Het debat rond sans-papiers blijft te vaak beperkt tot een discussie tussen extreemrechts, dat de grenzen wil “beschermen”, en humanitair links. Ons migratiebeleid moet mensenrechten beschermen maar humanitarisme schiet daarvoor tekort.
Sans-papiers zijn mensen zonder een geldige verblijfsvergunning. Concreet wil dat zeggen dat het gaat om mensen die via andere dan legale kanalen naar België migreerden, mensen die langer gebleven zijn dan ze volgens hun verblijfsvergunning mochten of mensen wiens asielaanvraag is afgekeurd en die desondanks in België blijven. In totaal gaat het in België om 112.000 mensen, zo blijkt uit een recent onderzoek.1 Ze bezitten geen burgerrechten, ze kunnen geen bankrekening openen, ze hebben geen recht op sociale zekerheid, en ze kunnen elk moment gearresteerd en gedeporteerd worden. Dit is de realiteit van een hele groep mensen sinds 1973.
Deze mensen kunnen ook bijna niet ontsnappen aan dit lot. Sinds 1981 geldt in België een wet op basis waarvan sans-papiers hun statuut zouden kunnen laten regulariseren. De voorwaarden daartoe zijn echter zo vaag en arbitrair dat sans-papiers compleet overgeleverd zijn aan willekeur.
Humanitarisme
De situatie van de sans-papiers leidde tot veel verontwaardiging. Niet alleen van de sans-papiers zelf, maar ook van verschillende middenveldorganisaties. Zeker in de jaren 90 borrelde de woede over deze onmenselijke situatie hoog op. De lont in het kruitvat kwam er nadat op 22 september 1998 enkele rijkswachters de jonge Nigeriaanse vrouw Semira Adamu vermoordden tijdens een gedwongen uitwijzing. Opeens kwam de situatie van duizenden mensen zonder papieren aan het licht. Verschillende organisaties, zoals het Ciré, organiseerden samen met vakbonden en studenten acties om de situatie aan te kaarten. Uiteindelijk zou de paarsgroene regering van Verhofstadt in 1999 maatregelen nemen en ongeveer 38.000 mensen regulariseren.2
Wat opvalt is wel dat zowel deze strijd als de maatregelen van de regering humanitair geïnspireerd waren. Vooral de verhalen van mensen die al jaren in België in een asielprocedure zaten, kwamen naar buiten. Deze mensen zouden door de regularisatiegolf het best geholpen worden. Daarmee was het probleem dus niet opgelost. Het ging maar om een tijdelijke maatregel en hij was alleen gericht op een specifiek deel van de sans-papiers. De actievoerders die niet geregulariseerd geraakten tijdens de regularisatiegolf, waren vaak mensen die niet meer in een asielprocedure zaten. Zij ervaarden die situatie alsof zij het niet waard waren, en bekritiseerden de paternalistische ondertoon van de maatregel. Maar waarom werden zoveel mensen in die onzekere situatie achtergelaten? Volgens Mohamed, een activist die niet geregulariseerd geraakte, ligt het antwoord op die vraag bij ons economisch systeem.
Migratie en Kapitalisme
Om winsten te verhogen, bestaan er verschillende dynamieken in het kapitalisme. Een daarvan is de vorming van een industrieel reserveleger van werkloze arbeiders. Marx analyseerde al dat het bestaan van een groot aantal werkloze arbeiders de competitie onder de werkende klasse vergroot. Als er voor elke werkende mens altijd een werkloze klaarstaat om hem te vervangen, dan staat de kapitalist veel sterker om slechtere arbeidsvoorwaarden op te leggen. Het is ook in dat oogpunt dat de golf van arbeidsmigratie na de Tweede Wereldoorlog bekeken dient te worden. Het aantal werklozen in België daalde en de vraag naar arbeidskrachten steeg enorm.
Het statuut van de sans-papiers brengt niet alleen enorme onzekerheid voor henzelf, het verhoogt ook de concurrentie onder de werkende mensen
Dat zou veranderen in de jaren 70. De economische crisis trof ook België en na verloop van tijd steeg de werkloosheidsgraad. Tot overmaat van “ramp” geraakten veel gastarbeiders ook in toenemende mate gesyndikeerd, wat het systeem van arbeidsmigratie minder aantrekkelijk maakte. Dit is, niet toevallig, de periode van de zogenaamde migratiestop. In tegenstelling tot wat de naam deed uitschijnen was het niet de bedoeling om migratie te stoppen. Wat wel moest gebeuren was het (grotendeels) stopzetten van georganiseerde arbeidsmigratie. Daarnaast, en mogelijks nog belangrijker, criminaliseerde de migratiestop ook alle irreguliere (arbeids-)migratie. Tijdens de voorgaande jaren migreerden er namelijk veel mensen via officieuze kanalen naar België. Ze vonden hier relatief gemakkelijk werk en konden hun situatie regulariseren. Na de migratiestop werd dat bijna onmogelijk en werden veel officiële kanalen voor arbeidsmigratie ook afgesloten. Irreguliere migranten maakten vanaf dan niet alleen amper kans om hun statuut te regulariseren, ze liepen nu ook het risico om uitgezet te worden.
Op die manier werd er eigenlijk een soort tweede industriële reserveleger gecreëerd. Er waren namelijk nog steeds duizenden arbeidsmigranten, maar nu hadden zij geen recht op sociale zekerheid, op vereniging in de vakbond, op een verzekering. Het risico op uitzetting maakt veel sans-papiers dan ook monddood. Op die manier is er een hele groep arbeiders die werkzaam zijn in de bouw, de horeca en de poetssector, die gebruikt kunnen worden om de concurrentie onder arbeiders in die sectoren te vergroten. Veel werkgevers maakten handig gebruik van deze sans-papiers. Dat was bijna-gratis arbeid en de risico’s waren nagenoeg onbestaande. Deze dynamiek omschrijft migratie-historica Sara Cosemans als de introductie van het neoliberalisme in de migratiewetgeving. De kern daarvan is dat buitenlandse arbeid als iets positief gezien wordt, terwijl het verstrekken van burgerrechten aan buitenlanders uit den boze is.3 Die gedachte beheerst al sinds de jaren 70 het Belgische migratiebeleid.
“Wij zijn arbeiders zonder papieren”
De paternalistische ondertoon van de regularisatiegolf van 2000 en het feit dat veel sans-papiers veroordeeld bleven tot dat tweede reserveleger, zorgden voor veel frustraties. In 2005 zou dat resulteren in de oprichting van de Union pour la défence des sans-papiers, of kortweg UDEP. Er waren een paar grote verschillen met de situatie van enkele jaren eerder. Niet alleen kwam het initiatief nu van de mensen zonder papieren zelf, de insteek was ook anders. UDEP wilde zich niet laten verdelen tussen mensen die in een asielprocedure zaten, en sans-papiers die niet in die situatie zaten. Zij wilden geen humanitaire, maar een klasse-insteek.
In een interview vertelt medeoprichter Ali Guissé ook waarom dat zo belangrijk was. UDEP richtte zich meteen op de strijd tegen zwartwerk en voor sociale rechten. De insteek was dan ook dat de strijd tegen zwartwerk een positief verhaal was voor de gehele Belgische werkende klasse, omdat ze onder andere de concurrentie tussen de arbeiders zou verminderen. Daarom werd vanaf het begin intens toenadering gezocht tot de Belgische vakbonden, en bezochten actievoerders van UDEP bijvoorbeeld piketten op de luchthaven van Zaventem.
Wij zijn niet alleen mensen zonder papieren, maar vooral ook arbeiders zonder papieren
In samenwerking met de vakbonden, middenveldorganisaties als het Ciré en de advocaten van Progress Lawyers Network, stelde UDEP een wetsvoorstel op. Daarmee wilden ze een wet introduceren die de willekeur zou wegnemen uit de regulariseringsprocedure.4 Daarnaast valt ook op dat het wetsvoorstel niet enkel gericht was op mensen die in een asielprocedure zaten, maar ook en vooral op mensen die in België werken. “Wij zijn niet alleen mensen, maar vooral ook arbeiders zonder papieren”, vatte Ali Guissé hun situatie samen.
De strijd van UDEP zou lonen: in de periode 2009-2011 vonden ongeveer 26.000 humane regularisaties plaats.5 Niettemin kwam de UDEP-wet zelf er niet door. Voor de overgrote meerderheid van de sans-papiers is er dus geen duurzame oplossing gevonden. Zij leven nog steeds in de allergrootste onzekerheid. Sinds 2009 zijn er dan ook verschillende acties ondernomen. Veelal met hetzelfde doel en eenzelfde insteek: een wetswijziging om de situatie van duizenden werknemers zonder papieren te regulariseren. Vorig jaar geraakte het burgerinitiatief In My Name nog in de Kamer nadat duizenden mensen hun oproep hadden gesteund om een wet goed te keuren die exact dat deed wat al sinds 2009 geprobeerd wordt: de willekeur wegnemen uit de regularisatieprocedure. Ondanks de steun van de straat kwam de wet er nog niet door. De strijd voor de rechten van sans-papiers en tegen sociale dumping is dus nog lang niet gestreden.
Strijd van sans-papiers is een zaak van de hele werkende klasse
De situatie van de sans-papiers in België is schrijnend, moderne slavernij kan je het noemen. Over de oorzaken van migratie valt nog veel meer te zeggen dan hier is aangehaald. Als er echter één ding duidelijk is over de situatie van sans-papiers in België vandaag, is het toch dat een humanitaire visie niet toereikend is. De sans-papiers zijn deel van de Belgische werkende klasse. Elke dag dragen duizenden sans-papiers bij aan de Belgische samenleving: als bouwvakkers, poetspersoneel, technici, etc. Ze werken soms tot 16 uur per dag, voor de allerlaagste lonen, en toch hebben ze geen rechten. Hun statuut, dat bewust gecreëerd en in stand gehouden wordt, brengt niet alleen enorme onzekerheid met zich mee, maar verhoogt ook de concurrentie onder de werknemers. Daarom is het essentieel om solidair te zijn met de strijd van de arbeiders zonder papieren.
Dit artikel verschijnt in de jongerenrubriek Magma van Lava Media. Hier vind je al de artikels verschenen in die rubriek: https://lavamedia.be/category/articles-nl/magma/
Footnotes
- Dries De Smet, ‘Alle sans-papiers in België samen vormen een stad zo groot als Brugge’, De Standaard, 12 april 2023, sec. Binnenland, https://www.standaard.be/cnt/dmf20230411_96637282.
- Martin Baldwin-Edwards en Albert Kraler, Regine: Regularisations in Europe. (Amsterdam: Pallas, 2009), 193.
- Sara Cosemans, ‘Undesirable British East African Asians. Nationality, Statelessness, and Refugeehood after Empire’, Immigrants & Minorities 40, nr. 1-2 (4 mei 2022): 210-39, https://doi.org/10.1080/02619288.2021.1967752.
- 6 PROGRESS Lawyers Network, Migratiebeleid, regularisatie en respect voor de fundamentele rechten: syllabus, Politique d’immigration, régularisation et droits fondamentaux: syllabus, PROGRESS Lawyers Network (Antwerpen) [aut]. (Antwerpen: Jespers, 2006), 177–93.
- ‘Jaarverslag migratie 2011’, Myria, geraadpleegd 28 mei 2023, https://www.myria.be/nl/publicaties/jaarverslag-migratie-2011.