Als reactie op de bombardementen van het Israëlische leger op Libanese burgers richt Hezbollah zich op Israëlische steden en dorpen die eerder door haar troepen werden gespaard. Dit terugkerende dreigement van Hassan Nasrallah, de leider van de met Iran geallieerde militiepartij, is een duidelijke indicatie van de oplopende spanningen in het Land van de Ceders. De bevolking van haar kant schommelt tussen steun voor de Palestijnen en afwijzing van een nieuwe oorlog.
Tyrus is een kustplaats in het zuiden van Libanon. Een hek verdeelt er de speelplaats van de Al-Takmeleyeschool in tweeën. Aan de ene kant voetballen kinderen zorgeloos voordat de bel gaat. Aan de andere kant kwijnen ontheemden uit dorpen aan de grens met Israël weg in klaslokalen die zijn veranderd in provisorische onderkomens. Naama T. woont met haar moeder en vier zussen in één van deze schuilplaatsen, terwijl haar vader, een veehouder, met zijn oudste zoon en zijn dieren, ondanks de bommen, in Boustane is gebleven. “We hadden vierhonderd geiten, waarvan er slechts honderd de bombardementen of de fosforvervuiling hebben overleefd. We zijn bijna alles kwijt, maar we moeten sterk blijven”, zegt de 26-jarige vrouw. Boustane is een van de vijf grensdorpen waarvan de woonwijken getroffen werden door de witte fosforaanvallen van het Israëlische leger. In een rapport dat in juni werd gepubliceerd, veroordeelde Human Rights Watch die aanvallen als een “ernstige internationale misdaad”.1
In een aangrenzende kamer met vervallen muren neemt Naama’s moeder, samen met andere ontheemde vrouwen, deel aan een psychologische ondersteuningssessie, georganiseerd door Hoda Hassouna, een psychotherapeute van de Libanese ngo Amel. “Je kunt op een punt komen dat je tegen jezelf zegt dat je leven geen zin meer heeft. Dus als je wakker wordt, moet je weer van jezelf leren houden; tegen jezelf zeggen dat je mooi bent en jezelf doelen stellen. Als je die bereikt, komt er serotonine vrij en dat helpt je om je goed te voelen”, probeert ze hen te overtuigen. “Dit zal ons zeker helpen om onze dagelijkse uitgaven te betalen”, grapt een van de deelnemers, terwijl ze aan haar plastic parelketting friemelt.
Sinds 8 oktober, de dag na de Hamas-aanvallen, is Hezbollah in een veldslag verwikkeld met Israël. In een langverwachte eerste toespraak op 3 november beperkte de secretaris-generaal van de Partij van God, Hassan Nasrallah, de reikwijdte van haar militaire actie tot een “drukfront” ter ondersteuning van de Palestijnse islamitische beweging. In de loop van de weken, geconfronteerd met een toename van het aantal wreedheden begaan door het Israëlische leger in de Gazastrook, hebben aanhangers van Hezbollah hun oproepen opgevoerd om een stortvloed van vuur tegen Israël te lanceren. “Go Nasrallah, hit Tel Aviv”, riepen ze tijdens spontane demonstraties. Libanezen van alle rangen en standen schreeuwden het uit, samen met Palestijnse vluchtelingen in hun land. Ze waren geschokt door de aangerichte bloedbaden die live werden gefilmd.
“Het verzet is effectiever”
Op het terrein heeft de met Iran gelieerde partij echter lang vastgehouden aan de geldende rules of engagement, door als reactie op Israëlische aanvallen op Aïta Al-Chaab, Boustane, Kfar Kila en Aïtaroun raketten en antitankraketten af te vuren op Israëlische grenssteden als Kiryat Shmona en Metoula. Tot ontsteltenis van de meest oorlogszuchtige Hezbollah-aanhangers is het Libanese front niet opgelaaid.
Volgens verschillende waarnemers wil Israël een bufferzone creëren aan de grens, waardoor ontheemde Libanezen niet meer kunnen terugkeren. Tel Aviv ontkent.
Maar dit sluimerende conflict is niet minder verwoestend voor de inwoners van het zuiden van het land. In tien maanden tijd zijn er meer dan 400 mensen omgekomen, waaronder 334 strijders van de Partij van God, volgens een telling van half juni door het Libanese dagblad L’Orient – Le Jour. Volgens de Conseil du Sud bedroeg de schade in mei al 1,5 miljard dollar en zag de toekomst er voor de meer dan 94.000 ontheemden somber uit.2 “De 130 families in Boustane zijn hun olijfoogst kwijt en hebben hun tabak niet kunnen verkopen of hun tarwe niet kunnen planten. En als ze op een dag terugkeren, zullen ze tot het volgende jaar moeten wachten op het inkomen van hun toekomstige productie”, legt Sara Salloum uit. Sara is lid van de Agribeweging, een collectief dat agro-ecologie promoot in het zuiden van Libanon. “Als de witte fosforvervuiling dit nog toelaat”, voegt ze eraan toe.
Volgens verschillende waarnemers wil Israël een bufferzone creëren aan de grens, waardoor ontheemde Libanezen niet meer kunnen terugkeren. Tel Aviv ontkent.3 Hoe dan ook, het leven van de zuidelijke inwoners staat stil, terwijl dat van hun landgenoten zo goed mogelijk doorgaat. De afgelopen tien maanden leek Libanon op een in tweeën gesneden schoolplein in Tyrus. Een land dat verdeeld is tussen een reeks dorpen waar de bittere realiteit van de oorlog alle vormen van leven verwoest, en de rest van het land waar steunbetuigingen minder talrijk zijn dan de posters waarop staat: “Libanon wil geen oorlog”. Volgens de resultaten van een opiniepeiling die tussen 13 en 17 oktober werd uitgevoerd door Statistics Lebanon Ltd, zegt 73% van de Libanezen tegen een conflict met Israël te zijn.
Voor zij die tussen deze twee werelden reizen, is het contrast opvallend. Hassan Charafeddine komt oorspronkelijk uit het dorp Taybeh, dicht bij de grens. Hij vond zijn toevlucht bij zijn zus in de buitenwijken van Beiroet nadat een Israëlisch bombardement het naburige huis had weggeblazen. “Er zijn mensen van de zuidelijke grens en mensen die verder naar het noorden wonen, zoals in Nabatieh, waar minder verwoesting is. Maar daar vangt men veel ontheemden op en wordt ons lijden gedeeld. Dan zijn er in Beiroet de mensen die een normaal leven leiden, maar solidair zijn en vrezen dat de oorlog zich over het hele land zal gaan verspreiden. Tot slot zijn er de medeburgers die vijandig staan tegenover jou, terwijl je geliefden sterven en je huis wordt verwoest.”
Ghassan Makarem, destijds medeoprichter van Samidoun4, een solidariteitsbeweging voor de inwoners van Zuid-Libanon5, trekt onvermijdelijk een vergelijking met de “33-daagse Oorlog” in de zomer van 2006; de vorige gewapende confrontatie tussen Hezbollah en Israël. “Toen de oorlog van 2006 uitbrak, hadden we ons al gemobiliseerd op het Martelarenplein in Beiroet om de ‘Operatie Zomerregen’ van het Israëlische leger in Gaza aan te klagen. We besloten meteen actie te ondernemen door te lobbyen voor het openstellen van openbare scholen voor ontheemden uit het zuiden. Ons politieke standpunt was duidelijk: we moesten het verzet tegen de Israëlische aanval steunen, of we nu wel of niet achter Hezbollah stonden. Dat standpunt is vandaag moeilijk vol te houden, betreurt Nizar Rammal, een andere medeoprichter van Samidoun: “We leven in Beiroet alsof wat er in het zuiden gebeurt ons niet aangaat. Maar we kunnen Hezbollah er niet van beschuldigen dat ze een staat in een staat willen creëren en vervolgens, van zodra er iets aan de grens gebeurt, zeggen dat het onze zaken niet zijn. Het enige effect daarvan is dat de inwoners nog meer onder de controle zullen staan van de Partij van God”, verzekert hij ons.
Sinds oktober 2019 kent Libanon een cumulatieve inflatie van 5.000% en heeft het meer dan de helft van zijn BBP verloren.
Achter deze schijnbare breuk gaat een nieuwe politieke realiteit schuil. De alliantie die op 6 februari 2006 werd gesloten tussen de christelijke partij Free Patriotic Movement (FPM) en Hezbollah is vervangen door een felle oppositie tussen de christelijke partij Lebanese Forces (LF) en de sjiitische formatie. De LF bekrtiseert Hezbollah voor het dwarsbomen van de verkiezing van een nieuwe president na het vertrek van Michel Aoun (FPM) in oktober 2022. Volgens LF wilde Hezbollah op die manier de kandidaat van haar keuze opleggen. “Hezbollah heeft een strategische fout gemaakt door een front te openen in Libanon”, zegt Richard Kouyoumjian, hoofd buitenlandse zaken van het LF. “Het heeft niet alleen de vernietiging van Gaza door Israël niet kunnen voorkomen, maar dit ‘steunfront’ brengt ook aanzienlijke schade toe aan het land. Wij zijn voorstander van de neutraliteit van Libanon en de uitvoering van Resolutie 1701”, zegt hij. Die resolutie werd aangenomen door de Veiligheidsraad aan het einde van de oorlog van 2006 en voorziet in de inzet van het Libanese leger en de United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL) aan de grens, in plaats van de strijders van de sjiitische partij.
“De kloof wordt breder tussen enerzijds de christelijke partijen (beledigd door de manier waarop Hezbollah de Libanese soevereiniteit aantast door te beslissen oorlog of vrede te sluiten zonder de instellingen te doorlopen), en anderzijds hun medeburgers die zich transnationaal solidair voelen met de Palestijnen”, analyseert Mohanad Hage Ali. Hage Ali is onderzoeker aan het Carnegie Middle East Center. Bijna dagelijks beschuldigen Hezbollah-aanhangers hun tegenstanders van samenspanning met Israël, dat hen op hun beurt ziet als agenten van het Iraanse imperialisme in het Land van de Ceders.6
Naast deze polarisatie langs partijlijnen zijn veel Libanezen bang dat een open oorlog tegen Israël de ineenstorting van het land zou voltooien. Sinds 2019 wordt het land immers ondermijnd door een wirwar van financiële, economische, energie-, sociale en politieke crises. “Hezbollah besloot de oorlog te beginnen zonder rekening te houden met de toestand van het land, dat sinds oktober 2019 een cumulatieve inflatie van 5.000% heeft gekend, meer dan de helft van zijn bbp [bruto binnenlands product] heeft verloren en waarvan de instellingen in een permanente crisis verkeren”, zegt Hage Ali verontwaardigd.
De voortdurende dreigementen van de Israëlische leiders maken het touwtrekken alleen maar erger. “Als Hezbollah een totale oorlog tegen Israël begint, zal het Beiroet en het zuiden van Libanon, niet ver van hier, veranderen in Gaza en Khan Younes”, waarschuwde de Israëlische premier Benyamin Netanyahu op 7 december. Op 18 juni kondigde het Israëlische leger aan dat “operationele plannen voor een offensief in Libanon” waren “goedgekeurd en gevalideerd”. Tegen deze explosieve achtergrond riepen verschillende landen, waaronder Canada en Koeweit, eind juni, hun burgers op om het land te verlaten “nu het nog kan”.
De Libanezen van hun kant hebben geen andere keuze dan zich aan te passen, met behulp van zwarte humor, kalmerende middelen en recepten die ze uit vroegere oorlogen hebben geërfd. “In Libanon hebben we verschillende Israëlische militaire operaties meegemaakt en we weten meteen hoe we moeten reageren en wat we kunnen verwachten in het geval van een nieuw conflict”, geeft psychotherapeute Dania Dandashli toe. Alleen liggen de rules of engagement nu al enkele maanden aan diggelen. “Hezbollah blijft zeggen dat het geen open oorlog wil, maar Israël voert de intensiteit van zijn aanvallen gestaag op”, zegt Joseph Daher, professor aan de universiteit van Lausanne. De eerste steen van deze escalatie werd op 2 januari gelegd met de moord op de nummer twee van Hamas, Saleh Al-Arouri in de zuidelijke buitenwijken van Beiroet die door Hezbollah worden gecontroleerd,. Sindsdien heeft Israël het aantal gerichte moordaanslagen in heel Libanon opgevoerd. Is dit een voorbode van een grootschaliger offensief?
Op 18 juni kondigde het Israëlisch leger aan dat “operationele plannen voor een offensief in Libanon” waren “goedgekeurd en gevalideerd”.
Hoewel de Verenigde Staten hebben verklaard dat ze hun bondgenoot zullen steunen, roepen ze ook steeds vaker op tot terughoudendheid. Afgezien van de dreigementen heeft Benyamin Netanyahu eind juni zijn voorkeur uitgesproken voor een diplomatieke oplossing die de terugkeer van meer dan 65.000 ontheemden uit Noord-Israël mogelijk zou maken. Maar de vuurkracht van Hezbollah is hem niet ontgaan. Half juni vloog een drone van Hezbollah over Israëlische wapenopslagplaatsen in de haven van Haifa. Hezbollah zond de video uit als waarschuwing. Volgens verschillende Israëlische onderzoekscentra heeft de militiepartij minstens 150.000 raketten, tien keer meer dan in 2006, en minstens 50.000 strijders, terwijl Hassan Nasrallah er 100.000 claimt.7
Voor veel zuiderlingen is dit afschrikkingsvermogen hun enige bron van hoop. “In tegenstelling tot 2006 hebben we nu het gevoel dat er iemand is om ons te beschermen; dat Israël niet langer ongestraft burgers kan bombarderen. Elke Libanees wil dat zijn leger hem beschermt, maar het verzet is effectiever”, zegt Hassan Charafeddine, die zijn huis in Taybeh sinds 1982 al drie keer heeft moeten ontvluchten. De partij krijgt ook steun door haar sociale beleid. “Hezbollah betaalt elke ontheemde familie $100 per maand en geeft hen vouchers om voorraden te kopen bij de Al-Sajjad coöperatie, die door de partij wordt gecontroleerd. Samen met Samidoun hebben we $100 uitgedeeld aan negentien ontheemde gezinnen in het dorp Halloussiyeh om te laten zien dat de partij niet de enige was die hen steunde”, zegt Nizar Rammal. Maar de sociale instellingen van Hezbollah zijn zo goed ontwikkeld dat het burgeralternatief er tegenover verbleekt.
Is de Partij van God “een staat binnen een staat of een staat binnen een niet-staat”, vraagt Sami Atallah, oprichter van de Libanese denktank The Policy Initiative. Hij hekelt het chronische onvermogen van de Libanese autoriteiten om hun medeburgers te beschermen tegen de financiële crisis; tegen de explosie in de haven van Beiroet en tegen de Israëlische bombardementen. Op de voorstanders van neutraliteit reageert hij als volgt: “Tegenover de genocide die in Palestina plaatsvindt, kon Libanon niet zeggen: ‘Dat gaat ons niets aan’.”
Charbel Nahas, voormalig minister en oprichter van de beweging ‘Citizens in a State’, gaat nog een stap verder: “Er is geen staat meer, dus het heeft geen zin om het leger te vragen de plaats van Hezbollah in te nemen aan de zuidgrens. Daarvoor heb je een contingent dienstplichtigen en wapens nodig”, legt hij uit. Volgens hem moeten de militaire en sociale verworvenheden van de sjiitische partij onder controle worden geplaatst van een “sterk, seculier” regime. Maar hij waarschuwt dat het “zionistische project” er juist op gericht is om “de staten in de regio te delegitimeren. Voor Israël zijn gefragmenteerde Arabische staten en samenlevingen ideaal”.
In samenwerking met Le Monde Diplomatique, augustus 2024. Vertaald door Jan Reyniers.
Footnotes
- Human Rights Watch, “Lebanon: Israel’s white phosphorous use risks civilian harm”, 5 juni 2024.
- “Plus de 400 tués depuis le 8 octobre au Liban”, L’Orient — Le Jour, Beyrouth, 14 juni 2024.
- Aditi Bhandari, Chris Cook, Raya Jalabi en Malaika Kanaaneh Tapper, “Israel’s push to create a ‘dead zone’ in Lebanon”, Financial Times, Londen, 27 juni 2024.
- Samidoun is een solidariteitsnetwerk voor Palestijnse gevangenen. Deze organisatie is actief in de solidariteitsbeweging met Palestina en verdedigt de gewapende strijd tegen de kolonisatie en apartheid door de staat Israël.
- Zie Tania-Farah Saab, “Un conflit de 33 jours”, Manière de voir, n° 174, “Liban, 1920-2020, un siècle de tumulte”, december 2020-januari 2021.
- Salah Hijazi, “’Nasrallah fait comme Hafez el-Assad’: entre les chrétiens et le Hezbollah, le fossé se creuse”, L’Orient — Le Jour, 27 juni 2024
- Willy Lowry, “War between Israel-Hezbollah will be ‘10 times worse’ than 2006”, 25 juni 2024. Zie ook, Keren Setton, “’Hezbollah is an army’: Israel confronts formidable enemy on its northern border.”, The Media Line, 08 juli 2024.