Artikels

“We hebben acties nodig die laten zien dat de werkende klasse woedend is”

In Frankrijk wekt het uitstel van de wettelijke pensioenleeftijd grote woede op en kennen de vakbondsmobilisaties een massaal en historisch succes. Alle vakbonden zijn verenigd om te voorkomen dat Emmanuel Macron zijn asociale hervorming oplegt.

Alexandros Michailidis | Shutterstock

Adrian Thomas. Kun je eerst jezelf en je vakbondscentrale voorstellen?

Sébastien Menesplier. Ik ben ketelmaker-loodgieter-elektromechanicus. Ik werkte van 1994 tot 2003 bij EDF (Électricité de France) in de kerncentrale van Blaye, bij Bordeaux, voordat ik gedetacheerd werd als voorzitter van de vakbondsdelegatie en vervolgens vrijgestelde werd voor de Fédération nationale des mines et de l’énergie (FNME). In 2017 werd ik verkozen tot algemeen secretaris van de federatie. De FNME-CGT is de vroegere federatie van ondergrondse arbeiders, d.w.z. hoofdzakelijk mijnwerkers. Ze omvat momenteel bijna alles wat met winning en energie te maken heeft (gas, elektriciteit, kernenergie), en telt 45.000 leden in 150 energieproductie- en distributiebedrijven.1

Sébastien Menesplier is secretaris-generaal van de Fédération nationale des mines et de l’énergie (FNME), een van de meest centrale van de Confédération générale du travail (CGT). Samen met François Duteil schreef hij Le nucléaire par ceux qui le font. Paroles de salariés (Arcane 17).

Hoe vatten we deze hervorming, de problemen en de gevolgen ervan het beste samen?

De hervorming voorziet, voor de gehele wereld van de arbeid, in het opschuiven van de wettelijke pensioenleeftijd van 62 tot 64 jaar en in een verlenging van de bijdrageperiode van 41 tot 43 jaar. Als je op je 26ste begint te werken, moet je tot je 67ste doorwerken om een volledig pensioen te krijgen. Eerder stoppen, op de wettelijke leeftijd van 62 jaar, zou betekenen dat je minder ontvangt. Bij de hervorming gaat het om twee jaar extra bijdragen. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de zware beroepen. Slechts weinig werknemers krijgen een erkenning van zwaar werk en kunnen eerder met pensioen gaan. Het gaat bijvoorbeeld om slechts een kwart van het aantal werknemers in de gas- en elektriciteitssector, hoewel velen van hen zeer zware taken moeten uitvoeren, aangezien zij te allen tijde de stroom moeten (her)aansluiten: ‘s nachts, bij regen, sneeuw of wind. En dan zijn er de werknemers in de kerncentrales die geconfronteerd worden met de gezondheidseffecten van radioactiviteit. Die medewerkers zijn echt versleten op hun 62ste. En dan te bedenken dat de ministers hen bevoorrecht noemen!

Jullie hebben de parlementsleden uit het kamp van Macron behoorlijk laten schrikken toen jullie op humoristische wijze dreigden “energie te zullen besparen”, d.w.z. de elektriciteit naar hun kantoren af te sluiten “als ze de wereld van de arbeid niet willen begrijpen”. Denk je dat dit soort opzienbarende uitspraken een sleutelrol spelen in de krachtsverhouding?

Ja, dat is belangrijk. Onze leden vertellen ons dat marsen op straat niet langer volstaan, we moeten verder gaan. We hebben acties nodig die de aandacht trekken, die directe gevolgen hebben voor de economie van het land en die de beleidsmakers laten zien dat de werkende klasse woedend is. Onze vakbond doet niets anders dan uitdrukking geven aan deze woede. Ministers luisteren niet naar ons en brengen nooit eens een bezoek aan onze werkplekken. De overgrote meerderheid van de samenleving is tegen de hervorming, maar de regering houdt voet bij stuk.

Als je op je 26ste begint te werken, moet je tot je 67ste doorwerken om een volledig pensioen te krijgen.

Adrian Thomas is historicus, gespecialiseerd in vakbondsgeschiedenis. Hij schreef het bekroonde Robert Dussart, une histoire ouvrière des ACEC de Charleroi (Aden, 2021), onderscheiden met de CArCoB 2021 Prijs.

Macron en zijn liberale vrienden kunnen kunnen de mensen via de media “opvoeden” zo veel ze willen, de mensen laten zich niet voor de gek houden. De wereld van de arbeid wil niet meer naar hen luisteren, Macron en consorten zijn in diskrediet gebracht. Onze acties zijn nodig om hen onze vastberadenheid te doen begrijpen. De elektriciteit naar de kantoren van acht parlementsleden van de meerderheid is vorige week onderbroken. Dit zijn symbolische, gerichte en korte onderbrekingen, maximaal één tot twee uur.

Communicatie is een van jullie sterke punten. Vakbondsleden van de FNME hebben onlangs in Robin Hood-stijl gratis elektriciteit en gas geleverd aan ziekenhuizen. Het is een krachtige symbolische boodschap, klassensolidariteit in de sociale strijd?

Deze acties zijn ook symbolisch en zeer populair omdat we, naast de dreiging van deze hervorming, te maken hebben met de stijgende energieprijzen die een zware last vormen voor de huishoudens. Dit kan een vertienvoudiging of meer van de facturen betekenen voor bijvoorbeeld kleine en middelgrote ondernemingen. Deze solidariteitsacties zijn een vorm van klassensolidariteit omdat de FNME-CGT een sociale visie op energie heeft en we de steun van de bevolking nodig hebben als we willen zorgen voor openbare diensten die voor iedereen toegankelijk zijn.

We willen gratis elektriciteit voor ziekenhuizen, maar ook voor kinderdagverblijven, scholen, universiteiten en kwetsbare huishoudens. Veel gezinnen en studenten kunnen zich geen behoorlijke verwarming en verlichting veroorloven, wat onaanvaardbaar en schandelijk is. Wanneer onze medewerkers de elektriciteit op gerichte wijze en tijdelijk gratis maken, tellen zij het verbruik niet en voorkomen ze dus dat dit gefactureerd wordt. Het kan even duren voordat de leverancier het opmerkt, en bovendien is het niet mogelijk de meters daarna nauwkeurig af te lezen.

Het is erg moeilijk om de strijd gedurende langere tijd gaande te houden. Hoe organiseer je vakbondsacties binnen bedrijven, ook als er weinig vakbondsleden zijn?

Het is een echte marathon. Onze vakbondsstrategie is offensief, met een eisenprogramma, om langdurige stakingen in de bedrijven te verankeren. Na elke mobilisatiedag die door het gemeenschappelijk vakbondsfront2 wordt afgekondigd, worden algemene vergaderingen georganiseerd met zo veel mogelijk werknemers om de volgende dag van de blokkade te organiseren. Soms is dit moeilijk, aangezien een staking van acht uur per dag een zware tol eist van de gezinnen van de werknemers. De vakbondstoelage dekt slechts een deel van het dagloon. Werknemers denken tegenwoordig wel twee keer na voordat ze gaan staken, vooral als ze een lening of hypotheek moeten afbetalen.

De elektriciteit naar de kantoren van acht parlementsleden van de meerderheid is vorige week onderbroken. Dit zijn symbolische, gerichte en korte onderbrekingen.

Met de staking willen we de economie ontwrichten. Onze kameraden willen dus eerst goed georganiseerd zijn en weten waar we heen gaan. De vakbonden leiden en coördineren de beweging. Sinds 19 januari zijn er langdurige stakingen, met name in kerncentrales waar bijvoorbeeld het opnieuw opstarten van reactoren wordt verhinderd. Het is een manier om te laten zien dat werknemers de controle hebben over hun eigen werkinstrumenten. De FNME denkt erover na hoe de staking elke dag in zo veel mogelijk bedrijven kan worden voortgezet en over hoe de spoorweg-, haven-, olie- en chemiearbeiders samen massaal en doeltreffend kunnen optreden.

Er is nog veel ruimte voor verbetering. Wat telt, vóór de logica van de grote vakbondsapparaten, die allemaal op dezelfde lijn zitten en de hervorming verwerpen, is de eenheid van de werknemers aan de basis, ongeacht hun etiket. Zij zijn het die een echte krachtsverhouding op basis van duidelijke eisen mogelijk maken. Zonder de massa van de werknemers en gepensioneerden zou het gemeenschappelijke vakbondsfront hol klinken en zou de mobilisatie niet aanslaan. De intelligentie en eenheid van de wereld van de arbeid zijn onze eerste wapens in de strijd. Het is aan ons, vakbondsleden, om ons ervan bewust te zijn dat deze krachtsverhouding moet worden gehandhaafd en versterkt om op de lange termijn stand te houden. Ik denk dat dit de sleutel tot de overwinning is.

Hoe zie je de rol van politieke partijen en de interactie met hen in de strijd?

Hun rol ligt vooral in hun optreden in de Assemblée nationale, waar de volksvertegenwoordigers en senatoren moeten stemmen over elk artikel van de hervorming. De debatten verlopen momenteel zeer onrustig en wij volgen ze op de voet. De verkozenen verspillen veel tijd aan vuilspuiterij. De linkse oppositie3 is zich niettemin bewust van wat er sociaal gezien op het spel staat en is vastbesloten de hervorming punt voor punt te bestrijden en ons te steunen, wat een goed teken is.

Wanneer onze medewerkers de elektriciteit op gerichte wijze en tijdelijk gratis maken, tellen zij het verbruik niet en voorkomen ze dus dat dit gefactureerd wordt.

Maar NUPES (151 van de 577 verkozenen) is in de minderheid, hoewel de “Macronie” geen meerderheid meer heeft (250) en de steun van het verdeelde klassieke rechts (62) nodig zal hebben om de wet erdoorheen te krijgen. We werken goed samen rond het populariseren en mediatiseren van de redenen en leuzen van de staking.4

De mensen gaan massaal de straat op. Velen zijn verrast door het succes van de mobilisatie in kleine steden, die meestal niet te maken krijgen met stakingen. Voel je dat het zogenaamde “Frankrijk van de onderprefecturen” begint te verschuiven? Merk je een “gele hesjes”-effect?

Ja, dat zien we overal, ook daar waar zelden marsen en acties zijn. Het mooie van deze beweging is dat de regering het voor elkaar heeft gekregen om bijna iedereen tot tegenstander te maken (lacht). Macron staat er slecht voor en dreigt een meerderheid van de bevolking voorgoed te verliezen. Ik hoop dat deze bijeenkomst tegen de hervorming tot een nieuwe stand van zaken zal leiden, want ik denk dat deze beweging zal voortduren. Maar ze zal er anders uitzien: de Fransen hebben niet op Macron gestemd omdat ze langer willen werken.

Als de president het democratisch debat omzeilt en zijn wet doordramt, zal er morgen weer een aardverschuiving zijn, vergelijkbaar met het hoofdstuk van de Gele hesjes (2018-2019). Deze zou verder gaan dan de politieke en vakbondsorganisaties en gewelddadiger optreden en zo, al dan niet bewust, en meer uit wanhoop dan uit hoop, de weg effenen voor extreemrechts. Deze vraag wordt in heel Europa gesteld. De vakbonden en de politiek drukken hun stempel op de samenleving en spelen een reële rol bij het doen van voorstellen en het tot stand brengen van veranderingen. Als Macron de bemiddelende instanties en de democratische controles en tegenwichten niet respecteert, dreigt hij het sociaal-politieke klimaat ernstig en ingrijpend te verslechteren.

Sinds 19 januari zijn er langdurige stakingen, met name in kerncentrales waar het opnieuw opstarten van reactoren wordt verhinderd.

Deze vakbeweging is al historisch en wordt vaak vergeleken met de zegevierende stakingen van 1995. De FNME is goed bekend met de geschiedenis, aangezien haar Instituut voor Sociale Geschiedenis (IHSME), voorgezeten door je voorganger François Duteil, op voortreffelijke wijze de vakbondsherinnering promoot, in het bijzonder met de figuur van de “vakbondsminister” Marcel Paul.

Denk je, als iemand met een langetermijnvisie, dat de werkende klasse deze strijd zal winnen?

Ik herinner me de grote stakingen van 1995, toen de industrie drie weken lang stil lag. Als jongeman liet dit een grote indruk na. Elke ochtend kwamen de 500 energiemedewerkers van mijn kerncentrale in een vakbondsvergadering bijeen om te beslissen over de dagelijkse leiding van de beweging, en er was een osmose en een motivatie die ons in staat stelde de overwinning te behalen. Vandaag is het anders wat acties betreft. We zitten eerder in een ritme van wekelijkse blokkades, op oproep van de vakbond, terwijl het in 1995 elke dag algemene staking was, van de werkende klasse en de studenten.

Onze leden vertellen ons dat marsen op straat niet langer volstaan. We hebben acties nodig die directe gevolgen hebben voor de economie van het land.

Maar uiteindelijk is er niet veel nodig om de boel weer in gang te zetten. Er is natuurlijk een geldprobleem dat de mensen angst inboezemt en ontmoedigt om in actie te komen. De vakbonden zijn echter bereid deze beperking op creatieve manieren te overwinnen, zoals ons huidige systeem van stiptheidsacties met tussenpozen, waarmee we de economie van het land onder druk kunnen zetten en de portemonnee van de bazen kunnen pijn doen. Maar het tempo moet worden opgevoerd. Als het bij één staking per week blijft, zoals in de fasen van lichte strijd die we hadden van 2015 tot 2019, lopen we het risico opnieuw in een impasse terecht te komen. Ik ben hoopvol omdat de vakbonden het erover eens lijken te zijn dat het tempo omhoog moet. We zullen er dus naar streven deze krachtsverhouding verder te ontwikkelen. De vooruitzichten zijn veelbelovend!

Footnotes

  1. De Franse tegenhanger van Gazelco-ACOD bij het ABVV en ACV bouw-industrie-energie.
  2. Alle vakbonden, waaronder de zeer grote maar zeer gematigde Confédération française démocratique du travail (CFDT), zijn momenteel tegen de hervorming gekant en gemobiliseerd.
  3. Verenigd in de parlementaire interfractie NUPES, de Nouvelle union populaire écologique et sociale.
  4. Er zijn ook politieke militanten in de bedrijven, zoals de afdeling van Parijse elektriciens en gaswerkers van de Franse Communistische Partij, die zeer betrokken zijn bij de vakbondsstrijd binnen de CGT.