Artikel

De nieuwe Koude Oorlog tegen China

John Bellamy Foster

—30 juni 2023

PDF-versie

Thucydides zag Spartaanse agressie als reactie op de opkomst van Athene. De geschiedenis lijkt zich op wereldschaal te herhalen, met de Verenigde Staten en China in de hoofdrollen.

“Er komt geen nieuwe Koude Oorlog”, aldus een toonaangevend artikel van 24 maart 2021 in Foreign Affairs, het vlaggenschip van de Council on Foreign Relations, de belangrijkste strategische denktank van de VS.1 De auteur stelt vol optimisme dat een nieuwe Koude Oorlog uitgesloten is, aangezien Washington onder Joe Biden afstand lijkt te nemen van het extreme beleid van Trump ten aanzien van China, vanwege de “vitale positie van China in mondiale waardeketens”.2 Beijing zou niet moeten worden beschouwd als een agressieve macht in ideologisch of geopolitiek opzicht, maar eerder als een economische concurrent.

John Bellamy Foster is hoofdredacteur van Monthly Review en doceert sociologie aan de Universiteit van Oregon. Zijn meest recente boek is Capitalism in the Anthropocene: Ecological Ruin or Ecological Revolution (Monthly Review, 2022). Hij is de auteur van The Endless Crisis (met Robert McChesney) en The Great Financial Crisis: Causes and Consequences (met Fred Magdoff).

Deze analyse rept echter met geen woord over het mondiale imperialistische systeem waarin de VS de scepter zwaait en dat nu wordt bedreigd door de schijnbaar onstuitbare opkomst van China, dat zijn eigen soeverein project nastreeft.3 In dit opzicht is een nieuwe Koude Oorlog tegen China geen rariteit, maar veeleer het onvermijdelijke antwoord op de opkomst van China en het einde van het unipolaire rijk van Washington. De VS herhalen nu de Koude Oorlogsverklaring van de jaren 40-50 tegen de Sovjet-Unie en China, met dezelfde bekommernis: hun hegemonie behouden.

De Quad, een Aziatische NAVO

De regering Biden is duidelijk: zij wil deze nieuwe Koude Oorlog niet alleen verderzetten, maar ook versnellen en verscherpen. Dit bleek reeds op 18 maart 2021 in Anchorage, bij de eerste bilaterale gesprekken op hoog niveau tussen de Verenigde Staten en de Volksrepubliek China (VRC) na de verkiezing van Joe Biden.

In de week voorafgaand aan deze topbijeenkomst heeft Washington in de feiten aangegeven een agressieve Koude Oorlog 2.0 tegen China na te jagen. Zo had Biden op 12 maart een ontmoeting met de Japanse, Indiase en Australische staatshoofden, die deel uitmaken van de Quadrilaterale Veiligheidsdialoog (Quad). Dat is een nieuw door de VS geleid militair-strategisch bondgenootschap, dat algemeen beschouwd wordt als een poging om een Aziatische kloon van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) op te zetten. De Quad heeft een gezamenlijke verklaring afgelegd waarin vijandschap jegens China de onverbloemde boodschap is. Dezelfde dag nog zette de US Federal Communications Commission vijf Chinese bedrijven, waaronder Huawei, op de zwarte lijst. Op 16 maart in de vooravond, amper twee dagen voor de bilaterale gesprekken met China zouden beginnen, verlengde de regering Biden de sancties tegen 24 leden van de Chinese regering als reactie op de beteugeling van de protestbeweging in Hongkong.

Net zoals de VS in de jaren 40 en 50 een Koude Oorlog tegen de Sovjet-Unie en China uitriep, verklaart zij nu een nieuwe.

Wars van elk diplomatiek protocol begon Antony Blinken de bilaterale gesprekken van 18 maart in Anchorage met de onverbloemde mededeling dat hij en de VS-minister van Defensie Lloyd Austin net terug waren van een ontmoeting met hun ambtgenoten in Japan en Zuid-Korea, twee belangrijke militaire bondgenoten van de VS die veel van Washingtons bekommernissen over China delen. Op die top daagde VS-minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken Beijing rechtstreeks uit door uiting te geven aan zijn “diepe bezorgdheid over het optreden van China, onder meer in Xinjiang, Hongkong en Taiwan, de cyberaanvallen tegen de Verenigde Staten en de economische intimidatie jegens onze bondgenoten. Elk van deze acties bedreigt de op regels gebaseerde orde die de stabiliteit in de wereld garandeert.” De VS willen niet alleen concurreren, en op sommige vlakken zelfs samenwerken met China, maar indien nodig ook ermee in confrontatie gaan.

Jake Sullivan, de nationale veiligheidsadviseur van de VS, verwees openlijk naar de veiligheidszorgen van de militaire Quad-alliantie in de Indo-Pacific, en zette zo de schijnwerpers op het oorlogspact dat in Azië tegen Beijing wordt opgezet. Hij voegde eraan toe dat de bondgenoten en partners van de VS “hun bezorgdheid” hadden geuit over China’s gebruik van “economische en militaire intimidatie” bij zijn “aanvallen op de fundamentele waarden”, en dat de VS “felle concurrentie” tegen China zouden toejuichen, maar hij suggereerde ook dat het land klaar was voor een conflict op grote schaal.

Yang Jiechi, hoofd van de Chinese Centrale Commissie Buitenlandse Zaken, reageerde op de top met het benadrukken dat China “het internationale systeem met als middelpunt de Verenigde Naties en een op het internationaal recht gebaseerde internationale orde verdedigt, en niet de zogenaamde op regels gebaseerde internationale orde die een beperkt aantal landen voorstaat”. Hij benadrukte het duidelijke verschil tussen de opvatting over democratie in China en de Verenigde Staten:

“Wij geloven niet in militaire invasies, het omverwerpen van andere regimes op diverse manieren, of het afslachten van de bevolking van andere landen… Door extraterritoriale jurisdictie en repressie uit te oefenen en door het kader van nationale veiligheid te overstijgen met gebruik van geweld of financiële hegemonie, hebben de Verenigde Staten obstakels opgeworpen voor een normale commerciële activiteit. Zij hebben ook sommige landen overtuigd China aan te vallen […] Wat Xinjiang, Tibet en Taiwan betreft, elk van deze gebieden is een onvervreemdbaar deel van China. China is sterk gekant tegen inmenging van de VS in zijn binnenlandse aangelegenheden. Wij hebben ons krachtig verzet tegen een dergelijke inmenging en wij zullen daar krachtig tegen optreden.”

Yang Jiechi benadrukte dat Washington geen legitimiteit heeft om Beijing de les te lezen over mensenrechten, gezien zijn eigen staat van verdienste, zoals blijkt uit de Black Lives Matter-protesten. “De Verenigde Staten belichamen de internationale publieke opinie niet, de westerse wereld evenmin.” Het tijdschrift The Atlantic merkte op dat “voor de verbouwereerde journalisten die getuige waren van de [volledige] uitwisseling, was het alsof ze aanwezig waren bij het begin van een nieuwe Koude Oorlog.”4

Het korte unipolaire moment

Washington zette in de weken die volgden zijn agressieve aanvallen op China voort:

  • 24 maart: De ministers van Buitenlandse Zaken van de 30 lidstaten van de NAVO verklaren zich bereid om zich samen met hun bondgenoten en partners in Azië en de Stille Oceaan te verzetten tegen “autoritaire bedreigingen van de op regels gebaseerde internationale orde”, waarmee ze China als gemeenschappelijke vijand aanduidden.5
  • 25 maart: Een week na de bilaterale gesprekken zei Joe Biden dat “Xi [Jinping, de president van de VRC] geen greintje democratie — met een kleine letter d — in zich heeft” en noemde hem een “autocraat”.
  • 26 mei: Kurt Campbell, Bidens proconsul in Azië, zei dat “de periode die algemeen wordt omschreven als een periode van dialoog met China, ten einde loopt.”

In haar eerste 100 dagen heeft de regering-Biden geen tijd verloren om de militaire druk op China op te voeren. Tussen januari en april 2021 is de militaire activiteit van de VS langs de Chinese grens sterk toegenomen: het aantal penetraties van militaire schepen in door China geclaimde territoriale wateren steeg met 20% en het aantal penetraties van militaire vliegtuigen in het Chinese luchtruim met 40%. In maart zette Duitsland een oorlogsschip in in de Zuid-Chinese Zee en Washington verwelkomde “de steun van Duitsland voor de op regels gebaseerde internationale orde in de Indo-Pacific”. In april stuurden de VS een extra vliegdekschip naar de Zuid-Chinese Zee om hun strijdmacht te versterken. Tegelijkertijd stuurde Groot-Brittannië het vliegdekschip Queen Elizabeth II naar de Zuid-Chinese Zee, een kantelmoment van de verschuiving richting Indo-Pacific. De Verenigde Staten hebben momenteel rond China 400 militaire bases en bijna 375.000 personeelsleden (militairen en burgers) in de Indo-Pacific waaronder meer dan 8.000 troepen in Japan en Zuid-Korea.

De nadruk die Washington legt op de zogenaamde “op regels gebaseerde internationale orde”, in tegenstelling tot het pleidooi van Beijing voor een op de VN gebaseerde orde van soevereine staten, ondersteund door het internationaal recht (traditioneel het Westfaalse systeem genoemd), is meer dan een woordenstrijd. Het is veeleer een strategie van de VS om China te dwingen zich neer te leggen bij de hegemoniale politieke en economische orde die een alliantie van grootmachten onder haar leiding oplegt, om de bestaande imperiale machtsverhoudingen te bevriezen.6 Als de “op regels gebaseerde internationale orde” wordt “vastgelegd door de Verenigde Staten alleen, dan kan het geen internationaal recht zijn, maar eerder “hegemonistische regels” […] Als het regels zijn die worden vastgesteld door de Verenigde Staten en een handvol andere landen, dan kan het ook geen internationaal recht zijn, maar eerder “kliekjesregels”, die indruisen tegen het beginsel van de democratie en niet zullen worden aanvaard door een meerderheid van landen”, aldus China.

De VS en andere kapitalistische economieën aan de top van het wereldsysteem, waaronder de triade van de VS en Canada, West-Europa en Japan, zijn namelijk vastbesloten om vast te houden aan de hegemoniale instellingen uit de tijd van de Koude Oorlog, zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds, in combinatie met het door de VS gedomineerde systeem van militaire allianties. En ze willen ook het zogenaamde post-Westfaalse systeem of de liberale internationale orde in het tijdperk van het “naakte imperialisme” van de jaren negentig tot heden vrijwaren. Dat tijdperk begon in het vacuüm dat ontstond toen de Sovjet-Unie van het wereldtoneel verdween en de VS zijn daaruit voortvloeiende “unipolaire moment” beleefde.7

De val van Thucydides, of waarom de VS soms om mensenrechten geeft

Na de Koude Oorlog hebben de Verenigde Staten en hun bondgenoten een reeks “humanitaire interventies” uitgevoerd, waarbij zij zich in de aangelegenheden van andere landen hebben gemengd en een tijdperk van permanente oorlog hebben gecreëerd — te beginnen met de uitbreiding van de macht van de VS (en de NAVO) in Oost-Europa, het opbreken van Joegoslavië en de militaire interventies in het Midden-Oosten en Afrika — waarbij de soevereiniteit van staten werd geschonden.8 Deze nieuwe agressieve imperiale houding werd gelegitimeerd als onderdeel van de “verantwoordelijkheid om te beschermen” en de bevordering van “democratie” en “humanitaire” waarden.9

Vanuit het oogpunt van de VS en hun bondgenoten is het strategische doel van de nieuwe Koude Oorlog tegen China niet zozeer om China economisch, politiek en militair in te dammen, wat onmogelijk is, maar veeleer om manieren te vinden om het land in bedwang te houden, ten einde veranderingen in de wereldorde onmogelijk te maken ondanks China’s positie als opkomende macht. De nieuwe imperiale strategie is dus bedoeld om op wereldschaal (en in het thermonucleaire tijdperk) de beroemde “kanonneerbootdiplomatie” te herhalen die de grote imperiale mogendheden aan de Qing-dynastie hebben opgelegd tijdens China’s “eeuw van vernedering”, van de Eerste Opiumoorlog (1839-1842) tot de Tweede Wereldoorlog.10 Een van de redenen die toen werden aangevoerd was dat China moest beantwoorden aan de internationale handelsregels.11

De Verenigde Staten hebben momenteel rond China 400 militaire bases en bijna 375.000 personeelsleden in de Indo-Stille Oceaan.

Evenzo moet het China van vandaag, volgens de huidige imperiale strategie van de VS, worden onderworpen aan door een brede alliantie van imperiale mogendheden besliste economische, geopolitieke en militaire beperkingen. Het uiteindelijke doel is de ondergang van de Chinese Communistische Partij (CCP) te bewerkstelligen en China stevig aan de imperiale orde van het mondiale financiële en monopolistische kapitaal te binden, en het te herleiden tot een permanent ondergeschikte status. De belangrijkste manier om dit te bereiken is via een systeem van ongelijke verdragen, opgelegd door een coalitie van grootmachten onder leiding van de Verenigde Staten.12

Het belangrijkste mechanisme om China te verslaan werd in 2017 geformuleerd door Graham Allison, in zijn boek Destined for War: Can America Escape the Thucydides Trap?, een boek dat door Joe Biden en de voormalige VS-minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger zeer lovend werd onthaald. In Allisons woorden:

“Het VS-leger zou heimelijk separatistische opstandelingen kunnen trainen en steunen. De Chinese staat vertoont al scheuren. (…) Kan de VS-steun voor deze separatisten Beijing meeslepen in conflicten met radicale islamitische groeperingen in Centraal-Azië en het Midden-Oosten? Zo ja, kunnen deze regio’s dan moerassen worden, zoals dat van de Sovjets in Afghanistan, waar de door de VS gesteunde moedjahedien-“vrijheidsstrijders” de Sovjet-Unie lieten doodbloeden?”

Een subtiele maar geconcentreerde inspanning om de tegenstrijdigheden in het hart van de Chinese communistische ideologie te verscherpen zou op termijn het regime kunnen ondermijnen en onafhankelijkheidsbewegingen in Taiwan, Xinjiang, Tibet en Hongkong kunnen aanmoedigen. Door China te verdelen en Beijing zich te laten vastrijden in het handhaven van binnenlandse stabiliteit, zouden de VS de Chinese bedreiging van de VS-dominantie kunnen voorkomen, of minstens uitstellen.13 Deze elementen vormen voortaan een nieuwe Koude Oorlog.14

Voorts kunnen de VS, door China te beschuldigen van “genocide” en “misdaden tegen de menselijkheid” tegen haar binnenlandse bevolkingsgroepen, deze nieuwe Koude Oorlog tegen China rechtvaardigen. Dit is een hybride oorlogsvoering met een mengelmoes van openlijke of geheime politieke, economische, financiële, technologische, cyber- en meer traditionele militaire middelen.15

De “op regels gebaseerde internationale orde” en de nieuwe imperiale strategie van de Verenigde Staten

De belangrijkste theoreticus van de op regels gebaseerde internationale orde is G. John Ikenberry, hoogleraar politieke wetenschappen en internationale betrekkingen, lid van de Council on Foreign Relations.16 Ikenberry ontkent weliswaar niet dat het verleden en het heden van de Verenigde Staten vaak gekenmerkt zijn door imperiale overheersing, maar zet zich af tegen degenen in kringen van het buitenlands beleid die menen dat de VS zich openlijk als een imperium moeten gedragen. Volgens Ikenberry moest een efficiënte hegemoniale strategie erin bestaan het unipolaire moment te gebruiken om een op regels gebaseerde internationale orde tot stand te brengen die de mondiale dominantie van de VS en het Westen als een voldongen feit voor de toekomst zou veiligstellen, zelfs bij een gebeurlijke afname van de VS-macht.

Ikenberry schreef in 2008 een artikel voor het tijdschrift Foreign Affairs over “China’s opkomst en de toekomst van het Westen” waarin hij erop aandrong dat het “geglobaliseerde kapitalistische systeem” en de westerse liberale internationale orde alleen in stand kunnen worden gehouden als de directe VS-hegemonie plaatsmaakt voor een op regels gebaseerde orde die wordt geregisseerd door de Verenigde Staten en hun belangrijkste bondgenoten.17 Zo kan die een “door de VS geleide liberale hegemoniale orde” voor eeuwig garanderen.18 Hillary Clinton, minister van Buitenlandse Zaken van de VS van 2009 tot 2013, drukte het zo uit: het was van essentieel belang het ontstaan van een “multipolaire wereld” te voorkomen door in plaats daarvan een “meerpartijenwereld” in te stellen, gebaseerd op een reeks door de VS geleide bondgenootschappen en partnerschappen die de blijvende dominantie van Washington in de 21e eeuw zouden garanderen.

China blijft een vijand van het imperialisme en een verdediger van een Westfaals systeem van nationale soevereiniteit.

De kern van Ikenberry’s opvatting over een op regels gebaseerde hegemoniale internationale orde is het opzijzetten van een op de VN gebaseerd systeem, waarin de wettelijke soevereiniteit van staten centraal staat, en de polycentrische wereld, met China en Rusland als permanente leden van de Veiligheidsraad. De op regels gebaseerde internationale orde is daarentegen bedoeld om de in de jaren negentig ingevoerde veranderingen te codificeren door het “voorwaardelijke karakter van soevereiniteit” vast te stellen, zodat grote mogendheden “het recht — zo niet de morele plicht — hebben om in conflictgebieden in te grijpen om genocide en massamoord te voorkomen”. De interventies van de NAVO in de Balkan en de oorlog tegen Servië, schreef hij, typeerden dergelijke acties”.19 De doctrine van het humanitair imperialisme op basis van het “recht op bescherming” is dus de deus ex machina geworden van de op regels gebaseerde internationale orde.

Deze relativiteit van soevereiniteit werd verduidelijkt door Richard Haass, voormalig viceminister van Buitenlandse Zaken onder president George W. Bush en huidig directeur van de Council on Foreign Relations: “Soevereiniteit is geen blanco cheque. (…) Wanneer een regime zijn verantwoordelijkheden niet nakomt of zijn privileges misbruikt, riskeert het zijn soevereine privileges te verliezen, waaronder, in extreme gevallen, zijn immuniteit voor gewapende interventie.”20 Met betrekking tot gewapende interventie zijn de Verenigde Staten de zelfbenoemde “sheriff” van de internationale orde, terwijl de rest van de triade de hulpsherrifs zijn.21

De doctrine van een op regels gebaseerde internationale orde was de dekmantel om sinds de jaren negentig op vijf van de zes bewoonde continenten meerdere VS- en NAVO-interventies en door de VS gesteunde staatsgrepen te rechtvaardigen — allemaal in naam van de verdediging van democratie en mensenrechten.

De Volksrepubliek China: een opkomende soevereine supermacht

Toen Karl Marx en Friedrich Engels in januari 1850 commentaar gaven op de eerste tekenen van de Taiping-opstand (1850-1864) in China, wezen zij op de geboorte van het “Chinese socialisme”. Zij zeiden dat Europese reactionairen met hun legers op een dag de grenzen van China zouden kunnen bereiken en daar “het opschrift zouden kunnen ontdekken”:

“Republiek China, Liberté, Égalité, Fraternité”.22

Het opmerkelijk voorgevoel van Marx en Engels had een eeuw voorsprong. Zes jaar later, in 1856, vielen de Britse en Franse legers China opnieuw binnen tijdens de Tweede Opiumoorlog, en profiteerden ze van de door de Taiping-opstand veroorzaakte chaos om de ongelijke verdragen die op China wogen te verlengen en uit te breiden.

De Europeanen bouwden voort op een proces dat door de Britten gestart was in de eerste Opiumoorlog in 1839, waarbij China door het Verdrag van Nanking in 1842 werd gedwongen Hongkong aan Groot-Brittannië af te staan.23 Deze eerste Opiumoorlog markeerde het begin van de eeuw van vernedering in China, die eindigde met de overwinning van de Chinese revolutie in 1949 en de oprichting van de Volksrepubliek China.24 Het einde van deze periode van vernedering werd bezegeld door de toespraak van Mao Zedong van 21 september 1949, getiteld “Het Chinese volk is opgestaan”, zijn openingstoespraak voor de eerste plenaire vergadering van de Politieke Raadgevende Conferentie van het Chinese volk, waarin hij stelde:

“We hebben ons verenigd en de onderdrukkers van binnen- en buitenland omver geworpen […] Onze natie zal nooit meer een vernederde natie zijn; hier staan we.”25

Vandaag de dag blijft de Volksrepubliek China gericht op het opruimen van de restanten van wat Mao “de geschiedenis van de belediging en vernedering” noemde.26 Daarmee lanceerde de VRC een programma dat bekend staat als de “China-droom” en dat in november 2012 door Xi Jinping werd afgekondigd, maar dat het hele postrevolutionaire Chinese ontwikkelingstraject weerspiegelt. “Alleen door het socialisme met Chinese kenmerken te koesteren,” zei Xi Jinping, “kunnen we de hele partij, natie en alle etnieën van ons volk verenigen en leiden om een gemiddeld welvarende samenleving te creëren tegen het eeuwfeest van de CCP in 2021 en van China een welvarend, democratisch, cultureel geavanceerd en harmonieus socialistisch land te maken tegen het eeuwfeest van de Volksrepubliek China in 2049”.27 Daarbij kwam nu het doel op langere termijn: een ecologische beschaving en een mooi China creëren, waarbij ecologie wordt gezien als “de meest inclusieve vorm van openbaar welzijn”.29 Xi Jinping formuleerde dit anti-imperialistisch standpunt in 2017:

“In de geschiedenis van de internationale betrekkingen zijn vele beginselen naar voren gekomen en algemeen aanvaard: van de beginselen van gelijkheid en soevereiniteit die meer dan 360 jaar geleden in de Verdragen van Westfalen werden vastgelegd tot het internationale humanisme dat meer dan 150 jaar geleden in de Verdragen van Genève werd bevestigd, van de vier doelstellingen en de zeven beginselen die meer dan 70 jaar geleden in het Handvest van de Verenigde Naties werden vastgelegd tot de vijf beginselen van vreedzame co-existentie die meer dan 60 jaar geleden door de Conferentie van Bandung bekrachtigd werden. Deze beginselen moeten ons leiden bij het streven naar een gemeenschappelijke toekomst voor de mensheid.”30

Een land van contrasten, in de richting van het socialisme

Soevereine gelijkheid is in de afgelopen eeuwen de belangrijkste norm geweest voor de betrekkingen tussen staten, en het fundamentele beginsel dat door de Verenigde Naties en aanverwante organisaties en instellingen in acht wordt genomen. De essentie van soevereine gelijkheid is dat de soevereiniteit en de waardigheid van alle naties moeten worden gerespecteerd, of zij nu groot of klein, sterk of zwak, rijk of arm zijn; er mag niet worden ingegrepen in hun binnenlandse aangelegenheden en zij hebben het recht om onafhankelijk hun sociaal stelsel en hun wijze van ontwikkeling te kiezen.31

De anti-imperialistische houding van China hangt nauw samen met haar wijze van ontwikkeling. Haar uitzonderlijke vooruitgang, waaronder de verviervoudiging van haar economische activiteit sinds het eind van de jaren zeventig en de recente uitroeiing van de extreme armoede, is niet alleen te danken aan haar toenemende integratie in de wereldeconomie, maar ook, en dat is even belangrijk, aan de grenzen die zij heeft gesteld aan het kapitalistische karakter van die integratie.

In dit verband zijn een aantal essentiële socialistisch georiënteerde elementen die het Chinese systeem onderscheiden cruciaal: 1° de sociale eigendom van de grond, die op het platteland nog gedeeltelijk collectief door dorpsgemeenschappen wordt beheerd; 2° staatscontrole over de munt en de financiën; 3° staatseigendom van sleutelsectoren van de industrie, met inbegrip van de banken, waardoor hoge investeringspercentages mogelijk zijn; en 4° een planningssysteem, ter aanvulling van de markteconomie, geleid door de CCP door middel van vijfjarenplannen. Tezamen maken deze kenmerken van China een post-revolutionaire samenleving die noch volledig kapitalistisch noch volledig socialistisch is, maar met een algemene ontwikkeling die de mogelijkheid openhoudt van verdere stappen in de richting van het socialisme.32

China roeide armoede uit, niet alleen dankzij integratie in de wereldeconomie, maar ook door het kapitalistische karakter ervan te beperken.

De interne dynamiek van de Chinese economie, de sterk ontwikkelde infrastructuur en de lage arbeidskosten per eenheid, die in de exportindustrieën vaak tot extreme uitbuiting leiden, hebben multinationals verleid tot aanzienlijke investeringen, waardoor China de nieuwe werkplaats van de wereld kon worden in wat de Derde Industriële Revolutie is genoemd, gebaseerd op digitale technologieën. Dankzij zijn planningseconomie heeft China meer van de toegevoegde waarde kunnen behouden dan de meeste landen in ontwikkeling, en heeft het samenwerkingsverbanden kunnen aangaan met multinationals waardoor het geavanceerde technologie heeft kunnen verwerven.

China, hoewel nog steeds een arm land met een inkomen per hoofd dat een vijfde is van dat van de Verenigde Staten, heeft het voortouw kunnen nemen in de vierde industriële revolutie, met nieuwe technologieën om de fysieke, digitale en biologische wereld samen te voegen.33 Wat de grote kapitalistische landen het meest heeft verontrust zijn China’s technologische topprestaties, zijn financiële controle die de macht van de door de VS gedomineerde imperiale orde beperkt, en zijn geopolitieke streven naar één China, wat de herovering van zijn historisch grondgebied impliceert.
Een deel van de huidige opwaardering van de historische rol van China als beschaving, zoals Beijing die nu ziet, is de herrijzenis van de oude Zijderoute, een handelsroute die zich uitstrekte van China via Zuid-Azië en het Midden-Oosten naar Europa. In het najaar van 2013 stelde Xi Jinping het grootschalige project “Eén gordel, één weg” voor (in het Westen bekend als “The Belt and Road Initiative”(BRI)), dat China via verschillende zeeroutes wil verbinden met Zuidoost-Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Europa.

39 landen in Afrika bezuiden de Sahara, 34 landen in Europa en Centraal-Azië, 25 landen in Oost-Azië en de Stille Oceaan, 18 landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, 17 landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en 6 landen in Zuid-Azië zijn nu lid van het BRI. In totaal zijn 139 landen en bijna twee derde van de wereldbevolking betrokken bij het BRI. Zoals de Council of Foreign Relations tot zijn spijt heeft opgemerkt: “Xi Jinping nodigt staatshoofden uit naar China voor BRI fora en wekt zo de indruk dat Beijing een economische macht is die op gelijke voet staat met de Verenigde Staten.”34

De derde Chinese revolutie en de wereldwijde door de VS gevoerde contrarevolutie

In zijn verslag van 18 oktober 2017 aan het Negentiende Nationale Congres van de Communistische Partij van China verklaarde Xi Jinping dat “de Chinese natie […] een buitengewone transformatie heeft ondergaan: het is opgestaan, verbeterd en versterkt”.35 Voor iedereen die bekend is met de geschiedenis van de Volksrepubliek China was het duidelijk dat Xi Jinping doelde op het hele revolutionaire proces van nationale vernieuwing. Mao verklaarde dat met de Chinese revolutie, China was opgestaan. Het tijdperk Deng Xiaoping, vaak bekend als het tweede tijdperk van het nationale vernieuwingsproces, ging over de verrijking van China door economische ontwikkeling en integratie in de kapitalistische economische wereld. Het “nieuwe tijdperk” onder leiding van Xi Jinping heeft de opbouw van een sterk, zelfvoorzienend en duurzaam Chinees systeem voor ogen, met als doel “de opbouw van een gemiddeld welvarende samenleving in al zijn aspecten” tegen 2021, en om “alles in het werk stellen om tegen 2049 een groot modern socialistisch land op te bouwen”.36

Elke fase van de Chinese revolutie betekende een grote verandering, zodat de perioden van Mao, Deng en Xi soms worden aangeduid als respectievelijk de eerste, tweede en derde Chinese revolutie.37 De “belangrijkste tegenstelling” van dit nieuwe tijdperk (of derde revolutie), die China moet overwinnen om zijn doel te bereiken, is volgens Xi Jinping het “onevenwichtige”, ongelijke en dus “ontoereikende” karakter van de Chinese ontwikkeling, inherent aan het kapitalistische groeimodel. Dit probleem uit zich in toenemende klassenongelijkheid, een kloof tussen stad en platteland, de bevordering van economische ontwikkeling ten koste van de culturele, en een niet-duurzame mens-milieu relatie.38 Factoren die van cruciaal belang worden geacht voor de opkomst van China als een “grote moderne socialistische samenleving” zijn daarom een socialistisch geïnspireerde ommezwaai naar meer economische gelijkheid, nationale zelfvoorziening, ecologische beschaving, leefbaarheid van het platteland, culturele ontwikkeling en de opbouw van een “dubbel kringloop”-model (om China minder afhankelijk te maken van buitenlandse markten en technologie).39

China’s derde revolutie zal uiteraard een moeilijke weg afleggen, en wat Xi Jinping de “hoofdtegenstelling” noemt, de ongelijke ontwikkeling, komt tot uiting in de maatschappelijke conflicten en in China’s buitenlandse betrekkingen. Het is niet overdreven te stellen dat de derde revolutie van China door de VS en andere grote kapitalistische mogendheden werd ontvangen met een mengeling van ongeloof, verbijstering en woede. Niet gewend aan historisch en dialectisch denken, vertrouwend op oppervlakkige analytische denkpatronen en overtuigd van de onvermijdelijke triomf van het kapitalisme, was de dominante ideologie in het Westen letterlijk die van het “einde van de geschiedenis”.

In totaal zijn 139 landen en bijna twee derde van de wereldbevolking betrokken bij China’s Belt and Road Initiatief.

Het idee dat het soevereine project van China uiteindelijk zou leiden tot een kritische uitdaging van de bestaande kapitalistische en imperialistische orde, eerder dan de invoering ervan, werd nauwelijks overwogen in Washington. Nog schokkender was hun ontdekking dat China’s nieuwe tijdperk, geassocieerd met Xi Jinping, meer zou gaan lijken op Mao’s revolutionaire China dan op Deng’s hervormingstijdperk.40

De VS-elite reageerde uitzinnig op China’s onvermoeid streven naar zijn eigen soevereine project door een nieuwe, op China gerichte Koude Oorlog te ontketenen (waarbij ook bondgenoten als Rusland en Iran in het vizier komen). In kringen van de VS-elite wordt deze oorlog nu gezien als een nieuwe oorlog om de hegemonie — een veronderstelling die door geen enkele echte historische analyse ondersteund wordt en waarvoor een objectief onderzoek van het imperialisme in verleden en heden nodig zou zijn.

Ondergang of revolutie

Vanuit marxistisch perspectief moet elke zinvolle beoordeling van de hegemoniale overgang in de context van de moderne wereld worden gezien als het resultaat van de interne dynamiek van de kapitalistische wereldeconomie. Gedurende haar hele geschiedenis is die gekenmerkt door imperialisme vanuit het centrum naar de periferie toe, en door periodieke oorlogen om de imperiale hegemonie, het enige “antwoord” dat het kapitalistische systeem kan geven op het vraagstuk van de wereldmacht.41

In deze logica beoogt de door de VS opgestarte nieuwe Koude Oorlog tegen China, de grote imperialistische kapitalistische staten te verenigen in een wereldwijde alliantie om Beijing, zijn bondgenoten en de gehele periferie van het kapitalistische systeem, te onderwerpen aan de op regels gebaseerde internationale orde van de Triade, zonder de Chinese economie, als motor van de wereldwijde economische groei, daarbij buiten werking te stellen. China is, zoals we weten, te groot om zomaar te veroveren, en economisch te belangrijk om te verwaarlozen.

De VS trekken de komende tien jaar enkel en alleen al voor hun nucleaire strijdkrachten 500 miljard dollar uit.

Wat dus nodig is, volgens de consensus in Washington, is een contrarevolutie van de dominante mogendheden, om opnieuw een wereldwijde reeks ongelijke verdragen op te leggen aan China en het merendeel van de ontwikkelingslanden. Het doel is niet zozeer om China in te dammen als wel om het aan banden te leggen. Uiteindelijk moet een dergelijke strategie met militaire middelen worden ondersteund. Dit is wat Madeleine Albright, de minister van Buitenlandse Zaken van Bill Clinton, “assertief multilateralisme” zou noemen. Volgens Hillary Clinton, die op 6 mei 2021 in Londen sprak voor het Royal Institute of International Affairs (Chatham House), is het in dit verband van essentieel belang dat de Verenigde Staten “de productiemiddelen terugnemen” van China, zodat het in een permanente ondergeschikte rol blijft.

Zeggen dat deze omstandigheden de wereld in een gevaarlijke situatie zonder voorgaande brengen, is zacht uitgedrukt. Een nieuwe Koude Oorlog kan niet zonder een nucleaire wapenwedloop en een verhoogde dreiging van een thermonucleaire oorlog. China, dat momenteel veel minder kernkoppen heeft dan de Verenigde Staten, wil zijn nucleair arsenaal tegen 2030 verdubbelen. De Verenigde Staten, van hun kant, trekken enkel en alleen al voor hun nucleaire strijdkrachten momenteel 500 miljard dollar uit in de komende tien jaar, oftewel 50 miljard dollar per jaar.42 Dat bedrag omvat 100 miljard dollar voor het Ground Based Strategic Deterrent, een systeem van nucleaire raketten met een reikwijdte van bijna 10.000 kilometer, groter gewicht en nauwkeurigheid, en met een kernkop 20 keer krachtiger dan de bom op Hiroshima.43

De wereld heeft de Koude Oorlog overleefd. We weten niet of het de nieuwe Koude Oorlog zal overleven. De mensheid van de 21e eeuw staat nu voor een onvermijdelijke keuze: “ondergang of revolutie”.44

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Engels op de site van Monthly Review, op 1 juli 2017. Redactie en vertaling door Lava.

Footnotes

  1. Thomas J. Christensen, “There Will Not Be a New Cold War”, Foreign Affairs, 24 maart 2021. Over de Council on Foreign Relations en de regering Biden, zie Laurence H. Shoup, “The Council on Foreign Relations, the Biden Team, and Key Policy Outcomes”, Monthly Review 73, nr. 1, mei 2021, blz. 1-21.
  2. Christensen, “There Will Not Be a New Cold War”. De meeste argumenten van Christensen zijn gebaseerd op de stilzwijgende veronderstelling dat een nieuwe Koude Oorlog precies dezelfde vorm zou aannemen als de oude Koude Oorlog. Dit is natuurlijk een misverstand. Geschiedenis herhaalt zich niet op die manier.
  3. Voor een overtuigende beschrijving van de dominante imperialistische orde, zie Cheng Enfu & Lu Baolin, “Five Characteristics of Neoimperialism”, Monthly Review 73, nr. 1, mei 2021, blz. 22-58.
  4. Thomas Wright, “The U.S. and China Finally Get Real with Each Other,” Atlantic, 21 maart, 2021.
  5. John Ikenberry, Liberal Leviathan, New Haven, Yale University Press, 2020, blz. 97-98, 144, 207, 234, 273; Joe Biden, “Why America Must Lead Again”, Foreign Affairs 99, no. 2, 2020; Stephen M. Walt, “China Wants a Rules-Based International Order, Too”, Foreign Policy, 31 maart 2021. Over China en het Westfaalse systeem, zie Xi Jinping, The Governance of China, vol. 2, Beijing, Foreign Languages Press, 2017, p. 590.
  6. Woordvoerder van het Ministerie van Buitenlandse Zaken Wang Wenbin’s reguliere persconferentie op 6 mei 2021, Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Volksrepubliek China, 6 mei 2021.
  7. Zie John Bellamy Foster, Naked Imperialism, New York, Monthly Review Press, 2006.
  8. Diana Johnstone, La Croisade des fous: Yougoslavie première guerre de la mondialisation [2002], Paris, Éditions Critiques, 2022; Jean Bricmont, Impérialisme humanitaire: droits de l’homme, droit d’ingérence, droit du plus fort ? , [2006] Brussel, Éditions Aden, 2009; Horace Campbell, Global NATO and the Catastrophic Failure in Libya, New York, Monthly Review Press, 2013.
  9. Woordvoerder van het Ministerie van Buitenlandse Zaken Wang Wenbin’s reguliere persconferentie op 6 mei 2021, art. cit.
  10. Deze periode werd vooral gesymboliseerd door de vernietiging door Groot-Brittannië van het Zomerpaleis van de keizer in 1860, met als doel de Qing-dynastie te vernederen. In 1900, tijdens de Bokseropstand (Yìhétuán-beweging), vielen de grootmachten China binnen als onderdeel van het verbond van acht naties (bestaande uit Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Italië, Japan en Rusland), waarbij zij hun gezag aan de Qing-dynastie oplegden en nieuwe ongelijke verdragen met het land sloten.
  11. Ironisch genoeg werd deze imperialistische opvatting misschien wel het best verwoord door George Bernard Shaw in zijn essay Fabianism and the Empire, waarin Shaw verklaarde dat Groot-Brittannië gelijk had met zijn imperialistische oorlogen om “de internationale rechten van handel en reizen [te doen naleven] … Als de Chinezen zelf geen orde voor ons kunnen scheppen, moeten de mogendheden die voor hen scheppen”. George Bernard Shaw, Fabianism and the Empire: a Manifesto of the Fabian Society, Londen, Grant Richards, 1900, blz. 44-47.
  12. Zie John Bellamy Foster, “China 2020: An Introduction”, Monthly Review 72, no. 5, oktober 2020, pp. 1-5.
  13. Graham Allison, Destined for War: Can America and China Escape the Thucydides Trap?, Boston, Houghton Mifflin Harcourt, 2017, pp. 224-225.
  14. Vijay Prashad & Jie Xiong, “Why Xinjiang Is Emerging as the Epicenter of the US War on China”, People’s Dispatch, 17 april 2021; “‘Wipe Out China’: US-Funded Uyghur Activists Train as Gun-Toting Foot Soldiers for Empire”, Grayzone, 31 maart 2021.
  15. Over de beschuldigingen van “genocide” en “misdaden tegen de menselijkheid” tegen China in verband met Xinjiang, en het verband met de imperiale grootse strategie van de VS, zie Max Blumenthal, “Xinjiang Shakedown: U.S. Anti-China Lobby Cashed in on “Forced Labor” Campaign that Cost Uyghur Worker Their Jobs”, Grayzone, 30 april 2021; Gareth Porter & Max Blumenthal, “US State Department Accusation of China ‘Genocide’ Relied on Data Abuse and Baseless Claims by Far-Right Ideologue”, Grayzone, 18 februari 2021.
  16. Michael Hirsh, “Why Liberal Internationalism Is Still Indispensable and Fixable”, Foreign Policy, 5 december 2012.
  17. John Ikenberry, “The Rise of China and the Future of the West”, Foreign Affairs 87, nr. 1, 2008, blz. 32-34.
  18. Ikenberry, Liberal Leviathan, op. cit. p.281.
  19. Ikenberry, Liberal Leviathan, op. cit; Samuel Moyn, “Soft Sells. On Liberal Internationalism”, Nation, 3 oktober 2011, blz. 43.
  20. Richard Haass, “Sovereignty: Existing Rights, Evolving Responsibilities” (lezing, Georgetown University, 4 januari 2003), geciteerd in Ikenberry, Liberal Leviathan, op. cit. Over Haass, zie Foster, Naked Imperialism, op. cit, blz. 97-106.
  21. Foster, Naked Imperialism, op. cit. blz. 115-116; Richard Haass, The Reluctant Sheriff: The United States After the Cold War, New York, Council on Foreign Relations, 1997, blz. 54, 93.
  22. Friedrich Engels & Karl Marx, Le Colonialisme, Paris, Éditions Critiques, 2018, p. 79-80. Vergelijk Samir Amin, “China 2013”, Monthly Review 64, nr. 10, maart 2013, p. 25.
  23. Marx was misschien wel de grootste Europese criticus van de Tweede Opiumoorlog. Zie Karl Marx & Friedrich Engels, On Colonialism, New York, International Publishers, 1972, blz. 112-125, 212-225, 231-249; Samir Amin, “Forerunners of the Contemporary World: The Paris Commune (1871) and the Taiping Revolution (1851-1864)”, International Critical Thought 3, no. 2, 2013, pp. 159-164.
  24. Amin, “China 2013”, art. cit. blz. 25-26.
  25. Mao Zedong, “Het Chinese volk is opgestaan! “ (Openingstoespraak, Eerste Plenaire Zitting van de Politieke Raadgevende Conferentie van het Chinese Volk, Beijing, 21 september 1949), beschikbaar op china.usc.edu.
  26. Xi, The Governance of China, deel 1, op. cit. blz. 37; Xi Jinping, The Governance of China, deel 3, op. cit. blz. 14; Allison, Destined for War, op. cit. blz. 122.
  27. Xi, The Governance of China, deel 1, op. cit. blz. 6-22; Xi, The Governance of China, deel 2, op. cit. blz. 269.
  28. Xi, The Governance of China, deel 3, op. cit., blz. 6, 20, 25, 417-24.[/note ]

    Gedreven door dit historische soevereiniteitsproject blijft China een vijand van het imperialisme en een krachtig en standvastig verdediger van een Westfaals systeem van nationale soevereiniteit, niet alleen in termen van de oorspronkelijke Westfaalse verdragen en het VN-Handvest, maar ook door zijn steun voor de anti-imperialistische doelstellingen van de Bandung-conferentie van 1955 over de “derde wereld”. Deze conferentie bevestigde, mede op basis van Lenins beginsel van zelfbeschikking van naties (resolutie 6), de wettigheid van de rechten van “ontwikkelingslanden” en het belang van een multipolaire wereld.28Vijay Prashad, “The Internationalist Lenin: Self- Determination and Anti-Colonialism”, MR Online, 10 augustus 2020.

  29. Xi, The Governance of China, deel 2, op. cit., blz. 590.
  30. Ikenberry, “The Rise of China and the Future of the West”, art. cit. p. 26; “What Does It Mean to Eradicate Absolute Poverty?”, Qiao Collective, 3 december 2020. “China’s Economic Development in 40 Years”, China Daily, geraadpleegd op 4 juni 2021.
  31. Amin, “China 2013”, art. cit. blz. 26; Paul M. Sweezy, “Post-Revolutionary Society”, Monthly Review 32, nr. 6, november 1980. Het politiek-economische systeem van China wordt soms “staatskapitalisme” genoemd. Amin heeft deze term, omwille van het argument, aangenomen als een nuttige maar enigszins misleidende benaming, in het besef dat hij de neiging had tot oversimplificatie. Voor Amin was het staatskapitalisme een noodzakelijke fase in de ontwikkeling van het socialisme in ontwikkelingslanden. Het ging om het bijzondere karakter van het staatskapitalisme, dat in het geval van China werd gezien als onderdeel van de lange weg naar het socialisme. Meer recentelijk is de benaming “staatskapitalist” van China overgenomen door de Council on Foreign Relations. Anderen, zoals Lowell Dittmer, een specialist in Oost-Azië aan Berkeley, zien de huidige realiteit in China, vooral onder Xi, als “een aangepaste Chinese vorm van staatssocialisme, met beperkte (en streng bewaakte) kapitalistische trekken”. Geen van deze typeringen geeft een adequaat beeld van de complexiteit van de huidige sociale vorming in China, die door de Chinese leiders wordt omschreven als een samenleving in de primaire fase van het socialisme. Zie Amin, “China 2013”, art. cit, blz. 20; Robert D. Blackwill & Jennifer M. Harris, War by Ofher Means, Cambridge MA, Harvard University Press, 2016, pp. 36-37; Lowell Dittmer, “Transformation of the Chinese Political Economy in the New Era”, in Lowell Ditmer (red.), China’s Political Economy in the Xi Jinping Epoch, Singapore, World Scientific Publishing, 2021, blz. 6-8.
  32. Klaus Schwab, Shaping the Fourth Industrial Revolution, New York, Currency, 2018; “Verenigde Staten en China vergeleken naar economie”, Statistical Times, 15 mei 2021; “How It Happened”, art. cit.; Xi, The Governance of China, op. cit., blz. 523.
  33. David Sacks, “Countries in China’s Belt and Road Initiative”, Council on Foreign Relations, 24 mei 2021; Xi, The Governance of China, deel 1, og. cit. blz. 315-324; Xi, The Governance of China, deel 2, op. cit., blz. 544-549.
  34. Xi, The Governance of China, deel 3, op. cit. blz. 12.
  35. Ibid.
  36. Economy, The Third Revolution, op. cit., p. 10-12.
  37. Xi, The Governance of China, deel 3, op. cit, blz. 20.
  38. Xi, The Governance of China, vol. 3, op. cit. blz. 20; “What We Know About China’s “Dual Circulation” Economic Strategy”, Reuters, 15 september 2020.
  39. Campbell & Ratner, “The China Reckoning” Buitenlandse Zaken, 2018; Orville Schell, “Crackdown in China: Worse and Worse”, New York Times Magazine, 21 april 2016.
  40. Immanuel Wallerstein, The Politics of the World-Economy, Cambridge, Cambridge University Press, 1984, blz. 37-46.
  41. Rick Rozoff, “NATO Headquarters: Foreign Ministers of One Billion People Throw Down Gauntlet to China, Russia”, Anti-Bellum, 24 maart 2021; Rozoff, “International Law vs. Rules-Based International Order”, in. cit; Haass, The Reluctant Sheriff, op. cit, blz. 54, 93; Clinton geciteerd in Danny Haiphong, “Off the Rails: New Report by Corporate-Funded Think-Tank Reveals How Profit-Driven Motives Drive New Cold War Against China”, Covert Action Magazine, 5 juni 2021.
  42. Jeremy Kuzmarov, “What’s Behind the Biden Administrations New $100 Billion Nuclear Missile System?”, Covert Action, 9 maart 2021; “Defense Primer: Ground Based Strategic Deterrent (GBSD) Capabilities”, Congressional Research Service, 10 november 2020.
  43. Karl Marx & Friedrich Engels, Ireland and the Irish Question, Moskou, Progress Publishers, 1971, p. 142; Karl Marx & Friedrich Engels, Collected Works, deel 25, op. cit.