Artikel

De markt dumpen om het klimaat te redden

Jos D’Haese

—1 oktober 2018

De focus van groenen, sociaaldemocraten en een deel van de groene beweging op individuele verandering, emissiehandel en groene belastingen is niets minder dan schuldig verzuim.

Laisser tomber le marché pour sauver le climat

België kende de voorbije zomer de ergste droogte in veertig jaar.1 Op sommige plaatsen in het land viel in een maand tijd nog geen druppel regen. Voor het eerst kwamen drie nietsontziende orkanen van categorie 4 in één seizoen aan land.2 En ver weg van de camera’s richtten hevige moessons een ravage aan in India en Bangladesh. Overal ter wereld gedraagt het weer zich met een vernietigende kracht die we nog nooit eerder hebben waargenomen.3 Fenomenen waarvan was voorspeld dat we ze vaker zouden zien in een veranderend klimaat, zijn vandaag harde realiteit geworden. De tien warmste jaren ooit waargenomen vielen zonder uitzondering in de laatste twee decennia.4

Het mag duidelijk zijn: de opwarming van de aarde is niet langer louter een zaak van van klimaatwetenschappers, complexe modellen en projecties op lange termijn. Het is geen hoax, geen bangmakerij, geen alarmisme. Klimaatverandering staat niet op de drempel, ze heeft de deur platgelopen en houdt lelijk huis. De processen die zorgen voor een opwarmend klimaat, zijn al lang bekend. De bronnen van broeikasgassen kan iedereen sinds An inconvenient truth uit het hoofd opsommen. In 1992 al besliste de internationale gemeenschap op de Earth Summit in Rio de Janeiro om klimaatverandering gezamenlijk aan te pakken. Maar de uitstoot van broeikasgassen blijft ongestoord verder stijgen. In de twintig jaar na de top in Rio nam de wereldwijde emissie opnieuw met een derde toe. En na een aftopping in 2015 en 2016 zette die stijging zich in 2017 opnieuw verder.

Hoe komt het dat regeringen wereldwijd er niet in slagen om de oorzaken van klimaatverandering aan te pakken? Natuurlijk is het op één lijn krijgen van overheden van verschillende strekkingen, op verschillende continenten met verschillende noden aartsmoeilijk. Maar dat wil niet zeggen onmogelijk. “[…] in dezelfde jaren dat onze overheden er niet in slaagden harde en bindende afspraken door te voeren voor de vermindering van emissies, zogenaamd omdat de samenwerking te ingewikkeld was,” schrijft Naomi Klein daarover, “lukte het wel de Wereldhandelsorganisatie op te zetten – een complex systeem dat de stroom van goederen en diensten over heel de wereld regelt, waarvan de regels duidelijk vastliggen en waarbij overtreding streng wordt gestraft.” De kern van het probleem zit dus ergens anders.

Hebben we gewoon de tools niet om klimaatverandering aan te pakken? “We zullen moeten rekenen op een technologische doorbraak die even spectaculair is als het internet of de stoommachine” zegt Geert Noels.5 Noels is vermogensbeheerder en auteur van het boek Econoshock, waarin hij de opwarming van de aarde als één van de grote uitdagingen voor onze economie beschrijft. Maar alle wetenschappelijke rapporten spreken de man tegen. Honderd procent hernieuwbare energie is perfect mogelijk tegen het jaar 2050, ook in Vlaanderen.6 De grote vraag is niet: welk technologisch mirakel zal ons redden? De vraag is: waarom halen we in Vlaanderen nog maar een schamele 6,4 procent van onze energie uit hernieuwbare bronnen, terwijl er zoveel meer nodig én mogelijk is?

Kapitalisme versus klimaat

En zo komen we terug uit bij Naomi Klein. Want het heeft geen zin om je te verdiepen in de klimaatwetenschap wanneer je uit de weg gaat hoe de maatschappelijke beslissingen vandaag worden genomen en dat verwoordt Klein als geen ander. Capitalism vs. the climate, luidt de ondertitel van haar boek This Changes Everything. Ze beschrijft hoe het economisch systeem waarin we vandaag leven, het kapitalisme, op voet van oorlog staat met het leven op aarde. “Wat het klimaat nodig heeft om instorting te voorkomen, is de inkrimping van het menselijk gebruik van grondstoffen”, schrijft Klein. “Wat ons economische model vereist om instorting te vermijden, is onbelemmerde expansie. Er kan maar één stel regels worden veranderd en dat zijn niet de wetten van de natuur.” “Een kapitalisme in een stationaire toestand, of steady state, is alleen mogelijk, gescheiden van de realiteit van de sociale, economische en machtsrelaties van het kapitalisme zelf”, klinkt het bij John Bellamy Foster, de hoofdredacteur van het Amerikaans Marxistisch tijdschrift Monthly Review.7 Kortom: een duurzame oplossing voor de klimaatcrisis binnen het huidige systeem is niet meer dan een waanbeeld uit een groene droomwereld die volledig is losgekoppeld van de realiteit.

Geld wordt kapitaal en de zoektocht naar maximale winst is begonnen. Daarin ligt de fundamentele kwalitatieve onduurzaamheid van het kapitalisme.

De kern van het probleem ligt bij onze maatschappelijke organisatie: het kapitalisme, met haar kortetermijndenken, haar concurrentielogica, haar winst als hoogste god. Maar het is niet zo dat de kapitalistische economie groeit om te groeien. Wie de groei op zich in het vizier neemt, vergist zich van vijand. Een agro-ecologische landbouw vraagt om meer arbeidskrachten dan de industriële en belooft ook hogere opbrengsten. Groei dus, maar wel om een duurzame productie mogelijk te maken. Nee, niet de groei an sich is het probleem. Het kapitalisme draait om de accumulatie van kapitaal. “Accumuleer. Accumuleer! Dat is Mozes en de profeten”, om het met Karl Marx te zeggen.8 En dus is het de accumulatie waarop we moeten focussen in onze analyse én onze strijd. De reden waarom die accumulatie fundamenteel niet duurzaam is, ligt vervat in de simpele formules die de filosoof uit Trier neerpende in Het Kapitaal. Hij vatte de eenvoudige warencirculatie samen in de letters W-G-W. Een producent ruilt waren die hij of zij maakt op de markt voor geld, dat op haar beurt gebruikt wordt om waren die de producent zelf nodig heeft, aan te kopen.

Naast deze vorm vinden we echter een tweede die principieel van de eerste verschilt”, schrijft Marx. “De vorm G-W-G, verandering van geld in waar en terug verandering van waar in geld, kopen om te verkopen […] De kringloop G-W-G gaat […] uit van het geld en keert tenslotte tot het geld terug […] Zijn drijfveer en doel is daarom de ruilwaarde zelf.9 In mensentaal: het maakt de doorsnee kapitalist hoegenaamd niet uit in welk product hij of zij investeert. Zolang het op het einde van de rit maar meer opbrengt dan de oorspronkelijk geïnvesteerde som. G-W-G’ dus, waarbij G’ gelijk is aan de oorspronkelijke geldsom plus een meerwaarde. Geld wordt kapitaal en de zoektocht naar maximale winst is begonnen.

Daarin ligt de fundamentele kwalitatieve onduurzaamheid van het kapitalisme. Het maakt elke individuele kapitalist immers geen zier uit wat hij of zij produceert, als het maar winst oplevert. Niet de gebruikswaarde staat centraal, maar de naakte ruilwaarde. Dat grondstoffen, de natuur, de lucht en het water een gebruikswaarde hebben voor de mens, ook op lange termijn, wordt dus niet in de balansen opgenomen. Enkel de onmiddellijke ruilwaarde is van tel, enkel de koopkrachtige vraag is interessant. Wanneer de behoeften zijn vervuld, creëert het kapitalisme er nieuwe. Consumentisme wordt gepredikt als nieuwe religie. “Door de steeds toenemende productiviteit zitten we met een enorme economische surplus die wordt geconsumeerd, geïnvesteerd, maar vooral verspild”, zegt Foster. “Deze surplus neemt de vorm aan van, bijvoorbeeld, militaire uitgaven, maar ook van reclame en marketing. In de VS wordt jaarlijks zo’n 1.000 miljard dollar uitgegeven aan marketing, aan militaire uitgaven ongeveer 2.000 miljard. […] de prijs van de tandpasta bestaat voor meer dan 90 % uit marketingkosten.10 Het kapitalisme investeert in waren die wel ruilwaarde bezitten en grondstoffen vergen, maar niet de minste gebruikswaarde opleveren.

Dat Total groenestroomproducent Lampiris heeft overgenomen, heeft dus helemaal niets te maken met haar streven naar een duurzame toekomst. Ook voor groene stroom bestaat vandaag een koopkrachtige vraag en het is beter om daar zelf aan te voldoen dan dit aan een concurrent te laten. Ondertussen blijft de energiegigant miljarden investeren in de zoektocht naar nieuwe voorraden olie en gas. Greenwashing heet dat: groene projecten in de vitrine zetten, maar ondertussen verder vasthouden aan business as usual en miljarden spenderen aan de zoektocht naar nieuwe olie- en gasreserves.

Naast het probleem van de kwaliteit van de kapitalistische warencirculatie, is er ook dat van de kwantiteit. De groei, waar de groene beweging zo op is gefocust. “De circulatie van het geld als kapitaal […] is een doel op zichzelf, want het tot waarde maken van de waarde vindt slechts binnen deze steeds hernieuwde beweging plaats. De beweging van het kapitaal heeft daarom geen grenzen”, schrijft Marx in Het Kapitaal.11 “Zo’n uitwisselingsproces [G-W-G’] heeft geen einde, maar gaat gewoon door zonder limiet”, gaat Foster verder. “De volgende ronde van warenruil neemt dus de vorm G-W-G’’ aan, wat in de ronde daarna leidt tot G’’-W-G’’’, en zo verder in een onophoudelijke drang naar accumulatie op een steeds hoger niveau.12

Doordat het kapitalisme steeds meer kapitaal moet accumuleren, moet ook de productie volgen. Zelfs als dat enkel betekent dat er meer grond­stoffen worden verbruikt en afvalstoffen geloosd dan de aarde kan verwerken. Zelfs als dat ten koste gaat van de toekomstige mogelijkheden om te produceren. “Een CEO die zou besluiten om niet langer te mikken op groei, wordt ontslagen”, schrijft Ludo De Witte. “Of de aandeelhouders verplaatsen hun kapitaal naar andere, lucratievere activiteiten. CEO’s zijn dus criminelen ondanks zichzelf. De marktwerking laat hen geen keuze: de accumulatiedwang zit in het DNA van de economie ingebakken.13 De inzet van de klimaatstrijd is daarom geen nulgroei, maar nulaccumulatie.

Emissiehandel en koolstoftaks

Wie binnen de grenzen van het kapitalisme naar duurzame oplossingen voor de klimaatcrisis zoekt, loopt dus onvermijdelijk tegen de muur van de onophoudelijke drang naar accumulatie. En toch is dat exact wat progressieve burgerlijke politici van alle strekkingen vandaag tevergeefs blijven proberen.

Het schoolvoorbeeld van de poging tot verzoenen van het kapitalisme en het klimaat is ongetwijfeld het emissiehandelssysteem. Daarbij wordt bedrijven een uitstootplafond — cap — opgelegd, maar kunnen ze de emissies die daarboven gaan, afkopen bij bedrijven die onder hun doelstelling blijven – trade. Met cap and trade schakel je de markt in om de rotzooi die ze veroorzaakt heeft terug op te ruimen, dat is de redenering. Op die manier wordt de uitstoot van broeikasgassen op de — economisch — meest efficiënte manier gereduceerd en hoef je bovenal niet aan het reguleren te gaan. De onzichtbare hand die als deus ex machina het klimaatprobleem voor ons zal oplossen. Water-dicht.

Maar binnen het systeem van emissiehandel wordt elke reductie die verder gaat dan de absurd lage opgelegde daling van de uitstoot van broeikasgassen van 1,74 procent per jaar, net automatisch teniet gedaan door een bedrijf elders dat boven haar plafond gaat. Het is zelfs zo dat door het al te gul uitdelen van emissierechten en het stilleggen van heel wat productiecapaciteit tijdens de crisisjaren bedrijven vandaag evenveel emissiecertificaten in reserve hebben als ze gezamenlijk op een heel jaar uitstoten.14 En het gaat verder dan dat. De kosten voor het aankopen van certificaten worden gewoon doorgerekend aan de eindgebruiker (in het verleden zelfs wanneer ze gratis werden toebedeeld), flexibele mechanismen maken het mogelijk om extra certificaten te genereren door voor een appel en een ei zogenaamde groene projecten uit te voeren in het Zuiden en vandaag mag zelfs wie een bos niet laat kappen evenveel uitstoten als de van de kap gevrijwaarde bomen aan CO2 opnemen. Elk jaar opnieuw, dat spreekt.

Dat Total groenestroomproducent Lampiris heeft overgenomen, heeft helemaal niets te maken met haar streven naar een duurzame toekomst.

Het emissiehandelssysteem rechtvaardigt zo al jarenlang het uitblijven van strenge regulering van de uitstoot van broeikasgassen, terwijl het amper resultaat oplevert. En soms zorgt het zelfs voor regelrechte schade. Zo doen heel wat bedrijven hun uiterste best om zo dicht mogelijk tegen de cap te blijven. Wanneer ze daar ver onder blijven, wordt hun uitstootplafond het volgende jaar immers naar beneden bijgesteld. Dat leidt ertoe dat ze op het einde van het jaar stokoude, vervuilende installaties weer in werking stellen om voldoende CO2 de lucht in te pompen. Om daarbij geen overaanbod te creëren, wordt het eigenlijke product soms zelfs vernietigd. Een verspilling zonder weerga!

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat na het eerste optimisme over de dalende emissies tijdens de crisisjaren, de economische relance snel roet in het eten gooide. De uitstoot van het grootbedrijf in de Antwerpse haven bijvoorbeeld groeide tussen 2012 en 2014 maar liefst met een vijfde.15 Alle efficiëntiewinsten uit de jaren daarvoor werden compleet tenietgedaan door de groei van de productie.16 Het maakt meteen duidelijk waarom technologische vooruitgang niet voldoende is om het klimaatprobleem aan te pakken, wanneer ze wordt ingezet voor maximale accumulatie.

Ook groenen en sociaaldemocraten blijven emissiehandel, mits een aantal aanpassingen, naar voor schuiven als een valabel instrument om op Europese schaal actie te ondernemen. Volgens de sp.a moet wie iets wil doen aan het klimaat, het Europese emissiehandelssysteem aanscherpen.17 Ecolo vindt dat de regulatie op de CO2-markten moet worden versterkt.18 Volgens Groen zijn er “fundamentele ingrepen” nodig om het systeem “eindelijk goed [te laten] functioneren”, zoals het veilen in plaats van gratis weggeven van emissiecertificaten. En moest dat geen zoden aan de dijk blijken te brengen, dan willen de ecologisten emissiehandel vervangen door een koolstoftaks.19 Met zo’n taks, ook door de industrie zelf naar voor geschoven, wordt er een vaste prijs gezet op elke ton uitgestoten CO2. Of dat bij de producent of de consument moet gebeuren is een discussie zonder onderwerp, gezien producenten de taks gewoon kunnen doorrekenen. Maar wat de uiteindelijke vorm ook zou worden, de koolstoftaks is in hetzelfde bedje ziek.

Want emissiehandel of koolstoftaks, telkens wordt de oplossing voor het klimaatprobleem binnen de markt gezocht. Externaliteiten internaliseren heet dat in het jargon. Maar het is een illusie dat het mogelijk zou zijn om de gebruikswaarde van de natuur te vatten in ruilwaarde, in een monetaire prijs. Hoeveel is het niet uitstoten van een ton CO2 waard? Het is even absurd om daar een prijs proberen op te plakken, als op de waarde van een bos, de economische omzet van een koraalrif of de diensten, verleend door een duinlandschap. En toch is dat exact wat vandaag op steeds grotere schaal gebeurt: de monetarisering van de natuur. Het resultaat van die berekeningen is niet alleen volstrekt arbitrair, ze verhullen ook dat steeds meer beslissingsmacht over belangrijke maatschappelijke uitdagingen wordt uitbesteed aan de markt. Er is geen enkele reden waarom een ton CO2 die wordt uitgestoten tijdens een Formule 1-wedstrijd, gelijk zou moeten worden gesteld met een ton CO2, afkomstig van de noodgeneratoren van een ziekenhuis waar levensreddende operaties worden uitgevoerd.

Er is ook geen enkele reden waarom een van de belangrijkste maatschappelijke problemen waar we vandaag voor staan, zou moeten worden opgelost binnen de enclave van de markt. Wel in tegendeel. De redenering dat de natuur wordt uitgeput omdat ze geen geldwaarde heeft en we er dus een prijs op moeten plakken om ze mee in rekening te brengen, getuigt van de meest neoliberaal mogelijke maatschappijvisie. Het probleem is net dat wat geen prijs heeft, in het kapitalisme ook geen waarde wordt toegekend. Gebruikswaarden zonder ruilwaarde, zoals proper water, gezonde lucht en een leefbaar klimaat zijn vandaag van geen tel. In plaats van ze te proberen te incorporeren in de koele berekening van de markt, met zijn concurrentielogica en kortetermijndenken, moeten we net op een heel andere manier naar de wereld rondom ons gaan kijken. En dus hebben we geen nood aan nog meer markten, maar aan bindende normen voor de uitstoot van broeikasgassen, gebaseerd op de klimaatwetenschap en de sociale noden.

Het emissiehandelssysteem rechtvaardigt al jarenlang het uitblijven van strenge regulering van de uitstoot, terwijl het amper resultaat oplevert.

Individuele gedragsverandering

Naast het blinde geloof in de markt om het klimaatprobleem voor ons op te lossen – of dat nu is met een koolstoftaks, geprivatiseerd openbaar vervoer of de vrije energiemarkt – wijzen de groenen en sociaaldemocraten uitdrukkelijk met de vinger naar het individu. Als wij, consumenten, massaal ons gedrag aanpassen, zal de productie wel volgen, toch? Die visie is nochtans volledig losgekoppeld van de manier waarop het huidig economisch systeem is georganiseerd. Het zijn net de omstandigheden waarin wordt geproduceerd, die de manier van consumeren bepalen.20

Zo wordt al jaren ingezet op het verminderen van de consumptie van vlees, een belangrijke bron van broeikasgassen. Door initiatieven als Donderdag Veggiedag en Dagen Zonder Vlees daalt de vleesconsumptie in Vlaanderen gestaag. 50 procent van de Vlamingen geeft aan dat ze in de toekomst minder vlees willen gaan eten. Maar toch maakt de vleesproductie exact de omgekeerde beweging. De vleesindustrie exporteert het overschot naar groeilanden. Deze export is maar levensvatbaar door de gulle Europese subsidies die 99 procent van het netto-inkomen van vleesveehouders uitmaken.21 Je zou de zaak dus ook langs de andere kant kunnen aanpakken. Door het introduceren van agro-ecologische principes en het afbouwen van de veestapel. Het probleem dus bij de wortel, de productie, aanpakken, in plaats van een omweg te maken langs de consument. Op die manier hebben sensibiliseringscampagnes voor een andere consumptie ook veel meer zin. Ze brengen dan de consumptie in overeenstemming met de productie. Maar dan moet opnieuw worden getornd aan de winstlogica die om eeuwige accumulatie vraagt, ditmaal in de vorm van de drang van de Europese Unie om buitenlandse markten te overspoelen met gesubsidieerde landbouwproducten. Wie dat weet, maar toch blijft focussen op individuele gedragsverandering van zichzelf en anderen, doet aan niet minder dan schuldig verzuim.

Naomi Klein formuleerde het goed: niet de klimaatsceptici zijn het grootste obstakel, maar de liberalen en sociaaldemocraten die weigeren in te zien dat het kapitalisme moet verdwijnen. Door telkens opnieuw uitwegen te zoeken binnen het falende systeem, hebben groenen, sociaaldemocraten en een deel van de groene beweging ons enorm veel tijd doen verliezen in de strijd tegen klimaatverandering. Nu ons niet veel manoeuvreerruimte meer rest om nog een leefbare toekomst uit de brand te slepen, wordt het tijd om de zaken scherp te stellen. Zonder de logica van het kapitalisme zelf in vraag te stellen, zonder een economisch en maatschappelijk systeem dat op volledig andere fundamenten is gebouwd, wordt het onmogelijk om klimaatverandering op een duurzame manier aan te pakken.

Dat wil niet zeggen dat we onder het kapitalisme niet moeten vechten voor hervormingen, wel in tegendeel. Het is nu aan de vakbeweging om het groene thema te omarmen, want er zullen geen jobs zijn op een onleefbare planeet. En het is aan de klimaatbeweging om te erkennen dat de groene revolutie rechtvaardig en herverdelend zal zijn, of niet zal zijn. Want zonder de economische macht van de arbeidersbeweging is het niet mogelijk om bressen te slaan in de muren van het kapitalisme. Wanneer de sociale en de ecologische beweging samen een vuist maken, is het mogelijk om rond werven als een kwaliteitsvol en gratis openbaar vervoer of een publieke energiesector overwinningen te behalen waaruit zowel de arbeiders- als de milieubeweging energie kan putten. Maar elke overwinning die niet kadert in de strijd voor radicale verandering is niet meer dan het zoveelste tijdsverlies op de weg naar een duurzame toekomst. Het is daarom aan marxistisch links om deze strijdbewegingen te duwen in de richting van het gevecht voor een andere maatschappij. Het afbraakbeleid, dat vandaag overal in de Europese Unie plaatsvindt, leert ons immers hoe wankel overwinningen onder het kapitalisme steeds blijven.

Een duurzaam ontwikkelingsmodel

Zelfs een hele samenleving, een natie of alle samenlevingen uit hetzelfde tijdperk bij elkaar zijn geen eigenaars van de aarde”, schreef Marx in het derde deel van Het Kapitaal, dat in 1894 werd uitgegeven. “Zij zijn slechts de vruchtgebruikers die – als ‘boni patres familias’ – de plicht hebben de aarde in verbeterde staat aan de volgende generaties door te geven.”22

Als het kapitalistisch systeem fundamenteel onduurzaam is, maakt dat dan van haar tegenpool, het socialisme, een garantie voor een succesvolle strijd tegen de opwarming van de aarde? Was het maar zo eenvoudig. Onder elk denkbaar systeem zal het gevecht voor een leefbaar klimaat het uiterste vragen van elke actor in de maatschappij. Maar een socialistische maatschappij, met een gezamenlijke eigendom van de grote productiemiddelen en een economische planning, gebaseerd op doorgedreven inspraak, creëert wel de voorwaarden om de uitdaging aan te gaan.

“Zelfs een hele samenleving, een natie of alle samenlevingen uit hetzelfde tijdperk bij elkaar zijn geen eigenaars van de aarde.”
K. Marx

Laisser tomber le marché pour sauver le climat

De klimaatwetenschap staat ondertussen zo ver dat we kunnen bepalen hoeveel broeikasgassen we nog mogen uitstoten om een veilige limiet – 1,5 graden opwarming bijvoorbeeld – niet te overschrijden. Dit levert het ‘koolstofbudget’ op, de totale hoeveelheid CO2 die we als mensheid de atmosfeer in mogen jagen. Maar volgens de meest optimistische scenario’s is dat budget bij een ongewijzigde gang van zaken binnen tien jaar volledig opgebruikt. Dan nog een leefbare toekomst verzekeren is alleen mogelijk door alle emissies abrupt tot nul terug te brengen. Een onmogelijk scenario, dat spreekt vanzelf.

Het is de klasse van de eigenaars van de grote productiemiddelen die bepaalt in welke richting onze economie gaat. Onder het kapitalisme zorgt dat voor een ontwikkeling op maat van de bezittende klasse waarbij accumulatie centraal staat. Het zorgt voor het niet toepassen van wat wetenschap en techniek aan oplossingen bieden. Maar wanneer de werkers zelf de economische hefbomen in handen hebben, wordt het mogelijk om te plannen in functie van het belang van de meerderheid. Dan kunnen we een economische en maatschappelijke planning uittekenen die ons toelaat om binnen het koolstofbudget te blijven. We kunnen uittekenen hoe we aan de sociale behoeften zullen voldoen zonder over de grenzen van de planeet te gaan. We kunnen dus de gebruikswaarde centraal zetten, in plaats van de ruilwaarde en de winstlogica uitschakelen. We kunnen de beschikbare grondstoffen verdelen over de verschillende maatschappelijke sectoren en bepalen waar er nog voor welke termijn broeikasgassen uitgestoten kunnen worden. We kunnen eindelijk in het begin van het jaar uittekenen wie wat verbruikt en produceert in plaats van elk jaar in december opnieuw te moeten vaststellen dat we de capaciteiten van de natuur opnieuw verder hebben overschreden. 23

Als we de beperkingen zien die het kapitalisme ons stelt, en de mogelijkheden die het socialisme biedt om klimaatverandering binnen de perken te houden, stelt de noodzaak voor een socialistische omwenteling zich misschien nog wel dringender dan voor elke andere crisis die het huidige systeem in zich draagt. Want een ontregeld klimaat zal niet alleen alles rondom ons veranderen. De gevolgen ervan zijn niet terug te draaien. We staan op de drempel van het in beweging zetten van processen die zichzelf versterken en zo een terugkeer naar de wereld die we vandaag kennen, onmogelijk maken. Het wordt tijd dat we het systeem dat ons in deze situatie heeft gebracht zelf vernietigen om een leefbare toekomst te kunnen afdwingen.

Footnotes

  1. Eerste regen in vijftal weken na droogte: ‘Enkel zomer 1976 was erger’, Knack, 16 juli 2018.
  2. Atlantic hurricane season, Wikipedia. Raadpleging op 17 juli 2018.
  3. The Hottest Global Years on RecordClimate Central, 18 januari 2018.
  4. World Bank, Total greenhouse gas emissions (kt of CO2 equivalent). Bekeken op 17 juli 2018.
  5. Geert Noels, Hernieuwbare energie zal het klimaat niet reddenDe Tijd, 2 september 2017.
  6. Naar 100 % hernieuwbare energie in België tegen 2050 (+ vidéo), Energie- en milieu- informatiesysteem voor het Vlaams Gewest, 12 december 2012.
  7. Fred Magdoff en John Bellamy Foster, What every environmentalist should know about capitalism, Monthly Review Press, New York, 2011, p. 56.
  8. Karl Marx, Het Kapitaal, Nederlandstalig Marxistisch Internet-Archief.
  9. Een waar bevredigt een behoefte en wordt geproduceerd voor de ruil op de markt. Daaruit volgen de twee verschillende waarden ervan. Langs de ene kant de gebruikswaarde: de bruikbaarheid, de behoeften waaraan het voldoet. Langs de andere kant de ruilwaarde op basis waarvan een waar op de markt geruild wordt. De ruilwaarde is de uitdrukking, meestal in geld, van de arbeid die nodig is voor de productie van een waar in bepaalde omstandigheden.
  10. Ruben Ramboer, Interview John Bellamy Foster. Het kapitalisme kan nooit groen zijn”, Solidair, 26 februari 2016.
  11. Karl Marx, op. cit.
  12. Karl Marx, op. cit.
  13. Ludo De Witte, “Ecosocialisme of barbarij”DeWereldMorgen.be, 18 juli 2018.
  14. Wat is het EU-emissiehandelssysteem (EU-ETS), Département flamand de l’environnement.
  15. Christophe Vercarre, Laetitia Pirson en Jan Aerts, Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2014 Broeikasgassen, Futureproofed, Kessel-Lo, 6 december 2016, p. 45.
  16. Dit staat bekend als de Jevons Paradox, genoemd naar de man die probeerde te begrijpen waarom er ondanks alle efficiëntiewinsten bij elke nieuwe generatie stoommachines toch steeds meer steenkool werd verbruikt tijdens de eerste industriële revolutie.
  17. John Crombez, Het alternatief energieplan van SP.a, SP.a, 2018.
  18. Proposition: Réguler au plan international le secteur de l’énergieenles émissions de gaz à effet de serre, ECOLO, 2017.
  19. Samen beter doen, Groen, 2014.
  20. John Bellamy Foster en Brett Clark, “Crossing the river of fire”Monthly Review, 1 februari 2015.
  21. Stel je voor dat de inkomenssteun aan landbouw verdwijnt. Wat dan?, Centre flamand d’information sur l’agriculture et l’horticulture, 12 december 2016.
  22. Jaap Tielbeke, “Gaan de groene vlaggen wapperen?”, De Groene Amsterdammer, 4 juli 2018.
  23. Earth Overshoot Day, de dag waarop we alle grondstoffen en afvalproducten die de aarde in één jaar kan regenereren en verwerken hebben verbruikt, viel in 2017 op 2 augustus. Earth Overshoot Day, WWF, 2017.