Artikel

Oekraïne en het IMF

Prabhat Patnaik

—22 maart 2022

De media hebben het uitvoerig over de spanningen tussen Rusland en de NAVO. Maar de link van het IMF met Oekraïne, een kwestie die gelijktijdig speelt, heeft nauwelijks aandacht gekregen.

13 september 2017. Kiev, Oekraïne. Ontmoeting tussen David Lipton, interim-directeur van het Internationaal Monetair Fonds en Volodymyr Groysman, toenmalig premier van Oekraïne. | Shutterstock

Het IMF ‘opent’, zoals bekend, economieën over de hele wereld voor de penetratie van Westers kapitaal door ze ‘investeerdersvriendelijk’ te maken. Dit gebeurt door middel van een groot aantal (bezuinigings-)maatregelen die gericht zijn tegen de werkende klasse en het gewone volk. Een dergelijke ‘openstelling’ gaat gepaard met de overname van de natuurlijke hulpbronnen van de landen en ook van hun landgebieden door datzelfde kapitaal. Het mechanisme dat het IMF gewoonlijk gebruikt om dit doel te bereiken is het opleggen van voorwaarden voor het verstrekken van leningen aan landen die betalingsbalanssteun nodig hebben.

Prabhat Patnaik is professor emeritus aan het Centre for Economic Studies and Planning, Jawaharlal Nehru University, New Delhi. Van zijn hand zijn onder andere Accumulation and Stability Under Capitalism (1997), The Value of Money (2009) en Re-envisioning Socialism (2011).

Naast deze algemene rol die het IMF speelt, speelt het echter soms ook een specifieke rol, namelijk die van ondersteuning van de ‘koude oorlog’-doelstellingen van de VS-regering. En in het geval van Oekraïne heeft het deze specifieke rol vrijwel vanaf het begin gespeeld, afgezien van zijn algemene rol om de Oekraïense economie open te stellen voor Westers kapitaal.

Het IMF speelt heeft naast een algemene ook een specifieke rol, namelijk die van ondersteuning van de koude oorlog-doelstellingen van de VS-regering.

Vóór 2014, toen Viktor Janoekovitsj president van Oekraïne was, voerde dat land onderhandelingen met het IMF in het kader van zijn handelsintegratie met de Europese Unie. Het IMF had Oekraïne gevraagd een aantal hervormingen door te voeren: verlaging van de lonen; hervorming en inkrimping van de gezondheids- en onderwijssector, die in Oekraïne belangrijke gebieden waren die werkgelegenheid opleverden; en verlaging van de subsidie op aardgas die door de staat aan alle Oekraïense burgers werd verstrekt en die energie voor hen betaalbaar maakte.1 President Janoekovitsj was terughoudend om deze hervormingen door te voeren, die een zware last op de bevolking zouden hebben gelegd; hij stopte de onderhandelingen met het IMF en begon in plaats daarvan te onderhandelen met Rusland.

Dit werd zijn onvergeeflijke misdaad. Het afbreken van de onderhandelingen met het IMF kwam neer op het ontsnappen aan de hegemonie, niet alleen van het internationale kapitaal dat een neoliberaal regime wil opleggen, maar ook van de westerse imperialistische mogendheden, met name de VS, en dus van de NAVO. Met andere woorden, de NAVO en het IMF werden niet gezien als afzonderlijke organisaties, die elk hun eigen werkterrein en doelstellingen hebben, maar als organisaties met soortgelijke en elkaar overlappende doelstellingen. De VS, gepikeerd over Janoekovitsj’ onbeschaamdheid om zich tot Rusland te wenden in plaats van tot het IMF, besloten verdere schade te beperken. Hij werd omvergeworpen in een door de VS gesponsorde staatsgreep, die werd uitgevoerd met de hulp van nazigroeperingen in Oekraïne, die onderdeel waren van de voorhoede van de demonstraties tegen Janoekovitsj in de aanloop naar de staatsgreep. Deze groeperingen zijn nu formeel opgenomen in het Oekraïense leger in de vorm van het het Azov-bataljon, een uiterst rechtse, geheel vrijwillige, militaire infanterie-eenheid die eerder deel uitmaakte van de militaire reserve van de Nationale Garde van Oekraïne.

De lening van IMF aan Oekraïne in 2014 kon onmogelijk worden terugbetaald. Dus moest Westers kapitaal controle krijgen over het landoppervlak en de minerale rijkdommen van het land.

De regering die na de staatsgreep van 2014 aan de macht kwam, heeft de onderhandelingen met de Europese Unie hervat. Hiervoor kreeg zij van het IMF een lening van 27 miljard dollar toegezegd nadat de regering haar ‘goede bedoelingen’ had getoond door de gassubsidie aan de burgers met de helft te verminderen. Deze lening had een aantal opmerkelijke kenmerken. Ten eerste was de lening enorm: veel groter (meer dan zes keer groter) dan wat het IMF normaal zou verstrekken in een vergelijkbare situatie. Ten tweede werd de lening verstrekt aan een land midden in een burgeroorlog (zoals op dat moment het geval was in Oekraïne), hetgeen in strijd is met de gebruikelijke IMF-praktijk. Ten derde was het van meet af aan bekend dat de lening onmogelijk kon worden terugbetaald. Hierdoor was de enige manier waarop zou worden getracht de lening terug te krijgen, ervoor te zorgen dat Westers kapitaal controle zou krijgen over het landoppervlak en de minerale rijkdommen van het land (waarvan aardgas de belangrijkste is).

De operaties van het IMF in Oekraïne in 2014 brengen dus niet alleen het typische aspect van zijn beleid naar voren, namelijk het openstellen van de economie voor Westers kapitaal, maar ook een bijkomend aspect, namelijk als hulp aan de Koude Oorlog-doelstellingen van de VS. De doelstelling om de markten, het land en de natuurlijke hulpbronnen van Oekraïne open te stellen voor het grootkapitaal had in 2014 zelfs met een veel kleinere lening van het IMF kunnen worden bereikt. Maar de buitengewone omvang van de lening onderstreept het verband tussen de Amerikaanse regering (die Oekraïne in haar invloedssfeer wil), de Oekraïense oligarchen (die hun rijkdom in dollars of euro’s uit het land willen halen), de regering van na de staatsgreep (die al deze transfers moet regelen), en het IMF (dat de rekening moet betalen).

Ook in het geval van Griekenland was de lening van het IMF veel groter dan voor die organisatie gebruikelijk is. En nu is Griekenland gevangen in de vicieuze greep van eeuwigdurende schuld.

Nu, in de nasleep van de invasie door Rusland, heeft Oekraïne het IMF opnieuw om steun gevraagd, en de huidige IMF-directeur Kristalina Georgieva heeft de raad van bestuur van het IMF aanbevolen om die steun te verlenen. Het precieze bedrag van de steun en het doel waarvoor deze wordt gevraagd, zijn nog steeds niet duidelijk, maar één ding blijft zeker: nadat de huidige crisis in die regio tot een einde is gekomen, zal Oekraïne, ongeacht de vorm die die oplossing aanneemt, een tweede Griekenland in Europa worden. Ook in het geval van Griekenland was de lening van het IMF veel groter dan voor die organisatie gebruikelijk is. Het grootste deel was eigenlijk bedoeld om ervoor te zorgen dat de Europese banken die aan Griekenland hadden geleend, hun geld terugkregen. En nu is Griekenland gevangen in de vicieuze greep van eeuwigdurende schuld.

Het IMF, zo blijkt, is sinds zijn oprichting sterk veranderd. Toen het in 1944 in Bretton Wood werd opgezet, maakte het deel uit van een internationaal regime dat was gebaseerd op het nastreven van een dirigistische economische strategie. John Maynard Keynes, de Britse econoom en voorstander van dirigistische interventie, en Harry Dexter White, de Amerikaanse vertegenwoordiger, waren de voornaamste auteurs van dit internationale regime. Elk land, dat handels- en kapitaalcontroles oplegde en bleef opleggen, kon, indien zich in een bepaald land een betalingsbalansprobleem voordeed, lenen bij het IMF om zijn eigen economie te stabiliseren. Van hieruit ontwikkelde het IMF zich tot een pionier van de ‘structurele aanpassing’, waarbij het niet alleen leningen verstrekte om overgangsproblemen wat betreft de betalingsbalans te overbruggen (totdat de economie met een tekort op de betalingsbalans zichzelf had gestabiliseerd), maar in feite een neoliberaal regime bevorderde, namelijk een reeks beleidsmaatregelen die de ontmanteling inhielden van alle handels- en kapitaalcontroles, privatisering van overheidsactiva en het invoeren van “arbeidsmarktflexibiliteit” (lees: de vakbonden aanvallen).

Hoewel het IMF is ontstaan als facilitator van een dirigistisch regime, is het nu juist een vernietiger van het dirigistische regime geworden en een instrument om een neoliberaal regime in te luiden. Het is een instrument geworden in de handen van het internationale financierskapitaal, waardoor het tot in alle uithoeken van de wereld kan doordringen. Maar het IMF is niet alleen een instrument van het internationale financierskapitaal; het is ook een instrument van de westerse grootmachten die achter dit kapitaal staan. Terwijl het de belangen van het internationale financierskapitaal verdedigt, wordt het opgenomen in het dwangapparaat van de westerse grootmachten.

De grote ongelijkheid en absolute armoede die een neoliberaal regime voortbrengt, staan tenslotte niet ver af van wat Poetin zelf heeft bereikt.

De strijd van Poetin is geenszins een strijd tegen de hegemonie van het internationale financierskapitaal. Hij is geen socialist die een ideologische strijd voert tegen de overheersing van een buurland door een organisatie die handelt in het belang van het internationale financierskapitaal. Hij is slechts bezorgd over de veiligheid van Rusland: hij wil niet dat Rusland door de NAVO wordt omsingeld. En zijn aanbod om Janoekovitsj te helpen in de plaats van ‘steun’ van het IMF is puur om die reden tot stand gekomen. Hij houdt zich met andere woorden alleen bezig met de rol van het IMF als promotor van de geostrategische belangen van de VS, en niet met de rol van het IMF als promotor van het neoliberalisme in het algemeen. De grote ongelijkheid en absolute armoede die een neoliberaal regime voortbrengt, staan tenslotte niet ver af van wat Poetin zelf heeft bereikt.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Monthly Review Online. Vertaling door Lava.

Footnotes

  1. Bryce Green, “In Ukraine, ‘No One Hears That There Is a Diplomatic Solution’”, FAIR, 24 februari 2022.