouwgrond in arme regio’s hersteld als bos of grasland. Daarbij zijn 1,1 miljoen arme mensen aangesteld als boswachters, terwijl er 23.000 armoedebestrijdingscoöperaties en teams voor bebossing (het aanleggen van nieuwe bossen) zijn gevormd.34 Dit maakt deel uit van China’s voortdurende vergroeningsinspanningen van de afgelopen twee decennia. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) was China wereldleider op het gebied van herbebossing en was het land goed voor 25 % van de totale groei van het bladareaal tussen 1990 en 2020.35 De vergroeningsinspanningen zijn niet alleen opgepakt door inspanningen van de overheid, maar ook door initiatieven van de private sector.
Onderwijs
Onderwijs heeft een centrale rol gespeeld bij het doorbreken van de cyclus van generatiearmoede. Om de onderwijsgarantie van het TPA-programma waar te maken, werden grote inspanningen geleverd om ervoor te zorgen dat de 200.000 vroegtijdige schoolverlaters uit arme gezinnen (vanaf 2013) voldoende steun kregen om terug naar school te gaan. In 2020 voldeed 99,8 % van de Chinese basis- en middelbare scholen aan de basisvereisten voor onderwijs, en was 95,3 % van de scholen aangesloten op het internet en uitgerust met multimedialokalen. Grote financieringsprogramma’s van de overheid hebben aan 640 miljoen mensen onderwijshulp geboden en de voeding op scholen verbeterd, waardoor elk jaar 40 miljoen leerlingen worden bereikt.36
Ook de opleiding van gekwalificeerde leerkrachten kreeg prioriteit: 950.000 leraren werden via het Special Post Programma aangeworven om na hun afstuderen les te geven in arme gebieden. Het nationale opleidingsprogramma heeft 17 miljoen plattelandsleraren toegevoegd aan de minder ontwikkelde centrale en westelijke regio’s, van wie 190.000 speciaal naar afgelegen arme gebieden en gebieden met etnische minderheden zijn gezonden. In de lijn met de socialistische traditie zorgen deze inspanningen ervoor dat de jongeren uit de eerste hand kennis kunnen maken met het leven op het platteland en dat tegelijkertijd de volgende generatie leerkrachten wordt gevormd.
Het aandeel mensen dat hoger onderwijs genoot tussen 2010 en 2020 verdubbelde bijna van 8930 tot 15.467 per 100.000
Deze vooruitgang in het onderwijs kwam niet alleen tot uiting in de dorpen, maar in het gehele land. In de zevende nationale volkstelling van 2020 steeg het gemiddelde aantal jaren onderwijs van 9,08 tot 9,91 jaar, terwijl het aantal mensen met tertiair onderwijs tussen 2010 en 2020 bijna verdubbelde van 8930 tot 15.467 per 100.000.37 Het profiel van degenen die toegang hebben tot tertiair onderwijs is ook verschoven. Volgens het Chinese College Student Survey van de Tsinghua University was van 2011 tot 2018 meer dan 70 % van alle eerstejaarsstudenten aan Chinese universiteiten de eersten in hun familie die naar de universiteit gingen, en bijna 70 % van deze studenten is afkomstig van het platteland.38 In het Global Gender Gap Report 2020 van het World Economic Forum stond China op de eerste plaats wat betreft de inschrijving van vrouwen in het tertiair onderwijs, evenals wat betreft het percentage vrouwelijke professionele en technische werknemers.39 De onderwijshervormingen van het afgelopen decennium pakten de multidimensionale factoren armoede, de kloof tussen stad en platteland, en gender aan.
Sociale bijstand
De laatste van de vijf belangrijkste methoden om de armoede te verlichten was gericht op het verlenen van sociale bijstand. Het eerste sociale vangnet van China gaat terug tot het stedelijke stelsel van minimumlevensonderhoudsgaranties (dibao) van hjanghai in 1993, dat in 1999 werd uitgebreid tot alle stedelijke gebieden en in 2007 tot het platteland van China.40
In het kader van dit programma had elk huishouden waarvan het inkomen per hoofd van de bevolking lager was dan de plaatselijke armoedegrens, het recht om sociale bijstand aan te vragen. Dit wordt beschouwd als het grootste sociale bijstandsprogramma in contanten ter wereld.41 Dibao werd aangevuld met andere programma’s voor onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, handicaps en tijdelijke bijstand, terwijl in 2009 een pensioenstelsel werd opgezet voor mensen in plattelandsgebieden en in 2011 voor mensen in stedelijke gebieden.
De toelage voor levensonderhoud op het platteland is tussen 2012 en 2020 gestegen van 2068 yuan tot 5962 yuan per jaar;42 9,36 miljoen mensen zijn door deze fondsen of door fondsen voor extreme armoedebestrijding gedekt, en 60,98 miljoen mensen ontvangen een basispensioen. Deze programma’s bestrijken vrijwel alle plattelandsbewoners en werkloze stadsbewoners.43
Het sociale systeem van China staat echter onder grote druk. Geconfronteerd met een dalend geboortecijfer van 1,3 kinderen per vrouw volgens de laatste volkstelling en een vergrijzende samenleving, noteerde China vorig jaar zijn eerste tekort op de sociale verzekering. Het aantal ouderen (mensen ouder dan 60 jaar) zal naar verwachting 300 miljoen bereiken tegen 2025, en de Chinese bevolking zal naar verwachting beginnen krimpen tegen 2050. China ondergaat momenteel hervormingen in het pensioenstelsel voor stedelijke werknemers om het pensioentekort aan te pakken, dat in de komende tien jaar kan oplopen tot 8 biljoen yuan.44
In het besef dat ziekte en een slechte gezondheid sleutelfactoren zijn die armoede op het platteland veroorzaken, is verbetering van de gezondheidszorg op het platteland de sleutel geweest tot het TPA-programma. Om de gezondheidszorg in arme gebieden te verbeteren, werden 1007 toonaangevende ziekenhuizen gekoppeld aan 1172 ziekenhuizen op districtsniveau, die 118.000 gezondheidswerkers stuurden om 53.000 projecten in het hele land op te zetten. Deze artsen behandelden 55 miljoen poliklinische patiënten en voerden 1,9 miljoen operaties uit. Ondertussen kregen 60.000 medische studenten een gratis opleiding in ruil voor werk in medische instellingen op het platteland na hun afstuderen.45
Evaluatie: Hoe wordt armoedebestrijding gemeten?
‘Kunnen huishoudens met directe familieleden die dorpskaderlid zijn als arm worden beoordeeld?’ vragen studenten tijdens een kruisverhoor met de plaatselijke ambtenaren van Pingbian Yi Ethnic Township. Studenten en professoren van de Southwest-Universiteit in Chongqing reisden 300 kilometer naar het platteland van Sichuan. Ze zijn door de regering opgeleid en belast met de evaluatie van de successen en tekortkomingen van de plaatselijke inspanningen ter bestrijding van de armoede. Pas de avond tevoren delen ze de plaatselijke ambtenaren mee welke dorpen ze willen inspecteren. Bij deze steekproefsgewijze controles bezoeken de studenten woningen en registreren ze hun antwoorden op de vragenlijst in een gecentraliseerde toepassing, controleren ze bankafschriften en woningtaxatiebewijzen, onderzoeken ze de woonomstandigheden en gaan ze na of aan de indicatoren is voldaan.46
Voor de uitvoering van een programma op deze schaal is een geavanceerd systeem van controles en tegenwichten op elk niveau en in elke regio vereist. Sinds 2016 wordt jaarlijks op nationaal niveau een evaluatie uitgevoerd, onder leiding van het Bureau voor armoedebestrijding van de Staatsraad, de Centrale Organisatiedienst en de aangesloten eenheden van de Leidende groep voor armoedebestrijding en ontwikkeling van de Staatsraad.47 Hun taak bestaat erin de doeltreffendheid van de armoedebestrijding in een bepaald gebied te evalueren, onder meer door te bevestigen dat de informatie over de huishoudens juist is, dat de genomen maatregelen adequaat zijn en dat de middelen op de juiste manier worden gebruikt. De beoordeling wordt in hoofdzaak op drie manieren uitgevoerd: interprovinciale kruiselingse evaluatie, beoordeling door derden, en sociale monitoring.
Interprovinciale kruiselingse evaluatie: Tweeëntwintig provincies in Centraal en West-China ondertekenden de overeenkomst om elkaars werk, vorderingen en de geloofwaardigheid van hun gerapporteerde resultaten aan een kruisonderzoek te onderwerpen.48 Elke provincie stuurt tientallen partijkaderleden om ter plaatse te evalueren of de huishoudens correct aan de armoederegistratielijst zijn toegevoegd of ervan zijn afgevoerd, of adequate bijstand is verleend, welke problemen zich hebben voorgedaan en welke lessen er zijn geleerd.
Beoordeling door derden: De Leidende groep voor armoedebestrijding en ontwikkeling heeft relevante wetenschappelijke onderzoeksinstellingen en maatschappelijke organisaties opgedragen na te gaan of een district inderdaad armoedevrij is zodra het door de plaatselijke autoriteiten zo is verklaard. Deze teams voerden enquêtes en veldverificaties uit om de betrouwbaarheid van de gegevens te beoordelen. De externe evaluatiebureaus werden via een openbare aanbestedingsprocedure geselecteerd.49 In de loop van het programma hebben in totaal 22 externe bureaus 531 districten, meer dan 3200 dorpen en 116000 huishoudens ter plaatse onderzocht.50
Sociale monitoring: Naast de officiële evaluaties en de beoordelingsprocessen door derden werd het armoedebestrijdingswerk ook beoordeeld door middel van willekeurige controles die door kaderleden werden uitgevoerd. Zo werden bijvoorbeeld bezoeken gebracht aan arme huishoudens om na te gaan of de situatie van de gezinnen accuraat werd gerapporteerd, bijvoorbeeld door de inkomensbronnen te controleren.51
Evaluatieresultaten: De systematische evaluatieprocessen brachten problemen in het armoedebestrijdingsprogramma aan het licht, waaronder het niet halen van de jaarlijkse doelstellingen voor armoedebestrijding, wanbeheer van fondsen, vervalsing van gegevens, onnauwkeurigheid bij het toevoegen en schrappen van arme gezinnen van de registratielijst, en andere disciplinaire overtredingen.52 Ook is er sprake van corruptie, die de Partij onder leiding van president Xi openlijk heeft aangepakt en bekritiseerd. In 2018 heeft de Centrale Commissie voor Discipline-Inspectie (CCDI), het hoogste tuchtrechtelijke orgaan van China, een campagne opgezet om corruptie in het armoedebestrijdingsprogramma te bestrijden. Sinds zijn aantreden in 2013 heeft Xi van corruptiebestrijding een hoge prioriteit gemaakt, waarbij hij niet alleen de ‘vlooien’, maar ook de ‘tijgers’ aanpakt. Van 2012 tot de eerste helft van 2020 zijn meer dan 3,2 miljoen ambtenaren gestraft voor corruptiegerelateerde overtredingen.53 Van januari tot november 2020 stelde de regering vast dat een derde van de 161.500 verwerkte corruptiezaken – waaronder 18 hooggeplaatste ambtenaren – verband hield met armoedebestrijding.54 In het proces van de opbouw van het socialisme maakt de bestrijding van corruptie deel uit van het voortdurende werk van de klassenstrijd: wie illegaal profiteert van de staatskas wordt ter verantwoording geroepen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de corruptiebestrijdingscampagne brede steun van de bevolking heeft gekregen, waardoor het vertrouwen is gegroeid dat zowel de partij als de regering trouw zullen blijven aan hun mandaat om het volk te dienen.
Uitdagingen en horizonten
Uitdagingen en de weg vooruit
Het overwinnen van extreme armoede in China is een prestatie van een omvang en een schaal die in de geschiedenis nog nooit vertoond is. Het is niet het eindpunt, maar een fase in de opbouw van het socialisme die moet worden verdiept en uitgebreid. Om de welvaart op het platteland te waarborgen, heeft de Chinese regering een programma opgezet om het platteland nieuw leven in te blazen en zo de resultaten van de armoedebestrijding te consolideren en uit te breiden. De modernisering van de landbouwproductie, de bescherming van de nationale voedselzekerheid, de ontwikkeling van hoogwaardig akkerland en het dichten van de kloof tussen stad en platteland behoren tot de belangrijkste doelstellingen van de revitalisering van het platteland.55
China ligt op schema om tegen 2025, aan het einde van de periode van het veertiende vijfjarenplan, een land met een hoog inkomen te worden (een land met een hoog inkomen wordt door de Wereldbank gedefinieerd als een land met een bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking van meer dan 12.696 US$ volgens de normen van 2020).56 China’s bbp per hoofd van de bevolking overschreed in 2019 voor het eerst de drempel van 10.000 US$, en handhaafde deze drempel in 2020 ondanks de pandemie.57 In de juiste context bekeken is dat een vertienvoudiging in de afgelopen twintig jaar, toen het bbp per hoofd van de bevolking van het land minder dan 1000 US$ bedroeg. Nu China de status van hoge-inkomensland bereikt en een gematigd welvarende samenleving(xiaokang) opbouwt, staat het voor een nieuw tijdperk van uitdagingen. Het land moet er niet alleen voor zorgen dat de mensen die uit de armoede zijn gehaald uit de armoede blijven; het wil ook verder gaan dan alleen maar overleven (met andere woorden, verder gaan dan het uitroeien van extreme armoede) en streven naar een betere levensstandaard voor iedereen.
China ligt op schema om tegen 2025, aan het einde van de periode van het veertiende vijfjarenplan, een land met een hoog inkomen te worden.
Het zwaartepunt van het land is nu verschoven van extreme armoede naar relatieve armoede, waardoor meer mensen kunnen deelnemen aan en profiteren van het sociale en economische leven. De aanpak van relatieve armoede was een belangrijk aandachtspunt van de Vierde Plenaire Zitting van het Negentiende Centraal Comité van de Communistische Partij van China in 2019, voor wie het verbeteren van de sociale bijstand en openbare diensten, zoals toegang tot kinder- en ouderenzorg, onderwijs, werkgelegenheid, medische zorg en huisvesting, de sleutel vormen tot dit langetermijndoel en het voortdurende proces van het uitbannen van armoede.58
Wat zijn de gevolgen voor de rest van de wereld nu China de volgende historische fase van armoedebestrijding ingaat? De historische nederlaag van extreme armoede en de COVID-19-pandemie levert geen model op dat rechtstreeks kan worden geïmplanteerd op andere landen, die elk een specifieke geschiedenis hebben en een eigen pad moeten uitstippelen. De ervaring van China biedt veeleer lessen en inspiratie voor de wereld, met name voor de landen in het Zuiden van de wereld. De taak om de armen in de wereld te helpen is een belangrijke pijler van China’s voorstel om een ‘gedeelde toekomst voor de mensheid’ op te bouwen.59 Deze visie, die door president Xi wordt bepleit, stelt zich een toekomst voor die is gebaseerd op multilateralisme en gedeelde welvaart tegenover de Westerse hegemonie.
In zijn internationale betrekkingen heeft China laten zien dat het de voorkeur geeft aan het bouwen van bruggen boven militaristische interventies, aan medisch internationalisme boven privatisering, en aan infrastructuurinvesteringen en financiële hulp waaraan geen voorwaarden zijn verbonden. China biedt een visie voor het Zuiden die vijfhonderd jaar van Westers imperialisme en kapitalisme niet heeft kunnen bieden. Volgens de Wereldbank zal het baanbrekende ‘Belt and Road’-initiatief rechtstreeks 7,6 miljoen mensen in de deelnemende landen uit de extreme armoede helpen en nog eens 32 miljoen uit de gematigde armoede helpen. China bevordert honderden andere projecten op basis van multilaterale samenwerking op het gebied van handel, infrastructuur, groene industrie, onderwijs, landbouw, gezondheidszorg en uitwisselingen tussen mensen die de ontwikkeling van landen en mensen in het Zuiden stimuleren.60
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Tings Chak, Li Jianhua en Liliang Zhang en gepubliceerd door Tricontinental Institute. Bewerking en vertaling door Lava.
Footnotes
- ‘Xi Declares “Complete Victory” in Eradicating Absolute Poverty in China’, Xinhua, 26 februari 2021.
- Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, ‘Helping 800 Million People Escape Poverty Was Greatest Such Effort in History, Says Secretary-General, on Seventieth Anniversary of China’s Founding’, United Nations Press, 26 september 2019.
- Verenigde Naties, Department of Economic and Social Affairs, “The Sustainable Development Goals Report 2020“, juli 2020; United Nations Development Program, “Assessing Impact of COVID-19 on the Sustainable Development Goals“, december 2020.
- United Nations Development Program, “Impact of Covid-19 on the Sustainable Development Goals“, december 2020.
- Mao Zedong, “The Chinese People Have Stood Up!’ (21 September 1949)” uit Selected Works of Mao Tse-Tung: Volume V, Beijing, Foreign Languages Press, 1961.
- Zhao Hong, “China’s Contribution and Loss in War of Resistance Against Japanese Aggression“, CGTN, 13 August 2020.
- Communist Party Member Net 共产党员网, ‘Dang zai 1949 nian zhi 1976 nian de lishi xing juda chengjiu’ 党在1949年至1976年的历史性巨大成就 [De historische verwezenlijkingen van de partij 1949-1976], 28 juli 2016.
- Wang Sangui, Poverty Alleviation in Contemporary China, vert. Zhu Lili, Beijing, China Renmin University Press, 2019, p. 51.
- Phoenix News 凤凰网, “1949―1976年:毛泽东时代最有价值的历史遗产“, [1949-1976: de kostbare erfenis van het tijdperk Mao Zedong], 28 december 2009.
- Maurice Meisner, Mao’s China and After: A History of the People’s Republic, New York: Free Press, 1986, 437.
- Meng Yaping, “Fantastic Feats of China’s Space Odyssey“, CGTN, 19 April 2017.
- Deng Xiaoping, “Building a Socialism with a Specifically Chinese Character (30 June 1984)” in Selected Works of Deng Xiaoping, Volume III (1982-1992), Beijing, Foreign Languages Press, 1994.
- Ross, China’s Great Road, 57.
- The State Council Information Office of the People’s Republic of China, “Poverty Alleviation: China’s Experience and Contribution“, Beijing, Foreign Languages Press, april 2021.
- Singh, Anoop, Malhar S. Nabar, and Papa M. N’Diaye, China’s Economy in Transition: From External to Internal Rebalancing, International Monetary Fund, 7 november 2013.
- Xi Jinping, “Secure a Decisive Victory in Building a Moderately Prosperous Society in All Respects and Strive for the Great Success of Socialism with Chinese Characteristics for a New Era“, China Daily, 18 oktober 2017.
- United Nations, Department of Economic and Social Affairs, “Poverty eradication“, Sustainable Development, accessed 30 June 2021.
- CCTV中国中央电视台, “中国现行扶贫标准低于世界标准?国家乡村振兴局这样回应” [Is China’s maatstaf voor armoede lager dan de globale norm? Een antwoord van het Nationale Bureau voor Heropleving], 6 april 2021.
- New China Research, “Chinese Poverty Alleviation Studies: A Political Economy Perspective“, Xinhua News Agency, 22 februari 2021.
- Zhang Zhanbin et al., Poverty Alleviation: Experience and Insights of the Communist Party of China, Beijing, The Contemporary World Press, 2020, p. 139.
- New China Research, Chinese Poverty Alleviation Studies, p. 60.
- “CPC membership grows to over 95 million“, CGTN, 30 juni 2021.
- The State Council Information of the People’s Republic of China, Poverty Alleviation: China’s Experience and Contribution, Beijing, Foreign Languages Press, 2021, p. 35.
- The State Council, Poverty Alleviation, p. 48.
- The State Council, Poverty Alleviation, 35.
- The State Council, Poverty Alleviation, p. 56.
- Universiteit van Jiangsu, “我校校友查颖冬获评全国脱贫攻坚先进个人” [Alumnus Zha Yingdong kreeg de prijs voor Nationaal Onderscheiden Individu in de strijd tegen armoede], 28 februari 2021.
- The State Council, Poverty Alleviation, p. 57.
- Poverty Alleviation Network Exhibition, “社会动员” [Sociale mobilisatie], bezocht op 3 mei 2021.
- The State Council, Poverty Alleviation, 57.
- China Development Brief, “Hebian Village, a University Professor’s Experiment with Poverty Alleviation“, vert. Serena Chang et al., 25 december 2017.
- The State Council of the People’s Republic of China, “国务院新闻办就产业扶贫进展成效举行发布会” [Infobureau van de Staatraad houdt persconferentie over de vooruitgang en de verwezenlijkingen van de industriële armoedebestrijding], 16 december 2020.
- Qiuping, Lyu, Qu Guangyu, and Wang Di, “China Focus: Relocated Villagers Leave Poverty on Clifftop“, Xinhua, 14 mei 2020.
- The State Council, Poverty Alleviation, p. 40.
- Food and Agriculture Organisation of the United Nations, Global Forest Resources Assessment 2020: Main Report, 2020.
- The State Council, Poverty Alleviation, p. 41-42.
- “Main Data of the Seventh National Population Census“, National Bureau of Statistics of China, 11 mei 2021.
- Xing Wen, “First-generation College Attendees Can Face Varying Degrees of Success“, China Daily, 20 Mei 2020.
- Crotti, Robert, T. Geiger, V. Ratcheva, and S. Zahidi, Global Gender Gap Report 2020, World Economic Forum, december 2020.
- Yang Lixiong, “The Social Assistance Reform in China: Towards a Fair and Inclusive Social Safety Net“, Addressing Inequalities and Challenges to Social Inclusion through Fiscal, Wage and Social Protection Policies, UN Commission for Social Development, june 2018.
- Jennifer Golan et al., “Unconditional Cash Transfers in China: Who Benefits from the Rural Minimum Living Standard Guarantee (Dibao) Program?“, World Development 93, mei 2017, p. 316-336.
- The State Council, Poverty Alleviation, p. 42.
- The State Council, Poverty Alleviation, p. 44.
- Guo Yingzhe and Wu Yujian, “China Promotes Private Retirement Savings to Shore Up Strained Pension System“, Caixin Global, 17 mei 2021.
- The State Council, Poverty Alleviation, 44.
- “Voices from the Frontline: China’s War on Poverty“, CGTN/PBS, 14 december 2020.
- “中共中央办公厅 国务院办公厅印发《省级党委和政府扶贫开发工作成效考核办法》“[General office of CPC Central Committee and general office of State Council issued ‘measures for assessing the effectiveness of poverty alleviation and development of provincial party committee and government’], Xinhua, 16 februari 2016.
- Zhang Ge en Wu Zhenguo, “国务院扶贫办:脱贫攻坚要实行最严格的考核评估制度 经得起历史检验” [State Council poverty alleviation office: the strictest assessment and evaluation system be implemented in the battle against poverty to withstand the test of history], People’s Daily, 7 maart 2017.
- “Third-party Inspector of Poverty Relief Work“, CGTN, 9 februari 2021.
- “2020年国家精准扶贫工作成效第三方评估启动” [A third-party assessment was launched on the effectiveness of the national targeted poverty alleviation in 2020], Science Forum, 1 december 2020.
- “陕西省委书记暗访脱贫攻坚工作 背后有何深意?” [Secretary of Shaanxi Provincial Party Committee investigated the battle against poverty in secret. What is the meaning behind this?], People’s Daily, 20 april 2017.
- “解读省级扶贫成效考核办法四大看点” [Explaining the four highlights of the province-level measures for assessing the effectiveness of poverty alleviation], Xinhua, 17 februari 2016.
- Shi Yu, “In Data: China’s Fight Against Corruption in Poverty Alleviation“, CGTN, 9 August 2020.
- “China Vows Unremitting Fight Against Corruption“, CGTN, 24 januari 2021.
- Weiduo, Shen, Cao Siqi, and Zhang Hongpei, “No. I Central Document Vows Rural Revitalization“, Global Times, 22 februari 2021.
- World Bank, “World Bank Country Data and Lending Groups“, geraadpleegd op 3 juli 2021.
- “China’s GDP per Capital Just Passed $10,000, but What Does This Mean?“, CGTN, 17 januari 2020.
- ‘Communiqué of the Fourth Plenary Session of the 19th Central Committee of the Communist Party of China’, Xinhua, 31 October 2019.
- ‘Why President Xi Strongly Advocates Building Community with Shared Future’, Xinhua, 22 september 2020.
- The State Council, Poverty Alleviation, p. 62.