Artikel

Geschiedenis van een cultuurmarxistisch complot

Alexander Aerts

—25 maart 2020

Conservatieven waarschuwen voor het ‘cultuurmarxisme’, dat de Westerse samenleving in de afgrond zou storten. Dit is niets anders dan een hedendaagse versie van een complottheorie uit begin vorige eeuw.

Volgens sommigen waart er een cultuurmarxistisch spook door het Westen. Paniekkreten komende vanuit obscure nieuwssites, tweets van Theo Francken, beleidsnota’s van het Witte Huis of tirades van de filosoof Maarten Boudry, allen willen ze ons hoeden voor deze machtige fantoom.1 De ene waarschuwt ervoor dat cultuurmarxisten Sinterklaas zullen afnemen, anderen gaan verder en denken dat het cultuurmarxisme — in de volksmond ‘politieke correctheid’ — de grondoorzaak is van alle Westerse teloorgang.

Ook in België — vooral in Vlaanderen — zijn complottheorieën omtrent cultuurmarxisme in opmars. Kranten die onderzoek doen naar de ideologische vooroordelen van de universiteiten, aanvallen op ‘cultuurmarxistische’ academici, tirades tegen de culturele en sociale sector of de media, lijken het gemunt te hebben op de ‘heersende politieke correctheid’. De samenzweringstheorie geeft een valse concreetheid aan de vele frustraties en problemen die mensen ervaren, bijgevolg is het nodig om de cultuurmarxistische chimaera te onderzoeken en haar ware gelaat te onthullen.

De kritieken op het cultuurmarxisme worden steeds meer in daden omgezet. De Braziliaanse president Jair Bolsonaro verklaarde bijvoorbeeld op zijn inauguratietoespraak met grote gebaren dat Brazilië bevrijd is van het socialisme en de politieke correctheid.2 Bolsonaro diende vervolgens voorstellen in om te besparen op de ‘cultuurmarxistische’ universiteiten en dreigde met de afschaffing van ‘politiek correcte’ richtingen zoals filosofie en sociologie.

Cultureel ‘marxisme’

De aanvallen tegen het cultuurmarxisme omvatten enkele centrale stellingen die door de aanhangers ervan — de mensen die geloven in het cultuurmarxisme als een daadwerkelijk fenomeen — als ‘onbetwistbare feiten’ beschouwd worden.

Een van hun uitgangspunten is dat het cultuurmarxisme, in tegenstelling tot het klassiek of economisch marxisme, de aandacht bij links vandaag van de economische onderbouw naar de culturele bovenbouw verschoven heeft.3 Het is volgens de believers helemaal bezeten door de creatie van binaire en culturele categorieën van onderdrukten en onderdrukkers en zou het klassieke marxistische concept ‘socio-economische klasse’ in de vuilnisbak geworpen hebben. Het zijn deze categorieën van onderdrukten die in de woorden van de Nederlandse socioloog Eric Hendriks het cultuurmarxisme tot een ‘totalitaire logica van activistisch tweedelingsdenken’ maakt.4

Cultuurmarxisten zouden een surrogaat-proletariaat willen creëren, bestaande uit alle verworpenen der aarde — voornamelijk etnische en seksuele minderheden.5 Het cultuurmarxisme is dus identitair en bovendien uiterst moralistisch. Zo beargumenteert Maarten Boudry dat de cultuurmarxisten zichzelf op een moralistisch verhoog plaatsen en vervolgens met hun eigen nobele inborst staan pronken. Al wie hier tegenin gaat zou verketterd worden. Dit zogenaamd identitair en moralistisch ‘marxisme’ zou de laatste jaren een ware opmars hebben gemaakt. De complotdenkers geloven dat allerhande culturele instellingen, scholen of media beheerst worden door cultuurmarxisten. Dit zou dan de ondergraving van de Westerse samenleving en de joods-christelijke cultuur in de hand werken.6 De traditionele waarden en normen zijn vervaagd door de politieke correctheid van de cultuurmarxisten. Vrouwen zouden niet meer gehoorzamen, zwarte pieten zouden taboe geworden zijn en ‘rationele’ wetenschap zou op de helling staan.

Onder het hip vernislaagje van het ‘edgy’ cultuurmarxisme schuilt een geschiedenis die tot diep in de duistere jaren van de 20e eeuw reikt.

Volgens enkele fervente complotdenkers is het zelfs nog erger gesteld. Zo zouden de cultuurmarxisten de weg vrij gemaakt hebben voor de opkomst van de islamisering van de Westerse samenleving. De door cultuurmarxisme zwak gemaakte Westerse identiteit en cultuur zou overgenomen zijn door moslims, die met een ‘heersersmoraal’ vol vertrouwen het Westen onderwierpen aan hun ijzersterke cultuur. Kortom, het cultuurmarxisme zou direct of indirect leiden tot de soumission van de Westerse samenleving.

Een vervalste intellectuele geschiedenis

De obscure oorsprong ervan valt volgens de complotdenkers te herleiden tot enkele bekende marxistische intellectuelen van de 20ste eeuw, zoals Antonio Gramsci en Georg Lukács.7 Deze intellectuelen zouden het volgens de theorie allemaal ‘eens’ geweest zijn met de vaststelling dat de realisering van het communisme niet meer via het socio-economische kon plaatsvinden. Het zou alleen tot stand kunnen komen door een zogenaamde culturele strijd. De marxisten zouden dus de ‘intellectuele blauwdruk’ gecreëerd hebben voor de politiek correcte cultuurrevolutie.

Het befaamde marxistische stroming onder de noemer Frankfurter Schule zou deze blauwdruk dan weer in praktijk hebben omgezet, door ‘een invloedrijke rol’ te spelen in de mei ’68-protesten. Intellectuelen van de Frankfurter Schule zoals Herbert Marcuse hebben de klassiek marxistische focus van de socio-economische welvaartspolitiek tijdens de mei ‘68 protesten verdraaid naar cultuurmarxistische politieke correctheid, middels de introductie van multiculturalisme, seksuele politiek en Westerse ‘zelfhaat’.8 Complotdenkers beweren dat de cultuurmarxisten na ’68 begonnen zijn met een lange mars door de instellingen en zich uiteindelijk over heel de samenleving verspreid hebben. De Nederlandse cultuurfilosoof Sid Lukkassen vatte dit kort door de bocht samen als “De Frankfurter Schule kneedde de babyboomers en zij baarden ‘generation snowflake’”.9

Het is opmerkelijk hoe bijna alle believers een diverse groep marxistische intellectuelen onder één en dezelfde ‘cultuurmarxistische’ noemer plaatsen. Ze reduceren Gramsci, Lukács en de Frankfurter Schule met één simplistische slag tot de voorhoede van de politieke correctheid. De werken van deze beschuldigde intellectuelen bewijzen echter het tegendeel van wat de apologeten beweren. De intellectuelen waren het onderling grondig oneens over vele politieke strategieën, filosofische ideeën en kritieken. De Frankfurter Schule was bijvoorbeeld helemaal niet bezig met het plannen van een complot tegen de Westerse samenleving of het ontketenen van een culturele revolutie, maar veeleer gefocust op het verrichten van baanbrekend academisch werk. En er is geen enkel bewijs dat Gramsci en Lukács, nochtans twee tijdgenoten, met elkaar correspondeerden of gelijkaardige ideeën hadden omtrent de creatie van een surrogaat-proletariaat, zoals wordt beweerd.

Er zijn vele critici van deze theorie. Volgens hen bestaat er geen werkelijk cultuurmarxisme. De intellectuele geschiedenis die de complotdenkers presenteren is voor hen een vervalste geschiedenis, een verzameling uit de context getrokken gebeurtenissen, vage connecties en verzonnen gevolgtrekkingen waarvoor geen empirische grond bestaat.10 Het ‘cultuurmarxisme’ is volgens de critici een lege doos die alle trekken wegheeft van een samenzweringstheorie. De waarheid wordt verdraaid en als politiek instrument gebruikt.

Wanneer we de geschiedenis van het cultuurmarxisme onder de loep nemen, zien we waaruit deze vervalste feiten stammen. Onder het hip vernislaagje van het ‘edgy’ cultuurmarxisme schuilt een geschiedenis die tot diep in de duistere jaren van de 20e eeuw reikt. De onschuld van de cultuurmarxisme-theorie vervaagt en oude antisemitische en anticommunistische ideeën komen aan het daglicht.

Het cultuurbolsjewisme

In de jaren 20 en 30 maakte de cultuurbolsjewistische complottheorie haar opmars onder de Duitse nationaalsocialisten.11 Het speelde een centrale rol in het aan elkaar weven van antisemitische, anticommunistische en reactionaire ideeën tot een overtuigende theorie. Het complot ging volgens de nationaalsocialisten als volgt. De joden hadden het bolsjewisme eigenhandig uitgevonden met als enige doelstelling onschuldige mensen in een politieke beweging te lokken die hen naar de wereldheerschappij zou leiden.12 De Russische revolutie zou dus niet geleid zijn door gewone revolutionairen maar georkestreerd door joodse bolsjewieken die alle touwtjes in handen hadden. De Comintern zou onderdeel uitmaken van een internationaal joods complot. De cultuurbolsjewistische samenzweringstheorie liet het niet alleen bij linkse organisaties maar keerde zich tegen allerlei kritische mensen, moderne kunst of ideeën. Volgens de nationaalsocialisten leidde progressivisme namelijk tot de verbastering van de traditionele Germaanse samenleving en het Germaanse volk. Het moest koste wat kost bestreden worden.

De overeenkomsten tussen het cultuurbolsjewisme en het cultuurmarxisme zijn talrijk. Zo zien we dat beide samenzweringstheorieën terugkeren naar het idee dat de traditionele cultuur in verval of verzwakt is en bedreigd wordt, door bolsjewistische joden en in het geval van het cultuurmarxisme door ‘social justice warriors’. Zowel de joodse bolsjewiek als de cultuurmarxist zou tradities willen vernietigen middels de verspreiding van een modernistische of progressieve cultuur. Ten slotte is de manier waarop het cultuurbolsjewisme joden en critici afzetten als wortelloze fanatici vergelijkbaar met de cultuurmarxisten die vandaag weggezet worden als totale relativisten.

Sommige critici van het cultuurmarxisme beargumenteren dat het idee van ‘de joodse bolsjewiek’ al onderdeel geweest zou zijn van een ouder gedachtegoed: ‘judeobolsjewisme’.13 Het draait, net als bij het cultuurbolsjewisme, om het idee dat joden de uitvinders en grootste aanhangers van het bolsjewisme waren.14 Dit idee kwam tot stand tijdens de Eerste Wereldoorlog en de directe nasleep ervan. Zo zien we tussen 1918-1923 een intense oplaaiing van paramilitair geweld en antisemitische activiteiten die voortspruiten uit de angst voor het bolsjewisme en zijn zogenaamde poppenmeesters, de joden. De angst voor en het geweld tegen het ‘joods’ bolsjewisme kwamen overduidelijk tot uiting in de ettelijke aanvallen op joden in Oost- en Centraal-Europa door o.a. het Duitse Freikorps, in Rusland door het Witte Leger, maar ook in de geschriften van de antisemitische Winston Churchill en de eerste Red Scare15 in de Verenigde Staten.

Joden werden verantwoordelijk gesteld voor zowel het bolsjewisme als de financiële crisis.

Na de Eerste Wereldoorlog en tijden het interbellum krijgt dit judeobolsjewisme een andere inslag in Duitsland. Nu worden de joden niet alleen verantwoordelijk gesteld voor het bolsjewisme maar ook voor de financiële ravage en economische ineenstorting van Duitsland. De figuur van ‘de jood’ werd dus voorgesteld als een paradox: enerzijds als communist en anderzijds als meedogenloze kapitalist of financiële parasiet. Door deze paradoxale voorstelling werd de strijd van de nationaalsocialisten op twee fronten mogelijk. De joden zouden de touwtjes in handen hebben van het financieel kapitaal van Europa en Amerika, tegelijk zouden ze het Communisme aansturen vanuit het Oosten.

Bij het aanbreken van de Tweede Wereldoorlog en de uiteindelijke oorlogsverklaring aan de Sovjet-Unie draait de propagandamachine van de Duitse nationaalsocialisten op volle toeren. We zien dat de figuur van de joodse bolsjewiek helemaal centraal komt te staan in de antisemitische en anticommunistische strijd voor de schepping en het behoud van het Derde Rijk.16 Doorheen de Tweede Wereldoorlog en bij de ineenstorting van het fascisme vervaagde echter de link tussen het bolsjewisme en de joden. De propagandamachine richtte geleidelijk aan zijn pijlen op de “Mongoolse” sovjet-“beesten” die vanuit het Oosten als hordes op het onschuldige Duitsland afkwamen.

Na de val van het Derde Rijk werd in West-Duitsland en Oostenrijk het antisemitisme van tijdens de oorlog onder de mat geveegd en maakte dit plaats voor een ‘nieuw’ en fervent anticommunisme. Het waren voornamelijk Oostenrijkse conservatieve katholieken die het voortouw namen in deze nieuwe anticommunistische episode.17 Zij waren ervan overtuigd dat het christendom een morele en politieke kracht was die Europa uit de duisternis kon leiden. Het waren echter dezelfde conservatieven die betrokken waren geweest bij nazistische politiek. Ze zagen het nazisme in spirituele termen als een kracht die seculariserende en materialistische ideologieën zoals het communisme en liberalisme kon bestrijden. Het nazisme was in hun ogen de beschermer van Europa en het Westen.

Na de oorlog werd deze nazistische geschiedenis begraven. De katholieke conservatieven bliezen nieuw leven in het idee van een christelijk Europa, gebaseerd op een antitotalitair gedachtegoed. De christelijke en Europese waarden werden nu naar voren geschoven als het hoogste spirituele goed tegen het fascisme en het communisme. Oude raciale angsten omtrent Aziatische en communistische barbarij werden heropgewekt in een culturele alliantie met de joods-christelijke beschaving. Het is deze anticommunistische en joods-christelijke beschavingsretoriek die het politieke landschap van de Koude Oorlog zal domineren.

De paradox genaamd LaRouche

Tientallen jaren later wordt voor het eerst het woord ‘cultuurmarxisme’ vermeld in een artikel van de Amerikaanse conservatief Michael J.Minnicino: “New Dark Age: Frankfurt School and Political Correctness”.18 Dit artikel verscheen in 1992 in het magazine Fidelio, een obscure exponent van de fascistische cultleider Lyndon LaRouche. LaRouche was een excentriek en paradoxaal figuur in de Amerikaanse politiek van de 20e eeuw, en staat bekend als uiterst productieve complotdenker. Tijdens de Koude Oorlog van de jaren 70 wierp hij zich op als fanatiek anticommunist.

In 1974 legt LaRouche voor het eerst, in een van zijn vele samenzweringstheorieën, de link tussen de Frankfurter Schule en allerhande linkse figuren en groeperingen. Zo schreef hij in zijn magazine genaamd de Executive Intelligence Review een artikel over hoe de bekende linkse activiste Angela Davis gemanipuleerd zou zijn door haar mentor Herbert Marcuse, een sleutelfiguur binnen de Frankfurter Schule. LaRouche had echter niet alleen anticommunistische waanbeelden. In dezelfde periode beginnen antisemitische ideeën een essentieel onderdeel te vormen van zijn discours. Als een bezetene bedacht hij samenzweringstheorieën over de invloed van de Rothschilds, de Rockefellers en de Amerikaans-joodse lobby op de Amerikaanse samenleving. Deze antisemitische ideeën kwamen duidelijk tot uiting in zijn theorieën omtrent de Frankfurter Schule, gezien de voornaamste figuren die hij beschuldigde van het complot ‘toevallig’ allemaal joods waren.

De voornamelijk anticommunistische en de bijkomstige antisemitische ideeën van LaRouche zijn producten van de Koude Oorlog en specifiek van de tweede Red Scare19 en de directe nasleep ervan.20 De jaren waarin LaRouche zijn cult opbouwde waren gekenmerkt door een heksenjacht op links. Het anticommunisme, het antisemitisme, de obsessieve paranoia en het sektarisme van LaRouche kwamen allemaal samen in diens samenzweringstheorieën.

In de jaren 80 proclameerde LaRouche dat hij het enige bastion was tegen een opkomende New Dark Age die het einde van het Westen zou betekenen. Volgens LaRouche was de Hongaarse marxistische filosoof Georg Lukács hiervoor verantwoordelijk. Lukács zou een complot op poten hebben gezet om de culturele zelfzekerheid van het Westen te ondermijnen en een communistische wereldstaat te creëren.

Het is geen toeval dat de cultuurmarxistische samenzweringstheorie tijdens het einde van de Koude Oorlog geformuleerd werd.21 Er heerste nog altijd een stevig anticommunisme en antiprogressivisme in vele Amerikaanse conservatieve kringen.

Een specifieke kring genaamd de paleoconservatieven gaven uiting aan hun anticommunisme door terug te grijpen naar LaRouches samenzweringstheorieën. De paleoconservatieven waren een diverse groep conservatieven die midden jaren tachtig hun opmars maakten in het Amerikaanse politieke leven. Ze wilden een vorm van traditionalisme en antiglobalisme combineren met een nieuwe rebelse en populistische geest die zich zou moeten keren tegen de liberale, universalistische en kosmopolitische orde.

In een essay van Gerald J. Atkinson zien we hoe de paleoconservatieven omgaan met einde van de Koude Oorlog: “Yes, we won the 45 year Cold War, but we failed to recognize an intellectual elite has meanwhile subtly, systematically diffused the economic theory of Marx into mainstream culture in American society. And they did it while our eyes were on the Cold War abroad.”22 De Koude Oorlog zou volgens Atkinson dus nog niet gewonnen zijn. De voormalige communistische dreiging zou gewoonweg van het economische naar culturele domein zijn verplaatst en haast onopgemerkt de Amerikaanse samenleving binnengeslopen zijn. Er werd een nieuwe postcommunistische vijand gecreëerd die zich in de culturele sfeer bevond. Academici, journalisten, Hollywood, de cultuurindustrie en feministen waren de nieuwe ‘marxisten’ die een allesomvattende bedreiging vormden voor het Westen.

Rechtse cultuurstrijd

Het idee dat cultuurmarxisten een politiek correct regime hebben geïnstalleerd, wordt door de paleoconservatieven gelieerd aan de notie van ‘de cultuuroorlog’, die ook in de jaren 90 zijn intrede doet.23 De paleoconservatieven zien hun strijd tegen het almachtige progressivisme als een cultuuroorlog, die enkel door een cultuurstrijd op alle fronten gewonnen kan worden. Een cultuuroorlog is volgens hen de facto gepolariseerd. Je behoort of tot het ene of tot het andere cultuurkamp. Het impliceert een fundamenteel conflict tussen de conservatieve en progressieve visies over moraliteit en suggereert dat deze onenigheid doorheen elke sociale, religieuze, raciale, etnische, politieke en seksuele breuklijn kan snijden. De bedoeling van een cultuuroorlog is de leidende cultuur zo veel mogelijk vorm te kunnen geven, om op deze manier het politiek terrein te veroveren.

Door de complottheorie werd de strijd van de nazi’s op twee fronten mogelijk.

Volgens de paleoconservatieven zijn de cultuurmarxisten een extreem invloedrijke actor in het bepalen van deze leidende ideeën. Ze hebben namelijk een cultuur van politieke correctheid tot stand gebracht door een sluimerende oorlog van ideeën tegen het Amerikaans traditionalisme te voeren. Om ten strijde te trekken tegen het cultuurmarxisme moesten de paleoconservatieven een eigen rebelse tegencultuur creëren. Het was noodzakelijk dat ze hun conservatieve pijlen op de politiek correcte cultuur richten omdat politiek, in de woorden van alt-right icoon Andrew Breitbart, “always downstream from culture” ligt.24 Het lijkt er dus op dat de complotdenkers zelf een beetje ‘cultuurmarxistisch’ waren.

De paleoconservatieven waren namelijk bezig met het transformeren van de traditionele conservatieve politiek tot een nieuw conservatisme dat gefocust was op culturele kwesties. De creatie van een tegencultuur gecentreerd rond politieke correctheid, gender, religie, vluchtelingen, diversiteit, etc. was een noodzakelijke voorwaarde voor de culturalisering en hernieuwing van het conservatisme. De nieuwe tegencultuur vormde als het ware de loopgraven van het paleoconservatief cultuurkamp, vanwaaruit ze hun zelf geconstrueerde cultuurvijanden, zoals de cultuurmarxist, de vluchteling of de atheïst, konden bestoken.

Het antisemitische element was net als bij LaRouches en Minnicino’s samenzweringen nog steeds alomtegenwoordig.25 Antisemitische boodschappen worden open en bloot ten toon gespreid in conservatieve magazines en op hun conferenties. Op 2 juni 2002 gaf de bekende paleoconservatief William Lind een speech voor zo’n 120 revisionisten op een conferentie over negationisme, georganiseerd door het befaamd negationistisch tijdschrift Barnes Review. Hij benadrukte er dat de paleoconservatieven de Holocaust niet ontkenden, maar wees er even later op dat de ‘echte samenzweerders’, namelijk de cultuurmarxisten, toch wel allemaal joods waren.

De paleoconservatieven waren aan een uitgebreide propagandacampagne begonnen om de samenzweringstheorie in allerhande tijdschriften en op conferenties te verspreiden. Uiteindelijk vond het eind jaren ’90 en begin jaren 2000 zijn ingang in de meest diverse rechtse groeperingen gaande van fundamentalistische of evangelische christenen tot de leiders van de Ku Klux Klan en neonazi’s.

Woord en daad

Op 22 juni 2011 pleegt de neofascistische terrorist Anders Breivik twee opeenvolgende aanvallen in Noorwegen. De eerste aanval is een bomaanslag net buiten het kantoor van de Noorse premier in het centrum van Oslo. De tweede aanval vindt plaats op het eiland Utøya, waar Breivik het vuur opent op jongeren van de Noorse arbeiderspartij. Er komen 69 mensen om. Negentig minuten voor de terroristische aanvallen zendt Breivik een politiek manifest uit naar 1.003 extreemrechtse groeperingen in heel Europa. Hij beargumenteerde in het manifest dat Noorwegen en andere Europese landen van binnenuit aangevallen worden door de Islam en zijn bondgenoten. Hij wou de zogenaamde soumission van de Westerse maatschappij aan de Islam een halt toeroepen.

Breivik populariseerde de samenzweringstheorie in de mainstream.

Een van Breiviks voornaamste ideologische motiveringen voor de aanslagen was het stoppen van de politiek correcte elite en haar cultuurmarxisme.26 In het manifest vinden we het woord ‘cultuurmarxisme’ of ‘politieke correctheid’ honderden malen terug, inclusief directe verwijzingen naar Lind en Minnicino. Breivik presenteerde in 2083 een zeer specifieke interpretatie van het concept. Hij dacht namelijk dat de zogenaamde islamisering van het Westen niet alleen door de moslims zelf tot stand was gekomen, maar vooral te danken is aan de cultuurmarxisten en hun ‘heersende doctrine’ van multiculturalisme die een onderworpen tolerantie jegens de Islam zouden hebben gecreëerd. Daarnaast zouden de cultuurmarxisten ook een demografische genocide in gang hebben gezet. Met hun opendeurbeleid zouden ze de poorten van het Europese continent open hebben gezet voor een golf van moslimmigranten, die voor een demografische vervanging van ‘witte’ door ‘gekleurde’ mensen zou zorgen.

Na de aanslagen in juli 2011 piekte op Google de zoekterm ‘cultural marxism’ en nam het zoeken naar de term sindsdien alleen maar toe.27 Breiviks aanslagen werden een belangrijk moment voor de popularisering van de cultuurmarxistische samenzweringstheorie. De theorie vond nu zijn ingang bij het grote publiek, zowel in Europa als Amerika. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we een kleine acht jaar na de feiten afschuwelijke demonstraties van Breiviks ideeën en praktijken zien.28

De Australiër Brenton Tarrant pleegde op 15 maart 2019 twee aanslagen op moskeeën in Christchurch (Nieuw-Zeeland). Hij stuurde net zoals Breivik vlak voor de aanslagen een manifest de wereld in genaamd ‘The Great Replacement’. Exact dezelfde ideeën als Breivik worden er uit de doeken gedaan. Er zou een zogenaamde ‘omvolking’ plaatsvinden in het Westen. Dit zou zowel de schuld zijn van de moslims zelf als van hun handlangers, de cultuurmarxisten. Een paar maanden later volgt een gelijkaardige aanslag op latino’s in El Paso (Texas, VS) en kort erop een aanslag in Noorwegen op een moskee. Beide aanslagen waren geïnspireerd door de Christchurch-aanvallen.

Om ten strijde te trekken tegen het ‘cultuurmarxisme’ creëerden de paleoconservatieven een eigen rebelse tegencultuur.

De paleoconservatieven, LaRouche, extreemrechtse terroristen,… allen zijn ze geobsedeerd door het idee dat de cultuurmarxisten de traditionele Westerse samenleving of de joods-christelijke beschaving ten val hebben gebracht door een vorm van politieke correctheid. Dit motief van ‘een Westen in verval’ is volgens de Belgische cultuurwetenschapper Ico Maly een heruitvinding van de eeuwenoude ideologische strijd tegen de (radicale) verlichting, het kritische, de universele rechten van de mens en de democratie.29 Volgens Maly is het ‘cultuurmarxisme’ een hedendaagse vertaling van deze antiverlichtingsstrijd.

Voorbij het cultuurmarxistisch spook

Een hele alliantie van conservatieve en nieuwrechtse krachten stond achter de popularisering, uitwerking en instrumentalisering van de cultuurmarxistische samenzweringstheorie. De alliantie berust op het geloof in enkele ‘feiten’, zoals de samenzwerende rol die marxistische intellectuelen zouden hebben opgenomen doorheen de 20e eeuw. Door middel van vervalste feiten geeft deze alliantie een pseudoverklaring voor de opkomst van identitair, moralistisch en cultureel links. De aantrekkingskracht van deze pseudoverklaring ligt in het feit dat de observaties omtrent links een kern van waarheid omvatten en dat deze vervolgens ‘verklaard’ worden door een complot tegen het Westen.

De afgelopen jaren kwam er een culturalisering van de politiek tot stand.30 Overheen het politiek spectrum werd er een welbepaalde conceptie van cultuur centraal gezet. Het klassieke conservatisme of de linkse welvaartspolitiek werden ingeruild voor een cultuurpolitiek. We zagen dit goed in de Amerikaanse casus, waar de paleoconservatieven een cultuuroorlog op poten gezet hadden en culturele thema’s omtrent waarden en normen, religie of vluchtelingen erg belangrijk werden. Net op datzelfde moment komt er in de VS aan de andere zijde van het politiek spectrum een discours op gang dat de focus legt op tolerantie en multiculturalisme. Woorden zoals privilege, minderheden, shaming, enz. begonnen aanhang te krijgen.

De Sloveense filosoof Slavoj Žižek omschreef deze culturalisering van links als volgt: “Politieke verschillen, verschillen bepaald door politieke ongelijkheid, economische uitbuiting, en zo meer, worden genaturaliseerd en geneutraliseerd tot culturele verschillen, verschillende levenswijzen, die een gegeven zijn, die men niet kan overstijgen maar gewoon moet tolereren.”31 Volgens de Britse filosoof Mark Fisher was de doelstelling van deze identitaire progressieven niet de bevrijding van mensen uit identitaire categorieën, zoals zwart, vrouw of trans-zijn, maar veeleer om mensen in de keurslijven van identiteitskampen te duwen en te houden.32 Net zoals de paleoconservatieven bezig waren met een cultuuroorlog, zouden identitaire progressieven baden in een essentialistische cultuur en identiteit.

De grieven die bij een crisis ontstaan, kunnen door middel van een samenzweringstheorie toegeschreven worden aan enkele personen.

De cultuurmarxistische samenzweringstheorie werkt als een makkelijke pseudoverklaring voor dit moralisme, die de oorzaak ervan verpersoonlijkt, mystificeert en ‘concretiseert’. Het moralisme zou veroorzaakt worden door een concrete groep marxistische intellectuelen die een mysterieuze en onzichtbare oorlog voeren tegen de Westerse samenleving en de joods-christelijke cultuur.

De aantrekkingskracht van deze valse concreetheid kan aanschouwd worden als een symptoom van de hedendaagse crisis in liberale democratieën. De traditionele partijen krijgen jaar na jaar minder stemmen, de leidende liberale orde lijkt te verbrokkelen, extreemrechts is in opmars en linkse alternatieven spruiten uit de grond. Een algemene vervreemding van traditionele instellingen, partijen en politiek lijkt de overhand te nemen. De Duitse politieke wetenschapper Franz Neumann merkte op dat een kritieke historische situatie — zoals de onze — extreem vatbaar is voor de valse concreetheid van samenzweringstheorieën.33 Als de massa zich bedreigd voelt of niet capabel is om de crisis te begrijpen, ontstaat er een grote onzekerheid, woede en nervositeit onder de bevolking. Dit kan dan makkelijk gericht worden tegen bepaalde groepen of personen die amper of helemaal niets met de crisis te maken hebben. Mensen willen een uitlaatklap, een verklaring voor de historische situatie en malaise waarin ze zich bevinden. De grieven die bij een politieke of economische crisis ontstaan, kunnen door middel van een samenzweringstheorie toegeschreven worden aan enkele personen. Wrok wordt geprojecteerd op ‘duivelse samenzweerders’ die de gewone mens bedreigen. Mensen beginnen zich bijgevolg te identificeren met de groep of samenleving die bedreigd lijkt te worden. Zo zouden mensen zich alleen kunnen hoeden voor de dreiging van het cultuurmarxisme door ‘Westerse’ en joods-christelijke waarden te omarmen, en deze dreiging met al hun macht te bestrijden.

We moeten een kat een kat noemen. Cultuurmarxisme is een samenzweringstheorie die een valse concreetheid geeft aan de onmacht en frustraties die mensen dagelijks ervaren. Het biedt een makkelijke pseudoverklaring voor mensen die een zondebok zoeken voor onze crisis-beladen tijden. Links doet er goed aan om de echte oorzaken van deze pseudoverklaring aan te kaarten en niet te vervallen in moralistische en identitaire politiek. Zo niet, voedt ze net de cultuurmarxistische framing van de paleoconservatieven.

Footnotes

  1. Maarten Boudry “Hoe links zijn eigen kinderen opeet” in Cliteur, P., Jansen, J. & Pierik, P. (red.), Cultuurmarxisme: er waart een spook door Europa, Soesterberg, Uitgeverij Aspekt. Bijv. Theo Francken, “Zoals ik eerder schreef, vanuit bepaalde cultuurmarxistische en anti-katholieke hoek moeten al onze tradities precies kapot. Blijf van onze Sinterklaas af! RT als je het eens bent.”, Twitter, 2018. Geraadpleegd op 23 november 2018. Jeet Heer, “Trump’s Racism and the Myth of ‘Cultural Marxism’”, The New Republic, 2017. Geraadpleegd op 23 november 2018.
  2. Reuters, “Bolsonaro: Brazil has been ‘liberated from socialism, political correctness”. NBC News, 2019. Geraadpleegd op 2 oktober 2019. Vladimir Safatle, “Brazil’s conservative revolution”, Open Democracy, 2019. Geraadpleegd op 2 oktober 2019.
  3. Cliteur, Jansen en Pierik (red.), Cultuurmarxisme.
  4. Eric Hendriks, “Wat de Culturele Revolutie ons leren kan: de totalitaire logica van activistisch tweedelingsdenken”, Doorbraak, 2018. Geraadpleegd op 20 november 2018.
  5. Sid Lukkassen, “Gramsci en zijn invloed op het hedendaags Marxisme”, in Cultuurmarxisme.
  6. Martin Jay, “Dialectic of Counter-Enlightenment: The Frankfurt School as Scapegoat of the Lunatic Fringe”, CISA, 2011. Geraadpleegd op 15 januari 2019.
  7. Daniël Korving. en Jaap Tielbeke, “Een complottheorie voor paranoïde rechts”, De Groene Amsterdammer, 2017. Geraadpleegd op 23 november 2018.
  8. Marcuse is kop van jut onder de complotdenkers omdat hij wel degelijk afstand nam van de arbeidersklasse als revolutionair subject. Hij was eerder een voorstander van een cultureel revolutionair subject en beargumenteerde bovendien dat gemarginaliseerde groepen ‘politieke voorrang’ dienen te krijgen op eender welke sociale groep. Zie Patrick Garratt, “Herbert Marcuse and ‘cultural Marxism’”, Verso Blog, 2019. Geraadpleegd op 17 april 2019.
  9. Sid Lukkassen, “Opkomst en impact van het cultuurmarxisme”, ThePostOnline, 2018. Geraadpleegd op 20 november 2019.
  10. Tanner Mirrlees, “The Alt-right’s Discourse of “Cultural Marxism”: A political instrument of Intersectional Hate”. Atlantis Journal, 39:1, 2018, p. 49-69.
  11. Anton Jäger, “Het verwoeste gebied van de geest’: over “Cultuurmarxisme” van Paul Cliteur”, De Wereld Morgen, 2018. Geraadpleegd op 23 november 2018.
  12. Jan Blommaert, “Why has Cultural Marxism become the enemy?”, Diggit Magazine, 2018. Geraadpleegd op 12 maart 2019.
  13. Samuel Moyn, “The Alt-Right’s Favorite Meme Is 100 Years Old”, The New York Times, 2018. Geraadpleegd op 8 april 2019.
  14. Paul Hanebrink, A Specter Haunting Europe: The Myth of Judeo-Bolshevism. Cambridge, The Belknap Press of Harvard University Press, 2018.
  15. De eerste Red Scare (Rode schrik) verwijst naar de eerste golf van anticommunisme in Amerikaanse politiek, cultuur en samenleving tijdens de directe nasleep van de eerste wereldoorlog en de Russische revolutie van 1917.
  16. Zie Hanebrink, voetnoot 12.
  17. Voor verdere informatie over de rol van de katholieke conservatieven in Oostenrijk zie Hanebrink p. 210-214.
  18. Jérôme Jamin, “Cultural Marxism: A survey”. Religion Compass 12:1, 1-12, 2018. Andrew Woods, “The American Roots of a Right-Wing Conspiracy”, Commune, 2019. Geraadpleegd op 12 april 2019.
  19. De tweede Red Scare-periode verwijst naar de schrik voor de mogelijke opkomst van het communisme in de Amerikaanse samenleving, gedurende de eerste fase van de Koude Oorlog, eind jaren 40 tot de jaren 50.
  20. Paul Heideman, “The Utterly Bizarre Life of Lydon LaRouche”, Jacobin, 2019. Geraadpleegd op 17 april 2019. Zie ook Woods, voetnoot 15.
  21. Jérôme Jamin, “Anders Breivik et le «marxisme culturel»: Etats-Unis/Europe”. Revue de civilisation contemporaine Europe/Amériques 12:1, p. 1-28, 2013.
  22. Gerald L. Atkinson, “Radical Feminism and Political Correctness”. In William Lind (red.), Political Correctness:” A Short History of an Ideology”, 2004. Geraadpleegd op 12 januari.
  23. Zie Garratt, voetnoot 8, en Sven Lütticken, “Cultural Marxists Like Us”, Afterall, 46, Autumn/Winter, 2018, p. 67-75.
  24. Zie Lütticken, voetnoot 20.
  25. John E. Richardson, “Cultural Marxism and the British National Party”. In Copsey & J, 2015.
  26. Barry Richards, “What drove Anders Brevik? ” Contexts, 13:4, 2014, p. 42-47.
  27. Zie de databank van Google: Google Trends (n.d.). Cultural Marxism. Geraadpleegd op 25 april 2019.
  28. Jacob Aasland Ravndal, “The Dark Web Enabled the Christchurch Killer”, Foreign Policy, 2019. Geraadpleegd op 29 maart 2019.
  29. Ico Maly, Nieuw Rechts, Berchem, EPO, 2018. Ico Maly, Hedendaagse antiverlichting, Berchem, EPO, 2019.
  30. Angela Nagle, Kill All Normies: The online culture wars from Tumblr and 4chan to the alt-right and Trump, Zero Books, Winchester, 2019. Slavoj Žižek, “Tolerance as an ideological category”, Critical inquiry, 34:4, 2008, p. 660-682.
  31. Zie Žižek p. 660, voetnoot 27.
  32. Mark Fisher, “Exiting the Vampire Castle”, Open Democracy, 2013. Geraadpleegd op 20 oktober 2019.
  33. Franz Neumann, “Anxiety and Politics”, TripleC: Communication, Capitalism & Critique, 15:2, 2017, pp. 612-636.