De sancties tegen Rusland bevorderen de versnippering van de wereldeconomie. Het mondiale Zuiden keert zich af.

De internationale economische ordening bevindt zich sinds het begin van de jaren 2010 in een crisissituatie. Strafmaatregelen op handelsvlak, de crisis van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de gevolgen van de coronapandemie voor de internationale toeleveringsketens en, meest recentelijk, de aanval van Rusland op Oekraïne en de westerse sancties bedreigen het kapitalistisch economisch wereldsysteem in zijn huidige vorm.
Westerse grootmachten grijpen de oorlog in Oekraïne aan om de internationale economische betrekkingen fundamenteel te veranderen.
De landen van de westerse “triade” (VS, Japan, West-Europa) grijpen de oorlog in Oekraïne aan om campagne te voeren voor een fundamentele verandering in de internationale economische betrekkingen. Die moeten — net als ten tijde van de Koude Oorlog — op een bipolaire bloklogica gericht worden, ditmaal onder het motto “democratieën tegen autocratieën”. Janet Yellen, minister van Financiën van de VS en voormalig voorzitter van de Federal Reserve, heeft tijdens een bijeenkomst van de Atlantic Council op 13 april 2022 opgeroepen tot een heroriëntering van het internationale handels- en financiële stelsel. Het zou niet langer om “eerlijke” maar om “veilige” handel gaan, wat niets anders betekent dan het ondergeschikt maken van de internationale economische betrekkingen aan de militaire logica. In dit verband sprak zij van “friendshoring” (in een variant op de term offshoring).1 In Duitsland spreekt men van een “op waarden gebaseerd handelsbeleid”.2 Dit is natuurlijk een eufemisme, want in de internationale betrekkingen zijn ‘vriendschappen’ niet noodzakelijk ook ‘op waarden gebaseerd’.
Op waarden gebaseerde internationalisering
Een van onze “vrienden” is bijvoorbeeld NAVO-lid Turkije, dat de mensenrechten schaamteloos aan zijn laars lapt, aanvalsoorlogen voert en de Koerdische minderheid onderdrukt. EU-Commissievoorzitster Ursula von der Leyen presteert het om te spreken van “partners die dezelfde ideeën delen”, terwijl zij tegelijkertijd “energiepartnerschappen” zoekt met autocratieën als Azerbeidzjan, Egypte en Qatar. VS-president Biden maakte in juli een reis naar Saoedi-Arabië, waarvan de leiders een onwelgevallige journalist hebben laten vermoorden en verantwoordelijk zijn voor een rampzalige aanvalsoorlog tegen Jemen.
De “herdefiniëring” van de internationale economische betrekkingen staat al langer op de agenda dan sinds het begin van de oorlog op 24 februari. Toen na de economische crisis van 2008/2009 duidelijk werd dat met China een machtige internationale speler met een eigen agenda het internationale toneel had betreden, luidde het Westen het einde in van de “op regels gebaseerde” internationale economische betrekkingen: “Ten laatste sinds de wereldwijde economische en financiële crisis is China gestopt met het afstemmen van zijn economisch systeem op het westerse model,” klaagt een analyse uit 2019 van het Institute for the World Economy in Kiel. Sindsdien hebben de pogingen van de VS om de economische en politieke opkomst van China in te dammen de internationale economische betrekkingen beïnvloed. Zo heeft bijvoorbeeld het Internationaal Monetair Fonds (IMF) gepleit voor vervanging van het multilateralisme door een “plurilateralisme” van blokken, die elk verschillende handelsregels volgen.3 Het idee van “friendshoring” is dus niet nieuw, maar de Oekraïne-oorlog heeft een nieuwe impuls gegeven aan pogingen tot bipolaire blokvorming.
Het Westen, onder een geconsolideerd en vernieuwd leiderschap van de VS na de Russische aanval, tracht zoveel mogelijk landen te winnen voor een economische oorlog tegen Rusland, hoewel het van meet af aan duidelijk was dat China daar niet in mee zou gaan. Toen 47 staten, waaronder India, Zuid-Afrika en talrijke Afrikaanse landen, zich onthielden bij de VN-stemming tegen Rusland op 2 maart, was het duidelijk dat de westerse sancties niet wereldwijd worden gesteund. Slechts 36 landen, waaronder 27 EU-lidstaten, hebben sinds het begin van de oorlog sancties tegen Rusland ingesteld. Met name het mondiale Zuiden weigert mee te doen met het westerse sanctiebeleid.
Er zijn veel aanwijzingen dat een groot deel van de sancties het Russische regime financieel en vooral politiek ten goede zijn gekomen.
Zo werd duidelijk dat de sancties, die op zichzelf zeer ingrijpend en zonder precedent waren, op korte en middellange termijn niet de gewenste gevolgen zouden hebben. Aangezien Rusland een van de meest grondstoffenrijke landen ter wereld is, gaven de sancties (in de context van de gemanipuleerde grondstoffenmarkten) enerzijds onvermijdelijk aanleiding tot enorme, door speculatie gedreven prijsstijgingen. Anderzijds bleven door de beperkte geografische reikwijdte van de maatregelen belangrijke afzetmarkten open. Er zijn veel aanwijzingen dat een groot deel van de sancties het Russische regime tot dusver veeleer financieel en vooral politiek ten goede zijn gekomen dan dat zij het hebben geschaad. Het verlies aan afnemers in het Westen werd gedeeltelijk gecompenseerd door een omleiding van de handel, en de hogere prijzen zorgden voor aanhoudend hoge inkomsten ondanks lagere volumes. Het bewijs hiervoor is de wisselkoers van de roebel: eind juni 2022 moest men voor 100 roebel 1,76 euro betalen, begin maart was dat nog maar 0,64 euro. Vandaag staat de roebel sterker dan na de annexatie van de Krim in 2014. Dankzij de hoge internationale grondstoffenprijzen kan Rusland zijn handelspartners uit het mondiale Zuiden royale kortingen aanbieden en hen zo aan zich binden. De inbeslagneming van de buitenlandse tegoeden van de zogenaamde oligarchen versterkt veeleer de binnenlandse politieke positie van Vladimir Poetin, die zich zo kan distantiëren van de impopulaire superrijken die hun geld naar het buitenland hebben meegenomen. Een blik op de resultaten van het artikel IV-overleg tussen de Russische Federatie en het IMF in 2020 had duidelijk kunnen maken dat de sancties, ondanks hun strengheid, op korte en middellange termijn slechts een gering economisch effect zouden hebben: het IMF heeft Rusland — midden in de coronacrisis — gecertificeerd als een land met een uitzonderlijk stabiele financiële situatie, een lage overheidsschuld en hoge overschotten op de lopende rekening. Het “gezonde politieke kader” en de “aanzienlijke reserves” van Rusland werden geprezen.4