Artikel

Klimaatneutraal met groen staal

Max Vancauwenberge

—15 december 2022

De toekomst van de staalindustrie in Europa wordt vandaag beslecht. Om onze banen te garanderen en het klimaat te redden moet de staalindustrie klimaatneutraal worden. De oplossing? Groen staal.

“De opwarming van de aarde is een verschrikkelijke erfenis om mee te geven aan onze kinderen en kleinkinderen. We kunnen geen staal blijven produceren zoals we dat vandaag doen, dat weet iedereen. We moeten met de vakbond het heft zelf in handen nemen. Als je je nek niet durft uit te steken, kom je gewoon geen stap verder. Elke vakbond moet zich veel meer verdiepen in de toekomst van haar sector. Als je daar als vakbond geen visie over hebt, laat je het aan anderen over.” Hier is Roel Berghuis aan het woord. De bekende vakbondsman uit Nederland begon op 17-jarige leeftijd – in 1975 – te werken als smelter bij Hoogovens, nu Tata Steel IJmuiden. Hij werd actief lid van FNV Metaal (Federatie Nederlandse Vakbeweging), daarna kaderlid en vervolgens vakbondsbestuurder bij de FNV (nvdr: een kaderlid in Nederland is een vakbondsafgevaardigde; een vakbondsbestuurder is een vakbondssecretaris).

Max Vancauwenberge is specialist staalindustrie en voorzitter van de klimaatcommissie bij de PVDA.

In juni 2020, midden in de Covid-19-lockdown, organiseerde de FNV een staking van 24 dagen tegen het voornemen van de directie om 1200 werknemers te ontslaan. Het werd de grootste en langste staking in de geschiedenis van het staalbedrijf in IJmuiden en de werknemers haalden hun slag thuis: niet alleen werden de geplande ontslagen van tafel geveegd, de multinational moest ook nieuwe investeringen beloven. “Die investeringen moeten toekomstgericht zijn en dus de problematiek van milieu en CO2 aanpakken. Wij pleiten daarna voor ‘groen staal’,” legt Roel Berghuis uit. FNV Tata Steel heeft zelf een brochure gemaakt over groen staal en daarin haar visie op de toekomst van het bedrijf uiteengezet.1 De bond zocht ook steun bij de belangrijkste klimaatorganisaties in Nederland zoals Milieudefensie, Greenpeace, Urgenda en Natuur & Milieu. Zo heeft de vakbond een maatschappelijk debat op gang getrokken dat zelfs tot in het parlement is geraakt. Na enkele maanden strijd en lobbyen heeft de vakbond de multinational kunnen dwingen over te schakelen op de productie van groen staal met behulp van groene waterstof in plaats van steenkool. “Het besluit van Tata Steel om over te stappen naar Groen Staal moet toegeschreven worden aan de staalarbeiders en de FNV. Deze overwinning is essentieel voor het behoud van de basisindustrie in Nederland”, jubelde Roel Berghuis een jaar geleden.

Ondertussen hebben zowat alle staalgiganten in Europa investeringsprojecten voor groen staal. In België en Frankrijk bijvoorbeeld, waar ArcelorMittal grote investeringen heeft aangekondigd voor haar sites in Gent, Duinkerke en Fos-sur-Mer. “Die investeringen zijn noodzakelijk voor de toekomst van de industrie, anders zal de komende jaren op zijn minst de warme fase [dit is de omzetting van ijzererts in staalplaten – nvdr] moeten sluiten. Zo simpel is het”, zegt Philippe Verbeke, nationaal vakbondssecretaris van de CGT ArcelorMittal in Frankrijk. “Als we onze CO2-uitstoot niet verminderen, kan ArcelorMittal niet blijven produceren in Gent”, bevestigt Hans Schepens, ACV-hoofdafgevaardigde bij ArcelorMittal Gent.2 En ook zijn collega Stijn Van Geem, hoofdafgevaardigde van het ABVV is die mening toegedaan: “[Groen staal] is de beste manier om onze toekomst op de lange termijn te garanderen”.3

Het besluit van Tata Steel om over te stappen naar Groen Staal is te danken aan de staalarbeiders en de FNV.

Terwijl we ons laten inspireren door de vakbondservaring van FNV TataSteel in Nederland, richt dit artikel zich op de strategie van ArcelorMittal, de grootste staalproducent van Europa. Het staal van de staalarbeiders van ArcelorMittal wordt gebruikt in een derde van alle voertuigen, een derde van alle zonnepanelen, een derde van alle huishoudtoestellen, een kwart van alle windturbines en bijna de helft van alle voedselconserven in Europa. Hier concentreren wij ons op de sites van Gent in België en Duinkerke in Frankrijk, die tot de grootste van de groep behoren.

De toekomst is aan groen staal

ArcelorMittal heeft zich geëngageerd om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, en verschillende investeringsprojecten aangekondigd voor de productie van groen staal in Duitsland, Spanje, Frankrijk en België. We zetten stevige stappen om onze activiteiten koolstofvrij te maken en, wat cruciaal is, om in het komende decennium sneller vooruitgang te boeken”, zegt Aditya Mittal, CEO van de groep, tijdens zijn bezoek aan Gent in september 2021.4 Hij heeft nu samen met de federale en de Vlaamse regering een intentieverklaring ondertekend voor een investering van 1,1 miljard euro in koolstofarme technologieën op de site van Gent. De Vlaamse regering engageert zich de investering te ondersteunen met 350 miljoen euro.5 ArcelorMittal mikt ook op Europese steun.6 Enkele maanden later, in februari 2022, trok de Franse premier Jean Castex naar Duinkerke met de belofte dat ook de Franse staat de investeringen zal ondersteunen. Dit moet wel nog worden goedgekeurd door de Europese Commissie.

In onze geïndustrialiseerde samenlevingen en in de energietransitie is staal niet meer weg te denken. Het wordt gebruikt in de bouw, het transport en de industrie. We leven in staal. Het is tevens essentieel voor de bouw van de windturbines en de infrastructuur die nodig zijn voor de energietransitie. De huidige staalproductie is gebaseerd op de reactie van ijzererts met steenkool in een hoogoven,7 wat een enorme hoeveelheid CO2 uitstoot.8 Een site als ArcelorMittal Gent alleen al is verantwoordelijk voor 8 % van de uitstoot in België; dat is meer dan alle vrachtwagens en bussen samen op onze wegen. Maar de technologie om groen staal te produceren, is voorhanden. Een hoogoven heeft een levensduur van 20 jaar en voor de meeste hoogovens in Europa is dat niet meer zo veraf. Vandaag moeten we beslissen waarin we gaan investeren en van die keuzes zullen de toekomst van onze industrie, onze banen en het klimaat afhangen.

“In de industrie is er van alles aan het gebeuren. We zitten in een heel belangrijk decennium. De industrie moet volledig omschakelen”, legt Tycho Van Hauwaert verder uit. Hij is expert industriële transitie van de Bond Beter Leefmilieu (BBL), die onlangs een studie publiceerde over de technologische mogelijkheden om de industrie klimaatneutraal te maken.9 Een toename van de recyclage van staal in elektrische ovens – die momenteel iets meer dan 40 % van het in Europa geproduceerde staal vertegenwoordigt – maakt deel uit van de oplossing, maar kan niet tegemoetkomen aan de volledige vraag naar staal, noch de hoogste kwaliteit waarborgen. Voor Tycho Van Hauwaert ligt de toekomst van de staalindustrie in de productie van staal op basis van groene waterstof. De kolengestookte hoogovens worden vervangen door een op waterstof werkende Direct Reduced Iron-installatie (DRI – direct gereduceerd ijzer of sponsijzer) en een Electric Arc Furnace (EAF – elektrische vlamboogoven). Waterstof op basis van hernieuwbare energiebronnen stoot geen CO2 uit.10 Als ook nog de elektrische oven op groene stroom werkt, kan staal koolstofvrij geproduceerd worden en bekom je ‘groen’ staal. “Met een DRI kan je ook gas gebruiken, wat al op zich een aanzienlijke reductie van emissies geeft ten opzichte van het hoogovenproces met steenkool. Zodra waterstof makkelijk toegankelijk en goedkoper is, kan je deze perfect bijmengen, wat resulteert in een almaar grotere emissiereductie”, verklaart hij.

We leven in staal. Het wordt gebruikt in de bouw, het transport en de industrie.

Verschillende obstakels staan echter dat groene staal in de weg. Met name de grote initiële investeringen voor de bouw van de nieuwe installaties, de hogere productiekosten in vergelijking met kolengestookt staal, en de benodigde hoeveelheid groene waterstof. Het zijn die obstakels die de Europese Green Deal – een geheel van Europese beleidsinitiatieven op het gebied van klimaat en energie – moet uit de weg ruimen.

De Europese Green Deal: op naar de verovering van de groene markten

De kapitalistische race om groen staal

De voorbije twee jaar zijn in Europa en wereldwijd verschillende grote investeringsprojecten gestart voor de productie van groen staal met DRI en EAF.

ArcelorMittal wil wereldleider blijven in de staalindustrie en als eerste met groen staal op de markt komen. “We doen het omdat we van overtuigd zijn dat als je nu niet in het klimaat investeert, dat je sowieso als bedrijf in de toekomst toe een vogel voor de kat bent. Eigenlijk zullen de fast movers de winnaars zijn in de toekomst”, legt Geert Van Poelvoorde, CEO van ArcelorMittal Europe, uit.11 De wereldwijde concurrentie tussen de staalmultinationals woedt in alle hevigheid en komt tot uiting in de race om groen staal. “De Chinese staalbedrijven, de grootste concurrenten van de Europese, gaan vooruit, en als hun uitstoot tegen 2023 zijn hoogtepunt bereikt, betekent dit dat Europa slechts tot 2023 de tijd heeft om vroeg groen staal op de markt te introduceren”, zegt Suzana Carp van de Bellona Foundation, gespecialiseerd in het koolstofvrij maken van de industrie. Het Chinese staatsbedrijf Baowu, sinds 2020 ‘s werelds grootste staalproducent, heeft al aangekondigd dat zijn uitstoot in 2023 zal pieken en het tegen 2050 koolstofneutraal zal zijn. Ook andere staalreuzen zoals het Japanse Nippon Steel en het Zuid-Koreaanse Posco willen investeren in de productie van groen staal.12

De Green Deal is het antwoord van de EU. Die moet de Europese multinationals in staat stellen de race om groen staal te winnen om de markten te veroveren. “De komende vijf jaar zullen cruciaal zijn om te zien welk deel van de wereld het snelst schone, baanbrekende technologieën en processen voor de productie van staal ontwikkelt”, schrijft de Europese Commissie.13 Maar hoe wil de Green Deal de benodigde dure investeringen financieren en de extra kosten voor de productie van groen staal compenseren?

Kosten collectiviseren, winsten privatiseren

We moeten een onderscheid maken tussen twee soorten kosten: enerzijds de grote initiële investeringen voor de bouw van nieuwe installaties en anderzijds het feit dat de productiekosten van groen staal aanvankelijk hoger zullen zijn dan die van staal op basis van steenkool.

Eerst de aanvangsinvesteringen: de ArcelorMittal-groep wil tegen 2030 wereldwijd 10 miljard dollar investeren in de opstart van groene staalprojecten. Hoewel de groep in 2021 een nettowinst van 15 miljard dollar heeft geboekt, beweert Aditya Mittal dat “geen van deze projecten mogelijk zou zijn zonder de steun van de overheid”.14 Daarom moet voor de staalreus de helft van de investeringen komen van de overheid in de vorm van subsidies, zachte leningen of kapitaalparticipatie.15 “We gaan […] maken dat er verschillende lidstaten voor specifieke groene investeringen [ons] helpen om die transitie te versnellen”,16 bevestigt Van Poelvoorde, CEO van ArcelorMittal Europe.17

Staal is essentieel voor de bouw van de windturbines en de infrastructuur die nodig zijn voor de energietransitie.

Vervolgens de extra productiekosten: in vergelijking met de kosten van met steenkool geproduceerd staal ligt een schatting moeilijk. Het zal afhangen van de toekomstige ontwikkeling van de prijs van de belangrijkste energiebronnen. Momenteel zijn de schonere energiebronnen – schoner dan steenkool: elektriciteit, aardgas en groene waterstof – ook veel duurder en is de prijs ervan wisselvalliger. ArcelorMittal schat de extra kosten van groen staal in eerste instantie op 150 tot 200 euro per ton, ten opzichte van de gemiddelde verkoopprijs van circa 500 euro per ton.18 Om de meerkosten aan de consument te kunnen doorberekenen, wil ArcelorMittal de invoer van goedkoper (maar meer vervuilend) staal in Europa weren. Dat is het doel van de koolstofheffing die de EU tegen 2026 aan haar grenzen wil doorvoeren. “Staal produceren op een groene methode zal ongeveer 150-200 euro per ton duurder worden. […] Een carbon border adjustment mechanism zal er voor zorgen dat het staal dat binnenkomt de zelfde CO2 lasten krijgt. Op dat moment gaan de staalprijzen gewoon stijgen. Maar wat betekent dat dan voor de consument? Neem een auto. Een auto heeft ongeveer één ton staal. Dus één ton, 150 tot 200 euro. Dus een auto zou 150 tot 200 euro duurder worden. Een wasmachine een paar euro’s. Dus dat is niet onoverkomelijk,” redeneert de CEO van ArcelorMittal Europe.

Foto FNV TataSteel

Met de Europese Green Deal is het dus vooral de overheid die grotendeels de dure investeringen zal financieren, terwijl de consument mag opdraaien voor de extra productiekosten. Voordat groen staal kan worden geproduceerd, moet echter nog een hindernis uit de weg geruimd worden en niet de minste: de hoeveelheid groene waterstof die nodig is.

Energiemultinationals blokkeren groene waterstof

De productie van groen staal met waterstof is vandaag de beste technologische oplossing, maar vereist enorme hoeveelheden groene waterstof.19 De productie van groene waterstof wordt echter belemmerd door het gebrek aan investeringen van de multinationale energiebedrijven. Door de liberalisering van de energiesector begin de jaren 2000 hebben we de sleutels van de energietransitie overhandigd aan een handvol multinationals. Zoals Wim Debucquoy in een vorig nummer van Lava heeft uitgelegd, willen die multinationals in de eerste plaats winst maken. De dure investeringen in groene waterstof schrikken hen dan ook af.20 De CEO van TotalEnergies, Patrick Pouyanné, steekt het niet onder stoelen of banken: “Wat de aandeelhouders het liefst willen, is de duurzaamheid van onze dividenden”.21

De liberalisering heeft ons volledig overgeleverd aan de energiemultinationals. In een poging om hen tot investeringen in groene waterstof aan te zetten, heeft de Europese Commissie onlangs groen licht gegeven voor meer dan 10 miljard euro overheidssteun. Onder de begunstigden bevinden zich ook Engie en TotalEnergies, die al maanden overwinsten boeken. De Europese Commissie overweegt ook een minimumprijs te garanderen voor de producenten van groene waterstof. Zij hoopt zo de energiemultinationals over de streep te trekken, zodat ze in groene waterstof investeren. EU-commissaris Margrethe Vestager rechtvaardigt haar beslissing met het argument dat die bedrijven dat zonder overheidssteun niet zullen doen.22

Het gebrek aan investeringen in groene waterstof is momenteel het grootste obstakel voor de productie van groen staal. “De grootste uitdaging is niet het bouwen van de nieuwe installaties. TataSteel maakt winst en kan dat ook perfect betalen. De uitdaging zit in de nodige waterstof en de daarvoor nodige infrastructuur. Daarvoor zijn we afhankelijk van de Shell’s [nvdr: de energiemultinationals] van deze wereld. De transitie in de staalindustrie is afhankelijk van waterstof. Anders gaan we nog een lange periode nog met aardgas moeten en dat willen we niet want dan blijven we CO2 uitstoten. En met de aardgasprijzen van nu, is de vraag ook als het maar kan. We duwen nu wel heel erg richting de politiek want als je daarvoor geen oplossing hebt, kan het bedrijf geen groen staal produceren”, zegt Cihan Lacin, de 38-jarige nieuwe vakbondsbestuurder bij FNV Tata Steel en opvolger van de inmiddels gepensioneerde maar immer actieve hedendaagse adviseur Roel Berghuis. “De energie-infrastructuur is eigenlijk het belangrijkste”, bevestigt John Mol, een kaderlid bij FNV die al 36 jaar bij Tata Steel werkt. “Als wij naar Den Haag [het Nederlands parlement, nvdr] moeten om druk te zetten op de overheid, gaan wij naar Den Haag”, voegt Cihan Lacin eraan toe.

Een overgangsfase met aardgas is noodzakelijk tot er voldoende groene waterstof beschikbaar is. De explosie van de gasprijzen heeft echter stokken in de wielen gestoken. “Er is vandaag te weinig groene waterstof, en door de stijging van de gasprijs worden momenteel veel zaken in vraag gesteld”, bevestigt Reynald Quagebeur, afgevaardigde van de CGT bij ArcelorMittal Duinkerke. De enige bestaande Europese DRI-installatie in Hamburg is stilgelegd. “Hoe kan ik 1 miljard euro uitgeven om ter vervanging daarvan een klimaatvriendelijkere installatie te bouwen als ik weet dat mocht ik ze vandaag al hebben, ik ze niet zou aanzetten?”, zegt CEO Van Poelvoorde.23

De obstakels voor groen staal zijn de grote aanvangsinvesteringen, de hogere productiekosten van groen staal, de benodigde hoeveelheid groene waterstof.

Het gebrek aan groene waterstof is een van de voornaamste reden dat ArcelorMittal aangeeft om nog een andere technologie te ontwikkelen voor de productie van groen staal: de Smart Carbon Route. Die technologie gebruikt nog altijd steenkool voor de productie van staal in een hoogoven. Het doel is tweeledig: enerzijds een deel van de steenkool vervangen door koolstofvrije componenten en anderzijds de CO en CO2 afvangen en gedeeltelijk hergebruiken (Carbon Capture and Utilization (CCU) – koolstofafvang en -hergebruik) en gedeeltelijk ondergronds opslaan (Carbon Capture and Storage (CCS) – koolstofafvang en -opslag).24 Zeker in het geval van koolstofafvang en hergebruik (CCU) kunnen we de mogelijkheden om CO en CO2 te hergebruiken als grondstof voor andere industriële processen enkel toejuichen. De mogelijkheden van Koolstofafvang en -opslag (CCS) daarentegen zijn veel onzekerder en roepen tal van vragen op. Hoeveel bedraagt de effectieve koolstofafvangst? Hoe groot is de opslagcapaciteit op lange termijn? Wat zijn de risico’s van CO2-lekken? Die kwesties worden nog bestudeerd. “Heel veel bedrijven zeggen nu dat ze CCS gaan toepassen, maar zo lang er geen concrete antwoord op die vragen komt is dat gebakken lucht”, vindt Tycho Van Hauwaert.

Hij legt verder uit: “Met CCS blijf je ook staal produceren met steenkool terwijl we er vanaf moeten. We denken dat je CCS moet beperken aan de sectoren waar je echt niet anders kan. De Smart Carbon route kan misschien wel een tijdelijke oplossingen vormen. Maar we geloven eigenlijk niet dat je met de Smart Carbon route naar netto nul uitstoot kan gaan tegen 2050”, zegt de expert van Bond Beter Leefmilieu. “CCS lost het probleem niet op. We rennen ervan weg en verstoppen het. Als we de toekomst van de site willen veiligstellen, moeten we overschakelen op de DRI”, vat Reynald Quaegebeur van de CGT samen.

Welke gevolgen zullen de nieuwe technologieën hebben voor de werkgelegenheid?

Het grootste gevaar voor de werkgelegenheid is dat de investeringen om groen staal te produceren niet plaatsvinden. “Almaar meer klanten willen groen staal kopen. Groen staal is de toekomst, maar zal het in Europa worden geproduceerd? Als we er niet in slagen om snel genoeg te decarboniseren, vrees ik dat ArcelorMittal nu al nadenkt over alternatieven voor zijn vestigingen in India en Brazilië”, aldus Gaetan Lecoq, eveneens vakbondsafgevaardigde van de CGT bij ArcelorMittal Duinkerke.

Maar wat is de impact van de nieuwe installaties op werkgelegenheid? De directie van ArcelorMittal wil ons geruststellen met de belofte dat de bouw van de nieuwe installaties in drie jaar tijd voor 2000 nieuwe banen zal zorgen. Maar over wat er daarna komt, blijft ze vaag. Welke gevolgen zullen de nieuwe groene technologieën hebben voor de werkgelegenheid? De directe reductie-installatie (DRI) en de elektrische ovens moeten de cokes- en de sinterfabrieken en de hoogoven vervangen. “Als je kijkt naar de DRI-installaties ten opzichte van de klassieke hoogoven, dan ga je zien dat je minder mensen nodig hebt om de nieuwe installaties uit te baten”, antwoordt het management van ArcelorMittal. Maar verdere toelichting blijft uit. Hoeveel werknemers zijn er minder nodig? Wat de omscholing betreft, zegt het management, “zijn de kennis, de inzet, de handigheid om om te gaan met ruwijzer eigenlijk net hetzelfde als die om om te gaan met DRI.”25 Wat betekent dat in de praktijk? Wat is er voorzien voor de omscholing van de werknemers? Hoe zit het met de arbeidsveiligheid bij een DRI-installatie?

De directie blijft het antwoord schuldig, hoewel dat van belang is voor de vakbonden, zowel in Gent als in Duinkerke. “Mijn zorg is de werkgelegenheid. Als we dat bij het management aankaarten, zeggen ze dat ons geen zorgen hoeven te maken en dat de de nieuwe technologieën nieuwe banen zullen opleveren. Maar als je het management mag geloven, hoef je je nooit zorgen te maken, alles komt altijd goed. En op het einde van de rit heb je een pak minder banen. Ik denk niet dat ze mensen zullen ontslaan, maar misschien vervangen ze niet alle vertrekkers. Toen ik hier in 2005 begon, waren we met 4.500. Vandaag nog met zo’n 3.000,” legt CGT-afgevaardigde Reynald Quagebeur uit.

De industriële transitie weer in eigen hand nemen

Zoals we hebben gezien, verschuift de Europese Green Deal het grootste deel van de kosten van de transitie naar groen staal naar de overheid en de consument, zonder enige garantie voor de werkgelegenheid of het klimaat. In plaats van de industriële omschakeling aan multinationals over te laten, moeten we die zelf weer in handen nemen. Maar hoe kunnen wij de obstakels voor groen staal uit de weg ruimen? Ter herinnering: die obstakels zijn de grote initiële investeringen voor de bouw van de nieuwe installaties, de hogere productiekosten van groen staal, de benodigde hoeveelheid groene waterstof en de kwestie van de werkgelegenheid en omscholing. Laat ons beginnen met dit laatste punt.

“Je praat niet over ons zonder ons”

Nadat de FNV met succes Tata Steel heeft gedwongen te kiezen voor de productie van groen staal, wil zij nu een ‘sociaal contract’ sluiten met de directie om de werkgelegenheid en de noodzakelijke omscholing van een deel van de werknemers te garanderen. “Onze leden zijn enthousiast over groen staal en vinden het belangrijk. Maar de belangrijkste vraag die ze natuurlijk in hun hoofd hebben is wel: ‘Wat betekent dit voor mij?’. Die vraag speelt bij iedereen. We willen dus zo snel mogelijk die vraag beantwoorden”, legt vakbondsbestuurder Cihan Lacin uit. “’Wat gaat er met mij gebeuren?’ is de eerste reactie dat je krijgt bij de mensen die bijvoorbeeld in de hoogovens werken als je bekend maakt dat de hoogoven in 2028 sluit”, bevestigt John Mol van FNV Tata Steel.

De FNV wil bij elke fase van de transitie betrokken worden. “Je praat niet over ons zonder ons,” gaat Cihan Lacin verder. “Met de DRI-installatie gaan bepaalde afdelingen verdwijnen of moeten veranderen. We willen nu al alle veranderingen in kaart brengen. We willen weten wat er precies gaat veranderen voor de werknemers, welke omscholing nodig is en zorgen dat die omscholing er komt. Het zorgt voor rust en vertrouw in de toekomst. We willen ook dat de mensen die vandaag werken in een afdeling die gaat verdwijnen een beloning krijgen. Dat is trouwens ook belangrijk om te vermijden dat mensen ergens anders gaan werken. We willen daar allemaal concrete afspraken rond maken met de directie in het sociaal contract”. FNV Tata Steel is al van plan een bezoekje te brengen aan een buitenlandse DRI-installatie om te zien hoe die precies werkt. “Het is belangrijk om op gelijke voeten te staan in de discussie met de directie en niet afhankelijk zijn van de informatie van de directie. We willen zelf gaan kijken en zelf met een plan afkomen”, legt de vakbondsbestuurder van FNV TataSteel uit.

Met de Europese Green Deal zal de overheid grotendeels de dure investeringen financieren, terwijl de consument mag opdraaien voor de extra productiekosten.

De positie van de FNV bij Tata Steel kwam echt niet uit de lucht vallen. “Die positie hebben we dankzij onze 4500 leden. We hebben de vakbondskracht om genoeg druk te kunnen zetten, waardoor we die centrale rol kunnen spelen. En die centrale rol gebruiken we heel erg proactief, met onze eigen plannen en eigen visie”, zegt Cihan Lacin.

De multinationals dwingen om te investeren

De noodzakelijke transitie naar een groene industrie vergt enorme investeringen, enerzijds in energie-infrastructuur en anderzijds in het industriële productieproces. De overheid moet de nodige infrastructuur voor de transitie financieren, maar de grote winstgevende industrie moet ook investeren in de verduurzaming van haar eigen productieproces. We moeten multinationals die winst maken dwingen zelf de nodige investeringen te doen door hen bindende normen op te leggen.

“Wij zijn niet tegen overheidssteun voor de industrie, maar dat geld moet gaan naar de sectoren die echt in moeilijkheden verkeren. Als we overheidssteun geven aan een concern als ArcelorMittal dat miljarden euro’s uitkeert aan zijn aandeelhouders, wat blijft er dan over voor bedrijven en kmo’s die het echt moeilijk hebben? Ten tweede moet er voor die steun een tegenprestatie gevraagd worden en moet de industrie zelf investeren in de ondernemingen en in de werkgelegenheid. Vandaag tekenen de ministers een blanco cheque en weg zijn ze. Voor de CGT moeten in alle Europese sites de nodige investeringen worden gedaan om deze industriële transitie mogelijk te maken. De kwestie van hernationalisatie van de staalindustrie moet ook aan de orde worden gesteld, aangezien staal door iedereen wordt erkend als een strategische sector voor de industrie”, zegt Philippe Verbeke, nationaal secretaris van de CGT ArcelorMittal. Roel Berghuis is het daarmee eens. “De winsten van het Tata Steel concern moeten in elk geval ingezet worden om versnelde stappen te zetten naar vergroening van haar fabrieken. Tata Steel India wil van de Nederlandse overheid financiële steun. Het lijkt mij niet goed uit te leggen aan de Nederlandse belastingbetaler als Tata zelf niet over de brug komt. Tata Steel India moet daarom zelf eerst op korte termijn duidelijkheid geven over wat er aan miljarden euro’s geïnvesteerd gaat worden voor de vergroening van de staalfabriek in IJmuiden. Komt Tata India niet over de brug met investeringen voor vergroening dan moet de Nederlandse overheid beslissen tot staatsdeelname, eventueel in partnerschap met bedrijven en pensioenfondsen die bereid zijn in groen staal te investeren. Staatsdeelname lijkt mij belangrijk om onze industrie in Europa te kunnen beschermen en invloed uit te oefenen op de strategische keuzes voor de toekomst”, zegt de voormalige vakbondsbestuurder FNV Tata Steel.

De Green Deal geeft overheidssteun aan multinationals die groene investeringen doen. Maar zo blijft het initiatief in handen van de multinationals. Door hen tot investeringen te dwingen, nemen we weer zelf het initiatief. Staalgiganten zoals ArcelorMittal zijn in staat om de nodige aanvanginvesteringen te financieren. We kunnen de multinationals bijvoorbeeld bindende normen opleggen, maar dat moet minstens op Europees niveau gebeuren. “We kunnen niet allemaal in ons eentje opboksen tegen multinationals als ArcelorMittal. Hoe meer we verenigd zijn op Europees niveau, hoe sterker we zullen zijn,” legt Philippe Verbeke uit.

Een publieke energiesector om de industriële transitie te waarborgen

De toegang tot voldoende en betaalbare groene waterstof is de belangrijkste belemmering voor de productie van groen staal. Hoe sneller we investeren in de productie van groene waterstof, hoe sneller een steenkoolvrije staalproductie mogelijk zal zijn en hoe sneller de meerkosten van groen staal zullen verdwijnen.

De FNV wil een ‘sociaal contract’ sluiten met de directie om de werkgelegenheid en de noodzakelijke omscholing van een deel van de werknemers te garanderen.

Daarvoor moet de energiesector weer in publieke handen komen. Dan zullen de multinationale energieondernemingen, die miljarden euro’s aan subsidies eisen om te investeren in groene waterstof, niet langer op de rem kunnen staan. Als de energie-infrastructuur en de groene waterstofproductie weer in handen is van de overheid, kan de prijs weer bepaald worden op basis van politieke en democratische energiekeuzes in plaats van op rentabiliteit of marktspeculatie. Het zal ons ook in staat stellen democratisch te bepalen welke sectoren prioriteit krijgen voor waterstof, in plaats van de hoogste bieder of de machtigste lobby.

Voor de overheidsinvesteringen in de energie-infrastructuur zal veel staal nodig zijn. De overheidscontrole op investeringen kan gebeuren door sociale en milieunormen op te leggen om een markt te garanderen voor de producenten van groen staal. Zo zal de overheid de industriële transitie versnellen en tegelijk onze banen en arbeidsomstandigheden in de industrie beschermen. Tezelfdertijd zal de overheid de staalbedrijven langetermijncontracten met stabiele prijzen kunnen opleggen, rekening houdend met de productiekosten en een redelijke winstmarge. Dat zal ook prijspieken voorkomen zoals in 2021, toen de marktprijs van staal in een paar maanden tijd verdubbelde, met recordwinsten voor ArcelorMittal.

Wie zal de industriële transitie leiden?

De Europese Green Deal moet multinationals in Europa in staat stellen groene markten te veroveren door de kosten door te berekenen aan de gemeenschap, zonder enige garantie voor de werkgelegenheid of het klimaat.

Als de energie-infrastructuur weer in publieke handen is, kunnen de nodige investeringen worden gedaan en de energieprijzen worden vastgezet.

Een andere toekomst is mogelijk. Een toekomst waarin we zelf de transitie naar een groene industrie in goede banen leiden. In plaats van de energietransitie over te laten aan een handvol multinationals, kunnen we beter zelf de energiesector leiden en de nodige investeringen doen. In plaats van de koffers van de multinationals te vullen om over te schakelen naar een groene industrie, kunnen we beter bindende Europese normen opleggen die hen dwingen zelf de nodige investeringen te doen, met duidelijke garanties voor de werkgelegenheid en de omscholing van de werknemers in plaats van vage beloften.

Het is nu dat wordt beslist hoeveel en waarin zal geïnvesteerd worden, en de toekomst van onze industrie en het klimaat zal afhangen van die keuzes. De vraag is wie die keuzes zal maken: de CEO’s die alleen gericht zijn op winst of de vakbonden die de toekomst van onze industrie en onze banen veilig willen stellen en het klimaat redden?

 

Footnotes

  1. Beschikbaar in pdf-versie: “Groen Staal: Een plan goed voor het klimaat, een schonere IJmond en werkgelegenheid”, FNV Metaal, mei 2021.
  2. An-Sofie Bessemans, “Kan onze industrie van het gas af?”, Visie, nr 9, 12 mei 2022.
  3. “Actiedag voor een sterke en duurzame Europese staalindustrie”, ABVV Metaal, 1 oktober 2020.
  4. “ArcelorMittal ondertekent intentieverklaring met de Belgische en Vlaamse regering ter ondersteuning van een investering van 1,1 miljard euro in decarbonisatietechnologieën in de toonaangevende vestiging in Gent.”, ArcelorMittal.
  5. Van de investering van 1,1 miljard euro in de directe reductie-installatie en de elektrische ovens moet 700 miljoen komen van een joint venture, Finocas, waarin de Vlaamse overheid en ArcelorMittal elk 350 miljoen euro inbrengen. ArcelorMittal mikt ook op Europese steun om de investering aan te vullen. Zie ook “Verslag plenaire vergadering”, Vlaams Parlement, 29 september 2021.
  6. De Tijd, 29 september 2021.
  7. Dit wordt de reductie van het ijzererts genoemd, die gebeurt in een hoogoven. Het ijzererts kan niet als zodanig in de hoogoven worden gebruikt en moet eerst tot sinter worden verwerkt. De steenkool moet ook worden verwerkt tot cokes. De sinter en cokes worden vervolgens in de hoogoven gesmolten tot zuiver ijzer. Dat is gietijzer. Dat gietijzer wordt dan in de staalfabriek omgezet in staal en vervolgens bewerkt volgens de behoeften van de staalsoort.
  8. Ongeveer 1,9 ton CO2 per ton staal.
  9. Bond Beter LeefMilieu, Een groene industriële revolutie: Hoe creëren we een klimaatneutrale Vlaamse industrie?, oktober 2021.
  10. De door windturbines of zonnepanelen opgewekte energie wordt gebruikt om waterstof te produceren door middel van de elektrolyse van water, d.w.z. de scheiding van de zuurstof- en waterstofmoleculen door er een elektrische stroom doorheen te leiden. Wanneer de waterstof vervolgens in de hoogoven wordt “verbrand”, verbindt ze zich met zuurstof tot stoom.
  11. Pascal Sertyn, “‘Miljardeninvestering in infrastructuur nodig’”, De Standaard, 28 oktober 2021.
  12. “EU steelmakers under pressure as global green steel race accelerates”, Politico, 2 februari 2021.
  13. “Towards competitive and clean European steel”, European Commission, 5 mei 2021.
  14. ArcelorMittal, ibid.
  15. ArcelorMittal, Climate Action Report 2, 2021.
  16. De Standaard, ibid.
  17. ArcelorMittal heeft in 2021 een lening van 280 miljoen euro gekregen van de Europese Investeringsbank (EIB) voor onderzoek naar en innovatie van groen staal. In 2017 had de staalgigant al 350 miljoen euro ontvangen van de EIB voor zijn Europese onderzoeksprogramma voor de periode 2017-2020. In Gent gaf de Vlaamse overheid 2 miljoen euro voor de financiering van de projecten Torero (een totale investering van 35 miljoen) en Steelanol (een totale investering van 199 miljoen). Daarnaast kwam de Europese Unie over de brug met 22 miljoen euro subsidies uit het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 en verstrekte de EIB nog een lening van 75 miljoen euro. Van de investering van 1,1 miljard euro in de directe reductie-installatie en de elektrische ovensmoet 700 miljoen euro komen van een joint venture, Finocas, waarin de Vlaamse overheid en ArcelorMittal elk 350 miljoen euro inbrengen. Hilde Crevits, toen nog Vlaams minister van Economie, “sluit absoluut niet uit […] dat er nog innovatiesubsidies zullen komen”. In Duinkerke wordt het proefproject “3D” voor industriële CO2-afvang (19,2 miljoen euro) tot 14,7 miljoen gefinancierd door de Europese Unie terwijl het IGAR-project (15 miljoen euro) voor 30% door de Franse regering wordt gefinancierd. Frankrijk ondersteunt ook de investering van 1,7 miljard in Duinkerken en Fos-sur-Mer, evenwel zonder nadere details over het bedrag en de voorwaarden.
  18. Dit zijn de prijzen van vóór 2021. Met het economische herstel na de covidcrisis zijn de staalprijzen gestegen tot meer dan 1000 euro per ton.
  19. Een installatie voor directe reductie heeft theoretisch tussen 51 en 57 kg waterstof per ton staal nodig. Praktisch gezien en afhankelijk van de productieomstandigheden is tussen 65 en 80 kg waterstof per ton staal nodig. Om te voldoen aan de huidige productie van de Gentse vestiging moet voor de benodigde hoeveelheid groene waterstof ongeveer 15 TWh groene elektriciteit voorzien worden, of ongeveer 15% van het huidige elektriciteitsverbruik in België.
  20. Wim Debucquoy, “Groene, goedkope en dus publieke energie”, Lavamedia, 30 december 2021.
  21. “Le PDG de Total juge le débat sur le réchauffement climatique ‘trop manichéen'”Sciences et Avenir, 15 januari 2020.
  22. “State Aid: Commission approves up to €5.2 billion of public support by thirteen Member States for the second Important Project of Common European Interest in the hydrogen value chain”European Commission, 21 september 2022.
    en “State Aid: Commission approves up to €5.4 billion of public support by fifteen Member States for an Important Project of Common European Interest in the hydrogen technology value chain”, European Commission, 15 juli 2022.
  23. De Tijd, 3 september 2022.
  24. In Gent werd hoogoven B onlangs voor 195 miljoen euro gerenoveerd, en die is nu een van de modernste en efficiëntste ter wereld, zowel qua productiviteit als qua uitstoot van CO2. Verschillende initiatieven om de CO2-uitstoot terug te dringen zullen naar verwachting ook de jaarlijkse CO2-uitstoot tegen 2030 met ongeveer 0,9 miljoen ton verminderen t.o.v. 2018. Het Toreroproject zal houtafval omzetten voor gebruik in het hoogovenproces met een daling van het gebruik van poederkool tot gevolg. Het Steelanolproject zal een deel van de koolstofhoudende gassen van de hoogovens omzetten in bio-ethanol, dat kan dienen als brandstof voor het vervoer en als bouwsteen voor de productie van chemicaliën, farmaceutica of cosmetica. ArcelorMittal heeft ook een haalbaarheidsstudie gelanceerd voor het Ghent Carbon Hub-project. Dit is een hub in het Gentse deel van de Noordzeehaven die kan dienen als bufferopslagplaats en om de vloeibare CO2 op schepen te laden voor latere permanente opslag.
    In Duinkerke werkt ArcelorMittal aan twee andere belangrijke Smart-Carbon-Routeprojecten. Het eerste, IGAR, is bedoeld om gas van de hoogoven op te vangen voor hergebruik in de hoogoven als reductiemiddel, ter gedeeltelijke vervanging van steenkool. Het andere project is het industriële proefproject “3D”, dat de doeltreffendheid wil aantonen van het proces voor het afvangen van CO2 door het te scheiden van andere rookgassen. ArcelorMittal wil het vanaf 2025 op industriële schaal operationeel maken. Het zou dan meer dan een miljoen ton CO2 per jaar moeten kunnen afvangen. Dit project wordt uitgevoerd met 11 andere partners, waaronder TotalEnergies, dat verantwoordelijk zou zijn voor het transport en de opslag van CO2 in de Noordzee.
  25. “Commissie milieu, werk, personeel en FM (MPF)”, Raadpleegomgeving Gent, 17 mei 2022.