Artikels

Het wereldwijde nieuw rechts conglomeraat

Herwig Lerouge

—1 juli 2018

Ico Maly vindt de gemeenschappelijke noemer van Trump, FN, AfD, PVV, alt-right en N-VA. Onontbeerlijk leesvoer voor het begrip van de opgang van extreemrechts.

Hoe komt het dat net in landen, waar zowel de burgers als de politici zichzelf verkopen als de lichtbakens van de democratie, sterke antidemocratische tendensen zichtbaar worden? Hoe komt het dat veel van wat het Vlaams Blok in de jaren 1990 zei, vandaag wordt uitgedragen als grote waarheden, als ‘zeggen waar het op staat’. Hoe komt het dat nationalisme zo’n opmars kent? Kan je de krachten achter de Trumpcampagne als fascisme light bestempelen? Bestaat het gevaar voor een doorbraak van nog extremere krachten van openlijk fascisme? In zijn laatste boek Nieuw Rechts zoekt cultuurwetenschapper Ico Maly uit hoe de vork aan de steel zit.

Ico Maly
Ico Maly is cultuurwetenschapper en docent Digital Media & Politics aan Tilburg University. Hij is ook hoofdredacteur van diggitmagazine.com. Zijn jongste boek Nieuw Rechts verscheen onlangs bij uitgeverij EPO. Eerder schreef hij ook N-VA: Analyse van een politieke ideologie.

Voor Maly is Trump niet louter een VS-fenomeen maar bouwt hij voort op de traditie van de Europese anti-verlichtingsstroming. Hij wijst op gelijkaardige evoluties wereldwijd tussen stromingen die niet op één lijn staan maar via virtuele transnationale netwerken van Nieuw Rechts toch een conglomeraat vormen. Zo zie je de links tussen de opgang van Trump, de N-VA van de Wever en Francken, de Brexit, het succes van Wilders, Baudet, Alternative für Deutschland, het Front National van Le Pen in Frankrijk.

Maly doet niet aan voorspellingen, maar wil het heden begrijpen. Hij beschrijft hoe de doorbraak van sociale media en de digitalisering daarbij van doorslaggevend belang waren. Daarom ontrafelt hij internetalgoritmes en schuimt hij het internet af op zoek naar trollen, memes en de alt-right. Het boek levert een ongemeen verhelderend en verontrustend beeld van de opgang van Nieuw Rechts. Het is ook een wake up call om niet langer te wachten en een eigentijdse tegenbeweging op te bouwen.

Trumps neoliberaal nationalistisch populisme

In de mainstreammedia worden Trump, Wilders en co meestal gemerkt als ‘populisten’. Maly verwerpt de term niet, maar wel de invulling die er dikwijls aan wordt gegeven als antidemocratisch, zowel links als rechts van de ‘democratische consensus’. Populisme is volgens Maly geen ideologie maar een “frame dat moet worden onderschreven door een veelheid aan actoren”. Populisme veronderstelt een zekere kennis van de eisen of behoeften van (een deel van) het volk en iemand die claimt te spreken in naam van dat volk. De populist moet authentiek overkomen maar heeft ook een infrastructuur nodig die zijn boodschap tot bij dat volk brengt. Populisme gaat niet enkel over de inputzijde, het gaat ook over wat het publiek en de media doen met de boodschap van de populist. Vandaag in het digitale tijdperk produceren politici slechts in geringe mate het populisme. Miljoenen burgers en zelfs algoritmes reproduceren politiek discours. Voor Maly is het discours van Trump “populisme uit het handboek” en hij waagt zich zelfs aan de vergelijking tussen zijn discours en Mein Kampf.

Net als Hitler kent Trump een vruchtbaar terrein in een periode na een economische crisis, in een situatie waarbij de VS op wereldvlak hun leiderschap en hun status van greatest nation on earth dreigen te verliezen, zoals Duitsland na 1918 een smadelijke nederlaag had geleden. Een deel van de bevolking dat tot twintig jaar geleden een zekere welvaart genoot, is tot de poor whites gaan behoren, zoals de middenklasse in Duitsland door de crisis van 29 geruïneerd was, met een onzekere toekomst zonder weerga tot gevolg. Trump speelt in op de idee dat de VS in verval zijn (infrastructuur, werkloosheid …) — Clinton ontkende dat — en opnieuw groot moeten gemaakt worden. Er moeten opnieuw banen komen en goede banen zoals toen Amerika nog groot was.

Omdat de Duitse arbeidersklasse zeer antikapitalistisch was ingesteld moest Hitler een antikapitalistische component in het vijandbeeld inbouwen en tegelijk een nationaal gevoel scheppen bij de werkende mensen. De vijand werden enerzijds het joods financierskapitaal — niet het Duitse — en de socialisten en communisten die door de klassenstrijd verdeeldheid in de Duitse natie zaaiden en zo verhinderden dat Duitsland weer groot werd. De vijand bij Trump is de elite, degenen die via het globalisme ‘onze jobs naar het buitenland versast hebben, slechte handelsakkoorden hebben afgesloten en de grenzen opengezet voor slechte migranten uit landen waar vrouwen en homo’s mishandeld worden’ of die ‘onze vrouwen verkrachten’, zoals de Mexicanen en de zwarten. Die worden dan geplaatst tegenover ‘de mensen die hier legaal verblijven’.

Trump zal, samen met het volk, deze kosmopolitische elite uit het Witte Huis verdrijven. Dat zal niet gemakkelijk zijn, want zij hebben de media en het grote geld aan hun kant. Met het volk bedoelt hij dan ‘de gemeenschap met dezelfde waarden’, het Amerika van onze grootouders. Kortom, het gaat over het Amerika van de blanke man. Amerika is door links kapotgemaakt, en de oude Amerikaanse waarden moeten hersteld worden. Trump schuwt expliciet racisme. Hij heeft het nooit expliciet over het blanke ras, maar het is voor iedereen duidelijk, ook extreemrechts, dat zijn volk het blanke Amerika is. Daarom riep ook de Ku Klux Klan op om voor hem te stemmen.

Trollen en algoritmisch populisme

Een populist moet zich als man van het volk framen en het volk moet zijn boodschap opnemen en verspreiden. Vroeger was een politicus afhankelijk van de mainstreammedia en dure reclamecampagnes. Digitale media hebben voortaan een wezenlijke impact op het maatschappelijk debat en de politiek. Dat kan niet onderschat worden. Maly onthult geweldig hoe populisten de nieuwe technologieën en sociale media aanwenden.

De doorbraak van sociale media waren van cruciaal belang voor de opgang van Nieuw Rechts.

Het online-activisme construeerde onder andere mee de idee dat Trump de stem van het volk vertegenwoordigt. Trumps strijd tegen de ‘politiek correcte pers’, verkocht aan de elite, werd zelfs een van de hoofdthema’s om hem als man van het volk te casten. Hij negeerde en bespotte de media en communiceert via tweets, rechtstreeks met zijn achterban. De steunbeweging voor Trump was niet uniform, maar ging van Nieuw Rechts tot erg bruine neonazistische media en platformen.

We kennen ondertussen Steve Bannon, de ondertussen voormalige raadgever van Trump. Hij was hoofdredacteur van de extreemrechtse site Breitbart en gekend voor zijn racisme en islamofobie. Breitbart is een van de belangrijkste spreekbuizen en lang niet het meest radicale van de alt-right, een netwerk van digitale media maar ook uitgevers, denktanks en platformen als 4chan en The Daily Stormer. Alt-right staat voor white nationalism, cultureel (raciaal is uit den boze) determinisme, culturele, sociale en genderongelijkheid1 en autoritair leiderschap en de idee van het Westen in verval. Voor de alt-right is democratie enkel mogelijk binnen een homogene linguïstische en etnoculturele sokkel. De wedergeboorte, de strijd voor om Amerika terug groot te maken, is de strijd voor deze idealen. Verder heb je ook nog The Daily Stormer (naar der Stürmer, het blad van de NSDAP), vandaag het meest succesvolle medium van extreemrechts in de VS. Voor deze neo-nazi’s is Breitbart ‘alt-light’ en niet radicaal genoeg. Dat conglomeraat heeft, vooral via digitale propaganda, agitatie, organisatie en fondsenwerving, Trump mee aan de macht gebracht. Door de personalisering en de commercialisering van het web wist de Trumpcampagne aan de hand van de tegen harde munt aan te kopen databanken elk van die extreemrechtse bubbels op maat aan te spreken.

De opmars van nieuwe technologie heeft geleid tot een groot aantal algoritmes die bepalen wat we te zien krijgen als we googelen maar ook wat we wel of niet te zien krijgen als we Facebook openen. De campagnes voor Trump hebben daar als geen ander op ingespeeld met een uitgekiende campagne om de eigen aanhangers, tot de meest extreme elementen, online betrokken te houden terwijl het andere kamp aan het twijfelen werd gebracht.

Het succes van de campagne van alt-right is dus te verklaren door het samengaan van de extreemrechtse ideologen en de jonge internetactivisten. Ze structureerden een leger van trollen, jonge, vaak onstabiele, geïsoleerde activisten. Zij brachten massaproductie van racistische memes, dikwijls verpakt als humor. Een kikker uit cartoons, Pepe the Frog, omgesmeed tot een nazistisch symbool, werd een centraal campagne-item in hun steun voor Trump. De digitale platformen van de Alt-Right werken ook met (ro)bots die tienduizenden berichten versturen, retweeten, liken en verzamelen. In naam van ‘de vrije meningsuiting‘, gaan ze tekeer met verbaal geweld tegen transgenders, migranten en politiek correct links. Sommige sites van alt-right, die Trump steunden, zoals die van Milo Yiannopoulos, hebben meer dan twee miljoen fans. Als hij een doelwit aanduidt op zijn Facebook wall, dan schieten zijn volgers in actie. Wie het waagt om kritiek te hebben op Breitbart en bij uitbreiding op de Alt-Right en Trump zal slachtoffer worden van zijn digitale stoottroepen. Mensen worden bestookt met een schijnbaar eindeloze golf aan antisemitisme, haat en doodsbedreigingen.

Ze hebben via een spel met computeralgoritmes en trollencultuur een fictieve werkelijkheid gecreëerd, een fictief volk. Trump gebruikte dat volk vervolgens om zijn eigen programma door te drukken en hij stelde dat hij bezig is met ‘datgene wat het volk wil’. Door dat steeds opnieuw te herhalen, wordt het voor waar aangenomen en krijg je electorale overwinningen. “Algoritmisch populisme” is de omschrijving die Maly hiervoor gebruikt.

Het grote probleem wordt zo de verschuiving van de manier waarop we over democratie denken, zegt Maly. Politici gaan steeds meer rekening houden met die zogenaamde ‘stem van het volk’. Ze lopen steeds meer die kunstmatige publieke opinie achterna. Wie via de nodige mediastrategieën ervoor kan zorgen dat hij die ‘stem van het volk’ kan sturen, heeft veel macht. Wat de werkelijke zorgen van de mensen zijn, kun je dan gewoon overslaan. Maly gaat hier wel wat snel over hoe de traditionele media en denktanks ook nog steeds een volk scheppen, een publieke opinie. Al decennialang wordt de democratie ook door hen geconfisqueerd. Al hebben de nieuwe media nu een ruimte geboden om tot voor kort uit de media gebannen extreemrechtse propaganda breed uit te smeren.

Digitaal fascisme

In de schoot van Trumps Nieuw Rechtse discours broeit een nieuw Amerikaans digitaal fascisme, zegt Maly. Terecht zegt hij dat dit gebeurt in een heel andere context dan het fascisme uit de 20ste eeuw. De verschijningsvormen van het fascisme zijn historisch bepaald. Er zijn vandaag geen fascistische partijen vergelijkbaar met de Duitse Nazi’s. Zelfs in de jaren dertig van de vorige eeuw bestond er geen model van fascisme. Zoals de Duitse historicus Kurt Gossweiler2 dat voortreffelijk onderzocht nam het fascisme ook toen verschillende vormen aan, als gevolg van verschillende historische, economische en politieke omstandigheden. Duitsland en Italië waren openlijke fascistische regimes die tot stand kwamen met een massabeweging. In andere landen werd het van boven opgelegd na een staatsgreep of door een geleidelijke fascisering. Daar is het een terroristische dictatuur, ginder dan weer worden oppositiepartijen toegelaten.

Het is zaak om in elke specifieke context de algemene trekken van het fascisme te ontwaren. En dat doet Ico Maly in dit digitale tijdperk. Vandaag is de digitale ruimte een belangrijk domein voor politieke actie waar politieke bewegingen groeien, waar individuen worden omgesmeed tot militanten en militanten tot politiek geëngageerde en gepolitiseerde massa’s. De alt-right, de beweging die Trump mee naar het presidentschap heeft geduwd, heeft meer gemeen met fascisme dan vele commentatoren willen inzien.

Volgens Maly zou het “fout zijn om dergelijke ideologische opgeleide trollenlegers te herleiden tot een amorfe massa van enkele jonge, gefrustreerde, alleenstaande mannen die achter het scherm van hun pc in de kelder van hun ouders op eigen houtje wat zitten te trollen”. Er is een duidelijke maar complexe online structuur en die heeft effecten on- en offline. De stoottroepen van het digitaal fascisme hangen niet af van hun Grote Leider, ze zijn geen onderdeel van een hiërarchisch gestructureerde organisatie. De alt-right heeft vooralsnog een netwerkstructuur met verschillende nodes waarrond trollegers ontstaan, ideologisch gevoed en aangestuurd worden.

Ze worden opgeleid tot hardcore neonazi’s. Zij geloven dat ze militanten zijn in een Race War. Hun doel? Blanken racially aware maken door online actie, maar als het kan ook offline. Het blijft niet altijd bij verbaal geweld. Tijdens een speech van Yiannopoulos aan de Universiteit van Washington schoot één van zijn fans een linkse betoger neer.

Van Nieuw Rechts tot alt-right

Volgens Maly beleven we vandaag de echte politieke doorbraak van wat begon als Nieuw Rechts in de jaren zestig van de vorige eeuw in Frankrijk. Toen richtte de Franse rechtse filosoof Alain de Benoist zijn Groupement de Recherche et d‘Etudes pour la civilisation européenne (GRECE) op. De stroming die eruit voortvloeide zou de naam Nieuw Rechts meekrijgen. Het was een poging van extreemrechts om uit de hoek te raken waar na de Tweede Wereldoorlog niemand nog wilde zitten: racisme, collaboratie, fascisme en nazisme. Het linkse, marxistische en antifascistische ideeëngoed was toen toonaangevend in Frankrijk, op cultureel en filosofisch vlak.

De inzet is om in elke specifieke historische context de trekken van het fascisme te ontwaren. En dat doet Maly in dit digitale tijdperk.

GRECE werd opgericht met de bedoeling een denktank te vormen die tot taak had een coherente rechtse ideologie te ontwikkelen en een rechtse wereldbeschouwing algemeen ingang te doen vinden via een metapolitieke strategie. GRECE wilde niet direct een politieke beweging zijn. Het hanteerde de strategie van de Italiaanse marxistische denker en leider van de Italiaanse Communistische Partij, Antonio Gramsci. Om de maatschappij te veranderen moesten volgens Gramsci eerst de ideologische hegemonie en de heersende denkbeelden worden bevochten.3

Nieuw Rechts beweert niet meer dat het blanke ras superieur is, het vindt alleen dat iedere etnische groep zijn eigen land moet hebben om zijn eigenheid te behouden. Dat is het ‘etnopluralisme’. In Europa komt het neer op de verdediging van ‘onze identiteit’ tegen diversiteit en immigratie. Zo wil Orban bijvoorbeeld de grenzen dicht omdat het Europa ‘ontchristelijkt’. Nieuw Rechts neemt het streven naar gelijkheid onder vuur en staat voor hiërarchie in een samenleving. De nadruk op individuele rechten verzwakt de organische banden van de gemeenschap.

Er zijn natuurlijk verschillen binnen Nieuw Rechts als gevolg van de lokale eigenheden maar de Nieuw Rechtse beweging is volgens Maly in haar geheel een “hertaling van de twee eeuwen oude politieke, culturele en ideologische strijd tegen de verlichting, de zogenaamde antiverlichting”. Hij citeert Zeev Sternhell die erop wees dat de opgang van het fascisme in de 20e eeuw niet kan worden begrepen zonder de eeuwenoude ideologische antiverlichtingsstrijd tegen de (radicale) verlichting, het humanisme, de Universele rechten van de mens en uiteindelijk ook de democratie te bekijken. In naam van het volk, van de natie werd de democratische ideologie aangevallen. Dat is vandaag niet anders. Net zoals de denkers van de antiverlichting niet terug wilden naar een verloren verleden, willen ook de Nieuw Rechtse denkers, activisten en politici bouwen aan een nieuwe moderniteit. Een moderniteit die niet gebaseerd is op universele mensenrechten, een verlichte democratie of idealen als vrijheid en gelijkheid.

De stoottroepen van het digitaal fascisme hangen niet af van hun Grote Leider.

Het Nieuw Rechtse project is vanaf de start transnationaal, stelt Maly. In ieder land manifesteert het zich op een andere manier, maar in de kern deelt het dezelfde ideologie. Er bestaat geen formele organisatiestructuur, maar dat maakt de politieke kruisbestuiving er niet minder om. Nieuw Rechtse politici zoals Wilders, Orbán en Marine Le Pen sluiten informele allianties en er is een wereldwijd netwerk van sympathisanten die samenkomen op obscure webfora of besloten Facebook-groepen en hun nieuws halen van Breitbart of GeenStijl. “Wat de alt-right vernieuwend maakt,” schrijft Ico Maly, “is dat ze de nieuw rechtse traditie ent op de antagonistische en grensoverschrijdende libertaire internetcultuur.” De cultuuroorlog van de 21e eeuw wordt grotendeels online uitgevochten en de alt-right heeft een webleger dat nergens voor terugdeinst.

Ook bij ons probeert reactionair rechts zich te organiseren op het internet en ook hier spelen memes een rol. Zo is er de groepering Schild en Vrienden. Het bracht leden van N-VA en Vlaams Belang bijeen na de universiteitsmeetings die Theo Francken (N-VA) hield. De groep wil extreemrechts ook in real life organiseren en voert tegelijk onlinecampagnes — waaronder haatcampagnes — tegen een gekleurde VRT-medewerker, tegen transgenders en feministen. Zo riep een meme van Schild en Vrienden op tot verkrachting van een linkse studente. Het gevaar van groepen als Schild en Vrienden is dat ze zich in het reële leven gaan organiseren, naar het model van Génération Identitaire in Frankrijk.

De mainstreaming van Nieuw Rechts

Vandaag zien we de oogst van de kiemen die destijds zijn gezaaid. In het Witte Huis zetelt vandaag een president die deel is van de alt-right. Met Trump heeft Nieuw Rechts het centrum van de wereldmacht in handen. Dat maakte de Europese bondgenoten euforisch. Le Pen en Front National, Wilders en zijn PVV, Farage en UKIP, De Winter en het Vlaams Belang en succesvolle extreemrechtse grassroots bewegingen zoals Pegida en Generation identitaire voelen zich terecht gesterkt door Trumps overwinning. Wereldwijd staan er politici en politieke bewegingen op die dromen van een wereld van soevereine en homogene etnoculturele naties en regio’s. Plaatsen waar het belang van de natie, de groep, belangrijker wordt geacht dan de rechten van het individu.

Een deel van Europees uiterst rechts heeft vandaag een regelrecht fascistische, zelfs neonazistische vorm: het Griekse Gouden Dageraad, het Hongaarse Jobbik, het Oekraïense Svoboda en de Rechtse Sector… Talrijke kaders en voormalige leiders van het Franse Front National, de Oostenrijkse FPÖ en het Vlaams Belang hebben banden of beroepen zich op het historisch fascisme en de collaboratie met de nazi’s. De grens tussen deze nazi’s en een aantal grote Europese extreemrechtse partijen wordt steeds waziger. Ze hebben een aantal basisideeën gemeen: islamofobie, nationalisme, afkeer van de individuele mensenrechten.

Ze beweren zelf echter niets te maken te hebben met het fascisme want ze zijn voorstanders van de parlementaire democratie. Dat houdt hen binnen het legitieme debat. Dat bekijkt Maly terecht van dichterbij. Ze promoten de democratie, maar dan wel een andere dan die van de radicale verlichtingsdenkers zoals Thomas Paine, Rousseau… bij wie de nadruk ligt op gelijkheid, mensenrechten en representatie, aldus Maly. Bij N-VA en figuren zoals Baudet en Wilders in Nederland ligt de nadruk op de natie, een gedeelde nationale identiteit. Wilders is het prototype van de Nieuw Rechtse politicus. Geen openlijke fascist, maar wel een antidemocraat die het gelijkheidsbeginsel uit de grondwet wilde schrappen en vervangen door een artikel dat de joods-christelijke en humanistische leidcultuur vastlegde. Democratische rechten zijn bij hen verbonden met het lidmaatschap van de natie en onze waarden.

Voor de N-VA kunnen alle mensen lid worden van de Vlaamse natie, ook allochtonen, maar dan wel op voorwaarde dat ze zich volledig schikken naar de morele orde van die etnische natie, dat ze de vooraf gegeven waarden van de natie erkennen. Als Francken, naar eigen zeggen, gaat spreken in vluchtelingencentra en daar zegt: “Jullie zijn welkom maar Europa is geen blanco blad, wij hebben 2000 jaar geschiedenis met Joodse, Griekse, Roomse invloeden. Jullie, de vluchtingen, moeten dat respecteren en jullie aan ons aanpassen” dan is in dat discours in essentie nationalistisch. Het verschil met het ‘aanpassen of opkrassen’ van het Vlaams Belang wordt zo wel heel klein.

Thierry Baudet dweept met Spengler, het voorbeeld van Hitler. Hij neemt net als Trump van hem het thema van het verval van het Westen over. Voor hen zijn het de immigratie en de erfenis van mei 68, de multiculturele elite, die het Westen de das hebben omgedaan. De EU kan geen democratie zijn, omdat er zoveel talen worden gesproken. Onzin natuurlijk, zegt Maly, want een democratie is niet gestoeld op identiteit maar wel op een grondwet, vrijheid en gelijkheid, en rationele burgers.

Nieuw Rechtse politici werpen zich zelfs soms op als de ware verdedigers van de Verlichting. Bijvoorbeeld als degenen die homo’s en vrouwen verdedigen tegen links dat blind is voor het islamitisch gevaar. Maar deze steun aan de progressieve waarden dient vooral als een stok om moslims mee te slaan. Er is wel nog een groot verschil als het over expliciet racisme gaat, zegt Maly. Je zult De Wever bijvoorbeeld nooit horen klagen over het geld dat in de zak van Mohammed verdwijnt. Hoewel, denk ik dan, als ik Francken de N-VA-aanhang hoor ophitsen op een meeting in Halle met de mededeling dat zijn vader een “veel te klein pensioentje heeft omdat al die vluchtelingen die hier aanspoelen zomaar 1100 euro per maand krijgen zonder ooit te hebben bijgedragen”.

Welke democratie?

De doorbraak van Nieuw Rechts heeft volgens Ico Maly ook te maken met de systeemfout in de representatieve democratie: het streven naar het compromis. Dat zorgt voor een kloof tussen burger en politiek. Volgens Nieuw Rechts moet de mondige burger via referenda de wil van de meerderheid kunnen opleggen. Maly verwerpt dat en noemt dit de dictatuur van de meerderheid over de minderheid. De representatieve democratie en het compromis zorgen ervoor dat ook met de wil van de minderheid wordt rekening gehouden. Het enige wat telt, is de stem van het volk die door de mond van politici weerklinkt.

Zo sijpelt volgens hem het Nieuw Rechtse discours in alle partijen binnen. De dingen die zogenaamd ‘niet gezegd mogen worden’ staan op de voorpagina’s van de grootste dagbladen. Islamofobe retoriek, die twintig jaar geleden totaal ondenkbaar was, hoor je nu in iedere verkiezingscampagne. Zelfs sociaaldemocratische politici durven de diverse samenleving niet meer te verdedigen, uit schrik als naïeve gutmenschen te worden bestempeld en het discours van Rutte en Rutten — ‘Doe normaal of ga weg’ en ‘Gewoon doen’ — is een verdoken versie van het racistische Vlaams Blok discours ‘Aanpassen of opkrassen’ uit de jaren negentig, zegt Maly.

Het definiëren van Nieuw Rechts als antiverlichting zorgt er wel voor dat het alternatief voor Nieuw Rechts meestal beperkt wordt tot de verlichtingsidealen en verdediging van de democratie en de mensenrechten. Hierbij verliest Maly soms wel uit het oog dat ook deze democratie er in essentie nog een is voor een kleine minderheid van de bevolking. Hij verdedigt de representatieve democratie tegen de directe, die de dictatuur van de minderheid zou uitmaken. Maar de representativiteit, in onze maatschappij, verhindert niet dat de meerderheid over veel zaken niets te zeggen heeft en dat een kleine minderheid van kapitaal en mediabezitters de mening van de meerderheid zodanig kan beïnvloeden dat die de opinie van de elite integreert. Hij definieert echte democratie als het compromis, of de consensus. Dat is zeker het beste systeem bij een echte gelijkheid, dus ook op economisch vlak. Al kan een directe democratie, met een democratisch debat, ook een grote opvoedende en democratische waarde hebben.

Hij fietst toch met een te grote bocht rond de reële kloof tussen bevolking en politieke wereld. Die is niet enkel het gevolg van Nieuw Rechtse demagogie, maar van het compleet uitgeholde parlementarisme. Zeker, we moeten de aanvallen op de rechtsstaat bekampen, maar we hebben er belang bij om de terechte kritieken van de gewone mensen op het bestaande establishment ter harte te nemen. Anders zal die kritiek een belangrijke voedingsbodem blijven voor het Nieuw Rechtse onkruid.

Het bruine gevaar

Door de essentie van Nieuw Rechts te situeren in de aanval op de verlichtingsidealen en de nadruk te veel te leggen op de ideeënstrijd, ontneemt Maly zich de mogelijkheid om Nieuw Rechts te ontmaskeren omtrent hun quasi complete eensgezindheid met het establishment op socio-economisch vlak. Dat blijkt overal waar ze aan de macht komen en zal ook in de VS duidelijk worden.

Hoe groot is het gevaar Trump? Na zijn verkiezing was de mening dat hij het niet lang zou uitzingen. Het verzet was nog groot bij de elite in Washington. Hij kreeg voor zijn alternatieve mediacampagne wel al steun van het grote geld. De uiterst rechtse miljardair Robert Mercer, CEO van Renaissance Technologies, een van de meest succesvolle investeringsfondsen, en financier van Breitbart News, introduceerde hoofdredacteur Bannon bij Donald Trump. Zo ontstond de driehoek Trump-Bannon-Mercer. Mercer stelde zijn geld, connecties en technologie ter beschikking, met name het bedrijf Cambridge Analytica waar Mercer de grootste investeerder is en waar Bannon in de raad van bestuur zetelt.

Nieuw Rechts definiëren als een hertaling van de eeuwenoude antiverlichting is té beperkt.

Men dacht wel dat die steun van het bedrijfsleven marginaal was en dat het met de alt-right alleen niet zou lukken. Die steun van het grote geld kan echter snel toenemen. De ‘Gleichschaltung’ van het kapitaal, zoals John Bellamy Foster het noemt, die we ook in Duitsland zagen tussen 1929 en 1933, lijkt begonnen.4 Ook toen duurde het enkele jaren vooraleer de hele financiële en economische elite Hitler aan de macht wilde. Gossweiler beschrijft de evolutie van die tegenstellingen in de leidinggevende politieke, economische en militaire kringen in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog. Sommigen hebben lang geaarzeld om de nazi’s te steunen, vooral nieuwe industrieën zoals de elektrische en chemische industrie. Het verschil tussen de twee groepen stak niet in hun afkeer voor de Weimarrepubliek, die in hun ogen te veel toegevingen had gedaan aan de arbeidersbeweging. De meningsverschillen gingen over hoe de Republiek te bestrijden: via een staatsgreep of via een langzame, geleidelijke, grondwettelijke ontwikkeling in de richting van een dictatuur. Beide groepen wilden de Duitse macht in de wereld herstellen. Pas toen de NSDAP begon te stagneren en de Duitse communisten groter dreigden te worden dan de sociaaldemocratie, overstegen ze hun interne ruzies en besloten ze om Hitlers partij sneller de macht toe te vertrouwen.

De ‘Gleichschaltung’ van het kapitaal die we ook in Duitsland zagen tussen 1929 en 1933, lijkt begonnen.

Trumps plan om het Amerikaanse defensiebudget met 54 miljard dollar te verhogen en de NAVO-partners te verplichten om 2 % van hun budget aan bewapening te spenderen zal bij het machtige militair-industrieel complex op gejuich onthaald worden. Zijn beslissing om de markt van het economisch en financieel kapitaal verder van regels te ontdoen, de belasting op kapitaal van 35 % te verminderen tot 25 %, krijgt applaus bij het geheel van de bankiers en multinationals. Achter deze plannen ziet men duidelijk de schaduw van de financiële wereld en van de wapenindustrie. De regering Trump lijkt overigens meer en meer op een kabinet van Goldman Sachs oudgedienden.

Voer voor een tegenstrategie

Ico Maly levert een onschatbare bijdrage voor het beschrijven en het begrijpen van de opkomst en het gevaar van Nieuw Rechts. Ook al levert zijn boek talrijke aanwijzingen over wat antifascisten beter anders zouden aanpakken, ontwikkelt hij in zijn boek geen tegenstrategie. Of het fascisme kan gecounterd worden zal mijns inziens in de eerste plaats ervan afhangen of er een antikapitalistisch alternatief komt tegen de rampen van de kapitalistische globalisering, de democratische crisis, de klimaatcrisis en de oorlogsdreiging.

Nieuw rechts kapitaliseert al twee decennia op de autochtone verliezers van deze neoliberale globalisering, zegt Maly terecht. De neoliberale globalisering leidde tot een afbraak van de welvaartstaat, een uitholling van de democratie, de dominantie van de markt en delokaliseringen, de overgang van een industriële naar een post-industriële economie in het Westen, een toename van de migratie, technologische ontwikkelingen die de globalisering tastbaar maakten en de opmars van Nieuw rechts als antwoord op deze ontwikkelingen. De nationale staten verloren de controle over de multinationals, die spelen iedereen tegen mekaar uit in een race to the bottom. Zo ontstaat een precariaat en een nieuwe migratie als gevolg van economische en ecologische oorzaken.

Het alternatief zal in de eerste plaats afhangen of er een geloofwaardig alternatief ontstaat dat de strijd aangaat tegen het systeem dat al die rampen over de mensen afroept. Privatiseringen waren in de jaren negentig van de vorige eeuw een economische noodzaak voor de verdere accumulatie van kapitaal. Dat is uitvoerig beschreven onder meer door Gerard de Selys in De kraak van de eeuw. Er was nood aan nieuwe markten voor een kapitalisme in ademnood via globalisering en privatisering. Er was nood aan de verhoging van de winstmarges via competitiviteitsdenken, gepaard met de afbouw van de sociale zekerheid en de openbare dienstverlening. De ideologie van de absolute vrijheid van staatsinmenging was de verpakking. De weg werd geopend voor extreemrechts toen ook de socialistische partijleiders meestapten in de waan van het einde van de ideologieën, toen ze ook TINA propageerden. De ideologische verwarring in de arbeidersbeweging, het verlaten van het terrein van de sociale strijd, het verketteren van het socialisme als perspectief maakten de weg vrij voor het etnocentrische, anticommunistische, antivakbonds- en antimigratiediscours als zogenaamde dam tegen de kapitalistische globalisering.

Net als in de jaren dertig dreigt het fascisme, in zijn hedendaagse vorm, weer een kans te krijgen als redder van het kapitalisme. Het zal als een nieuwe vorm van democratie, van de stem van het volk geframed worden, zoals Nieuw Rechts vandaag probeert. Maar in beide gevallen is de essentie de vrijwaring van de macht van de een procent superrijken.

De opdracht van Trump vandaag is om al de opgehoopte frustratie over de ramp van de neoliberale globalisering af te leiden in banen die het kapitalistisch systeem als dusdanig niet in vraag stellen. De Nieuw Rechtse vloedgolf is het verhaal dat de werkloze Amerikaan, de gedeclasseerde white collar, de bedreigde middenstander van de strijd tegen de een procent moet weghouden. Trump staat voor nog meer liberalisme in het binnenland, minder staatsinmenging, minder belastingen op de rijken. Zijn strijd tegen de globalisering betekent in de eerste plaats meer voordelige handelsakkoorden voor de VS en een agressievere politiek tegen de grote concurrenten. In de eerste plaats China, en desnoods met oorlog tot gevolg.

De ideeënstrijd en de sociale strijd

Ico Maly roept ons, zeer terecht op, om de ideeënstrijd, veel meer dan nu het geval is, ter harte te nemen. De opgang van Trump en de alt-rightbeweging zijn het beste bewijs. Groepen online-activisten die dezelfde boodschappen uitsturen en herhalen, met een nieuwe taal van memes. Als je de algoritmes kent van Facebook en de interactie van je eigen achterban nauwkeurig monitort, zegt Ico maly, dan weet je op welk uur je best iets post. Als zo’n boodschap meteen pakweg tien likes krijgt, dan pikt Facebook het op en is het vertrokken. Stel dat de vakbond, met zijn duizenden militanten, ook op die manier strategisch te werk gaat, het zou nogal impact hebben!

Maar de ideeënstrijd, zeker op massavlak, hoe belangrijk ook, gebeurt niet enkel via boeken, internetsites en memes. Laat ons ook daarvoor bij Gramsci in de leer gaan.5 Hij erkent dat de massa via allerlei kanalen overspoeld wordt met de heersende ideologie, die de overgrote meerderheid dan als vanzelfsprekend, als natuurlijk gaat beschouwen. Maar, zegt Gramsci, er is ook binnen elke sociale klasse een kern van “gezond verstand” die is gebaseerd op directe observatie van de werkelijkheid. Zonder die kern van “gezond verstand” zou het onmogelijk zijn voor de werknemers om zich te bevrijden van de overvloed aan propaganda die de bourgeoisie over hen uitstort. Ze zouden niet in staat zijn te protesteren tegen haar economische en politieke macht.

Het is een inzicht in de wereld, dat voortkomt uit zijn sociale productieve activiteit en dat, al is het dan heel “embryonaal”, de werkelijke belangen van diegenen die produceren uitdrukt. Toch zien we dikwijls niet veel van dat “gezond verstand”.

De ideeënstrijd gebeurt niet alleen via boeken, sites en memes.

Voor die tegenstrijdigheid heeft Gramsci een uitleg. Zo wordt het bewustzijn van de werkende mensen in “normale tijden” (dat wil zeggen buiten de periodes van massabeweging en mobilisatie) beheerst door de druk van de kapitalistische concurrentie waaraan ze permanent zijn onderworpen en gedomineerd door de ideeën van de heersende klasse: dat noemt Gramsci “het alledaagse denken”. Dit “alledaagse denken” krijgt vorm op basis van religieuze overtuigingen over de menselijke natuur die de maatschappij meestal niet indelen in klassen, maar in met elkaar concurrerende groepen (zwarten/blanken, homo’s/hetero’s, gelovigen/ongelovigen…). Volgens Gramsci kan het “gezond verstand” alleen maar toenemen door actie en mobilisatie, dat wil zeggen, in de strijd. Het is dus de taak om elke spontane rebellie aan te moedigen en te steunen met dit ene doel en de onderdrukten te trainen in de actie.

Men moet, meer dan nu het geval is, de ideeënstrijd voeren, maar dat is onvoldoende om weerwerk te bieden tegen de machtige propagandamiddelen van de heersende klassen. Het is vooral de dagelijkse strijd, door de mobilisatie van de massa voor welomschreven concrete doelen, die de mogelijkheid biedt aan de volksmassa’s om hun waarnemingsveld uit te breiden en geleidelijk hun inzicht in de sociale mechanismen en verhoudingen te verdiepen. Hoe meer de sociale strijd opnieuw centraal staat, hoe minder het gif van het racisme, het nationalisme in de brede lagen van de bevolking zal doordringen en hoe meer de werkelijke tegenstelling aan het licht zal komen: die tussen arbeid en kapitaal.

Footnotes

  1. Hiervoor gaan ze te rade bij de fascistische ideoloog Julius Evola. Voor hem was de vrouw essentieel ‘veranderlijk’, ze leeft voor anderen en heeft geen ziel, geen ego. Ze pleiten voor de terugkeer van de alfaman, viriel, dominant en gewelddadig. Sociale ongelijkheid is voor Evola natuurlijk. Iedereen moet trots zijn op zijn rol in de samenleving. In de moderne versie wordt dit een pleidooi voor een ongebreideld kapitalisme waar geen enkele wet of regel of vakbond de bestaande ongelijkheid mag aantasten. Deze ideologie is in Silicon Valley goed verspreid.
  2. Kurt Gossweiler. Hitler, l’irrésistible ascension. Essais sur le fascisme, Editions Aden, 2006. p. 167 en volgende.
  3. Het is niet zonder belang dat voormalig Vlaams Blok voorzitter Frank Van Hecke zijn licentiaatsthesis aan de VUB maakte met als titel “Metapolitieke strategie, organisatie en ideeën van Kultureel Nieuw-Rechts in Frankrijk: G.R.E.C.E. 1967-1981”
  4. John Bellamy Foster, Trump in the White house. Tragedy and farce, Monthly Review Press, New York, 2017.
  5. Antonio Gramsci, Marxisme als filosofie van de praxis, Van Gennep, Amsterdam, 1972.