Artikel

Welk alternatief voor Duitsland?

Gerd Wiegel

—23 september 2021

Het programma van het AfD moet het beeld oproepen van een fundamentele oppositie tegen de status quo. Maar bij nadere beschouwing onthult het een rechts conservatisme, zonder de reële machtsstructuren van het kapitalisme in vraag te stellen.

“Standortnationalismus – Völkischer Nationalismus – autoritärere Staat”, luidt de titel van het artikel van Helmut Kellershohns in Diss-Journal. Hij maakt hierin een uitstekende analyse van het AfD-verkiezingsprogramma voor de Bondsdagverkiezingen van 2021.1 “De ideale staat die de AfD voor ogen heeft, is de autoritair bestuurde nationaal-concurrerende staat op volksnationale grondslag in een ‘Europa der naties’. Het is het programma van een volksnationaal neoliberalisme,” zegt Kellershohn.

“Duitsland. Maar wel normaal” is de titel van het AfD-programma voor de Bondsdagverkiezingen van 26 september 2021. De “normaliteit” die hier wordt ingeroepen staat voor een autoritair nationalisme waarmee de Duitse economische belangen en het Duitse beleid van de machtsstaat moeten worden doorgedrukt. En dit voor het gestandaardiseerde heteroseksuele Duitse kerngezin, voor een land waarin betrokkenheid en participatie op de eerste plaats op basis van etnische normen toegekend worden en waarin de historische misdaden van het Duitse fascisme moeten worden afgezwakt tot een normaal niveau in de Europese geschiedenis.

Gerd Wiegel is politicoloog en adviseur over rechts-extremisme en antifascisme voor de Bondsdagfractie van Die Linke. Hij houdt zich al jaren bezig met extreem- en populistisch rechts in Duitsland en Europa en publiceert daar regelmatig over in linkse tijdschriften.

Een ontwerp voor marktradicalisme en een volksnationale stempel

De ontwerptekst die de afgevaardigden van het AfD-partijcongres in Dresden in april 2021 voorgelegd kregen, droeg duidelijk het stempel van het partijbestuur, dat in meerderheid gericht is op marktradicalisme en economisch nationalisme. Het was geen toeval dat in het ontwerp een heel hoofdstuk over arbeid en sociale zaken ontbrak, dat in Dresden min of meer letterlijk overgenomen was van het zogenaamde sociale partijcongres van enkele maanden voordien. Men vindt er een mager concept voor pensioenen, enkele voorstellen voor loonaanpassing tussen Oost en West en vooral sociaal-politieke beloften voor het (Duitse) gezin, tot wie het AfD-beleid zich in hoofdzaak richt. Zij vormen slechts een aanvulling op de hoofdfocus: een economisch beleid voor kleine en middelgrote ondernemingen, dat gaat voor de afschaffing van een overheidsregulering, verlaging van de belastingdruk, bevordering van de concurrentie en ondersteuning van het eigen land in de internationale concurrentie. Met de opschorting van basis- en mensenrechten voor vluchtelingen (weigering van elke gezinshereniging), het stoppen van zelfs de eenvoudigste anticoronamaatregelen (afschaffing van álle maatregelen inclusief de mondmaskerplicht) en een rechtse D-Exit (terugtrekking uit de EU) werden de sporen van een volksnationaal anti-systeemdenken in het verkiezingsprogramma verankerd.

Anti-systeempartij of partij van de eigenaarslobby?

Bepaalde passages van het programma moeten het beeld oproepen van een fundamentele oppositie tegen de bestaande orde, maar bij nadere beschouwing leggen zij de bekrompen politieke benadering bloot van de conservatieve en volksnationale rechterzijde, los van elk materialistisch machtsbegrip. Zij stellen vooral de partijdemocratie ter discussie, zonder de machtsstructuur van de kapitalistische samenlevingen nader te beschouwen. Zo lezen we in de inleiding van het programma: “Maar er is een politieke klasse ontstaan die bijna uitsluitend oog heeft voor haar macht, haar status en haar materieel welzijn. Die heeft zich ontwikkeld tot een machtige politieke oligarchie binnen de gevestigde partijen. Zij is verantwoordelijk voor al wat in de laatste decennia fout loopt. Deze oligarchie heeft de hefbomen in handen van de staatsmacht, de politieke opvoeding en de invloed van informatie en media op de bevolking. Het totalitair gedrag van de regeringspolitici kan alleen door middel van directe democratie een halt worden toegeroepen.”2

De AfD pleit ervoor de concurrentie vrij zijn gang te laten gaan, met daarbij alle sleutelwoorden uit de bouwkit voor marktradicalisme.

Oligarchisering vanwege machts- en statusoverwegingen, totalitair regeringsbeleid als uiting van individueel wangedrag van een elite die zich bovenal in de partijen genesteld heeft. Het feit dat juist de onpersoonlijke, structurele, vaak onzichtbare en gediversifieerde economische macht de politieke inhoud dicteert en de macht controleert, en dus ook de klassenpolitiek, gaat het politieke voorstellingsvermogen van deze rechtse lieden te boven. En uiteindelijk zijn het precies dié belangen die in het programma van de AfD gediend worden, aangevuld en ideologisch verpakt met tal van rechts-nationale franjes.

De AfD presenteert zich onmiskenbaar als de partij van de eigenaarslobby, althans van het nationalistisch deel van die lobby, voor wie de band met het eigen land nog steeds centraal staat. Afwijzing van een eenmalige vermogensheffing en vermogensbelasting, afschaffing van successierechten, afschaffing van grondbelasting – dit alles is net zo duidelijk een klassenpolitieke oriëntatie als de afwijzing van huurplafonds en huurbegrenzingen. De AfD wil de bevolking, maar nog méér de economie, bevrijden van de lasten van de “Green Deal” en bepleit in plaats daarvan een “Blue Deal” voor de economie, waarmee Duitsland wereldwijd het “technologisch leiderschap” moet overnemen. Dit wordt verondersteld te werken door de concurrentie vrij zijn gang te laten gaan, met daarbij alle sleutelwoorden van de bouwkit voor marktradicalisme, zoals “de arbeidsmarkt stroomlijnen en flexibiliseren”, “de bureaucratie verminderen”, “de staat efficiënter maken”.

Centraal: het gezins- en bevolkingsbeleid

In dit project van versterking van de nationale concurrentiestaat vormt het (etnische) behoud van het Duitse volk volgens de AfD een centraal onderdeel. Om die reden speelt het gezins- en geboortebeleid een hoofdrol in het kiesprogramma van de partij. Hier vloeien conservatieve en volksnationale ideeën samen tot een gezins- en genderideologie die tot de centrale pijlers van deze partij vol tegenstrijdige opvattingen behoort. Het klassieke gezin is het centrale referentiepunt en de vermeende tendens tot vernietiging ervan wordt onder meer aan de verzorgingsstaat toegeschreven: “De perceptie van de staat als helper in alle situaties heeft het idee van het eigen gezin als intergenerationele economische en zorggemeenschap vervangen. Tegen deze achtergrond werd de neiging om voorrang te geven aan de optimalisering van de economische welvaart in de periode van het actieve beroepsleven het richtsnoer van een materiële samenleving”. Wat hier wordt betreurd als “optimalisering van de welvaart”, vormt onder de “Blue Deal” een belangrijke eis. Helmut Kellershohn vestigt de aandacht op het contrast en de tegenstrijdigheid tussen prestatie- en gemeenschapsgerichtheid bij de thema’s economie en gezin, wat kenmerkend is voor de conservatieve rechterzijde zodra men een romantisch antikapitalisme voorbij is.3

Sociaal beleid wordt door de AfD in de eerste plaats als gezinsbeleid geïnterpreteerd, en de meeste eisen inzake sociaal beleid zijn dan ook in dit onderdeel van het programma te vinden. Terwijl de partij voor het overige de staat graag klein houdt en de voorkeur geeft aan markt en concurrentie als regulerende instanties, pleit zij inzake gezinsbeleid voor een actieve en controlerende rol van de staat, met name op het gebied van zwangerschap en geboortes. De begeleiding bij zwangerschapsconflicten bijvoorbeeld moet “de bescherming van het leven dienen”; zo nodig zou een “effectieve bescherming van het leven” moeten worden gewaarborgd door “wettelijke correcties”. De morele druk op vrouwen die een abortus willen ondergaan moet opgevoerd worden, en schendingen van de verplichting om abortussen te melden bestraft.

Standaard-onderwerpen bij de AfD

Het kiesprogramma bevat weinig verrassingen, maar wel die punten waarop de AfD zich tot nu toe geprofileerd heeft. Een immigratiebeleid dat voornamelijk mikt op afscherming, deportatie en uitsluiting, een in het programma vastgelegd antimoslimracisme, een law-and-order-beleid voor binnenlandse zaken en het afwijzen van een duurzaam klimaatbeleid, samen met het ontkennen van de door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Voeg daarbij een stellingname over de coronapandemie die Covid-19 bagatelliseert, die de maatregelen ertegen interpreteert als deel van een samenzwering van de elites en die komaf wil maken met alle maatregelen die de individuele, persoonlijke aansprakelijkheid van de burgers inroepen. Dit beleid wordt ingebouwd in het verhaal van een “grote omvolking” (het migratiebeleid) of “grote reset”, die zogezegd door ‘s werelds elites gepland wordt om in een socialistisch systeem van planeconomie uit te monden. Dit staat niet uitdrukkelijk in het kiesprogramma, maar het behoort tot het huidige repertoire van de AfD in de kiescampagne.4

Vier jaar AfD in de Bondsdag

Als men de laatste vier jaar van het AfD-optreden in de Bondsdag bekijkt, wordt snel duidelijk dat het basisprogramma niet doorslaggevend is voor het optreden en de oriëntering van de partij en de parlementaire fractie in de Bondsdag. Terwijl burgerlijke conservatieven rond Jörg Meuthen blijkbaar denken dat zij een nationaal-liberale of nationaal-conservatieve koers kunnen varen door middel van programmatische definities, heeft de volksnationale rechterzijde in de afgelopen vier jaar aangetoond dat zij zich door programma’s niet laat ringeloren. De ruk naar rechts van de partij in haar eerste zittingsperiode was voor iedereen zichtbaar en trok zelfs de aandacht van de binnenlandse inlichtingendienst. De AfD kon het podium van het parlement gebruiken om de democratische instellingen in diskrediet te brengen, om vanaf het spreekgestoelte van de Bondsdag rassenhaat te verspreiden en hele groepen mensen te belasteren, en om een ongehoorde stimulans te geven aan allerlei complotdenkers en extreem-rechtse aanhangers. Het is echt geen toeval dat de hele reeks rechtse terreuraanslagen met de moord op Walter Lübcke (Duits regionaal politicus voor de CDU in Hessen nvdr.), de aanslag op de synagoge in Halle en de moorden in Hanau tijdens deze eerste zittingsperiode van de AfD plaatsvonden.

De mogelijkheden van toegang tot de media, van aanwerving van personeel en financiële steun voor heel extreemrechts zijn met een AfD-Bondsdagfractie enorm toegenomen en het was vooral de volksnationale rechterzijde van de fractie die dit voor eigen baat wist te gebruiken.

Consolidatie, splitsing of machtsperspectief?

Op basis van de huidige ontwikkelingen moeten we ervan uitgaan dat de AfD met een vergelijkbare score als in 2017 (12,6%) in de 20ste Duitse Bondsdag zal zetelen. In de peilingen ligt de partij tussen 10 en 12 procent, met een eerder opwaartse trend, wat erop wijst dat ze hersteld lijkt te zijn van de lichte inzinking sinds ongeveer 2019. Een blik op de voorlopige lijsten leert dat de nieuwe Bondsdagfractie wellicht even verscheurd is tussen de uiteenlopende stromingen als tot nu toe het geval is geweest.

Het splitsingsdebat is dus niet van de baan, zelfs niet na een mogelijk goede verkiezingsuitslag.

De overdreven verwachtingen van de volksnationale en fascistische partij-ideologen, die een verdere opgang en een spoedig aandeel in de macht (zo niet een machtsovername) verwachtten, zijn teleurgesteld. Ook de hoop van het kamp rond Meuthen dat de partij spoedig een partner zou kunnen worden van een naar rechts gedraaide CDU is de grond ingeboord. Wat het resultaat betreft valt dan ook een consolidatie te verwachten, maar het is volstrekt onzeker wat de partij ermee zal doen. Want de breuklijnen tussen de kampen zijn de afgelopen twee jaar dieper en onverzoenlijker geworden, zodat na de verkiezingen beide strekkingen een beslissing in hun eigen belang zullen nemen. Het splitsingsdebat is dus niet van de baan, zelfs niet na een mogelijk goede verkiezingsuitslag. En de uitweg zou wel eens van de felste concurrent, de CDU, kunnen komen. Vooral in de oostelijke deelstaten gaan er bij de CDU nog veel stemmen op om met de AfD in zee te gaan. Als de CDU een pact zou sluiten met de in Oost-Duitsland dominante AfD, die volksnationaal-fascistisch georiënteerd is, zou dat de genadeslag betekenen voor de rechtse burgerij in de partij, omdat hun laatste argument – dat de volksnationalen de AfD verhinderen aan de regering deel te nemen – zou sneuvelen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Marxistische Erneuerung.

Footnotes

  1. Duisburger Institut für Sprach- und Sozialforschung (diss-duisburg.de). Zie http://www.diss-duisburg.de/download/dissjournal-dl/DISS-Journal-41-2021.pdf, p. 20. Geraadpleegd op 20 september 2021.
  2. Alle citaten zijn, tenzij anders vermeld, ontleend aan de ontwerptekst van het partijbestuur voor het partijcongres in Dresden op 10/11.4.21. Het definitieve verkiezingsprogramma was op het moment van schrijven nog niet schriftelijk beschikbaar.
  3. Zie voetnoot 1.
  4. Zie de motie van de AfD gepubliceerd in Bundestagsdrucksache, 19/29697: “Einfach frei leben – Kein deutsches Engagement für den Großen Umbruch beziehungsweise Great Reset des Weltwirtschaftsforums – Mit Innovationen Umwelt und Wohlstand erhalten”. https://dip.bundestag.de/vorgang/…/277995, geraadpleegd op 20 september 2021.