Artikel

De strijd voor vrouwenemancipatie, da’s klasse!

Françoise De Smedt

—29 december 2023

Vrouwen hebben altijd gevochten voor hun rechten. Zo hebben ze verschillende overwinningen geboekt: het stemrecht, gedeeltelijke loongelijkheid, het recht op abortus, de strafbaarstelling van verkrachting en vrouwenmoord, het recht op echtscheiding… Maar ondanks deze vooruitgang is volledige gelijkheid tussen vrouwen en mannen allesbehalve een verworvenheid, meer nog, sommige van deze vorderingen worden nu bedreigd.

De onderdrukking van de vrouw bestaat al duizenden jaren en duurt voort tot vandaag. Ze is echter niet inherent aan de menselijke aard, zoals professor en auteur Mary Davis eraan herinnert in dit nummer van Lava. Vandaag zien we ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in verschillende maatschappelijke sectoren, waarbij zowel hun discriminerend als onderdrukkend karakter wordt bevestigd.1

Op de Belgische werkvloer verdienen vrouwen gemiddeld 5 % minder dan hun mannelijke collega’s.2 42,5 % van de vrouwen werkt deeltijds tegenover 11 % van de mannen.3 Deze verschillen in werktijd genereren een inkomenskloof van meer dan 20 % tussen vrouwen en mannen op jaarbasis, die onvermijdelijk leidt tot een kloof van 23 % bij hun respectievelijke pensioenen.4 5 Vrouwen krijgen maandelijks gemiddeld 488 euro minder pensioen dan mannen.

Verder worden vrouwen geconfronteerd met seksistisch en vrouwonvriendelijk gedrag en zijn ze slachtoffer van seksueel geweld. In België worden naar schatting honderd vrouwen per dag verkracht. Tussen januari en november 2023 werden meer dan twintig feminicides gepleegd, een aantal dat echter wordt onderschat vanwege onderrapportage. De meesten van deze vrouwen zijn gedood door hun ( ex- ) partner. In een onderzoek van ACV Voeding en Diensten hadden maar liefst 31,7 % van de respondenten in de schoonmaaksector te maken gehad met seksueel geweld op het werk. In België zegt ook 99 % van de vrouwen slachtoffer te zijn geweest van intimidatie op straat.

Van kindsbeen af worden vrouwen ( en mannen ) opgevoed met seksistische stereotypen die ertoe bijdragen vrouwen in bepaalde ondergeschikte rollen te stoppen: de zorg voor kinderen, echtgenoten, ouders enzovoort.

Op jaarbasis genereren de verschillen in werktijden tussen vrouwen en mannen een inkomenskloof van meer dan 20 %.

Tot slot is in de kapitalistische samenlevingen het recht van vrouwen om over hun eigen lichaam te beschikken nog steeds niet gegarandeerd. Het recht op abortus blijft in veel landen verboden, terwijl het in andere landen onder druk staat of nagenoeg afgeschaft is door een heropleving van reactionaire en extreemrechtse stromingen. Op 24 juni 2022 begroef het Amerikaanse Hooggerechtshof het beroemde arrest Roe v. Wade, dat het grondwettelijk recht op abortus had erkend. Elke staat in de Verenigde Staten kan nu het recht op abortus beperken. Veertien staten hebben dat al gedaan.6 In Polen werden de beperkingen op abortus in 2020 aangescherpt: Poolse vrouwen mogen geen abortus meer laten uitvoeren, behalve bij verkrachting of gevaar voor de moeder.7 De Hongaarse regering van Viktor Orban valt het recht op abortus aan door vrouwen te dwingen om ‘naar de hartslag van de foetus te luisteren’.8

In België wordt sinds eind 2019 een wetsvoorstel in het parlement geblokkeerd dat vrijwillige zwangerschapsonderbreking uit het strafrecht haalt, de mogelijke termijn verlengt van twaalf tot achttien weken en de bedenktijd verkort van zes dagen tot achtenveertig uur. De tekst zou een sociale vooruitgang betekenen voor het recht van vrouwen om over hun eigen lichaam te beschikken. Het voorstel dat gesteund wordt door een meerderheid van de parlementsleden is als gevolg van politieke koehandel in de ijskast gezet. Zowel de nationalisten van N-VA als de conservatieven van CD&V hebben besloten om er een regeringskwestie van te maken. De andere partijen – socialisten, liberalen en groenen –, die in de commissie voor hadden gestemd, gingen akkoord om de tekst vooralsnog te blokkeren.

De onderdrukking van vrouwen en de seksistische ideologie veranderen naargelang de noden van het kapitalisme

Vanaf het begin van het kapitalisme tot op de dag van vandaag is de organisatie van het gezin en van het werk, en bijgevolg van de plaats van de vrouw in beide, geëvolueerd in functie van de economische behoeften, maar ook in functie van de behoefte aan sociale vrede binnen de strijd van de arbeiders – en vrouwenbeweging. Vrouwen worden regelmatig heen en weer geslingerd tussen de ‘fabriek’ en de privésfeer van het gezin. Ze verlaten en herbetreden de arbeidsmarkt naargelang het de werkgever uitkomt. De seksistische ideologie ondersteunt en vergemakkelijkt deze slingerbeweging.

Françoise De Smedt is fysicus van opleiding, fractieleider van de PVDA in het Brussels Parlement en lid van de Vrouwencommissie van de linkse partij.

Bij het begin van het industriële kapitalisme in de 19eeuw werkten vrouwen net als kinderen en mannen in de fabrieken, waarbij sprake was van extreme uitbuiting. De voorwaarden voor de reproductie van de arbeidskracht waardoor werknemers de volgende dag weer aan het werk kunnen – voeding, rust, zorg enzovoort –, waren uiterst onzeker. Door de arbeidersstrijd aan het eind van de 19e en het begin van de 20eeuw, kwamen er wetten ter bescherming van vrouwen en kinderen. Tegelijkertijd werden vrouwen echter teruggedrongen naar de privésfeer en verwijderd uit de sociale productie, een proces dat nog in de hand werd gewerkt door de ideologie van de ‘vrouw aan de haard’, waarbij de overheid de verantwoordelijkheid van de zorg voor kinderen van zich afschoof.

In de eerste helft van de 20eeuw vond er een nieuwe ontwikkeling plaats. Tijdens de wereldoorlogen vochten de mannen aan het front en moesten vrouwen hen vervangen in de productie, met name in de productie van wapens, munitie en andere sectoren waarvan ze over het algemeen waren uitgesloten. Er werden ideologische campagnes opgezet om vrouwen aan te moedigen om te gaan werken. Maar ze kregen niet hetzelfde loon als mannen en moesten gezinsleven en werk combineren. Werkgevers stonden dus voor een delicate evenwichtsoefening: de oorlogsproductie handhaven zonder de gevestigde orde, waarin de zorgtaak voor het gezin bij de vrouw hoort, al te veel te destabiliseren. Om deze balans in stand te houden, nam de staat de verantwoordelijkheid voor kinderopvang in handen, hoewel lang niet alle noden werden gelenigd. En wanneer na de oorlog de mannen terugkeerden van het front, werden opnieuw ideologische campagnes gevoerd om vrouwen terug naar de haard sturen.

Feministisch en sociaal beleid, de vrucht van strijd en angst voor rood

In 1945 kwamen de staten onder druk van sociale bewegingen ertoe een meer sociaal beleid te voeren, uit angst voor revolutionaire bewegingen en het voorbeeld van de Sovjet-Unie. De USSR voerde namelijk onder meer een zwangerschapsverlof van 16 weken in met volledig loonbehoud. In 1932 waren er in de USSR 150.000 crèches, tegenover amper 200 vóór 1917. Er werden ook collectieve kantines opgericht om de last van het koken thuis te verlichten, enzovoort

In de jaren 1960 en 1970 won de vrouwenbeweging opnieuw aan kracht. Arbeidsters vochten voor ‘gelijk loon voor gelijk werk’, zoals bij de FN-staking in Herstal. Deze strijd leidde tot enkele wetswijzigingen:

  • Een koninklijk besluit van 1967 geeft werkneemsters de mogelijkheid naar de rechter te stappen om de toepassing van gelijke beloning te eisen.
  • De wet van 13 november 1969 maakt de clausules dat vrouwen in geval van huwelijk of moederschap kunnen ontslagen worden, onwettig.
  • Op 10 oktober 1971 wordt bij koninklijk besluit het beginsel van gelijke behandeling in de werkloosheidsregeling ingevoerd.

Ook werd strijd gevoerd voor ‘reproductieve rechten’: rechten in het kader van vruchtbaarheid, van reproductieve gezondheid ( bevruchting, zwangerschap, bevalling enzovoort ) en niet-reproductieve gezondheid ( anticonceptie, steriliteit ), en het recht op abortus. Deze strijd leidde in 1973 tot de legalisering van informatie over anticonceptie. Het recht op abortus werd pas in 1990 een feit.

Regeringen kunnen besparen op openbare diensten die gelinkt zijn aan zorgtaken, omdat er altijd vrouwen zijn om eventuele gaten te dichten.

In de jaren zestig keerden vrouwen massaal terug op de arbeidsmarkt, maar vanaf de crisis van 1973 deden ze mee het werklozenleger aanzwellen. Kapitalisten haalden hier voordeel uit, want ze konden een neerwaartse druk uitoefenen op de lonen.

Enkele jaren later plunderde het neoliberale beleid de staatskas ten voordele van cadeaus aan de aandeelhouders, wat leidde tot tal van besparingsmaatregelen. Tegelijkertijd moesten beide ouders steeds vaker met z’n tweeën gaan werken om financieel rond te komen. De rijkere gezinnen konden zich kinderopvang veroorloven, de armere hadden daarvoor echter onvoldoende middelen en werden gedwongen deeltijds of helemaal niet te gaan werken.

Ook vandaag stelt de tegenstelling tussen gezinsleven en werk een groot probleem. Er wordt strijd gevoerd en geëist om de kinderopvangsector te ontwikkelen, maar bepaalde ideologische stromingen zien vrouwen liever thuis onder het voorwendsel dat jonge kinderen beter af zouden zijn bij hun ouders dan in de kinderopvang. Sommigen stellen zelfs voor om huisvrouwen te betalen.

De onderdrukking van vrouwen en de seksistische ideologie kunnen dus verschillende vormen aannemen binnen een klassenmaatschappij. Maar deze verschillende vormen komen niet uit de lucht vallen. Elke vorm is, op zijn manier, essentieel voor de instandhouding van het kapitalisme.

De onderdrukking van vrouwen is onmisbaar voor het kapitalisme.

De onderdrukking van vrouwen is onmisbaar voor het kapitalisme om twee redenen: ten eerste om een deel van de werkende klasse – meer bepaald de helft – extra uit te buiten ( lagere lonen en dus hogere meerwaarde ) en ten tweede om deze werkende klasse te verdelen. Beide redenen maken dat de onderdrukking van vrouwen onmisbaar is voor het kapitalisme.

De overuitbuiting van vrouwen wordt mogelijk gemaakt door de ideologie van het seksisme. Het loon van vrouwen wordt nog vaak gezien als een bijverdienste in het gezin en niet als een inkomen voor economische onafhankelijkheid. De status van gezinshoofd, de man die voor het hoofdinkomen van het koppel zorgt, blijft een goed verankerde idee.

Seksisme leidt de werkende mensen af van de centrale strijd tegen het kapitalisme. De eisen van vrouwen worden als een bedreiging ervaren.

In principe wordt een vrouw voor hetzelfde werk in loondienst, met dezelfde anciënniteit en arbeidstijd, hetzelfde betaald als een man. De belangrijkste reden voor de inkomenskloof is dat vrouwen meestal in lager betaalde sectoren werken dan mannen. Seksisme speelt een rol vanaf onze vroegste jeugd. Het duwt vrouwen naar de zorg-, sociale of schoonmaakberoepen, die weinig waardering genieten, eerder dan naar productie- of wetenschapsgerelateerde beroepen met hogere lonen. In de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn er eveneens verschillen: het verlies van maaltijdcheques tijdens het zwangerschapsverlof, minder tweedepijlerpensioen in ‘vrouwelijke’ sectoren,… Een bijkomende discriminatie op de arbeidsmarkt ligt in het feit dat werkgevers terughoudend zijn om werkneemsters in dienst te nemen die vermoedelijk op een bepaald moment met zwangerschapsverlof gaan.

Omdat ze minder verdienen dan mannen, zijn vrouwen meestal afhankelijk van hun echtgenoten. Zoals eerder vermeld, zijn ze ook meer geneigd om hun arbeidstijd te verkorten om voor het gezin te zorgen. Volgens het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen nam in 2017 slechts 15 % van de mannen, tegenover 85 % van de vrouwen, tijdskrediet op ( een gedeeltelijke onderbreking die een tijdelijke verkorting van de werktijd mogelijk maakt van één dag of twee halve dagen per week ) 9. Deze trend wordt nog versterkt door seksistische opvattingen dat vrouwen beter geschikt zouden zijn om voor kinderen te zorgen.

Huishoudelijk werk als beperking van economische emancipatie

Door het gebrek aan collectieve voorzieningen – betaalbare kinderopvang, toegankelijke naschoolse opvang, steun voor ouderenzorg, openbare rusthuizen enzovoort – kunnen gezinnen hun gezinsleven en het voltijds werk onmogelijk met elkaar verzoenen. Een van de twee partners is vaak gedwongen parttime te werken om voor de kinderen of de ouders te zorgen. Vooral de vrouw neemt deze taak op zich, waarmee we in een eindeloze spiraal zijn beland: vrouwen die op zich al minder verdienen, gaan vaker deeltijds werken. Zo blijven ze minder verdienen en zo hebben ze lagere pensioenen, enzovoort

Dominante seksistische opvattingen, het gebrek aan collectieve voorzieningen, de loonverschillen tussen mannen en vrouwen, het beperkt aanbod van voltijdse banen, de zwaarte van bepaalde beroepen ( het is immers onmogelijk voor een huishoudhulp of een verpleegster om voltijds te werken boven een bepaalde leeftijd ): dit alles maakt dat bijna een op de twee vrouwelijke werknemers deeltijds werkt.10 Zo blijven vrouwen afhankelijk van het gezin, wat een belemmering voor hun emancipatie betekent.

Werkgevers kunnen vrouwen onzekere banen aanbieden, omdat vrouwen het gewend zijn en aangemoedigd worden om die te accepteren. De overheid kan het zich veroorloven om te besparen op openbare diensten die gelinkt zijn aan zorgtaken, omdat seksisme legitimeert dat dit werk naar de huiselijke sfeer wordt verbannen. Op te merken valt dat werkgevers ook andere categorieën van de werkende klasse tegen elkaar uitspelen. Denk maar aan mensen met een migratie-achtergrond, mensen zonder papieren en werklozen. Het bijzondere van de categorie ‘vrouwen’ is dat zij de helft van de werkende klasse vertegenwoordigt. We kunnen dus moeilijk van een minderheid spreken.

Dit maakt dat werkgevers over een enorme arbeidspool beschikken, waardoor ze vrouwen en mannen tegen elkaar kunnen uitspelen op de arbeidsmarkt. In die zin is seksisme een middel om de werkende klasse te verdelen, om haar eenheid te verzwakken. Overheersing, intimidatie en geweld op het werk houden vrouwen over het algemeen op afstand, maken ze onzichtbaar en zetten ze aan de zijlijn van de strijd. Seksisme leidt de werkende mensen af van de centrale strijd tegen het kapitalisme. Ze zien de eisen van vrouwen eerder als een bedreiging dan als een klassenstrijd die hen ook aangaat.

Datzelfde seksisme vindt dat een vrouw niet meer mag verdienen dan haar partner omdat dit het gezag van de man in het koppel zou kunnen aantasten en zijn imago bij vrienden of onder collega’s zou ondermijnen.

Toch vormen de feministische eisen juist een voordeel voor zowel vrouwen als mannen, omdat ze eenheid scheppen in hun strijd tegen het kapitaal en voor de gemeenschappelijke belangen van de hele werkende klasse. Zolang vrouwen extra worden uitgebuit, kunnen de lonen omlaag worden getrokken, wat de belangen van alle werkende mensen ondermijnt.

De inspirerende strijd van de vrouwen van FN Herstal

In 1966 begonnen 3000 arbeidsters van FN in Herstal aan een van de grootste stakingen in de geschiedenis van ons land, onder het motto ‘gelijk loon voor gelijk werk’. Arbeidsters verdienden tussen 90 en 96,6 % van het loon van mannen in de drie laagste loonklassen, waar ze steevast in belandden. Door te strijden voor gelijke rechten en emancipatie, streden ze voor alle werkende mensen, tegen loonconcurrentie en voor het omhoog gelijktrekken van alle lonen.

De strijd tegen seksisme mag de feministische strijd niet isoleren van de rest van de klassenstrijd.

De strijd van de ‘machinevrouwen’ van Herstal kan nog steeds een bron van inspiratie zijn voor de feministische beweging. Hun strijd bevestigt het belang om van 8 maart een strijddag te maken die de kapitalistische economie hard kan treffen, bijvoorbeeld door de productiesector lam te leggen. En omdat daar ook mannen werken, moet de strijd tegen seksisme ervoor zorgen dat de feministische strijd niet geïsoleerd wordt van de overige klassenstrijd. Dit is geen afzonderlijke strijd, maar een gemeenschappelijke strijd tegen de kapitalistische uitbuiting. Als we deze gevechten niet samen voeren, zal het niet alleen geen overwinning voor vrouwenrechten opleveren, maar ook geen overwinning tegen het kapitaal, dat profiteert van de verdeeldheid van de klasse.

Overheersing, huwelijk en geweld tegen vrouwen

Terwijl seksisme maakt dat vrouwen minder goed betaalde banen krijgen en minder uren gaan werken, leidt het meer in het algemeen tot de dominantie over vrouwen in de klassenmaatschappij, met het daarmee gepaard gaande geweld, hun onzichtbaarheid en ondergeschiktheid.

Met de komst van het kerngezin en het monogame huwelijk wordt de overheersing van de man over de vrouw geïnstitutionaliseerd, dit wil zeggen verankerd in de wet. De vrouw wordt het bezit van de man. Het gezag van de man over zijn vrouw wordt wettelijk vastgelegd. De wetten betreffende het huwelijk geven de seksistische ideologie vorm, en daarmee het beeld van de vrouw in de maatschappij. Een goed voorbeeld van de onderdrukking van vrouwen door hun echtgenoot is de beruchte code Napoléon die ook bij ons de basis vormt van het burgerlijk wetboek.

In 1804 lezen we volgende regels: de totale handelingsonbekwaamheid van de getrouwde vrouw, die als een eeuwige minderjarige wordt beschouwd, het verbod op toegang tot middelbaar onderwijs en universiteiten, het verbod op het ondertekenen van een contract en het beheren van eigen vermogen, de totale uitsluiting van politieke rechten, het verbod om te werken zonder toestemming van de echtgenoot, het verbod om haar eigen loon te innen, de controle van de echtgenoot over correspondentie en relaties, het verbod om zonder toestemming naar het buitenland te reizen, de harde bestraffing van overspel voor vrouwen, het recht van de echtgenoot om zijn vrouw in dit geval zelfs te doden.

In 1810 wordt de ‘echtelijke plicht’ ingevoerd, dit wil zeggen dat er geen verkrachting bestaat tussen echtgenoten. In 1816 wordt ook het verbod op echtscheiding ingevoerd. Kortom, verkrachting en vrouwenmoord worden in de hele samenleving gelegaliseerd en dus genormaliseerd. Tot op de dag van vandaag leeft de geest van de code Napoléon voort in onze wetten.

Tot de jaren 70 hadden vrouwen weinig autonomie ten opzichte van hun man: ze konden geen bankrekening op hun eigen naam hebben, waren financieel afhankelijk van hun man, kregen geen kinderbijslag op hun naam en scheiden was moeilijk. Dankzij de strijd van de feministische beweging treedt vanaf deze periode een verbetering in van de autonomie van vrouwen. Echtscheidingen worden gemakkelijker en er ontstaan nieuwe vormen van legaal samenwonen naast het huwelijk enzovoort

Maar de ideologie van seksistische overheersing die hoort bij het huwelijk is daarom niet verdwenen en zet de visie van de man die zijn vrouw bezit verder. Deze opvattingen zijn hardnekkig en leiden tot geweld als de man niet accepteert dat zijn vrouw haar leven zelfstandig leidt en zich anders gedraagt dan haar man wil.

De befaamde echtelijke plicht richt nog steeds schade aan en leidt ertoe dat de meeste verkrachtingen binnen het koppel gebeuren. Feminicide volgt vaak op de beslissing van een vrouw om weg te gaan of een scheiding aan te vragen en op de weigering van de man om dit besluit, dat niet van hem komt, te aanvaarden. Dit geweld tegen vrouwen is een plaag die bestreden moet worden, omdat het ertoe bijdraagt dat vrouwen overheerst blijven, dat zij hun plaats in het openbare leven niet kunnen innemen, dat hun relatie met hun bazen, de hiërarchie enzovoort verzwakt wordt.

Kapitalisme legt de basis voor de ontwikkeling van de strijd voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen

Het kapitalistisch systeem is het eerste economisch systeem dat de seksuele arbeidsverdeling, dit wil zeggen de toewijzing van werk volgens de sekse, ter discussie stelde. Daarvóór was het werk van mannen en vrouwen verschillend georganiseerd: vrouwen voerden niet dezelfde taken uit als mannen. Onder het kapitalisme werkten mannelijke en vrouwelijke arbeiders voor het eerst in dezelfde fabrieken, voerden vergelijkbare taken uit en kregen ze allebei een loon. Zodoende konden vrouwen hun werk en dus hun loon vergelijken. Dit bespoedigde een bewustwording van de ongelijkheden tussen vrouwen en mannen, waardoor de feministische strijd voor gelijkheid zich kon ontwikkelen.

Al zijn er talloze wetten tegen discriminatie van vrouwen, voor gelijke beloning en tegen geweld, ze zijn lang niet voldoende. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen formele rechten ‘op papier’ en echte rechten. Vrouwen hebben bijvoorbeeld het recht op abortus, maar in werkelijkheid zijn er nog veel hindernissen te overwinnen zoals onopgeleide artsen, een gebrek aan artsen die het willen uitvoeren enzovoort Bovendien worden in tijden van crisis zelfs formele rechten in twijfel getrokken. Hoewel er dankzij de strijd van vrouwen vooruitgang is geboekt, zien we dat niets voor altijd verworven is en dat volledige gelijkheid in onze samenleving nog verre van bereikt is.

De code Napoléon , de basis van ons burgerlijk wetboek, is een goed voorbeeld van hoe de onderdrukking van vrouwen door hun echtgenoten in de wet werd verankerd.

Volledige gelijkheid tussen vrouwen en mannen is niet mogelijk in het kapitalistische systeem, dat de onderdrukking van vrouwen nodig heeft om stand te houden en zijn winsten te vergroten.

Oxfam gaf in een rapport van 2020 cijfers over het aantal werkuren dat vrouwen buiten de arbeidsmarkt aan zorg besteden. Vrouwen en meisjes verrichten elke dag het equivalent van 12,5 miljard uur onbetaalde zorgarbeid, werk dat jaarlijks minstens 10,8 biljoen dollar waard zou zijn als ze zouden betaald worden.

Die cijfers staan in schril contrast met de gecombineerde rijkdom van de miljardairs in de wereld.11

Met andere woorden: als de zorg die vrouwen verschaffen uit de privésfeer wordt gehaald, moeten er diensten ter waarde van duizenden miljarden euro’s worden ontwikkeld, waartoe kapitalisten nooit kunnen bewogen worden.

Socialisme als basis voor gelijkheid

Om tot echte gelijkheid te komen, hebben we een radicale verandering in de samenleving nodig. We hebben een socialisme 2.0 nodig. Met een productiesysteem gebaseerd op een collectieve herverdeling van rijkdom is het mogelijk op grote schaal openbare diensten te ontwikkelen en zoveel mogelijk collectief voor de mensen te zorgen: voldoende crèches, de zorg voor ouderen of de opvang van mensen met een handicap enzovoort Op die basis kunnen vrouwen werken en economisch onafhankelijk zijn, wat een onmisbare stap is op weg naar gelijkheid.

Socialisme 2.0 zet werkende mensen niet langer tegen elkaar op omdat het de uitbuiting van de mens door de mens afschaft. Socialisme 2.0 moet ook het bewustzijn bij de mensen doen evolueren in de richting van gelijkheid. Maar die bewustwording komt er niet automatisch. De onderdrukking van vrouwen en de seksistische ideologie die daarmee gepaard gaat, zit al duizenden jaren zo diep in onze maatschappij ingebakken dat het ook een hele klus zal zijn om van die seksistische opvattingen af te geraken. Deze strijd begint uiteraard vandaag, maar zal op zich niet genoeg zijn om gelijkheid te bereiken.

Geen socialisme zonder feminisme en geen feminisme zonder socialisme

Vrouwen maken 51 % van de bevolking uit. Daarom zijn ze onmisbaar als we de samenleving willen veranderen. Zij zullen zich echter pas massaal aansluiten bij de strijd voor maatschappelijke verandering als ook hun eigen eisen worden meegenomen: gelijke beloning, meer crèches, reproductieve rechten, strijd tegen geweld enzovoort

Daarom is het van essentieel belang om vandaag te strijden voor feministische eisen, die een integraal onderdeel vormen van de klassenstrijd. Het is van essentieel belang om vrouwenorganisaties op te richten die voor deze eisen strijden. Vrouwen hebben altijd betere rechten verworven door strijd en organisatie. Dit is de grote uitdaging die voor ons ligt en die we moeten aangaan. Samen met de vakbonden kunnen vrouwen van 8 maart een dag van strijd tegen kapitalisme en uitbuiting maken. Deze dag kan concrete eisen voor meer gelijkheid combineren met eisen voor een andere samenleving, waar de zorgtaken die voornamelijk op vrouwen rusten in het huishouden gesocialiseerd worden en taken worden die de samenleving collectief opneemt.

Deze strijd is essentieel. Als we echte gelijkheid tussen vrouwen en mannen willen bereiken, zal dit niet gebeuren zonder een radicale verandering van het systeem. Geen socialisme zonder feminisme, geen feminisme zonder socialisme.

Footnotes

  1. Zie het interview met Mary Davis door Françoise De Smedt in dit nummer, ‘De oorsprong van de onderdrukking van vrouwen’, Lava n° 27.
  2. https://statbel.fgov.be/nl/themas/werk-opleiding/lonen-en-arbeidskosten/loonkloof
  3. https://statbel.fgov.be/nl/nieuws/deeltijds-werk-nog-steeds-een-vrouwenzaak- ondanks-sterkere-stijging-bij-mannen, 30 april 2021.
  4. https://werk.belgie.be/nl/themas/gelijkheid-en-non-discriminatie/gelijkheid-vrouwen- mannen-de-loonkloof
  5. www.pensionstat.be/nl/kerncijfers/gender-pensioen/pensioenkloof-totaal-pensioen
  6. ‘États-Unis: un an après Roe vs Wade, le droit à l’IVG, État parÉtat’, 24 juni 2023. www.lemonde.fr/international/article/2023/06/24/etats-unis-un-an-apres-roe-vs-wade-le- droit-a-l-ivg-etat-par-etat_6179041_3210.html
  7. ‘Élections en Pologne: le droit à l’avortement pourrait changer la donne’, 14 oktober 2023. www.rtbf.be/article/la-pologne-interdit-presque-totalement-l-avortement- quelle-est-la-situation-dans-le-reste-de-l-union-europeenne-carte-10685492
  8. ‘”Fonctions vitales” du foetus: la Hongrie durcit les règles d’avortement’, 13 september 2022. www.rtbf.be/article/fonctions-vitales-du-foetus-la-hongrie-durcit-les-regles-d- avortement-11065984
  9. Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, ‘De genderdimensie van ouderschapsverlof, tijdskrediet en loopbaanonderbreking’, https://igvm-iefh.belgium. be/nl/publicaties/de_genderdimensie_in_ouderschapsverlof_tijdskrediet _en_ loopbaanonderbreking
  10. https://statbel.fgov.be/nl/nieuws/deeltijds-werk-nog-steeds-een-vrouwenzaak- ondanks-sterkere-stijging-bij-mannen, 30 april 2021
  11. ‘Vrouwen en meisjes werken 12,5 miljard uur zonder loon’, 16 januari 2020,https:// oxfambelgie.be/vrouwen-en-meisjes-werken-125-miljard-uur-zonder-loon.