Artikel

Het hardste en inventiefste boek over mens en maatschappij

Erwin Jans

—4 maart 2024

Zoals het ‘onbewuste’ bij Freud, de ‘klasse’ bij Marx en de ‘wil’ bij Nietzsche, is de ‘massa’ bij Canetti de toegang tot een beter begrip van het menszijn in het algemeen en van de twintigste eeuw in het bijzonder.

Shutterstock

Wie in 2024 de woorden ‘massa’ en ‘macht’ naast elkaar leest – de twee woorden die samen de titel vormen van Elias Canetti’s bekende studie uit 1960 – kan niet anders dan terugdenken aan de bestorming van Capitol Hill op 6 januari 2021. Iedereen herinnert zich de chaotische beelden – veelal door de deelnemers zelf gefilmd – van een agressieve menigte van Trumpaanhangers die zich, schreeuwend, vechtend en vernielend, een toegang tot het Amerikaanse Congres forceert.

Dit klassieke beeld van de massa – irrationeel, manipuleerbaar en gewelddadig – is voor het eerst theoretisch expliciet uitgewerkt door de Franse sociaal psycholoog Gustave Le Bon in zijn studie Psychologie des foules (1895): “Peu aptes au raisonnement, les foules sont au contraire très aptes à l’action.” Niet tot rede, maar tot actie zijn de massa’s geneigd. Dat negatieve en zelfs criminele beeld, eigen aan de negentiende eeuw, heeft voor een deel zijn wortels in de angst van de maatschappelijke elite die in de (arbeiders)massa – denk aan de Commune van Parijs in 1871 – een bedreiging bij uitstek zag voor de liberale samenleving en voor het autonome individu.

Het klassieke beeld van de massa – irrationeel, manipuleerbaar en gewelddadig – is voor het eerst theoretisch expliciet uitgewerkt door de Franse sociaal psycholoog Gustave Le Bon.

In zijn studie Massa en Macht (1960) geeft Elias Canetti (1905-1994) een veel genuanceerder en positiever beeld van de massa. ‘Massa’ is voor hem een mysterieus en universeel begrip. Zoals het ‘onbewuste’ bij Freud, de ‘klasse’ bij Marx en de ‘wil’ bij Nietzsche, vormt de ‘massa’ bij Canetti de toegang tot een beter begrip van het menszijn in het algemeen en van de twintigste eeuw in het bijzonder. Canetti wilde met zijn studie zijn eeuw bij de keel vatten. Het middel daartoe was ‘de massa’: “Wie niets van de massa begrijpt, begrijpt niets.’ Hij schreef bijna dertig jaar aan zijn magnum opus. Het vervolg dat hij gepland had, kwam er uiteindelijk niet.

Van binnenuit

Canetti was wellicht de eerste die de massa ook van binnenuit heeft beschreven en niet alleen van buitenaf als een vreemd en bedreigend object. Canetti wordt niet toevallig de eerste autobiograaf van de massa genoemd. De massa is voor hem in de eerste plaats een fysieke ervaring. Zijn studie opent met een vaak geciteerde enigmatische zin: “Voor niets is de mens meer beducht dan voor aanraking door iets onbekends.” Het is pas in de massa dat die aanrakingsvrees opgeheven wordt en omslaat in zijn tegendeel: “Zodra men zich eenmaal aan de massa heeft overgegeven, vreest men haar aanraking niet. In het ideale geval zijn allen aan elkaar gelijk. (…). Wie het ook is die zich tegen ons aandrukt, hij is gelijk aan onszelf.” Festivalgangers zullen zich in deze beschrijving herkennen. De massa als een gelijkmaker. Al met zijn openingsgedachte maakt Canetti duidelijk dat hij aan de massa complexere kwaliteiten toeschrijft dan in de klassieke massatheorie gebeurt. Van cruciaal belang daarvoor zijn enkele persoonlijke ervaringen.

Canetti was wellicht de eerste die de massa ook van binnenuit heeft beschreven en niet alleen van buitenaf als een vreemd en bedreigend object.

In 1922 maakte Canetti als zeventienjarige kennis met de massadynamiek tijdens een demonstratie in Frankfurt moord op Walter Rathenau, de minister van Buitenlandse Zaken van de democratische Weimarrepubliek, door een rechtsextremist. Enkele jaren later had Canetti een nog veel intensere ervaring van de massa. In 1927 sloot hij zich aan bij een arbeidersopstand in Wenen. De demonstranten staken het Paleis van Justitie in brand en de politie schoot tientallen van hen neer. Een halve eeuw later kon Canetti nog steeds voelen hoe de massa zijn lichaam en geest tijdelijk in bezit nam.

Totalitarisme

Canetti was een sefardische jood, geboren in Bulgarije. Een deel van zijn kinderjaren bracht hij door in Engeland. Na de vroege dood van zijn vader nam zijn moeder hem en zijn broers mee naar Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland. Daar studeerde hij scheikunde, maar de interesse voor filosofie en literatuur werd steeds groter en hij begon te schrijven. Hij is gevormd door verschillende culturele en linguïstische contexten. Hij identificeerde zich met de Europese klassieke literatuur en met de Duitse taal als een expliciet verzet tegen het misbruik van het Duits door de nazi’s. Hij was een polyglot en een kosmopoliet. Die hybriditeit vinden we ook terug in zijn werk: naast verschillende toneelstukken, schreef hij een roman, een reisverslag, talrijke essays, een sociologische studie, autobiografische geschriften en verschillende verzamelingen aantekeningen. In 1981 kreeg hij de Nobelprijs voor Literatuur.

Massa en Macht publiceerde hij in 1960. Hij werkte er dus aan tijdens het interbellum met de opkomst van het fascisme, tijdens de Tweede Wereldoorlog (Auschwitz, Hiroshima) en midden in de naoorlogse Koude Oorlog. Canetti was getuige van de meest catastrofale gebeurtenissen van de twintigste eeuw. Hij verwijst er echter minder naar dan je zou verwachten in een boek met deze titel, maar de gruwel van de twintigste eeuw is op iedere pagina het canvas waarop Canetti zijn studie in heftige kleuren schildert. Zoals de Dialectiek van de verlichting (1947) van Max Horkheimer en Theodor Adorno en The origins of totalitarianism (1951) van Hannah Arendt, is Massa en macht Canetti’s poging om het moderne fenomeen van het totalitarisme te begrijpen.

Erwin Jans is dramaturg. Hij publiceert uitgebreid over theater, literatuur en cultuur. Samen met Eric Corijn, Ivo Janssens en Nico Carpentier schreef hij recent nog Kunst in deze wereld (2011). In 2017 maakte hij de bloemlezing De waterdrager en de dorstige. Tien theaterteksten van Tone Brulin.

Canetti’s persoonlijke ervaringen van een fysieke en emotionele overrompeling door de massa die het individu zichzelf doet verliezen, werden aangevuld en verdiept door zijn lectuur van Freuds Massapsychologie en ik-analyse (1922). Wat hij Freud echter verwijt, is dat deze de massa als een soort ‘alien’ analyseert, als een ziekte waarvan de symptomen moeten worden beschreven. Voor Canetti heeft een beschrijving zonder ervaring geen zin.

Aanvankelijk poneert Canetti, ongetwijfeld geïnspireerd door Freud, dat er zoiets bestaat als een ‘massadrift’ zoals er ook een drift bestaat om een individu te worden. Voor Canetti bepaalt de spanning tussen beide driften het verloop van de hele mensengeschiedenis. Die tegenstelling heeft hij echter niet meer verder uitgewerkt in Massa en Macht.

Massa EN Macht

De titel van de studie is ‘Massa en Macht’, niet ‘De Macht van de Massa’ of ‘De Massa van de Macht’ of nog een andere combinatie waarbij de ene term afhankelijk gemaakt wordt van de andere. De ‘en’ is essentieel. Het gaat Canetti duidelijk om twee zelfstandige niet tot elkaar te reduceren grootheden: de massa en de macht. De studie van de menigte als een autonoom fenomeen, los van een leider, wordt beschouwd als de belangrijkste bijdrage van Canetti tot de theorie van de massa’s. Zijn boek is duidelijk als een tweeluik opgebouwd. Het eerste deel is gewijd aan de massa, het tweede deel aan de macht, meer bepaald aan de totalitaire heerser, de absolute incarnatie van de macht

Door eerst de massa te behandelen en daarna pas de leider maakt Canetti duidelijk dat de massa onafhankelijk van de leider kan bestaan, een contra-intuïtieve stelling want meestal wordt gedacht dat de leider de massa vormt. De massa ontstaat niet noodzakelijk vanuit de manipulatie van de leider. Massa’s kunnen ook zichzelf vormen. Canetti kent aan de massa naast een destructieve ook een positieve en transformerende kracht toe in verhouding tot de macht van de totalitaire staat en de totalitaire heerser. Tegenover de concentratie van macht die zijn culminatiepunt bereikt in de paranoïde dictator, staat altijd de hoop op een revolutionaire eruptie van gelijkheid in de massa. Al blijft de massa natuurlijk een ambivalente kracht die zowel vernieuwing als vernieling kan brengen.

Canetti kent aan de massa naast een destructieve ook een positieve en transformerende kracht toe in verhouding tot de macht van de totalitaire staat en de totalitaire heerser.

De voorbije decennia werden we geconfronteerd met vreedzame protestmassa’s zoals de Occupy-bewegingen of de Arabische Lente die gelijkheid, democratisering en emancipatie voorstonden. Wat deze bewegingen duidelijk hebben gemaakt is dat revoluties mogelijk zijn wanneer het volk zijn angst kwijtspeelt. Dat is nu precies het openingsstatement van Canetti’s boek. Hij toont hoe, in welke omstandigheden en onder welke modaliteiten een massa, een groep, een meute… zichzelf vormt, in stand kan houden en ontbindt. Zijn boek is een fenomenologie van de verschillende interne dynamieken van een massa. Hier zitten zeker aanzetten om Canetti’s denken te verbinden met eigentijdse theorieën over de menigte zoals bijvoorbeeld in het werk van Gilles Deleuze, in Multitude: War and democracy in the age of Empire (2004) van Michael Hardt en Antonio Negri, of in meer recente aanzetten die de nadruk leggen op collectieve atmosferen.

Er zijn boeken die zich maar moeilijk laten categoriseren en zich tussen verschillende vakgebieden door bewegen. Dat maakt die boeken niet minder intrigerend, integendeel zelfs. Massa en macht van Canetti is duidelijk zo’n hybride boek. Waar moet het geklasseerd worden? In de psychologie? De sociologie? De antropologie? De filosofie? De cultuurgeschiedenis? Of toch de politieke wetenschappen? Canetti gaat niet of nauwelijks in dialoog met andere denkers of met bestaande theorieën over de massa, ondanks de oceaan van lectuur waarin hij naar eigen zeggen bijna verdronk. Hij beweegt zich niet op de hoofdwegen van het denken, maar reist over de zijwegen. Zijn talrijke verwijzingen naar en zijn gebruik van voorbeelden uit andere culturen en tijdperken suggereren dat Canetti geen (westerse) geschiedenis en geen geschiedenis van vooruitgang wilde schrijven.

Wat bewegingen als Occupy of de Arabische Lente duidelijk hebben gemaakt is dat revoluties mogelijk zijn wanneer het volk zijn angst kwijtspeelt.

Integendeel zelfs. Hij lijkt meer kennis en inzicht toe te schrijven aan niet-Europese mythen en fabels dan aan de bevindingen van de geesteswetenschappen, waar zoals gezegd maar zelden expliciet naar verwezen wordt. Ook het archaïsche lijkt voor Canetti een meerwaarde te hebben: de inzichten van oude documenten acht hij hoger dan recent onderzoek. Je zou kunnen zeggen dat hij zoekt naar een oerpunt van waaruit hij het heden kan begrijpen. Hij ziet bewust af van iedere moderne wetenschappelijke systematiek en ontwikkelt zijn eigen categorieën en een heel eigen woordenschat: zo heeft hij het over ‘omkeringsmassa’s’, ‘dubbelmassa’s’ en ‘vermeerderingsmeutes’ en gebruikt hij sterke beelden zoals macht als eten en als een vorm van kannibalisme.

Mythen en dieren

Massa en Macht is het werk van een begenadigd literator, van een bijzonder scherp observator en van een denker die bijna wanhopig op zoek is naar de essentie. Zijn beschrijvingen hebben een duidelijke fenomenologische kwaliteit: ze zijn een poging om iets te beschrijven alsof het voor het eerst gezien wordt, los van alles wat er reeds over gezegd en geschreven is. Een van de grote kwaliteiten van Canetti’s interpretatie van de massa én van de macht is zijn aandacht voor de fundamentele lichamelijkheid ervan. Lees er de bladzijden maar eens op na waarin hij de massasymbolen (vuur, zee, regen, rivier, woud, koren, wind, etc.) en de biologische organen van de macht (de handen en de tanden) beschrijft.

Canetti toont hoe, in welke omstandigheden en onder welke modaliteiten een massa, een groep, een meute… zichzelf vormt, in stand kan houden en ontbindt.

Niet alleen in wat ‘primitieve’ en ‘archaïsche’ culturen’ wordt genoemd, vindt Canetti zijn inspiratie, dat doet hij ook in de dierenwereld. Het dier is voor Canetti een oerbeeld van de mens. Nietzsche schrijft in Voorbij goed en kwaad dat de grote verdienste van Darwin is dat hij de mens hervertaald heeft in de natuur en dat hij alle idealistische lagen van het menselijke verhaal heeft afgeschraapt. Eenzelfde karakterisering gaat op voor Canetti in Massa en macht. Het is geen toeval dat hij zo vaak verwijst naar de dierenwereld om het menselijke gedrag mee te vergelijken. Maar zijn aandacht voor dieren gaat nog veel verder en dat maakt van hem een zeer eigentijds denker. In een van zijn aantekeningen zegt hij: “Die toten Menschen sind schon zu mächtig in ihm. Wass soll aus ihm werden, wenn die toten Tieren über ihn kommen?” (“De dode mensen zijn al te machtig in hem. Wat zal er van hem worden als de dode dieren hem overvallen?”) Het lot van mensen en dieren is verbonden. Omdat Canetti beseft dat het onmogelijk is om terug te keren naar de tijd waarin de dieren ‘sacraal’ waren, ziet hij geen andere mogelijkheid dan het opstellen van strikte wetten om de dieren te beschermen. Het hele werk van Canetti kan gelezen worden als een vraagteken bij het antropocentrische denken.

Een geschiedenis van moorden

In Massa en macht wordt er niet of nauwelijks expliciet naar het nazisme, de Shoah of de Holocaust verwezen. Tegelijkertijd kan je zeggen dat het boek over niets anders gaat, dat Massa en macht het universum van een vernietigingskamp beschrijft. In plaats van de Holocaust te ontwijken, maakt hij van de nazimisdaden een allesomvattend gebeuren. Hij universaliseert op een bepaalde manier de nazistische genocide. Die radicaliteit van denken vinden we bijvoorbeeld ook terug bij een filosoof als Giorgio Agamben die ‘de uitzonderingstoestand’, ‘het kamp’ en ‘de homo sacer’ als paradigmatisch voor onze tijd beschouwt.

In een interview maakt Canetti duidelijk dat Massa en macht een zoektocht is naar de wortels van het fascisme, niet als een fenomeen van zijn tijd, maar in zijn diepste oorsprongen. Voor Canetti is het fascisme geen verschijnsel van de twintigste eeuw, maar een mogelijkheid van het menselijk gedrag, niet als iets uitzonderlijks, maar als iets dat deel uitmaakt van het dagelijkse leven. In de indrukwekkende pagina’s die hij schrijft over het bevel, over de kracht en de langdurige impact ervan (de angel), heeft hij het niet alleen over het militaire bevel of het bevel van de heerser, maar ook over de talloze bevelen waarmee kinderen worden opgevoed.

In een interview maakt Canetti duidelijk dat Massa en macht een zoektocht is naar de wortels van het fascisme, niet als een fenomeen van zijn tijd, maar in zijn diepste oorsprongen.

Canetti interpreteert de hele mensengeschiedenis in termen van moord. Macht heeft voor hem fundamenteel te maken met de dood. Om zichzelf in stand te houden – het overleven is essentieel voor de heerser – of te vermeerderen bedient de macht zich altijd van de dood (of de mogelijkheid daarvan). Het mensbeeld dat uit Massa en macht tevoorschijn komt, is somber, zelfs zeer somber. Toch is dat voor een deel een bewuste strategie. Adorno schrijft ergens dat alleen de overdrijving waar is. Iets dergelijks gaat ook op voor Canetti. Hij heeft bewust gekozen om zo weinig mogelijk hoopvol te schrijven, om zo weinig mogelijk alternatieven te formuleren voor de (zelf)destructieve werkelijkheid. Dat is hem door een aantal critici kwalijk genomen. Voor Canetti (en ook voor Adorno) is de ‘overdrijving’ een stijlmiddel om de lezer te schokken, hem uit zijn intellectuele comfortzone te halen, hem te laten nadenken en hem uiteindelijk anders te laten handelen. In dat opzicht heeft Canetti dezelfde bedoeling als de satiricus die geen volledig en evenwichtig beeld van mens en wereld schetst, maar het negatieve uitvergroot.

Peter Sloterdijk noemde Massa en Macht ‘het hardste en inventiefste boek over mens en maatschappij in deze eeuw’. De massa en het collectieve denken spelen de voorbije decennia opnieuw een cruciale rol in maatschappij en politiek. Het digitale tijdperk – internet en de sociale media – heeft daarenboven zijn eigen massa’s doen ontstaan waarvan we deel uitmaken van achter onze pc of onze smartphone. Het scherm heeft voor een deel de straat vervangen. De massa die Capitol Hill bestormde was trouwens niet alleen opgezweept door een leider maar door wekenlange activiteit op de sociale media. Dat geldt trouwens ook voor Occupy en de Arabische Lente. Is de digitale massa een van de onzichtbare massa’s waar Canetti het over heeft, zoals bijvoorbeeld de doden of de voorouders? Canetti’s studie blijft fascineren, vooral door zijn krachtige en aforistische verwoording, door zijn weigering om een gesloten systeem te zijn en door zijn verbeeldingskracht. Het loont nog steeds de moeite om zijn inzichten, die vorm kregen toen de fascistische massa’s en de fascistische heersers Europa in hun greep hadden, naast onze tijd te leggen. Misschien nu opnieuw meer dan ooit!

 

Elias Canetti, Massa en Macht, Atheneum – Polak & Van Gennep, Amsterdam 2022, 600 p.
ISBN 978 90 253 1569 6, vertaald door Jenny Tuin met een voorwoord van Casper Thomas
Johann P. Arnason & David Roberts, Elias Canetti’s Counter-image of Society. Crowds, Power, Transformation, Camden House, NY, 2004
Dagmar C.G.Lorenz (ed.), A companion to the Works of Elias Canetti, Camden House, NY, 2004