Artikel

Voor een vermogensbelasting

Sacha Dierckx

—7 juni 2022

Beleggers bedenken aan de lopende band mythes om hun rijkdom niet te moeten delen. Economisch adviseur bij het ABVV Sacha Dierckx legt uit waarom ze dat wel kunnen. Fragment uit Debatfiches van de Vlaamse elite (EPO, 2022).

Shutterstock

‘Er zou geen geld zijn’, ‘we leven boven onze stand’, aldus de excuses van menig bespaarbeleid. Nochtans komen er elk jaar meer miljardairs bij. Sommige multinationals zijn zelf verbaasd over de megawinsten die ze dankzij de coronacrisis maken. De onthullende dossiers over belastingontwijking naar allerlei belastingparadijzen (Offshore Leaks, Panama Papers, OpenLux, Pandora Papers,… ) volgen elkaar steeds sneller op en worden ook alsmaar dikker. Desondanks blijft een degelijke vermogensbelasting taboe: onrechtvaardig, onhaalbaar! Die weerstand blijft helaas zijn slag thuishalen. ‘De overheid zal streven naar een eerlijke bijdrage van die personen die de grootste draagkracht hebben om bij te dragen’, zo staat het in het regeerakkoord van de regering-De Croo. Ondertussen weten we dat ze kozen voor een gewijzigde versie van de effectentaks van de regering-Michel. Die moet jaarlijks 420 miljoen euro opbrengen en blijft dus ver onder de vele miljarden die een vermogensbelasting kan opbrengen.

Sacha Dierckx is doctor in de politieke wetenschappen en werkt als economisch adviseur op de studiedienst van het federaal ABVV.

De rijken betalen al te veel belastingen?

De weerstand tegen de vermogensbelasting beroept zich nochtans op een aantal mythes die eenvoudig te doorprikken zijn. De pleitbezorgers van de miljonairs hanteren als eerste verdedigingslinie dat een vermogensbelasting ongewenst is. Want de belastingdruk is al zo hoog en dat zou leiden tot economische rampspoed. Als je sommige commentatoren hoort, lijkt het inderdaad alsof we in België rijkdom ‘platbelasten’. Ze goochelen daarbij met een grafiekje waar ze de belastingen op vermogen tegenover het Bruto Binnenlands Product (bbp) plaatsen. ‘Wordt al eens vergeten: de totale belastingdruk op kapitaal is al hoog’, zo tweette Bart Van Craeynest. Klopt niet, want als je zoals deze hoofdeconoom van Voka de vermogensbelastingsinkomsten afzet tegenover het bbp, krijg je een vertekend beeld. Want het hangt ervan af of een land veel of weinig vermogen heeft opgebouwd. Indien weinig, dan is de belasting op dat vermogen veel zwaarder om aan datzelfde bedrag aan inkomsten te komen dat wordt vergeleken met het bbp. En ons land heeft heel veel vermogen. Volgens Crédit Suisse heeft België zelfs het vierde hoogste mediaan netto vermogen ter wereld. Dus ook al zijn de belastingen op vermogen in België laag, als je die bedragen tegenover het bbp plaatst, dan lijkt het alsof België vermogen zwaarder belast dan andere landen waar de belastingdruk lager ligt. Een juistere manier is dus om de belastinginkomsten af te zetten tegenover het vermogen zelf. Dan zijn de belastingen in ons land niet uitzonderlijk.

Een effectieve vermogensbelasting die enkel de rijken raakt is perfect mogelijk. Zonder fiscale exodus waardoor de economie crasht.

Ten tweede, algemene cijfers zeggen niets over welke belastingen het gaat of over de verdeling van die belastingen. Handig wel, als je een rookgordijn wil optrekken. De Europese Commissie zegt zelf dat het berekenen van een belastingvoet op kapitaal zeer moeilijk is en stopte daarom voorlopig met de berekening van zo’n indicator. Bovendien zitten in de ‘vermogensbelastingen’ zoals de Commissie ze definieert, heel wat belastingen die we niet als vermogensbelastingen op de allerrijksten kunnen beschouwen. Dat werkt vanzelfsprekend misleidend. Zo zijn de registratiebelasting en de verplichte sociale bijdragen van zelfstandigen meegenomen in de cijfers. Ook het feit dat het huizenbezit in België hoger ligt dan in de buurlanden, geeft een vertekend beeld. Huizenbezitters, ook al gaat het om een tochtig en gammel rijhuisje, betalen bijvoorbeeld elk jaar de onroerende voorheffing en dat wordt dan allemaal meegerekend. Voor de rijken zijn er overigens ook veel achterpoortjes en inkomsten die niet belast worden. De meerwaarde op aandelen blijft bijvoorbeeld onbelast, terwijl zo’n tachtig procent van de aandelen in bezit is van de rijkste tien procent Belgen. Daarnaast is er de erfenisbelasting: de middenklasse betaalt ze, maar grote vermogens kunnen die gemakkelijk ontwijken via fiscale constructies. Verder zijn er de huurinkomsten die niet belast worden, terwijl 71,4 procent van de waarde van vastgoed ander dan de eigen woning in handen is van de rijkste tien procent. Deze achterpoortjes deden de Financial Times in 2016 nog schrijven: ‘De Belgische belastingvoordelen voor de rijken zijn bijna zo beroemd als de Belgische chocolade.’

Afgaande op deze feiten is het geen toeval dat het aantal (super)rijken in België de laatste decennia sterk toenam, net als hun rijkdom. Volgens het Global Wealth Databook (2019) van Crédit Suisse steeg het aantal miljonairs in ons land van 72.000 in 2000 tot 279.000 in 2019. Hun gezamenlijk vermogen groeide van 167 miljard dollar in 2000 naar 625 miljard euro in 2019! Als de rijken ‘platbelast’ zouden worden, hoe kunnen die vermogens dan steeds hogere pieken bereiken?

Conclusie: de belastingen op vermogen zijn in België niet al te hoog en er zijn redelijk wat achterpoortjes voor rijke Belgen. Dat verklaart ook waarom het vermogen van de rijksten sterk steeg, terwijl de armoede in België niet daalde en een steeds groter deel van de bevolking het moeilijk krijgt. Overigens, een vermogensbelasting die begint vanaf 1 miljoen euro netto vermogen zal enkel de kleine groep rijkste Belgen treffen, niet de middenklasse, dat is desinformatie.

Een vermogenskadaster is onhaalbaar?

De tweede verdedigingslinie van de belangenbehartigers van miljardairs is dat een vermogensbelasting onmogelijk is: zelfs al is ze gewenst, ze leidt sowieso tot kapitaalvlucht en is ook praktisch onhaalbaar. Ook dat zijn uitvluchten. Via een vermogenskadaster kan je vermogens in kaart brengen en via data te weten komen hoe ze worden opgebouwd. Tegenstanders van een vermogensbelasting zijn weliswaar tegen zo’n vermogenskadaster omdat daarmee de weg naar een belasting open ligt. ‘Wie gaat dat allemaal in kaart brengen laat staan jaarlijks waarderen?’, vraagt een directeur vermogensplanning zich af in De Tijd. Je ziet hem de armen in de lucht gooien terwijl het zegt. Zo’n kadaster roept volgens sommigen ook dictatoriale doembeelden van Big Brother op. In de woorden van minister van Justitie Van Quickenborne: Open VLD zal niet toelaten dat er een vermogenskadaster komt ‘waarbij men komt kijken welke wijn in je kelder ligt’.

Die verontwaardiging is wel selectief, want bij de inkomsten uit arbeid blijkt enig databeheer geen probleem te zijn: werkgevers geven de arbeidsinkomens rechtstreeks door aan de fiscus. Dictatuur, iemand? Het Antwerpse stadsbestuur huurde zelfs privédetectives in die in de bergen van Marokko gingen onderzoeken of Antwerpenaren die in een sociale woning wonen geen mede-eigenaars zijn van een geërfd huisje. Ten tweede is er internationaal, deels dankzij de digitalisering, steeds meer aandacht voor transparantie en het uitwisselen van vermogensgegevens. De Belgische fiscus krijgt bijgevolg steeds meer gegevens over buitenlandse eigendommen van Belgische inwoners. Het kan dus wel. Ten derde zijn heel wat gegevens vandaag al gekend: de waardering van het grootste deel van het vermogen is immers al zeer gebruikelijk. Voor beursgenoteerde aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en voertuigen stellen er zich weinig problemen. Voor niet-beursgenoteerde ondernemingen bestaan er waarderingsmethodes die voor allerlei transacties al gebruikt worden. Ook voor kunstverzamelingen en wijnkelders bestaan er eenvoudige oplossingen. Zo’n waardevolle bezittingen zijn vaak verzekerd op basis van een schatting van de verkoopwaarde ervan. Geef de fiscus inzage in de bankrekeningen van vermogende Belgen en ze kunnen zo grote transacties zelfs automatisch bekijken.

Het aantal miljonairs in ons land steeg van 72.000 in 2000 tot 279.000 in 2019. Hun gezamenlijk vermogen groeide van 167 miljard dollar in 2000 naar 625 miljard euro in 2019!

Moeilijk is dat alvast allemaal niet. De FOD Financiën zou ook een speciale cel kunnen oprichten die specifiek de tien procent rijkste Belgen controleert. Die cel kan verzekeren dat de gegevens in het vermogenskadaster correct en volledig zijn, door zich te specialiseren in het klein gedeelte moeilijker te waarderen activa. Zo kunnen we de fiscale fraude de superrijken tegengaan wat inzake return natuurlijk een veelvoud opbrengt. Een OESO-rapport uit 2009 gaf al aan dat zo’n cel een essentiële bijdrage kan leveren om fiscale fraude te bestrijden. Meer nog: 23 van de 58 landen die de OESO onderzocht, hadden in 2017 al zo’n speciale cel voor de superrijken. Overigens, dat een vermogenskadaster mogelijk is, bewijzen ook tal van andere landen die reeds zo’n vermogenskadaster hebben. Waaronder Nederland, Frankrijk, IJsland en Noorwegen. Dictaturen, iemand?

Een vermogensbelasting werkt niet?

Er zijn gedrochten zoals de effectentaks of de speculatietaks en dat is slechte reclame. Daar zit het falen al op voorhand mee ingebouwd, een beproefde strategie van conservatieve partijen. De aanpak: je voert een zogenaamde ‘belasting op de rijken’ in omdat de publieke opinie daar naar vraagt. Maar je maakt die belasting ineffectief via zoveel mogelijk achterpoortjes en uitzonderingen. Vervolgens neem je de lage opbrengst als bewijs dat je altijd al gelijk had en dat vermogensbelastingen niet werken. Schaf vervolgens de belasting weer af. Het gevaar bestaat helaas dat de nieuwe effectentaks van de regering-De Croo dit lot beschoren is. Een échte vermogensbelasting moet immers álle vormen van vermogen in aanmerking nemen, zodat er een brede belastbare basis is en zodat achterpoortjes en uitzonderingen niet misbruikt kunnen worden voor belastingontwijking.

Soms wordt er naar andere landen verwezen die zouden aantonen dat een vermogensbelasting niet werkt en meestal verwijst men dan naar Frankrijk, naar de zogenaamde ‘rijkentaks’ van Hollande. Maar die ‘rijkentaks’ was helemaal geen vermogensbelasting, wel een inkomstenbelasting, specifiek op heel hoge inkomens. De echte vermogensbelasting in Frankrijk, de ISF (Impôt de Solidarité sur la Fortune), doet al jaren haar werk en bracht de laatste jaren zo’n vijf miljard euro op. Dat, ondanks de beperkte reikwijdte en de bewust gecreëerde achterpoortjes! Thomas Piketty noemt de afschaffing van de ISF door president Macron dan ook een ‘historische fout’ en pleit voor een vernieuwde ISF zonder achterpoortjes. Wat we weinig horen is dat heel wat landen al bewezen dat een vermogensbelasting werkt. Noorwegen en Zwitserland hebben er al decennialang een. Meer nog: in 1995 hadden veertien OESO-landen nog een vermogensbelasting: met uitzondering van Canada, allemaal Europese landen. De afschaffing ervan was vooral een ideologische keuze.

Het staat ook niet vast dat rijken zo’n belasting zullen ontwijken. Dat bewezen Denemarken en Zweden: onderzoek wees uit dat een vermogensbelasting daar maar zo’n 1 procent ontwijking veroorzaakte. In andere landen, zoals Colombia en Zwitserland, is dat wel meer. En volgens een schatting zou het aangegeven vermogen in de VS vijftien procent lager liggen dan het eigenlijke vermogen als de regering een vermogensbelasting zou invoeren. Maar dat is vooral een reden om een vermogensbelasting te maken met een brede belastbare basis, zonder uitzonderingen. Belastingontwijking is dus geen reden om géén belasting te heffen. Trouwens, zwart werk bestaat helaas nog altijd, en toch stelt niemand voor om de belasting op arbeid dan maar volledig af te schaffen. Idem voor btw-fraude. De reden waarom het ontwijk-argument bij een vermogensbelasting wel de kop opsteekt, is omdat tegenstanders niet willen dat de rijken ze moeten betalen. En ook omdat ze om degelijke tegenargumenten verlegen zitten.

De vermogens zullen vluchten?

Een ander tegenargument: zodra je zo’n belasting invoert, zullen de grote vermogens vertrekken, met zogenaamd desastreuze gevolgen voor de economie. Ook dat valt te betwisten. Een studie uit 2016 onderzocht of de rijkste Amerikanen gebruik maken van verschillen in belastingtarieven om van de ene naar de andere Amerikaanse staat te verhuizen. Wat bleek? ‘De meest opvallende bevinding is hoe weinig elites bereid lijken te zijn om belastingvoordelen over de staatsgrenzen heen in de VS uit te buiten.’ Een van de auteurs van deze studie, Cristobal Young, beschrijft in zijn boek The Myth of Millionaire Tax Flight: How Place Still Matters for the Rich (Stanford University Press, 2017) ook de miljonairsmigratie in mondiaal opzicht: ‘Van de wereldwijde miljonairs leeft een overgrote meerderheid in hun geboorteland, en maar een klein deeltje – zo’n 5 procent – verhuist nadat ze hun rijkdom vergaard hebben.’

Bovendien zijn er heel wat mogelijkheden om kapitaalvlucht tegen te gaan. De harmonisering van de gehanteerde belastingen op Europees niveau zou, samen met andere coördinerende afspraken, bijvoorbeeld al veel oplossen. Wie dan het hazenpad wil kiezen om voordeel te halen, moet zijn heil al buiten Europa zoeken. En één land alleen kan ook al veel doen (als het de juridische obstakels in onder meer de EU-wetgeving overwint). Zo is er de mogelijkheid om belasting te heffen op nationaliteit in plaats van op de woonplaats. Een Belg die naar Monaco verhuist, zou dan de Belgische vermogensbelasting moeten blijven betalen. Een andere mogelijkheid is een ‘exit taks’: iemand die naar het buitenland verhuist, moet voor vertrek nog vermogensbelastingen betalen. Dat kan op twee manieren: ofwel blijft de vermogensbelasting nog een aantal jaren doorlopen, ofwel via een eenmalige, hogere belasting. Zo’n exit taks is ook niet onredelijk: het vermogen is immers grotendeels verdiend in België, mede dankzij de Belgische investeringen in onderwijs, infrastructuur, gezondheidszorg, allerhande subsidies, enzovoort.

Uit peilingen blijkt dat tot 85 procent van de Belgen voorstander is van zo’n belasting. Wat ontbreekt, is politieke moed.

Conclusie: een effectieve vermogensbelasting die enkel de rijken raakt is perfect mogelijk. Zonder fiscale exodus waardoor de economie crasht. De overheid kan de economie met die extra middelen net een boost geven. Het belasten van vermogenswinsten (zoals meerwaarde en huurinkomsten) is ook een goede zaak, maar zorgt er enkel voor dat de bestaande ongelijkheid niet al té veel verder groeit. Behalve de vermogensbelasting, is er eigenlijk geen enkele belasting die de scheefgroei tussen rijk en arm van de afgelopen decennia terugschroeft. Wie het onaanvaardbaar vindt dat de rijkste één procent Belgen zo’n vierentwintig procent van het totale nettovermogen bezit, wat ongeveer evenveel is als wat de 75 procent armste Belgen bezitten, die kan niet anders dan voor een vermogensbelasting zijn. De regering kan daarbij alvast rekenen op de volle steun van haar bevolking. Uit peilingen blijkt dat tot 85 procent van de Belgen voorstander is van zo’n belasting. Wat ontbreekt, is politieke moed.

Dit artikel is een fragment uit Debatfiches van de Vlaamse Elite, dit jaar uitgekomen bij EPO Uitgeverij. Koop het hier.