Artikel

Mondialisering als economische oorlog

Jörg Goldberg

—30 september 2022

De sancties tegen Rusland bevorderen de versnippering van de wereldeconomie. Het mondiale Zuiden keert zich af.

De internationale economische ordening bevindt zich sinds het begin van de jaren 2010 in een crisissituatie. Strafmaatregelen op handelsvlak, de crisis van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de gevolgen van de coronapandemie voor de internationale toeleveringsketens en, meest recentelijk, de aanval van Rusland op Oekraïne en de westerse sancties bedreigen het kapitalistisch economisch wereldsysteem in zijn huidige vorm.

Westerse grootmachten grijpen de oorlog in Oekraïne aan om de internationale economische betrekkingen fundamenteel te veranderen.

De landen van de westerse “triade” (VS, Japan, West-Europa) grijpen de oorlog in Oekraïne aan om campagne te voeren voor een fundamentele verandering in de internationale economische betrekkingen. Die moeten — net als ten tijde van de Koude Oorlog — op een bipolaire bloklogica gericht worden, ditmaal onder het motto “democratieën tegen autocratieën”. Janet Yellen, minister van Financiën van de VS en voormalig voorzitter van de Federal Reserve, heeft tijdens een bijeenkomst van de Atlantic Council op 13 april 2022 opgeroepen tot een heroriëntering van het internationale handels- en financiële stelsel. Het zou niet langer om “eerlijke” maar om “veilige” handel gaan, wat niets anders betekent dan het ondergeschikt maken van de internationale economische betrekkingen aan de militaire logica. In dit verband sprak zij van “friendshoring” (in een variant op de term offshoring).1 In Duitsland spreekt men van een “op waarden gebaseerd handelsbeleid”.2 Dit is natuurlijk een eufemisme, want in de internationale betrekkingen zijn ‘vriendschappen’ niet noodzakelijk ook ‘op waarden gebaseerd’.

Op waarden gebaseerde internationalisering

Een van onze “vrienden” is bijvoorbeeld NAVO-lid Turkije, dat de mensenrechten schaamteloos aan zijn laars lapt, aanvalsoorlogen voert en de Koerdische minderheid onderdrukt. EU-Commissievoorzitster Ursula von der Leyen presteert het om te spreken van “partners die dezelfde ideeën delen”, terwijl zij tegelijkertijd “energiepartnerschappen” zoekt met autocratieën als Azerbeidzjan, Egypte en Qatar. VS-president Biden maakte in juli een reis naar Saoedi-Arabië, waarvan de leiders een onwelgevallige journalist hebben laten vermoorden en verantwoordelijk zijn voor een rampzalige aanvalsoorlog tegen Jemen.

De “herdefiniëring” van de internationale economische betrekkingen staat al langer op de agenda dan sinds het begin van de oorlog op 24 februari. Toen na de economische crisis van 2008/2009 duidelijk werd dat met China een machtige internationale speler met een eigen agenda het internationale toneel had betreden, luidde het Westen het einde in van de “op regels gebaseerde” internationale economische betrekkingen: “Ten laatste sinds de wereldwijde economische en financiële crisis is China gestopt met het afstemmen van zijn economisch systeem op het westerse model,” klaagt een analyse uit 2019 van het Institute for the World Economy in Kiel. Sindsdien hebben de pogingen van de VS om de economische en politieke opkomst van China in te dammen de internationale economische betrekkingen beïnvloed. Zo heeft bijvoorbeeld het Internationaal Monetair Fonds (IMF) gepleit voor vervanging van het multilateralisme door een “plurilateralisme” van blokken, die elk verschillende handelsregels volgen.3 Het idee van “friendshoring” is dus niet nieuw, maar de Oekraïne-oorlog heeft een nieuwe impuls gegeven aan pogingen tot bipolaire blokvorming.

Het Westen, onder een geconsolideerd en vernieuwd leiderschap van de VS na de Russische aanval, tracht zoveel mogelijk landen te winnen voor een economische oorlog tegen Rusland, hoewel het van meet af aan duidelijk was dat China daar niet in mee zou gaan. Toen 47 staten, waaronder India, Zuid-Afrika en talrijke Afrikaanse landen, zich onthielden bij de VN-stemming tegen Rusland op 2 maart, was het duidelijk dat de westerse sancties niet wereldwijd worden gesteund. Slechts 36 landen, waaronder 27 EU-lidstaten, hebben sinds het begin van de oorlog sancties tegen Rusland ingesteld. Met name het mondiale Zuiden weigert mee te doen met het westerse sanctiebeleid.

Er zijn veel aanwijzingen dat een groot deel van de sancties het Russische regime financieel en vooral politiek ten goede zijn gekomen.

Zo werd duidelijk dat de sancties, die op zichzelf zeer ingrijpend en zonder precedent waren, op korte en middellange termijn niet de gewenste gevolgen zouden hebben. Aangezien Rusland een van de meest grondstoffenrijke landen ter wereld is, gaven de sancties (in de context van de gemanipuleerde grondstoffenmarkten) enerzijds onvermijdelijk aanleiding tot enorme, door speculatie gedreven prijsstijgingen. Anderzijds bleven door de beperkte geografische reikwijdte van de maatregelen belangrijke afzetmarkten open. Er zijn veel aanwijzingen dat een groot deel van de sancties het Russische regime tot dusver veeleer financieel en vooral politiek ten goede zijn gekomen dan dat zij het hebben geschaad. Het verlies aan afnemers in het Westen werd gedeeltelijk gecompenseerd door een omleiding van de handel, en de hogere prijzen zorgden voor aanhoudend hoge inkomsten ondanks lagere volumes. Het bewijs hiervoor is de wisselkoers van de roebel: eind juni 2022 moest men voor 100 roebel 1,76 euro betalen, begin maart was dat nog maar 0,64 euro. Vandaag staat de roebel sterker dan na de annexatie van de Krim in 2014. Dankzij de hoge internationale grondstoffenprijzen kan Rusland zijn handelspartners uit het mondiale Zuiden royale kortingen aanbieden en hen zo aan zich binden. De inbeslagneming van de buitenlandse tegoeden van de zogenaamde oligarchen versterkt veeleer de binnenlandse politieke positie van Vladimir Poetin, die zich zo kan distantiëren van de impopulaire superrijken die hun geld naar het buitenland hebben meegenomen. Een blik op de resultaten van het artikel IV-overleg tussen de Russische Federatie en het IMF in 2020 had duidelijk kunnen maken dat de sancties, ondanks hun strengheid, op korte en middellange termijn slechts een gering economisch effect zouden hebben: het IMF heeft Rusland — midden in de coronacrisis — gecertificeerd als een land met een uitzonderlijk stabiele financiële situatie, een lage overheidsschuld en hoge overschotten op de lopende rekening. Het “gezonde politieke kader” en de “aanzienlijke reserves” van Rusland werden geprezen.4

Een westers conflict

Voor de top van de G7 in Elmau eind juni waren ook vertegenwoordigers van het mondiale Zuiden uitgenodigd, waaronder India, Indonesië (voorzitter van de G20), Senegal (voorzitter van de Afrikaanse Unie), Zuid-Afrika en Argentinië. Maar de met deze uitnodiging verbonden hoop dat deze landen voor Rusland-sancties gewonnen zouden kunnen worden en aldus de BRICS-groep zouden kunnen verdelen, is sinds de (virtuele) BRICS-top in China op 23 en 24 juni vervlogen: de Verklaring van Peking aan het eind van de 14e BRICS-top⁵ liet er geen twijfel over bestaan dat het Oekraïne-conflict — zonder het Russische standpunt te onderschrijven — in het mondiale Zuiden als een zaak van het Westen gezien wordt.5 De bewering van de Duitse bondskanselier Scholz aan het eind van de G7-top dat de Russische aanval de wereld fundamenteel heeft veranderd, wordt in het mondiale Zuiden niet gedeeld. Oekraïne wordt beschouwd als een van vele mondiale brandhaarden. Naast Oekraïne noemt de verklaring expliciet de situatie in Afghanistan, het nucleair geschil met Iran, de denuclearisering van het Koreaanse schiereiland (let wel: niet alleen Noord-Korea) en de noodzaak om vrede te stichten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (punt 22 e.v.). Er wordt tevens verwezen naar de verklaring van de permanente leden van de VN-Veiligheidsraad van 3 januari 2022 over het vermijden van kernoorlogen en wapenwedlopen (punt 30).

Dubbele strategie van de BRICS-groep

De gasten uit het mondiale Zuiden die voor de G7-top uitgenodigd waren, maakten van de gelegenheid gebruik om de “waardengemeenschap van leidinggevende democratieën” (G7 over zichzelf) duidelijk te maken dat zij zich grote zorgen maken over de mondiale gevolgen van de Rusland-sancties. De westerse sanctioneerders probeerden en proberen immers nog steeds de schade voor hun eigen economieën beperkt te houden. De negatieve gevolgen voor het mondiale Zuiden doen er echter niet toe. De poging om Rusland “in hoge mate verantwoordelijk” te stellen voor de scherpe stijging van de landbouwprijzen en de dreigende hongercrisis, zoals geformuleerd in de verklaring van de G7 over voedselzekerheid, zal de vertegenwoordigers van het mondiale Zuiden gezien de objectieve cijfers waarschijnlijk niet hebben kunnen overtuigen. Wie ook verantwoordelijk is voor de blokkade van 20 miljoen ton graan in de Oekraïense Zwarte Zeehavens, met een wereldwijde graanproductie van 2,8 miljard ton in 2021/22 en voorraden van 560 miljoen ton, kan een tekort van minder dan één procent van de jaarlijkse productie geen prijsstijgingen tot 50 procent verklaren. De voedselspeculatie op de financiële markten, die hiervoor in de eerste plaats verantwoordelijk is, werd door de G7 echter niet eenmaal vermeld.6

De eerder genoemde verklaring van de BRICS-top van 23 juni, waarin de nadruk op multilaterale handelsstrategieën gelegd wordt en gepleit wordt voor versterking en hervorming van het systeem van de Verenigde Naties, moet gezien worden als een scherpe kritiek op de pogingen van het Westen om een bipolaire wereldorde tot stand te brengen. De Chinese Global Times adviseerde de G7-top in een hoofdartikel om “de verklaring van Peking zorgvuldig te lezen”. (De BRICS-bijeenkomst was met het oog op de G7-top vervroegd gehouden). De krant vermoedt: “Het is zeer waarschijnlijk dat de uitbraak van het conflict tussen Rusland en Oekraïne en de pandemie hen (de VS en het Westen — J. G.) hebben doen geloven dat ze tweedracht konden zaaien tussen de BRICS-landen.”7

In het mondiale Zuiden wordt het Oekraïne-conflict als een zaak van het Westen gezien – zonder dat daarmee het Russische  standpunt wordt onderschreven.

In de verklaring van Peking worden pogingen van het Westen om Rusland uit te sluiten van de G20-groep, die een centrale rol speelt in het mondiale economische beleid, uitdrukkelijk van de hand gewezen: “Wij bevestigen onze steun voor de leidende rol van de G20 in aangelegenheden van mondiaal economisch beleid en beklemtonen dat de G20 intact moet blijven om het hoofd te kunnen bieden aan de huidige mondiale uitdagingen”, aldus de verklaring (punt 10). Op de G7-top werd duidelijk dat het Westen geen enkele kans heeft om die landen uit het mondiale Zuiden, die volgens de lezing van het Westen democratisch zijn, te winnen voor een “anti-autocratisch” bondgenootschap (d.w.z. voor het isolement van Rusland en China). De toezegging in de slotverklaring van de G7 om een “op regels gebaseerde multilaterale orde” tot stand te brengen, kan als een knipoog naar het mondiale Zuiden opgevat worden, maar betekent niet dat de pogingen om tegen China en Rusland blok te vormen, opgegeven worden. Er staat nergens in de verklaring dat bij het opleggen van verdere sancties in de toekomst rekening zal worden gehouden met de gevolgen voor het mondiale Zuiden. De kwestie van een “op waarden gebaseerd” westers handelsbeleid en het streven naar een bipolaire wereldorde met de VS als leidende mogendheid in het “anti-autocratische” kamp is nog niet van de baan.

Tegen deze achtergrond is het van belang te begrijpen dat het pleidooi in de BRICS-verklaring voor een versterking van het multilateralisme, de WTO en de centrale rol van hervormde VN-organisaties slechts één kant van de medaille is. Tegelijkertijd wordt gestreefd naar verdere versterking en uitbreiding van de BRICS-instellingen, waaronder het stelsel van financiële voorraden CRA (Contingent Reserve Arrangement). Het “BRICS-plus”-initiatief brengt de inspanningen aan het licht om de economische Zuid-Zuidbetrekkingen te versterken en het mondiale Zuiden te verenigen. Bij de BRICS-groep zijn reeds lidmaatschapsaanvragen van Argentinië en Iran ingediend. Op veel gebieden bestaan er nu alternatieven voor de door het Westen gedomineerde internationale structuren. De rol van de Amerikaanse dollar als reservevaluta wordt steeds meer in twijfel getrokken, ook al is er momenteel nog geen vervanging in zicht. Een waarschijnlijk scenario is wat Martin Wolf, hoofdcommentator van de Financial Times, schrijft: “Zoals zo vaak het geval is, belooft de toekomst niet zozeer een nieuwe wereldorde rond China, maar meer wanorde in het algemeen. Toekomstige historici kunnen de sancties van vandaag zien als een volgende stap in die richting.”8

Economische sancties, zoals welke het Westen nu tegen Rusland treft, zijn niets nieuws, maar een oud instrument in wereldwijde conflicten. Niettemin bevatten de huidige sancties tegen Rusland kwalitatief nieuwe elementen, niet alleen vanwege het economische, politieke en vooral militaire gewicht van het land. Het IMF, dat — zoals uit het bovenstaande blijkt — enige sympathie koesterde voor een “plurilaterale” wereldorde, waarschuwt in zijn laatste “World Economic Outlook” voor een versnippering van de wereldeconomie: “De oorlog heeft het risico vergroot van een permanente versnippering van de wereldeconomie in geopolitieke blokken met verschillende technologische normen, betalingssystemen en reservevaluta’s. Een dergelijke aardverschuiving zou hoge aanpassingskosten en aanhoudend economisch efficiëntieverlies met zich brengen, aangezien de bevoorradingsketens en productienetwerken zouden moeten worden herschikt. Dit zou een grote uitdaging betekenen voor het op regels gebaseerde systeem dat 70 jaar lang de internationale en economische betrekkingen beheerst heeft.”9

70 jaar geleden was men het sterk gefragmenteerde wereldeconomische systeem te boven gekomen dat tijdens de Grote Depressie van 1929/32 ontstaan was en dat het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had vergemakkelijkt. Na de definitieve ineenstorting van de goudstandaard in 1931 ontstonden vier valutablokken, die amper met elkaar verbonden waren. De internationale handel daalde met meer dan 60 % tegen 1938, en de hoge intensiteit van de wereldwijde economische integratie die in 1914 was bereikt, nam aanzienlijk af. Pas in de jaren zeventig werd deze integratie weer bereikt.10 Een nieuwe scherpe terugval kan vandaag de dag niet meer worden uitgesloten.

Rechtsonzekerheid voor het kapitaal

De ingreep in het internationale betalingssysteem die verband houdt met de Rusland-sancties is reeds juridisch problematisch omdat zij ook niet-betrokken partijen treft. Daarnaast vormen zowel de “bevriezing” van de buitenlandse reserves van de Russische centrale bank als de bovengenoemde inbeslagneming van de tegoeden van rijke Russen — zonder dat hun “nabijheid” tot het Kremlin met rechtszekerheid hoeft te worden aangetoond — ernstige inbreuken op de eigendomsrechten. De zekerheid van eigendomsrechten vormt echter de basis van de internationale economische betrekkingen onder het kapitalisme. De feitelijke diefstal van de voorraden van de Afghaanse centrale bank door de VS voor een bedrag van zeven miljard dollar is natuurlijk ook een flagrante schending van de wet. Die diefstal trof echter een klein en geïsoleerd land dat in staat van oorlog was met de VS. Het geval van Rusland heeft een heel andere dimensie; bovendien zijn de westerse landen niet in oorlog met Rusland.

De sancties brengen een wereldwijde rechtsonzekerheid teweeg die nu al effect sorteert, zelfs in gebieden die niet onder de sancties vallen. Dit blijkt uit het voorbeeld van het geschil over de kwestie van de Russische gasleveringen en de betaling daarvoor: de Russische leveranciers moesten vrezen dat de bedragen die door de kopers op rekeningen binnen het bereik van de sanctiebevoegdheden waren gestort, door die kopers in beslag zouden worden genomen. Russische “oligarchen” die door de EU van hun bezittingen beroofd zijn, ontkennen ten dele dat zij dicht bij Poetin staan, en sommigen uiten kritiek op de Russische aanvalsoorlog. Maar dit baat hen niet. Want of de beschuldigingen waar zijn of niet, doet niet ter zake: cruciaal is dat de EU haar beweringen niet met rechtszekerheid hoeft te staven. De rechtsgeleerde Katharina Pistor heeft in haar boek “The Code of Capital” aangetoond welke rol die (eveneens opgedrongen) overeenstemming over een rechtssysteem had en heeft voor de internationalisering van het kapitalisme: “Het kapitaal regeert via de wet”.11 De willekeurige en juridisch oncontroleerbare sancties — en de voortdurende dreiging daarmee — moeten de kapitalistische integratie uiteindelijk wel ondermijnen.

De sancties brengen, ook in gebieden die niet onder de sancties vallen, een wereldwijde rechtsonzekerheid teweeg die nu al effect sorteert.

Als gevolg daarvan kan de westerse sanctiepraktijk inderdaad leiden tot de door het IMF gevreesde versnippering van de wereldeconomie en een verlegging van de handels- en financiële stromen. Zolang alleen kleine en geïsoleerde landen het slachtoffer zijn, zal dit wereldwijd aanvaard worden. Maar het “op waarden gebaseerde” handelsbeleid van het Westen is tegen belangrijke delen van de wereldeconomie gericht. Indien de VS China uitgebreide sancties zouden opleggen (en er zijn dreigementen in die zin), zouden alle staten en ondernemingen die direct of indirect handel drijven met China voor hun eigendom moeten vrezen.

Dat dit niet langer ondenkbaar is, werd duidelijk tijdens een spoedvergadering die de Chinese toezichthouders op 22 april bijeenriepen en die bijgewoond werd door Chinese centrale bankiers en talrijke vertegenwoordigers van binnen- en buitenlandse banken. Onderwerp: Hoe zou China op Amerikaanse financiële sancties kunnen reageren? Het land beschikt over deviezenreserves ten bedrage van 3,2 biljoen US-dollar, waarvan alleen al de Amerikaanse staatsobligaties meer dan een biljoen vertegenwoordigen. “Volgens ingewijden begon de bijeenkomst met opmerkingen van een hoge ambtenaar van Financiën dat de regering van president Xi Jinping gealarmeerd is door het vermogen van de VS en zijn bondgenoten om de dollartegoeden van de centrale bank van Rusland te bevriezen,” aldus een verslag.12 Hoewel specifieke maatregelen niet bekend gemaakt werden kan men ervan uitgaan dat de Chinese regering alles in het werk stelt om haar deviezenvoorraden te beschermen.

Recente internationale topontmoetingen hebben aangetoond dat het Westen niet (langer) in staat is zijn agenda aan het mondiale Zuiden op te leggen. Tot dusver is noch de wortel van financiële toezeggingen, noch de stok van dreigende sancties in staat gebleken het mondiale Zuiden te verdelen en de betrokken landen te winnen voor een “democratisch”, door het Westen gedomineerd economisch blok. In feite zou dit voor Europa een gelegenheid kunnen zijn om zich bewust te worden van zijn eigen belangen en om zijn onvoorwaardelijke ondergeschiktheid aan de VS in twijfel te trekken. Maar dit valt uiteraard niet te verwachten van het huidige leiderschap van de EU.

Een (somber) vooruitzicht

Het gevaar dat de wereldeconomie uiteenvalt in economische blokken die elkaar bestrijden blijft dus acuut. Gezien de mondiale uitdagingen die alleen gezamenlijk kunnen worden aangegaan — van honger in de wereld, klimaat- en milieucrises tot pandemieën — is dit een zorgwekkend vooruitzicht. Net zoals de oorlog in Oekraïne op elk moment kan escaleren in een wereldwijde militaire confrontatie, is het gevaar van een escalatie van de westerse economische oorlog tegen Rusland in een wereldwijde handels- en financiële oorlog al even groot. Ook al heeft het bedachtzame beleid van de landen in het mondiale Zuiden dit tot dusver verhinderd.

De beperkte doeltreffendheid van de sancties tegen Rusland zou politici en militaire leiders van de NAVO en de westerse “triade” in de verleiding kunnen brengen de maatregelen steeds verder aan te scherpen en uit te breiden tot andere landen (met name China) — met rampzalige gevolgen voor de wereldeconomie. Dat is vandaag de dag niet meer uit te sluiten, ook omdat de moralisering en emotionalisering van de politiek een verderfelijke aandrijfkracht vormt. Hans-Jürgen Urban waarschuwt: “Wanneer de morele dimensie van het probleem overheerst, lijken vooral strenge ethische reacties op hun plaats.”13

Footnotes

  1. Michael Maier, “Welthandel: Nur wer sich an Werte hält, darf mitmachen”, Berliner Zeitung, 19 april 2022.
  2. Gustav Horn, “Deutschand braucht neue Speilregeln für den globalen Handel”, Die Zeit, 26 april 2022.
  3. “Coronakrise, Kapital und Politik in der Bundesrepublik”, in Z. Zeitschrift Marxistische Erneuerung, 2020, nr. 123, blz. 30.
  4. “IMF Country Report nr. 21/36, Russian Federation, 2020 Article IV Consultation”, januari 2021, Key Issues.
  5. XIV BRICS Summit Declaration, 23 juni 2022.
  6. Cf. Jörg Goldberg, “Der Krieg, die drogende Hungerkrise und die Finanzmärkte”, Makroskop, 7 juni 2022.
  7. “G7 Summit should read BRICS Beijing Declaration carefully”, Global Times, 24 juni 2022
  8. “Die Welt steuert auf eine neue Währungsordnung zu”, Capital, 31 maart 2022.
  9. IMF, World Economic Outlook, War sets back the global recovery, april 2022, Washington DC, p. xiv.
  10. Cf. Jörg Goldberg, Ein Neuer Kapitalismus?, PapyRossa, Keulen 2021, blz. 110.
  11. Katharina Pistor, Der Code des Kapitals. Suhrkamp Verlag, Berlijn 2021, blz. 321 e.v. Cf. recensie in: Z. Zeitschrift Marxistische Erneuerung, nr. 127, 2021, blz. 220 e.v.
  12. “China bereitet sich mit Hochdruck auf drogende US-Sanktionen vor”, Deutsche Wirtschaftsnachrichten, 4 mei 2022.
  13. Hans-Jürgen Urban, “Zeitenwende wohin? Die moralische Empörungsspirale als Sackgasse”, Blätter für deutsche und internationale Politik, 7/2022, blz. 81.