Artikels

Weg van het front is de Oekraïense samenleving in tweeën gespleten

Hélène Richard

—8 december 2023

Terwijl de menselijke tol van de gevechten in Oekraïne toeneemt en geen van beide partijen de overhand krijgt, worstelt Kiev met het werven van vrijwilligers voor het front. Geconfronteerd met de roep van de bevolking om gerechtigheid, pronkt de regering met haar anti-corruptiebeleid. Ondertussen versnelt ze de ontmanteling van de welvaartsstaat en van de vakbonden.

shutterstock

Je vindt er niet de grijsheid die je zou verwachten. Met zijn neoklassieke theater heeft de mijnstad Kryvyï Rih zijn Sovjetcharme behouden. Het is een stad die zowel ouderwets is als goed onderhouden. In het Gagarin Park flaneren eind augustus een paar wandelaars onder een stalen planetarium met een ijsje in de hand. Springkastelen wachten er op kinderen. Iets verder op een stoepje, staan voorbijgangers met baboesjka’s te onderhandelen over de prijs van bekertjes frambozen, vers uit de tuin. Een luchtafweersirene loeit, maar het bakkeleien gaat door. Na meer dan anderhalf jaar vechten tegen het Russische leger dat honderd kilometer verderop op de linkeroever van de Dnjepr is gestationeerd, kijkt niemand meer op. Toch werden de dag voordien een twintigtal huizen door een bominslag

Hélène Richard is journaliste bij Le Monde diplomatique.

beschadigd in een wijk dicht bij het stadscentrum. Op 1 augustus kwamen zes burgers om bij een raketaanval. Op 13 juni werd een gebouw van negen verdiepingen getroffen. De elf doden rechtvaardigden het bezoek van president Volodymyr Zelensky aan zijn geboortestad. Achter de ogenschijnlijke normaliteit van het dagelijks leven kreunt de stad onder de totale impact van het conflict. Kryvyï Rih werd gebouwd om erts en staal te exporteren en dankt haar eerste hoogovens aan een Franse ingenieur en bankier, Paulin Talabot. Die man kwam investeren in wat in 1880 nog het tsaristische rijk was. Vandaag heeft de blokkade van de Zwarte Zeehavens, waarlangs de productie vroeger ging, de lokale industrieën gedwongen om terug te vallen op duurdere logistieke routes over land en om hun export, die in vrije val is, te verleggen naar Europa. Ook stroomonderbrekingen, die veel voorkomen sinds het Russische leger de energie-infrastructuur begon aan te vallen, remmen de economie af. Volgens de directie van ArcelorMittal Kryvyï Rih (AMKR), de belangrijkste werkgever van de stad met 21.000 werknemers, ‘gebruikt het bedrijf slechts 20 tot 25% van zijn productiecapaciteit’ 1. Aan het einde van de voorbije zomer waren er daar nog maar 12.000 werknemers voltijds van in dienst. De meeste anderen werken nog deeltijds of helemaal niet meer. Op 18 oktober 2023 was bijna 14% van het personeel opgeroepen voor militaire dienst en waren 106 werknemers nog niet teruggekeerd van het front.

Een medische vrijstelling kost 4.000 dollar

Werknemers in grote industriële concerns lopen meer kans om opgeroepen te worden dan de rest van de bevolking. Omdat de propiska – het officiële adres waar een burger staat ingeschreven – niet altijd aangeeft waar mensen daadwerkelijk wonen, “is het voor de militaire politiebureaus gemakkelijker om langs de grote werkgevers te gaan,” zegt Oleksandr Motouz, een advocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht en partner in de lokale afdeling van de Confederatie van Vrije Vakbonden van Oekraïne (KVPU), het op één na grootste vakbondscentrum van het land. Dagvaardingen worden op de werkplek bezorgd. Als een werknemer er geen gehoor aan geeft, kan het politiebureau druk uitoefenen op de werkgever. Na ‘liever niet te antwoorden’ op onze vragen over de samenwerking met de militaire administratie ‘vanwege de oorlogssituatie’, ontkent AMKR dat het bedrijf het leger rechtstreeks helpt bij zijn mobilisatietaken, door specifieke dagvaardingen uit te delen aan zijn werknemers. “De leiding van de vakbond is op de hoogte van pendeldiensten van het bedrijf die werden tegengehouden net buiten de mijnen van DTEK Pavlogradugol, in de Donesk regio,” vervolgt de advocaat. Zelfs de directie van het bedrijf heeft een klacht ingediend.

Het is niet langer ongewoon om in middelgrote steden oorlogsgewonden te zien aan de rand van busstations.

Aan de andere kant hebben werkgevers, waaronder AMKR, de mogelijkheid om managers of gekwalificeerde werknemers in beroepen waar een tekort aan is te ‘reserveren’ (tot een limiet van 50% van het personeelsbestand) en hen zo vrij te stellen van mobilisatie. Hun speelruimte lijkt echter te krimpen door de groeiende behoeften van het leger. Viktor 2 ontving zijn oproep midden augustus. Als voorman bij AMKR was hij eerder ‘gereserveerd’ door het bedrijf. “Ik ben 33, in godsnaam! De leeftijd van Christus. Als ik de 34 haal, kan ik een lang leven tegemoet zien.” Nog steeds ingepakt, op de achterbank van zijn auto, liggen het vloermatje, de slaapzak en de kaki rugzak die hij van zijn vakbond had gekregen voor hij naar het front vertrok. De dag na de invasie was hij spontaan naar het inschrijvingscentrum gegaan. “Ik heb twee dagen in de rij gestaan. Ze namen me niet aan, maar zeiden dat ze me zouden terugbellen.” Achttien maanden gingen voorbij. Het enthousiasme ook. “Vijf van mijn vrienden zijn in 2014 naar de oorlog gegaan en ze zijn allemaal gestorven,” zegt hij met een snik. Nu is het zijn beurt. Met twee gehandicapte vingers, een souvenir van een vechtpartij uit zijn tijd als ‘bandiet’, had hij vrijstelling kunnen krijgen. Maar de legerarts eiste 4.000 dollar om hem een certificaat van ongeschiktheid te geven. “Onder ons spraken we altijd over ‘moeder corruptie’. Ze heeft me in het verleden gered; ik heb een veroordeling kunnen ontlopen. Maar ik heb mezelf het volgende principe opgelegd: als ik word opgeroepen voor de oorlog, dan ga ik.”

De rijen voor de wervingsbureaus zijn verdwenen. Iedereen weet nu hoe het dagelijkse leven van een soldaat eruitziet. Op busstations in middelgrote steden is het niet langer ongewoon om oorlogsgewonden tegen te komen. Families blijven voortdurend in contact met het front. Een constante stroom van beelden komt binnen op hun mobiele telefoons, blijkbaar zonder veel hiërarchische censuur. Dacha, een lerares Engels in Kryvyï Rih, kan niet meer slapen na acht dagen zonder nieuws over haar zoon van 31 jaar. In de video die ze ons laat zien, filmt hij het puin van een gebouw, en geeft hij ironisch commentaar op de omgeving waarin hij die dag zijn verjaardag viert. Volgens VS-functionarissen, die op voorwaarde van anonimiteit door de New York Times werden geciteerd, had de oorlog midden augustus aan Oekraïense kant 70.000 levens geëist en werden 120.000 mensen ernstig verwond 3. Protesten verspreiden zich als lopende vuurtjes. Ze doen dat op sociale netwerken en, verrassender nog, in de rechtbanken. Meester Motouz heeft een nieuw soort petities op zijn kantoor zien binnenstromen: die van soldaten. Problemen met de uitbetaling van de soldij kapen een groot deel van zijn rechtszaken. In juli 2022 nam de Rada (het Oekraïense parlement) een wet aan die de verplichting van werkgevers afschafte om de lonen van werknemers die aan het front dienen op peil te houden. Je leven riskeren en zwoegen in de loopgraven voor minder geld dan wat je achter het front verdiende, is niet iets wat goed valt bij soldaten, vooral niet bij geschoolde arbeiders die vroeger een fatsoenlijke boterham verdienden. Het loon van 20.000 hryvnias (ongeveer 500 euro) is niet altijd genoeg om een lening terug te betalen of om alimentatiegeld af te staan. “Vrijwilligers die zichzelf hebben aangegeven op militaire politiebureaus voelen zich bedrogen,” legt de advocaat uit. Van de meer dan honderd verzoeken om doorbetaling van loon hebben we drie zaken gratis verdedigd, in de hoop er een precedent mee te scheppen. Maar begin augustus werd die claim verworpen door een uitspraak van het Hooggerechtshof. De groeiende kloof tussen het front en de rest van de samenleving draagt bij aan de wrevel van de soldaten. Ze zijn almaar minder geneigd om zich op te offeren voor hun land wanneer het leven achter het front weer normaal lijkt te worden. “Bij het begin van de oorlog was de samenleving heel hecht, maar nu is ze in tweeën gesplitst: er zijn zij die iemand aan het front hebben en zij die dat niet hebben,” klaagt Dacha. “Als ik jonge mensen foto’s van hun vakantie zie posten op sociale netwerken, word ik boos. Mijn zoon heeft zich op 24 februari meteen aangemeld. Maar de jongens zijn uitgeput. De regering beloofde een wet goed te keuren die de demobilisatie na achttien maanden zou toestaan, maar daar wachten we nog steeds op…”

In juli 2022 nam de Rada (het Oekraïense parlement) een wet aan die de verplichting van werkgevers afschafte om de lonen van werknemers aan het front te betalen.

Terwijl de oorlog en het economisch overleven de aandacht van de bevolking opeisen, speelt er zich in alle stilte een ontmanteling van sociale rechten af. In juli 2022 stemden parlementsleden voor een ontwerptekst die bedrijfs-cao’s opschort en werkgevers alle ruimte geeft om de arbeidsvoorwaarden eenzijdig te veranderen 4. Als de werknemer weigert, kan de werkgever hem ontslaan zonder opzegtermijn of instemming van de vakbond. Daarnaast werd op 17 augustus 2022 een wet door de Oekraïense president geratificeerd die een speciale wettelijke regeling invoert voor werknemers van kleine en middelgrote ondernemingen (70% van de beroepsbevolking van het land). Wanneer het aantal werknemers minder dan 250 bedraagt, wordt voortaan in onderling overleg onderhandeld over de arbeidsvoorwaarden – van loon tot vakantie en werktijden – en is ontslag onbeperkt toegestaan (afgezien van de verplichting om een vergoeding te betalen die gelijk is aan ten minste de helft van het minimumloon). Een andere tekst introduceert ‘nulurencontracten’. “Werkgevers profiteren van voordelen zonder dat in de wet wordt gespecificeerd op welke manier ze verband houden met de impact van het conflict op het bedrijfsleven,” klaagt meester Motouz. “Van de regio Zaporijia, waar de gevechten woeden, tot Transkarpatië, dat gespaard is gebleven, gelden dezelfde regels. Dat verraadt duidelijk de asociale bedoelingen van de regering.”

Openbaar Ministerie viseert belangrijkste vakbondscentrum

Onder druk van de vakbonden en hun internationale medestanders 5, evenals door de protesten van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), werd de regering gedwongen om de toepassing van deze teksten te beperken tot de duur van het conflict. “Het einde van de oorlog betekent het herstel van de grenzen van 1991. En dat zal niet voor morgen zijn. Deze wetgeving is er om te blijven,” stelt meester Motouz. Andere hervormingen, die al op de tekentafel lagen, hebben een nieuwe rechtvaardiging gevonden in het conflict. Bijvoorbeeld de liquidatie van het sociale verzekeringsfonds en de overdracht van zijn opdrachten naar het pensioenfonds. Galina Tretiakova, een parlementslid dat deel uitmaakt van de presidentiële meerderheid, was de drijvende kracht achter deze hervorming. Ze vond dat ‘we onze economie niet mochten laten leegbloeden in oorlogstijd’. Deze beslissing is echter het eindpunt van een opzettelijk gecreëerde crisis in de financiering van het fonds in 2016: het deel van de socialezekerheidsbijdragen dat eraan wordt toegewezen, is toen verlaagd van 14% naar 9% en de bijdragen zelf zijn gehalveerd. Al in januari 2020 riep mevrouw Tretiakova op tot de ‘desocialisering van de sociale zekerheid’. Ze pleitte ervoor de markt open te stellen voor particuliere verzekeraars 6.

Het belangrijkste vakbondscentrum van het land, dat in het vizier ligt van het Openbaar Ministerie, is niet gespaard gebleven. Met een ledenaantal van negen miljoen vóór het conflict is de Federatie van Oekraïense Vakbonden (FPU) nochtans geen sterke tegenmacht van de arbeiders. Ze ontmoedigt immers over het algemeen stakingen in de bedrijven waar ze aanwezig is en voert een redelijk conflictvrije sociale dialoog. Daarnaast beheert ze, samen met de werkgevers, de sociale dienst van grote bedrijven 7. Maar voor de huidige regering volstaat dat niet. Te midden van dit conflict lijkt het Openbaar Ministerie op het punt te staan de knoop te willen doorhakken in een juridische strijd die al drie decennia aansleept. Het geschil tussen de staat en de vakbondsfederatie gaat terug tot de jaren 1990. Toen de USSR uiteenviel, werd de Oekraïense tak van de Sovjetvakbond ook onafhankelijk van Moskou. De FPU richtte meteen twee commerciële naamloze vennootschappen op die de eigendomsrechten registreerden op de sanatoria, vakantiecentra en vrijetijdscentra die ze eerder in Oekraïne had beheerd. Vanaf 1997 probeerde de staat via het Openbaar Ministerie deze procedure nietig te laten verklaren. De regering wil deze activa door de rechter laten erkennen als staatseigendom. Op een paar uitzonderingen na liep dat uit op een sisser. De UPF kreeg zelfs een gunstige uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het Hof oordeelde dat de Oekraïense staat (die de activa onmiddellijk opnieuw wilde privatiseren) niet had aangetoond welke voordelen het publiek zou hebben bij die hernationalisering 8.

Het leger is grotendeels afhankelijk van particuliere donaties

Het offensief van de regering heeft zich nu gericht op het strafrecht. De nummer twee van de UPF, Volodymyr Saenko, zit al tien maanden in voorarrest op beschuldiging van ‘verduistering op bijzonder grote schaal of in het kader van een georganiseerde groep’. Van de vijfitg vestigingen van de UPF zijn er ongeveer veertig in beslag genomen, waaronder het emblematische Huis van Vakbonden op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev. Nu de UPF veel locaties op de Krim is kwijtgeraakt sinds de annexatie van het schiereiland, is men de vakbondsunie aan het beroven van een vastgoedportefeuille die, vóór de Covid pandemie, tussen de 50 en 60% van haar financiële middelen opleverde. Om nog maar te zwijgen van het feit dat het ledenaantal – en dus de lidmaatschapsbijdragen – gekelderd zijn als gevolg van de stijgende werkloosheid en de economische crisis. Een faillissement dreigt. Het bestuur van de UPF begrijpt de regeringsbeslissing niet, te meer omdat het zijn vestigingen heeft opengesteld voor mensen die ontheemd zijn geraakt door de gevechten. Volgens een intern document gaat het tijdens de eerste negen maanden van de oorlog om meer dan twintigduizend mensen, waaronder drieduizend kinderen. Ondanks de verslechterende financiën neemt de UPF nog steeds mensen op. Ze vreest dat de juridische procedures een einde zullen maken aan de rehabilitatieprogramma’s die ze ondertussen ook heeft opgezet voor oorlogsgewonden. “Dit beleid is absurd in oorlogstijd en zal ons vermogen om ons te verzetten tegen de toekomstige liberale hervormingen van de regering blijvend verzwakken,” betreurt Dmitro Dovhanenko, de verantwoordelijke manager voor de eigendommen van de UPF. “Onbegrijpelijk dat dit soort dingen gebeurt in een tijd waarin de behoeften van de bevolking op het gebied van gezondheidszorg en sociale steun exploderen.”

Ongeveer veertig vestigingen van de Federatie van Oekraïense Vakbonden werden in beslag genomen, waaronder het emblematische Huis van de Vakbonden

Valentin heeft moeite om in de auto te stappen. Hij houdt zijn krukken in één hand en glijdt zijn stijve benen moeizaam het voertuig in. We hebben hem net ontmoet op een laan in Khmelnytskyï, een middelgrote stad 300 kilometer ten westen van Kiev, waar we onbewust aan het wachten waren op dezelfde chauffeur van BlaBlaCar. Door het stilgevallen luchtverkeer en de zeeblokkade zijn de spoorlijnen verzadigd met goederenverkeer. Samen met privébusdiensten is de BlaBlaCar-app voor autodelen een van de populairste manieren geworden om je door het land te verplaatsen. De 24-jarige Valentin overleefde een explosie aan het front. Of het een drone was of een van die mijnen die de vijand nu met raketten her en der rondstrooit, kan hij niet zeggen. Het tuig trof een kleine groep die oprukte naar de vijandelijke linies: zeven gewonden, één dode. Na negentien operaties ontkwam Valentin ternauwernood aan een amputatie. Zijn botten worden bij elkaar gehouden door indrukwekkende metalen staven die door zijn scheenbeen en dijbeen lopen. Zijn kuiten zijn nog steeds doorzeefd met inslagen. Net als veel andere voormalige soldaten heeft Valentin een advocaat in de arm genomen om hem te helpen met de administratieve formaliteiten. Voorlopig probeert hij erkenning te krijgen voor zijn status als invalide van groep drie. Dat statuut zou hem recht geven op het hoogste pensioen. Hij hoopt ook de premies te krijgen die de staat belooft voor ‘dienst in een actieve gevechtszone’. Die premie bedraagt 2.500 dollar per maand. Hij is opgenomen in een revalidatiecentrum in de hoofdstad, dat hij soms in het weekend verlaat om zijn vrouw te bezoeken. Zij is met ouderschapsverlof en heeft een kind van anderhalf. Ze verblijven allebei in Khmelnytskyï. Valentin heeft een deel van zijn medische kosten voor de behandeling van zijn verwondingen zelf moeten betalen.

Evgueni Mikaïliouk, die oorspronkelijk uit Kryvyï Rih komt, kan zich geen advocaat veroorloven, maar kampt met vergelijkbare problemen. Hij plaatste een video op zijn Facebookpagina waarin hij de behandeling die hij kreeg aan de kaak stelt. Gekleed in camouflage-uniform en met opgespelde medailles, eist hij zijn demobilisatie op. De jongeman lijdt aan epileptische aanvallen. De gevechten hebben hem hersenschuddingen opgeleverd die teruggaan tot 2014, toen hij vocht tegen separatistische opstandelingen in de Donbassregio. Hij was in coma geraakt toen een militaire arts hem een verkeerde behandeling gaf en zeven dagen in het ziekenhuis werd opgenomen. Hij keerde daarna naar huis terug, maar meldde zich te laat weer aan bij zijn eenheid. Om een gevangenisstraf van vijf jaar wegens desertie te vermijden, moest hij met spoed terug naar een veldhospitaal waar hij, naar eigen zeggen, lag weg te rotten. “Ik dacht dat ik vocht tegen de geest van de Sovjet-Unie, maar ik leef er middenin,” zegt hij in een boze voicemail. “Velen van ons zitten hier vast, beroofd van alle rechten. We zijn slaven van de staat geworden.”

Het leger is grotendeels afhankelijk van donaties van particulieren om zijn soldaten uit te rusten: van verbanddozen tot kogelvrije vesten, van helmen tot drones.

Om zowel interne als externe redenen benadrukt Zelensky zijn compromisloze strijd tegen corruptie en smeergeld. Die corruptieplaag bestond al voor de oorlog 9, maar het conflict heeft het ondraaglijk gemaakt voor de bevolking. Bovendien eisen buitenlandse donoren, van wie de helft van de nieuwe begroting 10 afhangt, resultaten. Op 11 augustus kondigde de president daarom via Telegram aan dat hij alle regionale hoofden van de rekruteringsbureaus zou ontslaan. Sommige ambtenaren worden er volgens het openbaar ministerie immers van verdacht “burgers te hebben geholpen bij het verkrijgen van een invaliditeitsbewijs of bij het laten erkennen van tijdelijke ongeschiktheid voor de dienst (…) om zo de militaire verplichtingen uit te stellen of te ontlopen”. Het ontslag van de minister van Defensie, Oleksiy Reznikov, volgde op 5 september. Drie dagen eerder werd Ihor Kolomoïsky in voorlopige hechtenis genomen op beschuldiging van fraude en witwassen. Tijdens de presidentsverkiezingen van 2019 werd deze oligarch door de Oekraïense en buitenlandse media voorgesteld als de sponsor van Zelensky.

Er is een ambivalente relatie van samenwerking en wantrouwen ontstaan tussen de staat en de bevolking. Het leger is sterk afhankelijk van donaties van particulieren om zijn soldaten uit te rusten. Dat gaat van EHBO-kits en kogelvrije vesten, tot helmen en drones. Vakbonden, vrijwilligersverenigingen en ad hoc WhatsApp-groepen organiseren inzamelingen van geld en uitrusting, soms op grote schaal. De vereniging Victory Drones heeft bijvoorbeeld 28.000 mensen opgeleid om de vliegende tuigen te besturen (vergeleken met 10.000 die door het leger zijn opgeleid) en haar vrijwilligers brengen ze naar de frontlinie 11. Yuri Loutsiouk, een aannemer in Khmelnytskyï, heeft voor duizenden euro’s aan uitrusting gefinancierd. “We moeten alles terugwinnen, ook de Krim. Dat is het makkelijkste doel om te bereiken: we hoeven alleen maar de landbrug te vernietigen om de toevoer te blokkeren,” legt Yuri Loutsiouk uit, terwijl hij toegeeft dat hij zijn zoon heeft verboden om zich aan te melden en dat hij ook heeft geprobeerd zijn ondernemersvrienden ervan te weerhouden zich aan te melden. Ik heb hen gezegd: “Als jij sterft, wie houdt dan het land drijvende? Wie zal de economie weer opbouwen? Het zijn de meest vaderlandslievende mensen die sterven. In dit tempo blijft er niemand over om het systeem te veranderen.” Deze gulle gever kan op niet veel vertrouwen van de autoriteiten rekenen.

In 2014, toen we hem voor het eerst ontmoetten voor het centrale politiebureau van de stad, was hij omringd door ‘zijn’ militie: een dozijn jonge mannen in paramilitair uniform 12. Zijn zelfverklaarde doel: zijn spierballen laten zien door alle instellingen van de stad een voor een te bezoeken ‘om de revolutie tot het einde toe uit te dragen.’ Dat gebeurde op een moment dat de voormalige president Janoekovitsj net ten val was gebracht en het Oekraïense leger zijn manschappen uitstuurde tegen de pro-Russische opstand in de Donbass. Bij de Russische invasie van februari 2022 probeerde hij terug in actie te komen en verzamelde hij driehonderd vrijwilligers om zich heen. Na vier en een half uur ondervraging door de inlichtingendienst (SBU) met behulp van een leugendetector werd zijn aanvraag om de groep te registreren als een territoriaal verdedigingsbataljon afgewezen. Deze gewapende groepen burgers, ter ondersteuning van het officiële leger, vormen zich dan maar in alle grote steden van het land in afwachting van mogelijke straatgevechten. “Ze beschuldigden me ervan dat ik de regering in Khmelnytskyï wilde omverwerpen,” zegt hij met een glimlach in de cafetaria van zijn Audi-dealer, waar zijn auto tijdens ons interview een smeerbeurt krijgt. “Er is niets veranderd sinds 2014. Het is zelfs erger: we leven nu onder een digitale dictatuur!”

De vereniging Victory Drones heeft bijvoorbeeld 28.000 mensen getraind in het gebruik van de onbemande vliegtuigjes (vergeleken met 10.000 getraind door het leger).

Voor Zelensky zal de toekomstige staat vrij zijn van indringers, van stoffige, protectionistische wetgeving, en zal hij online evolueren. Net als negentien miljoen Oekraïners heeft Loutsiouk de nieuwe DIIA-applicatie op zijn mobiele telefoon geïnstalleerd. Het project, dat in 2020 werd gelanceerd door het nieuwe ministerie van Digitale Transformatie, is de trots van de overheid. Paspoorten, rijbewijzen, belastingaangiften, boetes: alle identiteits- en administratieve documenten worden er gecentraliseerd. In slechts een paar klikken kunnen aangesloten burgers een bedrijf laten registreren, hulp aanvragen voor de wederopbouw van hun gebombardeerde huis, de aanwezigheid van Russische troepen melden, de status van binnenlands ontheemde verkrijgen, enzovoort. In totaal gaat het om honderdtwintig overheidsdiensten die volgens de regering daardoor het aantal ambtenaren met 10% kunnen verminderen. “Zelfs gerechtelijke uitspraken zijn daarop terug te vinden,” zegt Loutsiouk verontwaardigd terwijl hij door een aantal pagina’s met uitspraken bladert: politieke represaille, als je het hem vraagt! De betrokkenheid van burgers bij het leger lijkt af te nemen door de economische crisis en de bagatellisering van het conflict. Dit gaat gepaard met een zeker pessimisme over de militaire vooruitzichten. “Vrienden aan het front vertellen ons dat we niet genoeg soldaten of munitie hebben,” zegt Nazar Baranov, die een hotel runt in Khmelnytskyï. In de lobby van zijn hotel staan drie pakken met ongeveer vijftig blikjes energiedrank te wachten om te worden meegenomen door het konvooi dat twee keer per maand donaties voor het front ophaalt. “Demografisch gezien is Rusland superieur aan ons. Iedereen heeft het over de Amerikaanse F-16 vliegtuigen, maar die zullen het verloop van de oorlog niet veranderen.” Dus moeten jullie met Rusland onderhandelen? Hij schudt zijn hoofd. “Na zoveel slachtoffers is een compromis niet meer mogelijk. We kunnen alleen rekenen op de dood van Poetin.”

8% van de respondenten is bereid om concessies te doen aan Rusland

Volgens een recente peiling zei 30% van de ondervraagden dat ze ‘koste wat het kost een einde aan de oorlog willen maken’. Gevraagd naar aanvaardbare concessies in een onderhandeling, verwierpen de meeste van deze respondenten echter elk van de voorgestelde opties: slechts 23% was bereid de vijandelijkheden te staken ondanks de bezetting van een deel van het grondgebied; 13% overwoog territoriale concessies; respectievelijk 28% en 27% zou kunnen afzien van integratie in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) of de Europese Unie. Tot slot is slechts 8% van de respondenten bereid territoriale of politieke concessies te doen om vrede te winnen van Rusland. Ondanks de oorlog blijft Oekraïne een land waar de meningsuiting redelijk vrij is. Op straat zijn politiecontroles zeldzaam. De bevolking spreekt zonder angst met buitenlandse journalisten, ook om kritiek te leveren op de regering, op de incompetentie van haar functionarissen en op de corruptie. Toch is Oekraïne geen gewone democratie meer. Alle televisiestations zenden hetzelfde rustgevende nieuwsprogramma uit, waarin de nadruk ligt op de Oekraïense vorderingen op het terrein, op de nieuwe uitrusting die het leger heeft gekregen en op de Russische aanvallen op burgerdoelen.

Het wetboek van strafrecht is uitgebreid met een nieuw artikel, 436-2. Dat artikel maakt ‘het rechtvaardigen, legitimeren of ontkennen van de gewapende agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne of het verheerlijken van de deelnemers daaraan’ strafbaar. Die kwalificatie laat veel ruimte voor interpretatie. Naast daden van collaboratie bestraft de wetgeving nu ook meningen. Volgens cijfers op de website van de procureur-generaal zijn er sinds het begin van de oorlog om deze reden 2.471 zaken geopend. Vladimir Tchemeris heeft hier bittere ervaringen mee. Als voormalig Sovjetdissident en activist voor de Oekraïense onafhankelijkheid heeft hij de afgelopen jaren de straffeloosheid aan de kaak gesteld van extreemrechtse groeperingen die zich schuldig hebben gemaakt aan mishandelingen en moorden, terwijl hij pleitte voor verzoening met Rusland. Ten tijde van de invasie riep hij op tot onmiddellijke onderhandelingen met de agressor. Op 19 juli 2022 leidde deze defaitistische houding tot een hardhandige huiszoeking door de SBU, waarbij hij verschillende ribben brak. De zaak tegen hem loopt nog steeds. “Natuurlijk kun je kritiek hebben op Zelensky, maar je verzetten tegen de strategische richting die het land inslaat, is onvoorstelbaar geworden,” vertelt hij ons vanuit zijn flat in een woontoren in Kiev, waar hij vecht tegen leukemie en in isolatie woont met zijn vrouw.

Oorspronkelijk gepubliceerd in Le Monde diplomatique, november 2023. Volgens de overeenkomst die LMD en Lava in 2022 aangingen, herneemt Lava drie keer per maand een artikel in het Nederlands.

Footnotes

  1. Schriftelijke antwoorden van de directie van het bedrijf, 10 augustus 2023.
  2. Voor degenen die om anonimiteit hebben gevraagd, wordt alleen een (gewijzigde) voornaam gegeven.
  3. Troop deaths and injuries in Ukraine war near 500,000, U.S. officials say’, The New York Times, 18 augustus 2023.
  4. Lees Pierre Rimbert, ‘L’Ukraine et ses faux amis’, Le Monde diplomatique, oktober 2022.
  5. ITUC & ETUC letter to the European Commission and European Council regarding law 5371 on workers’ rights in Ukraine », 24 augustus 2022. Beschikbaar op de website van het Europees Verbond van Vakverenigingen.
  6. Serhiy Guz, ‘Hervorming van de sociale zekerheid in Oekraïne. Waarom vernietigen wat werkte’ (in het Russisch), Open Democratie, 11 oktober 2022.
  7. Denys Gorbach, ‘Underground waterlines : Explaining political quiescence of Ukrainian labor unions », Focaal, n° 84, Nijmegen (Nederland), 2019.
  8. Case of Batkivska Turbota v. Ukraine (no 5876/15)’, 9 oktober 2018.
  9. Lees Sébastien Gobert, ‘Vaine réforme policière à Kiev’, Le Monde diplomatique, juni 2018.
  10. Ben Aris, ‘Ukraine releases 2024 budget plan, more spending on military, but raising enough funding will be tough’, bne IntelliNews, Berlijn, 28 september 2023.
  11. Volgens onderzoekster Sarah-Masha Fainberg, van het Elromcentre in Tel-Aviv, interview van France Info, 14 september 2023.
  12. Lees « Dilemme pour les “miliciens ukrainiens” », Le Monde diplomatique, septembre 2014.