Door naast haar relaties met westerse landen ook het economische partnerschap met China te versterken, kiest de Democratische Republiek Congo resoluut voor multilateralisme. De grootste uitdaging voor het land is om de overvloedige grondstoffen in dienst te stellen van de bevolking en de langverhoopte industrialisatie van het land mogelijk te maken.
Van 24 tot 26 mei 2023 bracht de Congolese president Félix Antoine Tshisekedi een officieel bezoek aan China. Beide landen sloten een overeenkomst om de waardeketen in de Democratische Republiek Congo te ontwikkelen (exploitatie en lokale verwerking) met het oog op de productie van batterijen voor elektrische auto’s.1 Tshisekedi, die voor het eerst sinds hij president werd, naar China reisde, zette vraagtekens bij de Chinees-Congolese betrekkingen die onder het mandaat van zijn voorganger Joseph Kabila in de mijnbouwsector waren versterkt.
Hoogstwaarschijnlijk liggen de Congolese parlements- en presidentsverkiezingen in december 2023 aan de basis van zijn focus op de economische realiteit van zijn land. Ondanks de gewapende gevechten in delen van de provincie Noord-Kivu (in het oosten van Congo) is de economie weer op gang gekomen. Door zijn groeiende behoefte aan grondstoffen heeft China ingespeeld op de behoefte van de DRC aan partners die willen investeren in industrialisatie. Dit multilateralisme wakkert de concurrentie tussen investeerders aan en maakt korte metten met het monopolie van bepaalde westerse landen en hun grote bedrijven, wier geschiedenis duidelijk maakt dat de exclusiviteit uit het verleden het land geen ontwikkeling heeft gebracht.
Schuldcreatie: een relatie tussen meester en slaaf
De westerse mogendheden overlaadden de landen in het Zuiden met schulden om ze vervolgens hulp aan te bieden. Die hulp zou het belangrijkste instrument van de overheersingsstrategie van het imperialisme worden. Bovendien bleef door die hulp het kapitaal in handen van de meesters, terwijl degenen die ervan verstoken zijn, slaven blijven.2 In die configuratie kunnen de landen in het Zuiden zich onmogelijk ontwikkelen. Na de Tweede Wereldoorlog leidde de opkomst van de nieuwe mondiale
geopolitieke context tot de oprichting van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds, twee instrumenten van het neoliberalisme. In de jaren 50 en 60 veroverden de volkeren van het Zuiden hun onafhankelijkheid. Sommige landen op het Afrikaanse continent slaagden er zelfs in om aan de controle van de voormalige koloniale machten te ontsnappen. Ghana (destijds Gold Coast genoemd) en Tanzania bijvoorbeeld trapten niet in de val van de internationale financiële instellingen en westerse landen met hun eindeloze cyclus van leningen. In Congo gebeurde dat wel. Om geld te verdienen, moest je in Afrika zijn.
De oorsprong van de schuld van de DRC gaat terug tot de periode voor haar onafhankelijkheid. Al in 1957 ging Congo gebukt onder een zware schuldenlast, terwijl de winsten uit de exploitatie van het land wegvloeiden naar grote bedrijven en de Belgische koninklijke familie.3 Met allerlei manoeuvres probeerde België na de verovering van de onafhankelijkheid de schuld uit de koloniale periode op te leggen aan het nieuwe Congo.4 Het citaat “Afrika heeft de vorm van een revolver waarvan de trekker zich in Congo bevindt” van Frantz Fanon, een belangrijke figuur van de antikolonialistische strijd, drukt heel goed uit waarom de economische agressie tegen Congo geostrategisch belangrijk was: zij met de vinger aan de trekker, hebben de macht om de DRC en heel Afrika op te bouwen of te vernietigen. Na de staatsgreep, de moord op Patrice Lumumba, de eerste premier van het land, en de sabotage van de onafhankelijkheidsstrijd hesen België en de Verenigde Staten Mobutu Sese Seko in het zadel. Hij zou 31 jaar aan de macht blijven. Zijn gigantische projecten die bekend staan als “de witte olifanten” deden de schuld van wat toen Zaïre werd genoemd, explosief toenemen.
Het meest emblematische geval was de bouw van de Inga II-dam op de Congorivier, die hij rechtvaardigde als noodzakelijk om elektriciteit te leveren aan de voormalige provincie Katanga. De ferventste promotors kwamen uit de VS-overheid. Het kostenplaatje van de dam liep uiteindelijke op tot 45% van de totale schuld van het land in 1975. Aangezien het nooit de bedoeling was om met dit project het land op te bouwen maar wel om bepaalde ontwikkelaars te verrijken en de schuldput van het land verder uit te diepen, bracht het ook niet het nodige geld in het laatje om de schuld terug te betalen.5 In de jaren 1970 werd het land, net als andere landen van het Zuiden, almaar meer afhankelijk van buitenlandse leningen. Bij gebrek aan keuze, was het zo goed als verplicht om zich te voegen naar de bevelen van de internationale financiële instellingen met hun structurele aanpassingsprogramma’s, die een rampzalig effect hadden op het sociale beleid en het armoedeniveau.6
Door zijn groeiende behoefte aan grondstoffen heeft China ingespeeld op de behoefte van de DRC aan partners die willen investeren in industrialisatie.
Al in 1975 verkeerde de Zaïrese economie in zwaar water en bereikte het overheidstekort volgens de Wereldbank een recordhoogte.7 Na jaren van accumulatie was de schuld van het land opgelopen tot 13,27 miljard dollar in 2001, of 226% van het bbp, wat onhoudbaar was. De landen van de Club van Parijs en de multilaterale instellingen hadden bijna 9,5 miljard dollar in handen. Met zo’n grote schuldenlast kon het land zich onmogelijk economisch ontwikkelen. De industriële productie kwam tot stilstand, de mijnen lagen er verlaten bij. Daarnaast werd het land tussen 1998 en 2003 door oorlog geteisterd. Tijdens het presidentschap van Laurent-Désiré Kabila (1997 tot 2001) brak het land met de twee internationale financiële instellingen, waardoor hij zich de haat van de Westerse mogendheden op de hals haalde. Uiteindelijk werd hij vermoord. Wie er achter stak blijft tot de dag van vandaag onopgehelderd. Vlak na zijn dood meldde de Belgische krant De Morgen: “Belgische diplomaten zijn blij dat de dood van Kabila een window of opportunity heeft geopend.”8
Liberale mijnbouwcode en ontmanteling van de publieke mijnbouw
In 2001 hervatte het land de betrekkingen met de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. Meteen stelden diezelfde financiële instellingen onder druk van het Westen en tegen de achtergrond van een oorlog een nieuwe mijnbouwcode op, die in 2002 werd goedgekeurd.9 Ze bevatte twee bijzonder gunstige maatregelen voor particuliere bedrijven: de verplichte overheidsparticipatie in de mijnbouwbedrijven werd beperkt tot slechts 5% en de vennootschapsbelasting voor goud, koper en kobalt werd vastgelegd op 2%. Met de afschaffing van het overheidsmonopolie op mijnbouwconcessies en het lage belastingtarief voor vennootschappen hevelden de financiële instellingen de natuurlijke bronnen van de Congolese mijnbouw over naar de privé.10
Daarop volgde de goedkeuring van de liberale mijnbouwwetgeving in 2002 en de ontmanteling door de Wereldbank van Gécamines, het grootste staatsmijnbouwbedrijf van het land, wat leidde tot het verlies van duizenden werknemers. De ontmanteling, bekend onder de naam operatie “Vrijwillig Vertrek”, zal leiden tot het ontslag van bijna de helft van het personeel van Gécamines, d.w.z. 10.655 werkers op een totaal van 25.000.11 Mede door die liberalisering van de sector ontwikkelde zich de praktijk van “slapende mijnbouwtitels”, d.w.z. exploratie- of exploitatietitels die buitenlandse bedrijven kochten met het oog op speculatie.12
Het Westen overlaadde het Zuiden met schulden om ze vervolgens hulp aan te bieden. Die hulp zou het belangrijkste instrument van de overheersingsstrategie van het imperialisme worden.
Ze kopen ze niet om ze te produceren, maar om ze op het juiste moment te verkopen en zo winst te maken. Volgens de directeur-generaal van het Congolese mijnbouwregister “zijn van de 4.542 mijnbouwvergunningen die sinds 2002 aan 642 bedrijven zijn verleend en die een derde van de oppervlakte van het land bestrijken, slechts tien exploratievergunningen omgezet in exploitatievergunningen”.13
Tegen die achtergrond zal het land vanaf 2005 een nieuwe koers inslaan in een poging om de destructieve spiraal van zijn economie te doorbreken. Sinds 2018 is de mijnbouwwetgeving herzien14 en zijn maatregelen ingevoerd die de soevereiniteit van het land ten goede komen: met het decreet inzake strategische minerale grondstoffen15 dat volgde op de goedkeuring van de wet van 2018 is de verplichte deelname van de staat in mijnbouwbedrijven verhoogd van 5% naar 10%, de vennootschapsbelasting op koper en goud gestegen van 2% naar 3,5% en op kobalt van 2% naar 10%.
De industriële ommekeer met China
Onder het mandaat van president Joseph Kabila, dat in 2001 aanving, begon de Congolese regering samen te werken met China in de mijnbouwsector. In 2005, tijdens het bezoek van de Congolese president aan China, werden de eerste akkoorden onderhandeld over de exploitatie van mijnbouwbronnen met het oog op de financiering van de bouw van openbare infrastructuur.16
Hoewel de onderhandelingen niet altijd tot concrete overeenkomsten hebben geleid, vormden ze een springplank voor de ontwikkeling van de betrekkingen in de mijnbouwsector en het Chinees-Congolese contract van 22 april 2008 voor infrastructuur- en mijnbouwprojecten. Het contract tussen de Congolese regering en het Chinese consortium, waarmee aanvankelijk 9,2 miljard dollar was gemoeid voor investeringen in de mijnbouwsector en de openbare infrastructuur, heeft kwaad bloed gezet bij de westerse landen. Zozeer zelfs dat de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds de schuldverlichting voor de DRC afhankelijk hebben gesteld van een verlaging met 50% van het bedrag dat bestemd is voor infrastructuur. Hierdoor heeft het land 3 miljard dollar verloren aan infrastructuurwerken.
Om hun verzet tegen de Chinees-Congolese betrekkingen te legitimeren, verspreidden de internationale financiële instellingen bij de ondertekening van het contract van 2008 een fabeltje, namelijk dat de schuld van Congo zou toenemen. De geschiedenis leert ons dat dit een misleidend argument was. Als we de cijfers van het Congolese ministerie van Financiën bekijken, zien we dat de schuld met het Chinees-Congolese contract voorlopig niet is toegenomen, dat ze stabiel is gebleven met China en dat ze vooral de laatste jaren is toegenomen met de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds.17 Bovendien is de schuld tussen 2010 (toen de schuld van de DRC werd kwijtgescholden door de financiële instellingen) en 2019 stabiel gebleven, schommelend tussen 5,14 miljard USD — het laagste niveau — en 6,6 miljard USD — het hoogste niveau. De onderstaande tabellen illustreren ons punt.
Trends in industriële productie en mijnbouwinkomsten
“We moeten ons land weer opbouwen, dus laten we gebruiken wat we hebben”, vertelde een hoge ambtenaar van het ministerie van Mijnbouw me tijdens een interview in Kinshasa in april 2022. Na decennia van vrijwel onbestaande industriële productie werd en blijft het land ‘s werelds grootste producent van kobalt en zal het in 2023 de op twee na grootste producent van koper ter wereld zijn geworden.18 Dit is een belangrijk keerpunt voor het land, terwijl in 1994, onder het presidentschap van Mobutu en na jaren van structurele aanpassing onder leiding van internationale financiële instellingen, de koperproductie 80 keer lager was dan in 2022, en de kobaltproductie 32 keer lager.19 Koper en kobalt, die regelmatig in de pers worden genoemd vanwege de hoge wereldproductie, zijn niet de enige metalen waarvan de productie groeit in de DRC. Diamant en goud zijn bijvoorbeeld ook mijnbouwbronnen die in opmars zijn. Hun groei heeft ontegenzeggelijk geleid tot een stijging van de inkomsten voor de staat. Om ons punt te illustreren, tonen de volgende tabellen de cijfers voor de productie van koper, kobalt, diamanten en goud voor de jaren 1994 en 2022, en de trend in de overheidsinkomsten voor deze zelfde hulpbronnen.
Al in 1957 ging Congo gebukt onder een zware schuldenlast, terwijl de winsten uit de exploitatie van het land wegvloeiden naar grote bedrijven en de Belgische koninklijke familie.
Welke bedrijven zijn hoofdzakelijk betrokken bij de exploitatie van deze hulpbronnen? De meeste van deze bedrijven zijn in Chinese handen, met aandelen van de Congolese overheid. Andere buitenlandse bedrijven, waarvan sommige deels in handen zijn van de Congolese staat, zijn ook aanwezig, maar in mindere mate, zoals de Brits-Zwitserse reus Glencore en het Canadees/Zuid-Afrikaanse bedrijf Kibali Goldming. “We zitten in een nieuw paradigma dat Europeanen en Amerikanen niet beheersen, ze hebben niet de middelen om zoveel geld op tafel te leggen”, aldus een voormalig technisch adviseur van de Chinees-Congolese contracten.20
Somidez, Sicomines, Tenke Fungurume (drie bedrijven met Chinees kapitaal), Kamoto Copper Company (Glencore, Brits-Zwitsers kapitaal) en Metalkol (Eurasian Resources Group, Kazachs kapitaal) waren de top 5 koperexporteurs van het land in 2022. Wat kobalt betreft, waren Kamoto Copper Company en Mutanda Mining (eigendom van Glencore, Brits-Zwitsers kapitaal), Tenke Fungurume, Musonoï, Kambove Mining en Somidez (4 bedrijven met Chinees kapitaal) de grootste producenten van het land in 2022. De uitvoer van industriediamanten in 2022 werd gedomineerd (99,91%) door SACIM (Société Anhui d’investissement minier, voor 50% eigendom van een onderneming met Chinees kapitaal en voor 50% van de Congolese staat). Tot slot werd de export van industriële goudmijnen gedomineerd (99,83%) door Kibali Goldming (Canadees en Zuid-Afrikaans kapitaal). Een ander belangrijk element in de Chinees-Congolese samenwerking is de grotere betrokkenheid van de Congolese regering bij joint ventures met Chinese bedrijven. Tabel 5 geeft een overzicht van deze uitsplitsing in vergelijking met andere buitenlandse bedrijven.
De keuze voor soevereiniteit
Zoals aan het begin van dit artikel is opgemerkt, kiest de Democratische Republiek Congo al meer dan 15 jaar voor multilateralisme. Dit is te zien aan het feit dat ze zich openstelt voor partners uit het Zuiden, zoals China, zonder landen in het Noorden uit te sluiten. De strategische keuze van de DRC weerspiegelt de visie van de Afrikaanse Unie, die werd herhaald op de top van VS- en Afrikaanse leiders “[…] respect voor de soevereiniteit van staten en het multilaterale systeem zijn de sleutelwoorden […]”.21
Dit multilateralisme, dat een erfenis is van de ideeën van grote pan-Afrikanisten zoals Kwame Nkrumah in Ghana en Julius Nyerere in Tanzania, heeft de industrialisatie van Congo en een grotere overheidsparticipatie in mijnbouwbedrijven mogelijk gemaakt. De weg ligt open, maar de industriële productie moet worden ontwikkeld en de mijnbouwbedrijven genationaliseerd om aan de behoeften van de bevolking te voldoen en niet om de belangen van een lokale en buitenlandse elite te dienen. Vandaag zet het land zijn industriële vooruitgang voort, maar niet zonder obstakels.
De grillen van de economische oorlog tussen de Verenigde Staten en China kunnen een aanzienlijke invloed hebben op de exploitatie van mineralen in Congo. Onlangs gaf het Congolese Ministerie van Mijnen een persbericht uit waarin het zich uitsprak tegen “dreigementen om Congolees kobalt van de internationale markt te weren”22 naar aanleiding van een wetsontwerp van juli 2023 in de Verenigde Staten.23 Het verdedigen van de soevereiniteit van Afrikaanse landen en het vechten tegen de wurggreep van grote particuliere bedrijven, zoals in de landen van het Noorden, zullen essentiële voorwaarden zijn voor een eerlijkere en meer solidaire wereld die een einde zal maken aan neokolonialisme en armoede.
Footnotes
- Ondertekening van een memorandum over investeringen en de ecologische exploitatie van natuurlijke hulpbronnen. www.presidence.cd/actualiteune-detail/actualite/beijing_xi_jinping_et_felix_tshisekedi_discutent_dun_nouveau_partenariat_strategique_entre_la_rdc_et_la_chine
- De Oegandese econoom Yash Tandon legt dit heel duidelijk en gedetailleerd uit in zijn boek “En finir avec la dépendance à l’aide”, PubliCetim nr. 34, 2008.
- Omasombo Tshonda, J., & Vanthemsche, G., “Le Congo colonial, une histoire en questions”, onder redactie van Goddeeris, I., Lauro, A. & Vanthemsche, G. Renaissance du Livre, 2020, 89-91.
- Deze streken kwamen tot uiting in de overhaaste onderhandelingen over dit geschil die België oplegde aan de economische rondetafelconferentie in Brussel, waaraan maar weinig Congolezen konden deelnemen (P. Lumumba was bijvoorbeeld niet aanwezig) omdat het land zich ook moest voorbereiden op de verkiezingen die volgden op zijn onafhankelijkheid. Zie Ndaywel è Nziem, I., “Histoire générale du Congo. De l’héritage ancien à la République Démocratique”, De boeck, 1998.
- Misser, F., “La saga d’Inga — L’histoire des barrages du fleuve Congo”, Cahiers Africains, L’Harmattan, 2013.
- Lopes, C., “Inserting Agency in the Relations with China”, Africa in Transformation Economic Development in the Age of Doubt, 1e ed. 2019, Palgrave macmillan.
- Document van de Wereldbank, “Situation et perspectives économiques du Zaïre”, 13 april 1977, nr. 1407-ZR. https://documents1.worldbank.org/curated/en/465471468258839955/pdf/14070SR0FRENCH101Official0Use0Only1.pdf
- Busselen, T., “Histoire populaire du Congo”, Aden, 2010.
- Wet nr. 007/2002 van 11 juli 2002 houdende het Mijnbouwwetboek. www.droit-afrique.com/upload/doc/rdc/RDC-Code-2002-minier.pdf
- Mazalto, M., “La réforme du secteur minier en République démocratique du Congo: enjeux de gouvernance et perspectives de reconstruction”, Afrique contemporaine 2008/3, nr. 227, blz. 53-80.
- www.inspectionpanel.org/sites/www.inspectionpanel.org/files/ip/PanelCases/54-Premi%C3%A8re%20Notification%20d%27Inscription%20au%20Registre%20(Frans%C3%A7ais).pdf
- Custers, R., “Le développement durable testé dans les mines du Congo”, Gresea, artikel gepubliceerd op 22 augustus 2013. https://gresea.be/Le-developpement-durable-teste-dans-les-mines-du-Congo
- Mazalto, M., op.cit., blz. 53-80.
- Wet nr. 18/001 van 9 maart 2018 tot wijziging en aanvulling van Wet nr. 007/2002 van 11 juli 2002 houdende het Mijnbouwwetboek. www.leganet.cd/Legislation/JO/2018/JOS.28.03.2018.pdf
- Decreet nr. 18/042 van 24 november 2018 waarbij kobalt, germanium en de combo-tantaliet “Coltan” tot strategische minerale stoffen worden verklaard. https://congomines.org/reports/1609-decret-portant-declaration-des-substances-minerales-strategiques-en-rdc
- Brief van Imporex SPRL getiteld “Aide-mémoire sur le financement des projets à réaliser par le groupe chinois C.M.E.C. en RDC”, Partenariat MIBA-C.M.E.C., Kinshasa, 25 mei 2007..
- Dit kan sowieso niet omdat de ondertekende overeenkomst bepaalt dat de schuld voorwaardelijk is, d.w.z. dat de schuld pas opeisbaar is als aan het einde van de periode van 25 jaar sinds de oprichting van Sicomines (in 2040) de investeringen niet zijn terugbetaald, en tot het bedrag dat niet is terugbetaald.
- Devey Malu-Malu, Muriel, “RDC. Filière cuivre, cobalt et zinc: situation en 2022 et perspectives”, artikel gepubliceerd op 6 maart 2023 op de website van Afridesk. https://afridesk.org/rdc-filieres-cuivre-cobalt-et-zinc-situation-en-2022-et-perspectives/
- Respectievelijk 78 keer lager voor koper en 31,77 keer lager voor kobalt.
- Bijeenkomst in Kinshasa in april 2022.
- Artikel gepubliceerd op 20 december 2022 op de website Africa 24, “Afrique: l’UA défend le multilatéralisme dans les relations internationales”. https://africa24tv.com/afrique-lua-defend-le-multilateralisme-dans-les-relations-internationales/
- Persbericht over het dreigende verbod op Congolees kobalt op de internationale markt, 25 juli 2023. https://ctcpm.cd/fr/communique-en-rapport-avec-les-menaces-de-bannissement-du-cobalt-congolais-sur-le-marche-international/
- Artikel gepubliceerd op 13 juli 2023 op de website van Agence Ecofin. “De Verenigde Staten bereiden wetgeving voor om de wurggreep van China op de kritieke mineralen van DR Congo tegen te gaan”. www.agenceecofin.com/actualites/1307-110238-les-etats-unis-preparent-une-loi-pour-contrer-la-mainmise-de-la-chine-sur-les-minerais-critiques-de-la-rd-congo