Artikels

Het Venezolaanse schrikbeeld in het Westen

Eva Deront

—18 juni 2018

Maurice Lemoine analyseert de recente ontwikkelingen in Venezuela. Hij beschrijft de nationale en internationale pogingen tot destabilisering, en de reacties van bevolking en oppositie.

Venezuela : l’épouvantail agité de l’Occident

Mede door de inflatie, de verstoring van de bevoorrading van basisproducten en de straatbarricades is wordt Venezuela nu in Europa als schrikbeeld opgevoerd om iedereen bang te maken die geneigd is het kapitalisme in vraag te stellen. Tot in juli 2017 heeft de Venezolaanse rechtse en extreemrechtse oppositie geprofiteerd van de schaarste en de verslechtering van de economische toestand om een nieuwe golf van gewelddadigheden te ontketenen en te pogen de regering van Nicolás Maduro omver te werpen.

Maurice Lemoine toont zich niet toegeeflijk ten aanzien van de fouten van de regering. Maar de ex-hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique maakt wel deel uit van die journalisten op het terrein die trachten een feitelijk relaas te geven. Daarbij stelt hij de economische sabotage centraal in zijn analyse van de politieke situatie. Op die manier krijgen we een idee van de enorme opdracht en van de hindernissen waarmee elke authentieke linkse regering zich geconfronteerd weet…

Éva Deront. Tussen april en juli 2017 werd Venezuela geconfronteerd met hevig geweld vanwege rechtse en extreemrechtse militanten: een aanval met een helikopter tegen het hooggerechtshof, een jonge zwarte van Afrikaanse origine die levend werd verbrand, barricades, aanvallen tegen de Nationale Wacht. Hoe verhoudt Venezolaans extreemrechts zicht tegenover de extreemrechtse groepen die wij in Europa kennen?

Maurice Lemoine. 75 % van de betogers van de oppositie in Venezuela zijn geen fascisten. Ze behoren tot een “hogere” en “lagere” middenklasse die zich erg identificeert met de burgerij en aspiraties heeft om zich aan te sluiten bij deze “elite”.1 Een deel van hun gelijkgezinden zou ook hier bij ons op straat komen als een Mélenchon in Frankrijk of de PVDA in België aan de macht zou komen en een aantal als radicaal beschouwde sociale maatregelen zou nemen.

Maar daarnaast is er een bikkelhard rechts en extreemrechts. Wat hun kenmerkt? Over hun doelstellingen bestaat geen twijfel: op om het even welke manier, met inbegrip van geweld, het staatshoofd ten val brengen. In Frankrijk hebben we twee periodes gekend van zogenoemde ‘cohabitation’: Balladur met Mitterrand en Jospin met Chirac. Het eerste wat deze Eerste ministers hebben gedaan toen ze in het parlement kwamen, was niet zeggen: “We geven onszelf zes maanden de tijd om de president omver te werpen.” In Venezuela wél.

In de betogingen gebruikt de oppositie stoottroepen, een mix van gangster- huurmoordenaars, delinquenten, en, dichtbij de grens in de staten Miranda en Táchira, van Colombiaanse paramilitairen … Er is ook, en dat is heel interessant, een hele generatie van kleinburgerlijke jongeren die hun mei ’68 beleven, maar in omgekeerde zin dan. Het zijn echt gekken: we hebben nooit zoveel selfies gezien in Caracas! Ze brengen hun tijd door met betogen en geloven dat ze echt vechten voor de vrijheid.

Maurice Lemoine
Maurice Lemoine is journalist, was hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique en is specialist Latijns-Amerika. Hij schreef meerdere boeken over het continent waaronder Les Enfants cachés du général Pinochet (2015) en Chávez Presidente! (2005).

In juni 2017 bracht u drie weken door in de betogingen: hebt u er enig idee van wat de verhouding is in aantal tussen deze groepen?

Neem bijvoorbeeld een betoging van ongeveer 20.000 mensen: daarvan zijn er ongeveer 15000 van de middenklasse — “We zijn niet tevreden, we zijn het Castro-communisme beu!” —, waarvan een 3000-tal jongeren die het avontuur van hun leven beleven, en dan heb je de geweldenaars, de gangsters en het lompenproletariaat. Zij dagen de Nationale Garde uit.

Een linkse universitair – men heeft doorgaans veel kritiek op de onbekwaamheid of leugens van journalisten, maar je moet ook aandacht besteden aan wat de universitairen vertellen – beschreef de betogingen als volgt: de mensen betogen, de Nationale Garde onderdrukt, en de jongeren plaatsen zich tussen beide om te beschermen … Dat is een flagrante leugen! Ik heb ze bezig gezien: de mensen betogen, de stoottroepen in de kop van de betoging dagen de Nationale Garde uit, en … de brave kleinburgers en al de rest zitten daarachter. En op een bepaald moment krijgen we een botsing tussen verschillende groepen.

De oppositie gebruikt stoottroepen, een mix van gangster- huurmoordenaars, delinquenten, en Colombiaanse paramilitairen…

Wat is op dat moment de reactie van de ordetroepen?

De insluiting van een betoging zoals we dat in Frankrijk zagen bij de mobilisaties tegen de wet El-Kohmri, dat bestaat daar niet. Vreemd genoeg is de politie in Frankrijk veel provocerender en repressiever dan in Venezuela. Daar is het niet moeilijk, bepaalde groepen blokkeren de autopista [de stedelijke autostrade, n.v.d.r.] die het Oosten en het Westen van Caracas met elkaar verbindt. Elke dag komen ze daar naartoe, ze nemen er hun posities in, ze provoceren de Nationale Garde; en dan na een uur of twee komt de Nationale Garde tussenbeide om de weg vrij te maken met waterkanonnen en traangas. Leuk is anders, maar de methodes zijn minder doortrapt dan hier.

Ik heb als journalist geen problemen gehad met de ordetroepen. Op een gegeven ogenblik stond ik daar helemaal alleen met mijn twee fototoestellen, iedereen had de benen genomen; de Nationale Garde arriveert, stopt en gaat terug weg. Ik heb geen enkele keer gezien dat ze journalisten sloegen. Temidden van die groepen delinquenten daarentegen voelde ik mij niet bijzonder op mijn gemak.

Sinds de verkiezing van de Grondwetgevende vergadering op 30 juli 2017 zien we een splitsing in de oppositie die duidelijk is verzwakt. Er kwam een einde aan dat geweld. Die stoottroepen, wat doen die vandaag? En wat is rechts van plan na de regionale verkiezingen van 15 oktober?

Ik weet niet wat hun strategie is. De regionale verkiezingen zijn in normale omstandigheden verlopen omdat de oppositie had besloten eraan deel te nemen. Zoals altijd waren we in het begin getuige van hun logica: “Munt, ik win. Kop, jij verliest”. Dus daar waar zij hebben gewonnen, in vijf deelstaten, hebben ze gezegd: “Wij hebben gewonnen.” Maar daar waar de aanhangers van Chavez de overwinning behaalden, in achttien deelstaten, schreeuwde de oppositie: “Fraude!” Natuurlijk vergeten ze vervolgens dat de vertegenwoordigers van alle partijen hadden deelgenomen aan de technische testen van het kiessysteem en dat ze er allemaal hun goedkeuring aan hadden gegeven.

Nu vier van de vijf verkozen gouverneurs van de oppositie de Grondwetgevende vergadering hebben erkend zit de oppositie met twee problemen: hun basis is volledig uit zijn lood geslagen en ze weten niet meer hoe het verder moet. Vier maanden lang hebben ze hun krachten de straat op gestuurd met de boodschap: “We gaan Maduro omverwerpen, dat is een dictatuur.” Ze hebben de Nationale kiesraad van alle mogelijke kwaad beschuldigd en dan kondigen ze plots aan: “We stoppen met alles en we doen mee aan de verkiezingen.”

De radicalen nagelen de leiders aan de schandpaal, de anderen stellen zich de vraag: waar slaat dit allemaal op? Bovendien organiseerden ze voorverkiezingen waarbij ze elkaar lynchten. Maria Corina Machado, de enige die niet aan de verkiezingen wilde deelnemen, lanceerde haar eigen partij, Soy Venezuela. En wie zich handig uit de zaak wist te draaien, dat is de oude sociaaldemocratische partij, Accion Democratica, die zich bij al het geweld meer op de achtergrond hield.

De verdere gebeurtenissen blijken ook incoherent: terwijl ze kritiek uitoefenen op de Nationale kiesraad, beslist een deel van de MUD [Tafel van de Democratische Eenheid, een anti-Chavez coalitie – n.v.d.r.] dat ze niet zullen deelnemen aan de gemeentelijke verkiezingen van december, maar tegelijk kondigen ze aan dat ze zich voorbereiden voor de presidentsverkiezingen van 2018 …

Vanwaar komt eigenlijk die aanval vanwege nationaal en internationaal rechts op Venezuela, zoals bijvoorbeeld Emmanuel Macron die het zo formuleerde: “een dictatuur die tracht te overleven ten koste van immens menselijk leed”?2

De eerste reden, en dat is een klassieker, dan zijn de grondstoffen: niet alleen is er de olie [Venezuela bezit de grootste olievoorraden van de hele wereld, n.v.d.r.]3, maar er zijn ook de enorme reserves aan water, goud, allerlei soorten ertsen en mineralen. Getuige hiervan het grote project voor de opstart van de exploitatie van Arco minero, de Mijnboog, een zone die rijk is aan ertsen en mineralen, goud, ijzer, coltan en ongeveer 10% van het Venezolaanse grondgebied bestrijkt. De tweede reden is dat door het initiatief van Chávez en het aura, dat nog steeds rond de man hangt zelfs na zijn dood, Venezuela een symbool is geworden. Maduro doen vallen, dat betekent het Chavisme doen vallen.

Of je nu van Maduro houdt of niet, normaal gezien zullen er in 2018 presidentsverkiezingen plaatsvinden. En de oppositie wil tegenover de hele wereld kunnen verkondigen: “Een volksopstand heeft het Chavisme doen vallen!” Dat zou voor de komende twintig jaar elke hoop en dynamiek die de Bolivariaanse revolutie heeft gewekt in de hele regio, de grond in boren. Dus Maduro moet vallen.
De fameuze schaarste op vlak van basisproducten… Die zijn niet het gevolg van het beleid van Maduro. Als bij toeval doet het fenomeen zich systematisch voor telkens er weer verkiezingen aan zitten te komen: de hele productie van Polar [een van de belangrijkste voedselbedrijven, n.v.d.r.] daalde met respectievelijk 37%, 34% en 40% voor de presidentsverkiezingen van 2013, tijdens de fase van geweld in 2014 – de Salida – en voor de parlementsverkiezingen van december 2015. Capriles, kandidaat van de oppositie bij de laatste presidentsverkiezingen en toen verslagen, had na de verkiezing van 2012 verklaard: “Chavez, dat is de Cassius Clay van de politiek.” Dus na zijn dood, toen ze Maduro zagen aantreden, hebben ze tegen elkaar gezegd: “Met hem gaan we nog wel afrekenen!” En de schaarste nam toe. In de tijd van de olieblokkade eind 2002-begin 2003, werd Chavez door iedereen bewonderd omdat hij twee maanden standhield in die economische oorlog. Paradoxaal genoeg zijn er maar weinigen die beseffen hoe sterk het weerstandsvermogen van Maduro in feite wel is: dat is nu al drie jaar dat hij standhoudt!

Wat de aanpak in de media betreft en de politieke recuperatie van de “hongersnood”: ik ben  teruggekomen met vijfhonderd foto’s van op straat, van betogingen van de Chavisten en van de oppositie … Ik hoorde van iedereen hetzelfde: “Het was nodig dat we onze eetgewoontes veranderden, ik ben twee kilo vermagerd.” Voilà. Maar wat ze er in de media van maakten: dan zou het zijn alsof je de mensen hier op straat zou zien en me zou zeggen dat ze er allemaal uitgemergeld bijlopen … Dat houdt geen steek.

Of het nu om Jean-Luc Mélenchon in Frankrijk gaat of om Pablo Iglesias in Spanje, Europees links ligt voortdurend in de vuurlinie als ze het over Venezuela hebben. Waar draait het hier eigenlijk om?

Er gaat geen dag voorbij of ze plaatsen Venezuela in een slecht daglicht in de Franse media; maar 300.000 doden in Congo en … geen woord. Vanwaar dat verschil? Dit is duidelijk een kwestie van binnenlandse politiek. Het doelwit van Frankrijk, dat is ‘la France insoumise’; in Groot-Brittannië is dat Corbyn; in Spanje Podemos; in Duitsland Die Linke. Het discours is simpel: “Als jullie voor Mélenchon stemmen, dan komen jullie in dezelfde situatie terecht als Venezuela.”

Alles wat er vandaag over Venezuela wordt bericht – of het nu gaat om het geweld, de schaarste, al de moeilijkheden – is niet bestemd voor de Venezolanen, maar voor de internationale gemeenschap. Het geweld dient om de regering Maduro als repressief te doen overkomen. Maduro pleit nochtans geregeld voor dialoog, om aan die internationale gemeenschap te tonen dat hij bereid is om te praten. Nog niet zo lang geleden heeft hij aanvaard dat Mexico en Chili die we toch niet bepaald tot de vrienden van Venezuela kunnen rekenen, deel uitmaken van de internationale bemiddelaars. Als de observatoren en de internationale gemeenschap eerlijk zouden zijn, dan zouden ze niet anders dan kunnen constateren dat hij heel wat goede wil aan de dag legt en dat het de oppositie is die de zaken blokkeert.

Alles wat er vandaag over Venezuela wordt bericht – of het nu gaat om het geweld, de schaarste, al de moeilijkheden – is niet bestemd voor de Venezolanen, maar voor de internationale gemeenschap.

Is dat niet naïef? De oppositie heeft constant herhaald dat ze van geen dialoog wilde weten en dat ze de regering omver wilde werpen.4

Ze is nog veel perverser dan dat, die oppositie. Een deel ervan houdt zich bezig met besprekingen terwijl ze ondertussen aan de achterban blijven zeggen dat er geen sprake is van dialoog. En in werkelijkheid breken ze regelmatig de besprekingen af en stellen de macht in vraag. Dubbel voordeel: aan de ene kant lijkt de oppositie gematigd, een goed rapport voor de internationale gemeenschap; aan de andere kant laten ze de radicalen rustig verder gaan met destabiliseren. En Maduro komt daaruit naar voren als “de slechterik”, terwijl hij toch de bemiddeling aanvaardt van Mexico, van Chili en van Zapatero, verre van een gauchist …

Kunt u, om de economische situatie – die het dagelijkse leven van de Venezolanen vandaag danig verstoort – beter te kunnen begrijpen, nog eens terugkomen op de taakverdeling tussen de staat en de privésector die nog altijd meer dan 90% van de industriële bedrijvigheid vertegenwoordigt? Is er enig idee van het gebrek aan investeringen in sleutelsectoren zoals de energie- of de voedingsmiddelensindustrie?

De legende wil dat Venezuela een olieland is, dat er nooit aan heeft gedacht om zijn economie te diversifiëren. Toegegeven: het land slaagde er niet in zich onafhankelijk te maken van de export – 90% van de buitenlandse deviezen van het land zijn afkomstig van de olie-export door de openbare sector –, maar dat wil nog niet zeggen dat er binnenlands niets anders bestaat: 84% van de nationale productie is niet afkomstig van de olie, maar van nijverheid, diensten, de handel en de landbouw;5 dat is echter niet genoeg om er een industrieland van te maken.

Van al die economen die tot de vaststelling komen dat er geen diversifiëring is gebeurd, is er geen enkele die met een oplossing komt. En als je het nu vanuit internationaal oogpunt bekijkt, welke zijn dan de landen die hun ontwikkelingsmodel hebben kunnen wijzigen? De Aziatische tijgers in de jaren 1990. Wat hebben ze gebruikt? Hun comparatieve voordeel: de uitbuiting van de arbeidskracht waarvan ze de kost tot een minimum hebben herleid. Hetzelfde gaat op voor de Mexicaanse maquiladoras, de fabrieken in onderaanneming. Dat is per definitie niet de visie van de linkse regeringen van Latijns-Amerika.

In een artikel op de website ‘Mémoire des luttes’, trekt u een parallel tussen deze destabilisering en de economische oorlog die gericht was tegen Salvador Allende in Chili in het begin van de jaren ’70. Wat zijn hierbij de belangrijkste pijlers?

Er zijn er vier: de georganiseerde schaarste, een kunstmatig veroorzaakte inflatie, een commercieel embargo en een internationale financiële blokkade. Om de primaire basisproducten te importeren, levert de staat dollars aan de privésector tegen een voordeeltarief. In 2004 liepen die bedragen op tot 15 miljard dollar en er was geen enkele schaarste. In 2013 haalde men 31 miljard en alle levensnoodzakelijke basisgoederen waren verdwenen. Men heeft het vaak over het toiletpapier: waar komt die schaarste vandaan, als je weet dat het bedrijf dat instaat voor invoer en distributie van WC-rollen, Kimberley-Clark, 1000% meer aan deviezen heeft gekregen in 2014 dan in 2004 en 2011?
Sinds 2003 wordt een deviezencontrole ingesteld om kapitaalvlucht tegen te gaan. In alle landen waar ze datzelfde gedaan hebben, zijn we getuige van het ontstaan van een parallelle markt. Het bijzondere van Venezuela, en dan hebben we het over de economische oorlog, is dat deze parallelle markt ontsnapt aan elke economische logica. De website ‘DolarToday’ manipuleert de wisselkoers vanuit Colombia en Miami.6 De parallelle dollar kan oplopen tot 10.000 bolivar (de Venezolaanse munteenheid) voor een dollar, of momenteel zelfs 42.000 bolivar [half november 2017, 60.000, n.v.d.r.]: daar zit geen enkele rationaliteit meer in, maar het heeft natuurlijk wel rampzalige gevolgen voor de inflatie en voor de levensstandaard.

Een ander instrument voor economische destabilisering is de smokkelhandel naar Colombia. Bijvoorbeeld, geneesmiddelen, tegen de staatswisselkoers aangekocht met preferentiële dollars, komen aan in Venezuela, maar worden daar niet in de verkoop gebracht: ze vertrekken onmiddellijk opnieuw naar Colombia, vaak met medeplichtigheid van militairen en van de nationale garde, omgekocht door de maffia. Tonnen geneesmiddelen. En twee weken later komen die terug naar Venezuela waar men ze op de zwarte markt tien keer zo duur opnieuw te koop aanbiedt.

Ander voorbeeld: in 2004 kregen de farmaceutische bedrijven ongeveer 600 miljoen dollar om in het buitenland producten te kopen en ze in bolivars verder te verkopen aan het openbare nationale gezondheidsstelsel. Toen was er geen schaarste. In 2013 en 2014 vindt je nergens nog medicijnen en nochtans hebben de bedrijven tussen de 2 en de 3 miljard dollar gekregen … Ik heb ter plaatse de vraag gesteld: “Waarom nationaliseert u niet en waarom voert de staat niet zelf de geneesmiddelen in?” Ik kreeg als antwoord, iets wat verder moet geverifieerd: “De internationale laboratoria zullen niet rechtstreeks aan de Venezolaanse staat verkopen want dat zou erop neerkomen dat ze de hele internationale corporatie over hun heen zouden krijgen.”

Dit soort problemen die relatief nieuw zijn op dit domein, leiden tot volgende vraag: “Moeten we en kunnen we de Westerse farmaceutische laboratoria boycotten?” Er is nu misschien een begin van oplossing gevonden. De voorbije maand september heeft Venezuela een akkoord getekend met India om daar een deel van zijn geneesmiddelen te kunnen aankopen.

Merkt u, in antwoord op deze toestand, een evolutie in de economische maatregelen die de staat heeft genomen?

Er is geen duidelijk economisch of ideologisch kompas te ontwaren. Moeten ze, gezien al deze problemen, overgaan tot nationalisaties? Ik neem als voorbeeld het brood: historisch gezien produceert Venezuela geen tarwe, de staat voert dit in. Het levert dit aan de privé maalderijen die de tarwe omvormen tot meel, maar vervolgens vervalt de hele distributie in chaos. De meerderheid van de bakkerijen in het land ontvangt geen regelmatige leveringen terwijl andere, die meer in de gunst vallen, een deel van hun overschotten tegen hoge prijzen aan hen doorverkopen, of liever taarten, zoete luxebroodjes of sandwiches verkopen dan brood. Ik heb de vraag gesteld aan een oud-minister van economie, Luis Salas: gezien al die sabotage, waarom nationaliseren jullie niet? Hij antwoordt — en hoe zou ik hem ongelijk kunnen geven? —: “De staat kan niet alles op zich nemen en is niet bevoegd om brood te bakken en in te staan voor de distributie van het brood”. Toch valt dit te bediscussiëren, zeker gezien de aanwezigheid van oligopoliën: 50% van de totale productie van de voedingsmiddelenindustrie, is geconcentreerd in 10% van het totale aantal privébedrijven.7

Toch is dat voor een deel gebeurd voor de olie: terwijl voor het aantreden van Chavez de leiding van de PDVSA de weg op ging van de privatisering, heeft Chavez ervoor gezorgd dat de staat de hoofdaandeelhouder werd van alle concessies in Venezuela en de controle overnam van de exploratieactiviteiten, de productieactiviteiten en alle hiermee verband houdende diensten …

Ja. Trouwens, Salas had het met mij over het brood, en dan hield hij op en dacht na: “Hoewel, toch … Als wij in staat zijn om olie te maken, dan moeten we ook in staat zijn om brood te maken …” En hij voegde eraan toe: “Wat we nodig hebben, dat is niet nationaliseren, maar alternatieve bedrijven oprichten, samen met de basis.” In werkelijkheid zitten we met een aantal problemen die het gevolg zijn van de systematische nationaliseringen: op termijn creëren we bureaucratie, met al haar verplichtingen en ongemakken.

De opbouw van een bureaucratie is geen automatisme: de chavistische basis heeft vaak aangedrongen op meer controle over het staatsapparaat.

Ja, maar het probleem dat zich stelt is dat van voldoende mankracht, van personeel. Van bij haar ontstaan heeft de Bolivariaanse revolutie een gebrek gehad aan kaders. En die kaders hebben heel vaak nog een band met de oppositie. Het beste voorbeeld hiervan is de landbouwhervorming. Die is gebeurd en kende successen: tussen 2001 en 2010 is de landbouwproductie gestegen met 44%; 7 miljoen hectare zijn geregulariseerd, waarbij de boeren eigendomscertificaten hebben gekregen; 3,5 miljoen hectare zijn afgepakt van de latifundio en 1 miljoen nieuwe hectare zijn in productie genomen. We moeten wel vermelden dat die productieverhoging voor een deel gecompenseerd werd door een stijging van de consumptie. Bij het begin van de landbouwhervorming in 2001 tot einde 2004 werden er bijvoorbeeld bijna 7000 coöperatieven opgericht. En er was een dramatisch tekort aan kaders. In Venezuela blijft er nog maar 2% boeren, zonder de technische kaders noodzakelijk om opnieuw een moderne, ecologisch verantwoorde landbouw op gang te trekken. De boeren werden grotendeels aan zichzelf overgelaten, ze hebben het heel erg moeilijk om deze sector te moderniseren. Door dat gebrek aan doeltreffendheid komt de landbouwhervorming over als een halve mislukking, terwijl het in feite globaal genomen een succes werd.

En dan is er nog iets anders. Het staatsapparaat is niet alleen samengesteld uit militanten: je hebt de minister, vijf viceministers, twintig toegewijde kaders die willen dat de zaken vooruitgaan, en dan, daarachter, een vreselijk logge groep van mensen die daar wel zitten, die niet noodzakelijk Chavist zijn en die de boel ofwel saboteren, ofwel niet bijster veel uitvoeren.

Hebben de ontslagen van diegenen die Chavez tot aftreden wilden dwingen, na de lock-outs van de werkgevers in 2002-03, alleen maar plaatsgevonden in de oliesector?

Ja, 18000 mensen in totaal. En dat is moeilijk: je plaatst jezelf in een positie waarbij ze je gemakkelijk kunnen beschuldigen van totalitarisme, van een politiestaat … En je moet ook nog overweg kunnen met de reacties van de “internationale gemeenschap”. De aanhangers van Chavez, die eisten van hun kant ‘la mano dura’, een “harde hand”.

El bachaqueo, de zwarte markt die tot stand kwam als gevolg van de verduisteringen en van het hamsteren van elementaire basisproducten zou niet bestaan, als we in een politiestaat zouden leven. De Cubanen hebben bijvoorbeeld een soort sociale controle ingevoerd via de comités ter verdediging van de revolutie, de ‘CDR’, in alle wijken. En daar heb je dat fenomeen van corruptie niet.

Er zijn werkelijk enorme sommen geld, toegekend voor de invoer van voedingsmiddelen of van geneesmiddelen, door de privésector verduisterd. Wat we aan de staat kunnen verwijten, is niet zozeer dat ze niet geïnvesteerd hebben, maar wel dat ze niet voldoende controle uitgevoerd hebben. Op dit ogenblik, na de verkiezing van de Grondwetgevende vergadering en de uitschakeling van de procureur generaal Luisa Ortega, zijn ze nu bezig aan het opnieuw in handen nemen van het Openbaar Ministerie. Op dit ogenblik ontdekken ze enorme affaires van corruptie, van over-facturatie voor een totaalbedrag van 200 miljoen dollar! Er werden bovendien een vijftigtal leidende kaders van de PDVSA aangehouden. Voor de eerste keer pakken ze nu de corruptie serieus aan.

Er zijn werkelijk enorme sommen geld, toegekend voor de invoer van voedingsmiddelen of van geneesmiddelen, door de privésector verduisterd.

Hoe komt het dat dat probleem van corruptie niet eerder is aangepakt?

De sociale zekerheid-schuld lag zo enorm hoog, toen Chavez aan de macht kwam, dat hij gezegd heeft: “We moeten de mensen uit de armoede halen, ze moeten te eten krijgen.” Omdat er geld was, hebben ze allerlei uitgaven gedaan zonder te rekenen, zonder zich echt zorgen te maken over de corruptie. Dat getuigt misschien wel van een zekere naïviteit vanwege links. Het is uitsluitend toen de geldmiddelen ernstig begonnen te slinken, door de instorting van de olieprijzen, dat het probleem zich stelde.

Men heeft pas zeer onlangs ontdekt dat precies in de schoot van het Openbaar Ministerie de corruptie zich heeft weten te ontwikkelen; en onder het gezag van de procureur generaal Luisa Ortega heeft het hele systeem zich blijkbaar kunnen omvormen tot een groot chantagebedrijf. Magistraten zegden tegen de mensen die tot over hun oren in corruptiezaken zaten: “Ofwel betaal je, ofwel vervolgen we je.” De basis van de Chavez-aanhang formuleerde al heel lang kritiek op de grote corruptie: ze waren zich wel degelijk bewust van de levenswijze die bepaalde bureaucraten erop nahielden.

Dat voedt ook de kritieken met betrekking tot “bolibourgeoisie” … Hebben we werkelijk de opkomst van een nieuwe bourgeoisie meegemaakt? Hoe kenmerkt die zich?

Er zijn natuurlijk gecorrumpeerde chavisten of pseudo-chavisten. Na zijn poging tot staatsgreep in februari 1992 zat Chavez twee jaar in de gevangenis, vervolgens is hem amnestie verleend om de spanningen te laten afnemen die onstonden als gevolg van de diepe sociale crisis en van zijn sterke populariteit. Velen hebben toen beseft dat Chavez de toekomst was.

Toen hij in 1999 aan de macht kwam, verzamelden zich rondom hem dan ook zowel ernstige revolutionairen, als een aantal arrivisten die doorhadden dat dat “the place to be” was. En verder heb je ook nog diegenen die zich een fortuin opbouwen in de schaduw van de macht: ofwel door corruptie, ofwel door de klassieke wegen van de vorming van de bourgeoisie. We hebben dat fenomeen ook in Nicaragua gezien of in alle landen die op een dag een revolutie doorvoerden of zich bevrijd hebben van het koloniale juk … Maar in de grote corruptiezaken vind je zowel ambtenaren als mensen uit de privésector. De meerderheid van de ondernemingen die met de zwarte handel bezig waren op het gebied van voedingsmiddelen en elementaire basisproducten, behoren tot de privésector.

We moeten wel opmerken dat deze fenomenen op zich alleen niet voldoende verklaring bieden voor de crisis. Brazilië heeft ook corruptieproblemen, dat zorgt er evenwel nog niet meteen voor dat het land op de knieën zit. Er zijn zware problemen in Venezuela, ook vanwege het niet altijd optimale beleid van de regering, maar de economische oorlog en de destabilisering vermenigvuldigen de moeilijkheden. Fouten van de macht op zich dragen hier voor hoogstens 20 à 30% toe bij.

Er zijn zware problemen in Venezuela, ook vanwege het niet altijd optimale beleid van de regering, maar de economische oorlog en de destabilisering vermenigvuldigen de moeilijkheden.

Gezien deze toestand kunnen we ons vragen stellen over de huidige steun van de Venezolaanse bevolking. De parlementsverkiezingen in 2015, toen rechts 99 van de 167 zetels in het parlement binnenhaalde, brachten verslagenheid met zich mee en ook heel wat afkeuring van Maduro’s politiek door de aanhangers van Chavez. Hoe zit het daar vandaag mee?

We schatten de harde kern van het Chavisme op 30% van de bevolking. Belangrijk moment was de verkiezing van de Grondwetgevende vergadering in juli 2017: de kern van Chavez-aanhangers heeft gereageerd: meer dan acht miljoen mensen zijn gaan stemmen, of 41% van het kiezerskorps, ondanks de fysieke blokkades en de bedreigingen van de oppositie. Dat is echt een teken, met totaal onverwachte gevolgen, want het geweld is van de ene dag op de andere opgehouden. Hetzelfde geldt voor de regionale verkiezingen van 15 oktober. Het Chavisme behaalde de overwinning in achttien van de drieëntwintig staten: het haalde de overhand met 54% van de stemmen, met een deelname van 61,4%. Wat veel is, want dit is het soort verkiezingen waar de Venezolanen zich traditioneel niet zo erg sterk voor mobiliseren.

De economische oorlog treft de mensen werkelijk extreem hard. Ze moeten zwoegen om eten te vinden, ze betalen veel meer omwille van de zwarte markt, hun koopkracht stort helemaal in elkaar. En dus is er een moment gekomen, waarop ze gezegd hebben: “Maduro, wat ben jij aan het doen?” En dat heeft voor die afwijzende stem gezorgd in 2015, een stem van ontmoediging, van moeheid ook, maar die zich niet heeft vertaald in een overstap van stemmen van de Chavisten naar rechts: rechts heeft 350.000 stemmen bijgewonnen, de Chavisten hebben er twee miljoen verloren.

Daarnaast hadden we in 2014 de “guarimbas” [gewelddadige straatbarricades die gezorgd hebben voor meerdere doden, n.v.d.r.] en, drie jaar later, het geweld tussen april en juli van 2017. Maar de mensen zijn zich wel bewust wie verantwoordelijk is voor die stand van zaken. Ik heb met mijn eigen ogen, in de wijk Chacaito, de woede van de mensen gezien die de betogingen van de oppositie grondig beu waren en die zelf de ordetroepen en de politie aanmoedigden. Zelfs een deel van de sympathisanten van de oppositie voelde zich gijzelaar van die betogingen. Chacao, Chacaito, Altamira, dat is een beetje het equivalent van voorsteden als Neuilly, Auteuil, Passy in Parijs. Ik heb daarover rechtstreekse getuigenissen: groepen van extreemrechts waren permanent in de wijken aanwezig en de mensen konden niet eens meer hun kinderen naar school brengen. Telkens als ze aan de barricades passeerden, was het van: “Wij verdedigen de vrijheid: jij betaalt.” En dus zelfs leden van de eerder gematigde, meer respectabele oppositie waren het beu.

U schreef het voorwoord van het boek “Mollen in Caracas”. Dat gaat over het leven en de deelname aan de Bolivariaanse revolutie van de Venezolaanse bevolking: de plaatselijke media, hulpverleners en verzorgers, boeren, politieagenten … Hoe verhouden de volkscomités, de coöperatieven en de structuren van directe democratie die Chavez op poten had gezet zich tegenover de ontwikkeling van de contrarevolutie?

Er zijn sectoren die radicaler zijn dan andere. Hoewel er wel degelijk kritiek leeft ten aanzien van de regering, van de bureaucratie en van hun slechte functionering, blijft de harde kern van het Chavisme trouw aan Maduro.

Sinds Chavez bestaan er op gemeentelijk bestuursniveau nogal wat moeilijkheden door de vele tegenstellingen tussen de gemeenteraden en de burgemeesters of afgevaardigden. Je bent verkozen tot burgemeester, je bent lid van de PSUV [Parti socialiste Unifié du Venezuela, opgericht in 2007 door Chavez, n.v.d.r.] en daarnaast heb je de gemeenteraad. En plots heeft die dezelfde rechten en even belangrijke privileges als die jijzelf altijd alleen hebt gehad, dat is niet noodzakelijk naar jouw zin natuurlijk!

Bij de verkiezingen van de nationale Grondwetgevende vergadering werd deze deelname van de bevolking nog bevorderd door de verkiezing van 173 sectorale vertegenwoordigers [op de 545 leden van de Grondwetgevende vergadering zijn er 364 die de gemeentelijke omschrijvingen vertegenwoordigen, 173 voor de verschillende sociale groepen (werknemers, studenten, gepensioneerden …) en 8 voor de autochtone inheemse gemeenschappen, n.v.d.r.]: een zachte evolutie in de richting van het “socialisme van de 21e eeuw” van Chavez met haar gemeentes, haar gemeenteraden …

Af en toe komen die relaties wat onder spanning te staan als het gaat over de boeren, vermits de boeren sinds de landhervorming de gronden bezetten en nu te maken hebben met de oppositie van de gouverneurs, waaronder ook chavisten. In het Chavisme vind je van alles: opportunisten, mensen die allianties zijn aangegaan met de plaatselijke grootgrondbezitters, boeren die onderdrukt zijn geweest door de Nationale Garde … Wat de landbouwhervorming betreft is het vandaag de radicale basis die vooruitgaat, soms tegen de bureaucratie in van de middenlagen van het Chavisme of van het pseudo-Chavisme. En over het algemeen zijn het de boeren die het meest trouw blijven aan het Chavisme, net zoals trouwens de bevolking op het platteland. Het is niet toevallig dat het systeem, dat op punt gesteld is voor de verkiezing van de Grondwetgevende vergadering en dat in zekere zin het platteland bevoordeelt ten nadele van de steden, de oppositie woest maakt.

In sommige regio’s, bijvoorbeeld in Zulia, Barinas, Apure, hebben de inwoners met succes brigades van volksdefensie opgericht om te strijden tegen de branden, het vandalisme en het geweld van rechtse groeperingen. Zijn dat regio’s met een grote aanwezigheid van boeren onder de bevolking?

Inderdaad, maar de boeren ondervinden zware druk: in Táchira, bijvoorbeeld, moeten ze het hoofd bieden aan half paramilitaire half delinquente groeperingen. De Braziliaanse missie van de ‘Beweging van mensen zonder grond’ die daar is gevestigd, werd aangevallen door paramilitairen. Er zijn al meer dan honderd militante boeren, chavisten, vermoord in Venezuela. Er zijn voortdurend conflicten.

Hebben we momenteel te maken met het ontstaan van een middenklasse die zich helemaal afkeert van het proces, nadat ze hebben kunnen profiteren van het programma Sembrar el petroleo (‘olie zaaien’)?

Dat is een stelling die vooral in Ecuador naar voren werd geschoven: de mensen geraken uit de armoede, treden toe tot een bepaalde middenklasse en vanaf dan reiken hun ambities verder terwijl ze zich met de rijksten identificeren. Maar dat verklaart niet alles.

We hebben fenomenen gezien zoals de Mision Vivienda: er werden 1,8 miljoen sociale woningen toegekend en dan ontdekte men dat de mensen die hierin mochten gaan wonen, die woningen verkocht hadden. Maar we kunnen niet alles hierdoor verklaren.

Wat betreft de Gemeenteraad — behalve het “da’s fantastisch, dat is het proces van Chavez dat zich nu in de feiten aan het voltrekken is” — heeft een bepaalde ervaring mij veel verhelderd. Ik ging er een bezoeken in een voorstad van Caracas, en omdat ik daar was als journalist voor Le Monde diplomatique die toch een goede reputatie heeft in Venezuela, verwachtte ik om daar heel wat volk te ontmoeten. Ik kom aan in een grote loods met … acht mensen. Hun verklaring: “In het begin waren we met velen, een vijftigtal. Toen de mensen doorhadden dat ze daar geen enkel persoonlijk materieel voordeel uit zouden halen, maar dat het om een militantenwerk ging, zijn ze weggebleven.”

Toch hebt u aangegeven dat de basis zich massaal mobiliseerde voor de verkiezing van de Grondwetgevende vergadering. Is die Constituante voor hun dan een concreet antwoord op de vraag van die basis naar een “mano dura” en gaat dit hen toelaten om opnieuw een plaats in te nemen in het politieke spel?

Ja. Ik heb een kritische noot geplaatst bij de gemeenteraden, waar men zich, ondanks het prachtige uitgangspunt toch geconfronteerd zag met een werkelijkheid die wel complexer lag.
Maar wat de basis echt opnieuw in actie zal doen schieten, dat is de oplossing voor de dagelijkse economische problemen. In het begin was er een zeker scepticisme toen Maduro de verkiezing voor een Grondwetgevende vergadering aankondigde. Mensen in zijn onmiddellijke omgeving vroegen zich af: “Waartoe gaat dat dienen? Ons probleem is dat we in de winkels geen deegwaren of rijst kunnen vinden.” Ondanks alles heeft het proces toch zijn effect. Er zijn resultaten: de gemeenten vragen om gehoord te worden, ze hebben nu sectoraal verkozen vertegenwoordigers; de vrouwen zetten het thema van abortus op de agenda …

Het is nu de grote brainstorming. Ik was ook eerst verwonderd, verrast, sceptisch. Waartoe gaat dat dienen? Het geweld is gestopt van de ene op de andere dag. Ik weet zelfs niet waarom, ik begrijp de strategie van de oppositie niet. Dan volgt de afzetting van de procureur-generaal en tegelijk pakken ze opeens ook de corruptie aan. Gezien die fameuze economische oorlog en de noodzaak om de economie terug op de rails te krijgen… als ze er dan in slagen om orde op zaken te krijgen in de voedselbedeling, in de goederendistributie enzovoort — tot nu toe is hun invoer immers slechts ten dele gestopt — ja, op die voorwaarde, dan raken ze toch wel aan de essentie.

Wie zit er in feite in de Grondwetgevende vergadering? Zijn de leden in hoofdzaak afkomstig uit de rangen van de PSUV?

Het sectorale gedeelte van de verkozenen van deze Constituante heeft felle kritiek uitgelokt. Dat zou nochtans wel een echte discussie waard zijn, meer bepaald bij diegenen die maar voortdurend kritiek geven op het voortbestaan van elites: daar hebben we toch een echte vertegenwoordiging van werknemers, boeren, vissers, studenten … Die ontsnappen voor een stuk aan het apparaat van de PSUV, het zijn geen traditionele leiders die werden verkozen.

U benadrukt de rol van de buitenlandse manipulatie bij het creëren van de inflatie en een toestand van economische chaos; het is moeilijk voor een regering om dat te bestrijden … Maar is het de bedoeling dat die Grondwetgevende vergadering een economisch antwoord biedt op problemen zoals de boycot vanwege de privésector en zijn controle over de productiemiddelen en de distributie?

In het kader van deze Constituante heeft de overheid zopas de oprichting aangekondigd van een specifieke “Economische Constituante”, met de opdracht om op twee niveaus te werken: het eerste is structureel, gericht op de lange termijn en heeft als opdracht het economische productiesysteem te hervormen, het financieel systeem te versterken en een nieuw distributiesysteem en systeem van commercialisering te ontwikkelen alsook het bepalen van de prijzen. Op een tweede niveau, moet het voorstellen doen op korte termijn om de productie opnieuw op gang te trekken en het evenwicht dat nu verstoord is met betrekking tot de bepaling van de prijzen, te corrigeren. Maduro wilde dat men de basis zou betrekken bij deze processen, ze mogen in geen geval verbureaucratiseren. We zullen zien wat het geeft. Deze Constituante heeft zichzelf twee jaar de tijd gegeven en iedereen weet dat er een aantal problemen zijn die zeer snel een oplossing moeten krijgen.

Zien we, nu de aanvallen van rechts verscherpen, vormen van desertie of verwarring binnen de regering?

Neen. Dat is een interessant journalistiek fenomeen: vermits zowat iedereen geneigd is om afstand te nemen van Venezuela, zoekt een bepaald links haar toevlucht in het “kritische Chavisme”. Maar er zijn slechts vijf van de vroegere ministers onder Chávez of Maduro die deel uitmaken van het recent opgerichte “Platform van het strijdende volk en van het kritische Chavisme”, dat geen enkele steun kent bij de bevolking. Gek genoeg maakt men in de media nauwelijks gewag van de 137 andere oud-ministers die allemaal, weliswaar in verschillende mate, nog steeds hun steun betuigen aan Maduro.

Nemen we bijvoorbeeld Jorge Giordani. Hij was de architect van de economische politiek van Chavez. Hij werd door Maduro uit de regering gezet, wat natuurlijk wel een zekere frustratie met zich meegebracht heeft. Maar de man heeft geen enkele zelfkritiek, terwijl hij de huidige regering bijzonder hevig bekritiseert. Hij stelt: “in 2012 is vijfentwintig miljard verspild bij het verkrijgen van deviezen” terwijl hij zelf deel uitmaakte van die regering en verantwoordelijk was voor de uitvoering van het economisch beleid … je moet toch ook niet overdrijven, hè! Net zoals Luisa Ortega: ze zat al sinds 2007 in het Openbaar Ministerie. In drie weken tijd beweert ze het tegenovergestelde van alles wat ze de afgelopen tien jaar heeft gezegd. Kritisch, ongetwijfeld, maar chavistisch in geen geval meer: kijk maar hoe ze nu bezig is, als slippendraagster van Washington, ze wil Maduro nu voor het Internationaal strafhof laten dagen voor “misdaden tegen de Mensheid”.

Vanzelfsprekend doet zich nu ten overstaan van de agressie een logisch verschijnsel voor. Diegenen die de revolutie verdedigen, vermijden om hun meningsverschillen en kritieken openlijk ten toon te spreiden. Maar de chavisten zijn allemaal kritisch, te beginnen bij Chavez zelf die kort voor zijn dood nog pleitte voor een ‘golpe de timón’, een noodzakelijke omslag om de fouten en ontsporingen van de revolutie recht te zetten.

Als je Venezuela hebt gekend van voor de tijd van Chávez, dan springt het verschil onmiddellijk in het oog. Het is geen toeval dat de chavistische basis op dit ogenblik opnieuw in beweging komt.

U had het erover dat er vandaag geen politieke of ideologische oriëntatie is; nochtans heeft Chavez op het einde van zijn leven nog een poging ondernomen om terug te keren naar een meer uitgesproken doctrine, het socialisme van de 21e eeuw.

Het is duidelijk dat we ons met Chavez en vervolgens Maduro in een post-neoliberale etappe bevinden. Maar het is waar dat Chavez vanaf 1998 sterk is geëvolueerd. Hij was eerder voorstander van de “derde weg”, alvorens hij zich radicaler opstelde door de weigering van rechts om gelijk welke hervorming te accepteren. Dat ze Maduro nu aanwrijven alsof hij gebroken zou hebben met het Chavisme of het Chavisme zou hebben verraden, is niet ernstig. Hij heeft de fakkel overgenomen en zet datgene verder waar Chavez voor pleitte, bijvoorbeeld de opstart van de exploitatie van ‘l’Arco minero’.

Dat is een stap richting meer diversifiëring, ook al blijft men daarmee nog steeds in een economie, beheerst door de invoer van buitenlandse intresten op verkoop. Die aankondiging heeft gezorgd voor een stevige polemiek, eigenaardig genoeg niet zozeer ter rechterzijde, maar wel aan extreem linkse kant. Hetzelfde hebben we zien gebeuren in Ecuador, rond de thematiek van het extractivisme: extreemlinks is woedend geworden op Correa.

In Venezuela tellen we onder deze stroming, voorgesteld als “kritisch Chavisme”, bewegingen zoals Marea Socialista, een van de ontelbare trotskistische facties. Een van hun voornaamste leiders, Nicmer Evans, heeft er een paar weken geleden niets beters op gevonden dan te gaan deelnemen aan een colloquium met rechts en extreemrechts.

Wat vind u van de houding van Marea Socialista in deze periode van intense spanningen, nu de regering in gevaar is? De kritiek die ze hebben over het burgerlijke karakter van de Chavistische staat, over het bonapartisme …

In naam van een “perfecte revolutie” die enkel bestaat in de verbeelding van diegenen die hun handen niet vuil maken, kunnen ze zich door de systematische kritiek makkelijk de rol aanmeten van “de goeie”. Van zodra Chavez aan de macht kwam, is links in twee stukken uiteengevallen: het MAS, Causa Radical, de PC … Maar of het nu gaat over Marea Socialista in Venezuela, de Sandinistische vernieuwers in Nicaragua of extreemlinks in Ecuador, geen van hen is er ooit in geslaagd om een politieke keuze naar voren te schuiven waarmee ze de kiezers konden overtuigen.

Wat Chavez en Maduro hebben gedaan, is niet perfect. We kunnen en moeten natuurlijk een kritische blik hebben. In 1973 in Chili waren er hoog oplaaiende discussies van het genre “kritiek van links” van Salvador Allende tussen de Socialistische partij, de PC en de MIR. Toch had men daar, net zoals hier, de scherpzinnigheid om te zeggen: “Rekening gehouden met de agressie waar de regering het slachtoffer van is, is nu de prioriteit om deze socialistische regering te verdedigen.” Momenteel bestaat de neiging de geschiedenis in plakjes op te delen: elke drie jaar vergeet men wat er voorheen is gebeurd. Als je Venezuela hebt gekend van voor de tijd van Chávez, dan springt het verschil onmiddellijk in het oog. Het is geen toeval dat de chavistische basis op dit ogenblik opnieuw in beweging komt. Door de dreiging van een terugkeer van rechts herinnert basis zich wel degelijk het verschil.

Meer persoonlijk, waarom heeft u als journalist die interesse voor Latijns-Amerika en voor Venezuela?

Ik heb Latijns-Amerika gekend in de jaren 70-80-90, in een periode waarin de armoede is opgelopen van 120 miljoen tot 225 miljoen mensen. Ik ben in staat om het verschil te zien. Ik behoor tot een generatie die de dictatuur heeft gekend in Chili, in Argentinië, in Bolivia. Als ze het tegen mij hebben over de dictatuur in Venezuela, waar verkiezingen plaatsvinden met een georganiseerde oppositie die de media domineert, ja, dan moet ik lachen. Onder het voorwendsel dat er zich momenteel een crisis voordoet, vergeten ze alles wat er is gedaan. Welnu, wat gedaan werd, is nog niet allemaal verdwenen. Tussen het Venezuela van de jaren 1990 en vandaag is er, los van de crisis, een enorm groot verschil: de uitroeiing van het analfabetisme, de versterking van de structuren van lokale democratie, de bouw van 1.800.000 woningen in vijf jaar tijd, van 8000 gezondheidscentra in zestien jaar tijd, 27% meer kinderen die naar het secundair onderwijs gaan …

Het is geen toeval dat de aanvallen zo hevig zijn. Vroeger hebben ze Allende omvergeworpen omdat ze ongerust waren dat heel Latijns-Amerika besmet zou raken, maar daarnaast ook Frankrijk (met ‘Union de la gauche’) en Italië. Voor het Chavisme geldt hetzelfde: om de invloed ervan op het hele continent te breken, moeten ze er wel komaf mee maken.

De politieke verslaggeving, de leugenachtige koppen in het hoofdnieuws, de halve waarheden in het nieuws of fake news, het toont allemaal aan dat de “goede wil” waarvan Maduro op de internationale scène het bewijs levert, geen enkele rol speelt …

Mijn eerbare collega’s doen gewoon hun werk niet. Ze hebben beslist om systematisch de splinter in het oog van Maduro aan te klagen, terwijl ze doof en blind blijven voor de balk in het oog van de oppositie. Journalistiek is een mak en gedwee beroep. Slechts heel weinig journalisten kennen Venezuela echt. Als een van hen – en ze behoren bijna systematisch tot de middenklasse – in Venezuela aankomt, dan identificeert die zich meestal ook met die middenklasse.

Ze omringen zich met sympathieke, “toffe” mensen die in fatsoenlijke appartementen wonen, naar dezelfde televisiezenders kijken, dezelfde films bekijken, zich kleden net zoals wij … Als je hen dan gaat interviewen, dan bieden ze je een whisky aan … Terwijl een betoging van chavisten, ja, dat ziet er soms een beetje ruw uit. Dat is waar. Dus die identificatie verloopt heel natuurlijk. En bovendien zijn zowel Chavez en Maduro als de chavistische leiders ook niet altijd even fijnbesnaard of diplomatisch…

Maar de echte uitdaging zit ‘m op dit moment in wat er gebeurt binnen de Europese Unie en de Organisatie van Amerikaanse staten (OAS). Trump legde economische sancties op en de Europese Unie heeft op 13 november hetzelfde gedaan. De OAS stelde op 13 oktober een parallel Venezolaans Hoger Gerechtshof in. Daarmee bevinden we ons dus bij het begin van de samenstelling van een regering in ballingschap, in staat om anderen ter hulp te roepen enzovoort, met alles wat dat vervolgens impliceert ten opzichte van de internationale gemeenschap – daar draait het nu allemaal om.

Je mag niet vergeten dat we onder de term “internationale gemeenschap” de EU en de Verenigde Staten verstaan. Want de G77 + China, de niet-gebonden landen, Rusland, India, China, dat wil zeggen driekwart van de landen in de algemene vergadering van de Verenigde Naties, hebben geen enkel probleem met Venezuela! In Latijns-Amerika is de “groep van Lima”8 inderdaad bezig met het uitoefenen van druk op Venezuela, maar Venezuela kan nog steeds rekenen op Bolivia, Cuba, Nicaragua, drie eilanden uit de Caraïben … Wat Ecuador betreft, waar Moreno bezig is het contact te verbreken met het Correïsme, dat is een vraagteken.

Aan welk soort sancties kunnen we ons verwachten?

Het Venezolaanse bedrijf voor raffinage en distributie, Citgo, een filiaal van de PDVSA en gevestigd in de Verenigde Staten, mag zijn winsten niet langer naar het moederland laten terugvloeien. Een ander voorbeeld: 300.000 dosissen insuline werden tegengehouden in het buitenland omdat City Bank de financiële transactie weigerde uit te voeren … Daarop kan men dan makkelijk leugenachtige berichten verspreiden: “Omdat de overheid haar taak verwaarloost, zijn er geen geneesmiddelen meer in Venezuela”. En dat terwijl de regering er uiteindelijk in geslaagd is akkoorden af te sluiten om medicijnen aan te kopen in India … Maar dat is natuurlijk een flink stuk duurder dan ze te laten overkomen uit Californië!

Het Departement van de Amerikaanse schatkist van zijn kant, dreigt ermee dat elke economische onderneming of bank die er zakenrelaties op nahoudt met de Venezolaanse regering, zelf ook met sancties zal te maken krijgen. Het gaat echt om een bewuste economische wurggreep waar de Europese Unie zich bovendien bij heeft aangesloten … Vandaar dat Caracas nu alternatieve strategieën bedenkt. Om te ontsnappen aan de Amerikaanse sancties, wendt het land zich tot de Chinese yuan en de roebel als nieuw internationaal betaalsysteem.

Overstappen op de yuan en de roebel, akkoorden sluiten met Rusland, Turkije … Dat verandert niets aan de problemen van het land, of met de productieketen waardoor het land kwetsbaar is voor allerlei vormen van destabilisering.

Op dit moment niet, nee, en dat laat de vraag open: moet de regering zich nu radicaler opstellen of niet? Iedereen heeft zo zijn eigen mening hierover. Stelt ze zich radicaler op, dan krijgt ze de “internationale gemeenschap” over zich heen en neemt de druk toe. Als ze zich niet radicaler opstellen, dan incasseren ze zware klappen en krijgen ze de kritiek van links over zich heen. Een onmogelijke keuze!

Hoe ziet u zelf een mogelijke “uitkomst uit de crisis”?

Rationeel gezien is dat de presidentsverkiezing van 2018, wat die ook als uitkomst zal hebben. Maar wat sowieso een must is, dat is dat de Verenigde Staten en de Europese Unie stoppen met hun inmenging en hun onvoorwaardelijke steun aan de oppositie.

Een terugkeer aan de macht van rechts en extreemrechts zou voor de chavisten geen uitkomst uit de crisis bieden: zij die hun steun betuigden aan de regering, zullen daar de gevolgen van ondervinden, ze riskeren zwaar te worden gestraft; er zullen privatiseringen volgen, ontslagen, drastische besparingen in de budgetten voor onderwijs, gezondheid, huisvesting …

Gesteld dat het Chavisme de democratische verkiezingen zou verliezen, dan zou dat bijzonder zware gevolgen hebben en veelbetekenend zijn, maar de geschiedenis zou daar niet stoppen. Het zou veel minder erg zijn dan wanneer de oppositie er met geweld in zou slagen om Maduro omver te werpen. In het ene geval heb je dan: “Een volksopstand heeft het Chavisme omvergeworpen”; in het andere geval: “Het Chavisme heeft democratisch, de verkiezing verloren en legt zich neer bij de nederlaag”. Dat zou hen er niet van weerhouden om later terug te keren, nadat ze hun fouten en zwakheden hebben geanalyseerd.

Trouwens niets belet ons, rekening gehouden met het totaal gebrek aan programma en de extreme verdeeldheid van rechts, te zeggen dat het Chavisme de presidentsverkiezingen in 2018 niet zal winnen. De MUD heeft een zodanige chaos gezaaid en zich zo incoherent getoond dat ze heel wat van haar sympathisanten kwijt is.

De fameuze “flux en reflux”, toegepast op de Bolivariaanse revolutie?

Men heeft het dikwijls over een cyclus, maar de Boliviaanse vicepresident Álvaro García Linera heeft het eerder over een golf die zich terugtrekt en dan weer opkomt. Dat is het een beetje. Behalve een autoritair regime kan een politieke stroming moeilijk gedurende vijftig jaar aan de macht blijven. Er zit slijtage op de macht. De Bolivariaanse revolutie is nu achttien jaar oud … Zelfs voor de basis, hoe zelfbewust en sterk hun wil ook is, is het moeilijk om gedurende zo’n lange tijd 24 uur op 24 revolutionair te zijn …

Footnotes

  1. De Venezolaanse middenklasse beslaat ongeveer 15% van de bevolking.
  2. Voor Macron is Venezuela een dictatuur
  3. Oil reserves
  4. #EnVIVO @MariaCorinaYA: Aceptaremos una negociación verdadera solo para negociar la salida de Maduro del poder
  5. Controle op de prijs van voeding, verhogingen van de salarissen, belasting op de grote fortuinen en port op de dollar: Maduro blijft in het offensief gaan tegen de economische oorlog.
  6. Voor meer details, zie: La guerre économique pour les nuls (et les journalistes), Maurice Lemoine, en Dólar Today distorsiona economía en Venezuela, confirma CEPAL (Spaans).
  7. Controle op de prijs van voeding, verhogingen van de salarissen, belasting op de grote fortuinen en port op de dollar: Maduro blijft in het offensief gaan tegen de economische oorlog.
  8. De groep van Lima verzamelt Argentinië, Brazilië, Chili, Canada, Colombia, Costa Rica, Guatemala, Guyana, Honduras, Jamaica, Mexico, Panama, Paraguay, Peru, Sint-Lucia en de Venezolaanse oppositie. De groep werd opgericht op 8 augustus 2017 (NVDR)