Artikels

De mislukking van de tweestatenoplossing

Thomas Vescovi

—20 november 2023

De Palestijnse kwestie leek te zijn opgelost met de ondertekening van normalisatieovereenkomsten tussen Israël en verschillende Arabische staten. De aanval van Hamas bracht ze opnieuw onder de aandacht en herinnert ons eraan hoezeer de realiteit op het terrein een duurzame vrede en veiligheid in de weg staat.

Shutterstock

Vóór de Hamas-aanval op Israël van 7 oktober waren er geen onderhandelingen en liep er geen ‘vredesproces’ tussen Israëli’s en Palestijnen. Hoewel de Oslo-akkoorden, die dertig jaar geleden werden ondertekend, bedoeld waren om de twee partijen dichter bij elkaar te brengen, hebben ze vooral de kolonisatie en de bezetting versterkt. Een maand voor het uitbreken van de nieuwe oorlog bleek uit een opiniepeiling van het Palestinian Center for Policy and Survey Research (PSR) dat bijna tweederde van de Palestijnen vindt dat hun situatie vandaag slechter is dan vóór 19931. Vanuit Israëlisch oogpunt lijken het ‘vredesproces’ en de verslechtering van de situatie van de Palestijnen echter niet noodzakelijk een mislukking. Integendeel, zoals de journaliste Amira Hass van het dagblad Haaretz2 uitlegt, is de creatie van Palestijnse enclaves de ‘culminatie van een intern compromis binnen het Israëlische establishment’. Het gaat om het herdefiniëren van de contouren van de bezetting met als doel de Palestijnen politiek te laten verdwijnen en ze uit het Israëlische landschap te wissen zonder ze te hoeven verdrijven of zelfs zonder de Westelijke Jordaanoever formeel te annexeren. Op die manier heeft het ‘vredesproces’ het mogelijk gemaakt om voor- en tegenstanders van onderhandelingen met elkaar te verzoenen3. Het vooruitzicht van een volledig soevereine Palestijnse staat is dus nooit aan de orde geweest. Voor de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) en haar leider, Yasser Arafat, was het opgeven van de eis van totale bevrijding van Palestina ten gunste van een staat die werd teruggebracht tot slechts 22 procent van het grondgebied dat door het VN-verdelingsplan van 1947 was toegewezen, een historische concessie. Voor Israël daarentegen moest alles nog ‘onderhandeld’ worden, onder het toeziend oog van de partijdige Amerikaanse scheidsrechter.

Thomas Vescovi is onafhankelijk onderzoeker, gespecialiseerd in Israël en de Palestijnse gebieden.

In een andere opiniepeiling stelde de PSR begin dit jaar vast dat de steun voor een tweestatenoplossing nog nooit zo laag was in de beide samenlevingen4. Bij de Palestijnen  steunde 33 procent van de respondenten dit project, tegenover nog 43 procent in 2020. Aan Israëlische

kant was 39 procent (34 procent bij de eigenlijke Joden) voorstander. Deze cijfers moeten in perspectief worden geplaatst: de Palestijnen keren zich niet af van deze oplossing omdat ze die niet meer willen, maar omdat ze die niet haalbaar achten. Bovendien is er geen meerderheid voor alternatieve oplossingen: een democratische staat met gelijke rechten voor Israëli’s en Palestijnen wordt gesteund door slechts 20 procent van de Israëli’s, terwijl ook van de Palestijnen ook maar 23 procent  denkt dat het mogelijk is.

Het ‘vredesproces’ heeft de Israëlische leiders de facto tijd laten winnen om hun greep op de bezette gebieden te verstevigen.

In de afgelopen dertig jaar hebben ten minste vier fenomenen ervoor gezorgd dat de Palestijnse bevolking niet meer gelooft in de tweestatenoplossing en dat ze alle hoop op het bereiken van soevereiniteit heeft opgegeven. Ten eerste heeft de kolonisatie van de bezette gebieden nooit de minste vertraging vertoond en is de onderlinge afhankelijkheid tussen de twee samenlevingen toegenomen. Terwijl de Palestijnen afhankelijk zijn van de Israëlische economie, zijn de bezette gebieden een proeftuin voor het Israëlische militair-industriële complex. Het is ook een enorme financiële meevaller voor de grondkapitalisten, die naar believen speculeren op de hulpbronnen die ze van de lokale bevolking hebben gestolen. Ten tweede speelt de Palestijnse Autoriteit, die de rol van proto-staat zou moeten spelen, onder het presidentschap van Mahmoud Abbas met zijn autoritaire drift veel vaker de rol van hulpje van de bezettingsmacht vanwege de veiligheidscoördinatie met de Israëlische strijdkrachten. Abbas is ook volkomen machteloos gebleken tegenover de annexatieplannen van de extreemrechtse regering onder leiding van Benyamin Netanyahu. De diplomatieke successen van de Palestijnse Autoriteit – de toelating van de staat Palestina tot de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Unesco) in 2011, de toetreding tot de Verenigde Naties als waarnemer in 2012 en vervolgens de officiële erkenning als een staat die deel uitmaakt van het Internationaal Strafhof in 2015 – al deze ‘successen’ hebben ten gronde niets veranderd.

Een deel van de bevolking uitgesloten van politieke processen

Naast de versplintering van de Palestijnen in geïsoleerde enclaves op de Westelijke Jordaanoever en de ontkoppeling van de Westelijke Jordaanoever van de Gazastrook, is er ten derde de verdeeldheid van het leiderschap. Het autocratische beheer van de Westelijke Jordaanoever door Fatah verergert de onderdrukking van de Palestijnen, net als het autoritaire bewind van Hamas in de Gazastrook. In deze laatste strook verbiedt de Israëlisch-Egyptische blokkade elke vorm van soevereiniteit: de Palestijnen hebben geen controle over het luchtruim noch de zee, en evenmin over het verkeer van mensen en goederen. Daardoor kon de Israëlische minister van Defensie, Yoav Galant, de dag na de Hamas-aanval de toevoer van elektriciteit, water en voedsel laten afsluiten. Dit verergert de problemen van een bevolking, terwijl de werkloosheid bij jongeren onder 29 jaar al tot 75 procent oploopt en 80 procent van de 2,2 miljoen Gazanen afhankelijk is van humanitaire hulp. Tot slot heeft het ‘vredesproces’, dat zogezegd moest leiden tot de oprichting van een Palestijnse staat, de Israëlische leiders in feite de tijd gegeven om hun greep op de bezette gebieden te versterken.

Bijna 700.000 Joodse Israëlische burgers wonen in nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem.

Bovenal hebben de staten die de Oslo-akkoorden financieel en diplomatiek hebben gesteund, altijd geweigerd de problemen te zien als iets anders dan een conflict tussen twee naties. Voor hen waren/zijn ze gewoon een middel om sancties te vermijden tegen de partij die het internationaal recht aan haar laars lapt. Israël zien voor wat het is – een koloniale mogendheid die sinds zijn oprichting nog nooit één VN-resolutie heeft gerespecteerd – zou impliceren dat er druk wordt uitgeoefend om zijn leiders te dwingen de rechten van de Palestijnen te beschouwen als vitaal voor het voortbestaan van de eigen staat.

In het Israëlische parlement (Knesset) verdedigen minstens honderd van de honderdtwintig afgevaardigden de voortzetting van de nederzettingspolitiek. Een meerderheid steunt de annexatie van de hele Westelijke Jordaanoever of van een deel ervan. De Arabische en Joodse bevolking van Israël en de Palestijnse gebieden loopt respectievelijk op tot 7,1 en 7 miljoen mensen. In datzelfde gebied is er slechts één echte grens (beheerd door de Israëlische autoriteiten), terwijl de shekel de handel domineert. Hoewel er fysieke en institutionele elementen zijn om deze bevolkingsgroepen van elkaar te scheiden, blijft de realiteit dat er de facto maar één staat bestaat5. De door Israël opgetrokken muur volgt slechts voor 20 procent van zijn lengte de scheidingslijn die in 1967 van kracht was (‘de groene lijn’) en kan dus niet de rol spelen van een voorlopige grens. Tien procent van de Westelijke Jordaanoever ligt ondertussen al aan de Israëlische kant. Bovendien wonen bijna 700.000 Joodse Israëlische burgers in nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem. Zij delen dagelijks bepaalde gebieden met de Palestijnse bevolking, zoals winkels en wegen. Elke dag komen ongeveer 150.000 Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever en 17.000 Gazanen Israël binnen om te werken.

In de praktijk organiseren de Israëlische instellingen en het Israëlische parlement het dagelijks leven van hun bevolking geheel of gedeeltelijk, net zoals ze dat doen voor de bevolking van de bezette gebieden. Het verschil is dat de inwoners van de bezette gebieden – meer dan vijf miljoen mensen – geen enkele mogelijkheid hebben om de beslissingen van Tel Aviv te beïnvloeden. Op hetzelfde territorium zijn ze onderworpen aan verschillende wetten en rechtbanken, afhankelijk van hun woonplaats en nationaliteit, terwijl alleen de Joodse bevolking volledige rechten heeft, noem ze maar privileges. Op basis hiervan noemen veel Israëlische, Palestijnse en internationale niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) het regime in Tel Aviv een apartheidsregime. Binnen deze unieke staat genieten de Palestijnen geen bescherming tegen de beslissingen van het bezettingsleger noch tegen de misbruiken van de kolonisten. Uiteraard wakkert dat de neiging naar gewapende opstand onder sommige Palestijnse jongeren aan 6. Getuige daarvan de recente verschijning van de ‘Leeuwen’ van Jenin en Nablus.

Binnen deze eenheidsstaat hebben de Palestijnen geen bescherming tegen de beslissingen van het bezettingsleger en tegen het misbruik van de kolonisten.

De Israëlische samenleving was gewend geraakt aan deze situatie. Ze beschouwde ze als een status-quo, zozeer zelfs dat het beleid dat werd ingevoerd in de nasleep van de tweede Intifada (2000-2005) de Palestijnen onzichtbaar maakte. De gewelduitbarsting van 7 oktober vestigde opnieuw de aandacht op een bevolking die verstikt wordt door onderdrukking en geen politieke perspectieven heeft. Het feit dat er geen enkele hoop is op een echte, onafhankelijke Palestijnse staat, heeft in beide samenlevingen de weg vrijgemaakt voor initiatieven om na te denken over een nieuwe aanpak. Zo pleit A Land for All sinds 2012 voor een confederale tweestatenoplossing die garant staat voor democratie, bewegingsvrijheid en vrijheid van vestiging, gedeelde soevereiniteit tussen de twee volkeren in Jeruzalem en over de natuurlijke hulpbronnen, en gelijke toegang tot rechtspraak en veiligheid. Er is ook de One Democratic State Campaign, in 2018 gelanceerd vanuit de Israëlische Arabisch-Joodse stad Haifa met een tienpuntenprogramma dat de basis moet vormen voor een gemeenschappelijk politiek project voor de twee samenlevingen.

Het lijdt geen twijfel dat deze militante structuren zullen blijven bestaan, maar hun vermogen om invloed uit te oefenen dreigt ernstig af te brokkelen gezien de schok die de aanslag van 7 oktober in de Israëlische samenleving heeft teweeggebracht. Voor de goede orde: het verzet van de bevolking tegen het hervormingsproject van Netanyahu werd veertig weken lang volgehouden, zonder dat het antivestigingsblok erin slaagde de demonstranten duidelijk te maken dat het lot van de Palestijnen prioriteit moet hebben en dat er geen democratie kan bestaan samen met apartheid en bezetting7.

Al op 7 oktober riep de hele Israëlische politiek, met uitzondering van antikoloniaal links en enkele intellectuelen, op tot een grootschalige operatie om ‘de oorlog tegen Hamas te winnen’. Als het al mogelijk is om een organisatie uit te schakelen die beschouwd wordt als een volwaardig lid van de Palestijnse nationale beweging, dan vraag je je af wat Netanyahu zal doen als hij aan de macht blijft. En als hij zijn functie neerlegt, zal de regering van zijn opvolger dan in staat zijn om een andere benadering van de Palestijnse kwestie te bedenken? Een benadering die gelijke individuele en collectieve rechten garandeert voor alle burgers die tussen de Middellandse Zee en de Jordaan wonen, ongeacht hun afkomst of religie?

Oorspronkelijk gepubliceerd in Le Monde diplomatique, november 2023. Volgens de overeenkomst die LMD en Lava in 2022 aangingen, herneemt Lava drie keer per maand een artikel in het Nederlands.

Footnotes

  1. ‘Public opinion poll n° 89’, Palestinian Center for Policy and Survey Research, 3

    september 2023.

  2. Amira Hass, “For Israel, the Oslo accords were a resounding success”, Haaretz, Tel-Aviv, 12 september 2023.
  3. Lees Dominique Vidal, “Cisjordanie, de la colonisation à l’annexion”, Le Monde diplomatique, februari 2017.
  4. “The Palestine/Israeli pulse, a joint poll summary report”, Palestinian Center for Policy and Survey Research, januari 2023.
  5. Michael Barnett, Nathan Brown, Marc Lynch en Shibley Telhami, “Israel’s one-state reality”, Foreign Affairs, vol. 102, n° 3, New York, april-mei 2023.
  6. Lees Akram Belkaïd en Olivier Pironet, “La jeunesse palestinienne ne s’avoue pas vaincue”, Le Monde diplomatique, februari 2018.
  7. Lire Charles Enderlin, “Fronde historique en Israël”, Le Monde diplomatique, oktober 2023.