Artikel

Het Europa van de grenzen

Herwig Lerouge

—3 juli 2017

De economische crisis in Europa raakt maar niet opgelost. Integendeel: daarbovenop komt nu een politieke en democratische crisis. Misschien nog meer dan de eurocrisis, dreigt die de Europese Unie te doen uiteenspatten.

Het Europa van de grenzen
istockphoto.com/deepblue4you

De grote migratie- en vluchtelingengolf van de laatste twee jaar en de terreuraanvallen van IS hebben binnen de EU geleid tot een cocktail van autoritaire maatregelen maar ook tot een explosie van nationalistische en xenofobe stromingen. Die zijn nu zelfs al doorgedrongen tot in sommige Europese regeringen.

Na twintig jaar weer grenzen binnen de EU

Acht Europese landen voerden in 2015 opnieuw tijdelijke grenscontroles in. Daarmee komt een belangrijk instrument van de Europese Unie, het Schengenverdrag, op losse schroeven te staan. Het verdrag van Schengen, dat vrij verkeer binnen de deelnemende landen mogelijk maakt, wordt gezien als een van de grootste successen van de Europese samenwerking. Elke dag passeren 3,5 miljoen mensen onze binnengrenzen. 1,7 miljoen mensen gaan dagelijks werken in een ander EU-land dan waar ze wonen. De Schengenzone kwam tot stand omdat vooral Duitse (en Nederlandse) exportbedrijven te lijden hadden onder de belemmering van de vrije verkeersstromen op de Europese wegen. Het behoud van de Schengenzone is dus in de eerste plaats voor hen van essentieel belang.

Om de druk van de migratie- en vluchtelingengolf op de rijkste landen te verminderen en grenscontroles onnodig te maken, heeft de Europese Commissie aanvankelijk gepoogd om tot een akkoord te komen met de lidstaten. De betrachting was om de vluchtelingen uit Griekenland te spreiden over verschillende lidstaten. Dit spreidingsplan had er al lang moeten komen. Het stelt een feitelijk einde aan de Europese Dublinverordening II. Die houdt in dat het land waar de asielzoeker voor het eerst wordt geregistreerd, verantwoordelijk is voor zijn of haar opvang. In de praktijk betekent dit dat de opvang bijna volledig rust op de schouders van de landen aan de buitengrens van Europa, zoals bijvoorbeeld Griekenland en Italië. Er is op nationaal en Europees niveau een radicaal ander asiel en buitenlands beleid nodig. Met respect voor het recht op asiel en serieuze inspanningen voor de opvang van vluchtelingen. Een permanent systeem van hervestiging en opvang en de organisatie van veiligere en legale procedures dringen zich op. In dat kader is een hervorming van het verdrag van Dublin noodzakelijk. De organisatie van een permanent systeem van hervestiging en opvang van vluchtelingen in alle EU landen kan hierbij de oplossing brengen. Het systeem moet in een verspreiding voorzien op basis van een verdeelsleutel die rekening houdt met de grootte van de bevolking en de economische situatie van elk land.

Er is nood aan humanitaire corridors. Zodat mensen die asiel willen aanvragen in Europa zich niet moeten wenden tot mensensmokkelaars en levensgevaarlijke routes. Een lijst van “onveilige” landen in plaats van een lijst van zogezegd veilige landen zou toelaten dat mensen uit onveilige landen snel bescherming krijgen.

Maar neen dus. Er komt niets van. Het spreidingsplan is mislukt. Zo kwamen in België, in het kader van het plan, slechts 146 mensen aan.1

Het spreidingsplan blijft tot op vandaag één van de grootste splijtzwammen in Europa.

Daarenboven gaf een reeks EU-landen het signaal dat ze helemaal geen zin hebben in een gezamenlijke oplossing voor de vluchtelingencrisis. Het spreidingsplan blijft tot op vandaag één van de grootste splijtzwammen in Europa. Oostelijke lidstaten nemen het niet dat Europa hen zou verplichten om vluchtelingen op te vangen. De zogenaamde Visegrádgroep (Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije) en de Baltische staten willen van geen verdeelsleutel horen. Een nieuw blok binnen de EU is geboren. Na de kloof Noord-Zuid is er nu ook de kloof Oost-West. De kloof tussen de solidariteitsweigeraars en het “genereuze” westen, klinkt het hier. Maar is het zo simpel?

In een aantal Oost-Europese landen zijn vandaag zeer rechtse en zelfs extreemrechtse regeringen aan de macht. De xenofobe, nationalistische stemming verhardt er zienderogen. In Polen heeft de rechts-nationalistische partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) een absolute meerderheid. De Slowaakse sociaaldemocratische premier Fico beloofde iedere moslim in zijn land in het oog te zullen houden. De Hongaarse premier Viktor Orbán, voorganger in de strijd tegen migratie, kondigde aan hetzelfde te zullen doen. De Tsjechische president Milos Zeman vierde de 26ste verjaardag van de Val van de Muur met een bezoek aan een anti-islamdemonstratie.

istockphoto.com/JoelCarillet. Iraakse vluchtelingen, Lesbos, Griekenland.

Het “wir schaffen das” van Merkel was natuurlijk een sprankeltje licht in die duistere dagen van opgezweepte betogingen en aanslagen op vluchtelingenhuizen. Maar het had helaas ook veel te maken met het Duitse eigenbelang. Duitsland dreigt in 2050 twaalf miljoen mensen te kort te komen op de arbeidsmarkt.2 Dat tekort dreigt de lonen in Duitsland omhoog te drijven en de internationale concurrentiepositie van de grote bedrijven te verzwakken. Voormalig kanselier Schroeder pleit daarom voor een “Agenda 2020”, een “modern immigratiebeleid”. De Duitse leiders rekenen er op dat onder de vluchtelingen en mensen uit de Balkan en het Midden Oosten voldoende jonge en dynamische mensen zijn voor de Duitse arbeidsmarkt. Dank zij een spreidingsplan zou Duitsland de vluchtelingen kunnen opnemen die het nodig heeft voor zijn arbeidsmarkt, en de rest dan over de andere lidstaten laten verdelen.

Vijfentwintig jaar na de Val van de Muur zijn die landen nog altijd de periferie van het kern-Europa. Ze zijn van het socialisme in de neoliberale sociale woestijn terechtgekomen.

En dat beseffen veel landen die de afgelopen decennia onverbiddelijk tegen de Duitse besparingspolitiek zijn aangelopen. Merkel is voor hen niet alleen degene die de vluchtelingen over Europa wil spreiden, ze is ook het gezicht van Duits Europa. Duitsland heeft jarenlang zijn economische problemen opgelost ten koste van anderen. Jarenlang voerde de Duitse industrie een agressief exportbeleid ten nadele van de aan de EU aanpalende landen. De Oost-Europese landen werden na hun toetreding tot de EU een wingewest van de grote West-Europese multinationals. De Europese subsidies aan Oost-Europa blijken vooral een deal met de toenmalige neoliberale regeringen te zijn geweest, in ruil voor het eenzijdig openstellen van hun economische markten. En die deal heeft de West-Europese banken en grote bedrijven veel opgebracht. Voor elke euro die de Duitse belastingbetaler aan het EU-budget uitgeeft, krijgt Duitsland 125 eurocent in extra export naar Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije. In Polen zijn talrijke banken en industrieën in Duitse of West-Europese handen. Buitenlandse investeerders kopen vandaag op grote schaal grond op in Roemenië, Polen, de Baltische staten, Tsjechië en Slowakije. In Roemenië is tachtig procent van de landbouwgrond in handen van niet-Roemeense eigenaars. Grond blijkt een geliefd speculatieobject voor financiële investeerders.

Vijfentwintig jaar na de Val van de Muur zijn die landen nog altijd de periferie van het kern-Europa. Ze zijn van een planeconomie met een vrij hoge sociale bescherming in de neoliberale sociale woestijn terechtgekomen. Het zijn nog altijd lageloonlanden3 en miljoenen Oost-Europeanen moesten in het rijkere West-Europa op zoek naar een leefbare job4. En nu wil Duitsland zijn demografisch probleem oplossen en de rest van Europa laten meebetalen. De goede geschoolde vluchtelingen naar Duitsland en de rest naar de overige Europese landen

De verkiezingsuitslag in Polen heeft ook veel te maken met de haat van vooral de jongere generatie tegen de elites die er de afgelopen jaren zonder verpinken de Europese besparings-, privatiserings- en dereguleringspolitiek hebben opgelegd. Een van hen is de huidige voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk. Onder meer daarom wenden zoveel gewone mensen zich tot de rechtse, populistische, nationalistische partij PiS. Ze zien de partij als een dam tegen het West-Europese, vooral Duitse kapitaal dat de Poolse arbeider uitbuit. Jerzy Urban, journalist en regeringswoordvoerder van 1981 tot 1989:

“Deze regering is nationalistisch, chauvinistisch, EU-sceptisch en anti-russisch. Ze hoopt dat de VS Polen onder zijn hoede zal nemen. Ze wil de burgerrechten beperken, ze zal aan de voeten van de katholieke kerk liggen. Ze kondigt ook aan het buitenlandse kapitaal in de banksector en de kleinhandel aan banden te willen leggen. Het is zover kunnen komen omdat onder de vorige regeringen van christen-democraten, liberalen en sociaal-democraten, de economie veel sneller is gegroeid dan de lonen. Vooral in het Oosten van Polen is de armoede groot. Daar investeren de buitenlandse bedrijven niet. De weg om vooruit te komen is geblokkeerd, de goede postjes aan de staat zijn allemaal bezet. De jeugd is, zoals bijna overal in Europa, werkloos en het duurt steeds langer voor je een vaste baan hebt. Veel jonge mensen kunnen een eigen appartement niet betalen. Ze blijven, zelfs na het afstuderen, bij hun ouders wonen. Ze kunnen zich niet veroorloven een gezin te stichten. In Polen zijn de junk contracten een plaag geworden. Wie zo moet werken, heeft geen kans om een lening vast te krijgen.

Jonge mensen hebben geen herinneringen aan het socialisme, en alles wat ze erover weten, hebben ze geleerd op school en in de kerk: dat het een tijd was van verschrikkelijke onderdrukking en gebrek aan vrijheid. Alles wat het socialisme het volk gebracht heeft, wordt voorgesteld als “grijs” en weerzinwekkend. De huidige sociaal-democratie heeft de ultra-liberale “hervormingen” van Leszek Balcerowicz gesteund. Zij hebben sinds 1989, alle “hervormingen” gesteund hoewel die uiterst pijnlijk waren voor de samenleving waren. Hoe dan ook is Poolse links er dan niet in geslaagd om zich te positioneren als verschillend van de nieuwe mainstream. Eenmaal in de regering hebben ze het beleid van de rechtsen onverminderd verder gezet.

Destijds was er nog steeds een “links” electoraal potentieel. omdat de mensen teleurgesteld waren over de beginjaren van de kapitalistische transformatie, die het moeilijkst waren. Destijds daalden de lonen en de prijzen stegen, de werkloosheid was hoog. De mensen stemden voor links in de hoop dat zie toch nog iets “sociaal” zouden doen. En wat waren de eerste stappen van de sociaal-democratische regering? Ze schrapte de subsidies voor de milkbars – waar je voor weinig geld kon lunchen. Ze is erin geslaagd om de kortingen op het treinticket voor studenten af te schaffen, wat het jongeren uit de provincie moeilijk maakte om te studeren. Ze voerde onder leiding van de socialistische partijleider Leszek Miller een grotendeels lineaire belastingtarief in. De sociale slogans klonken steeds hypocrieter en vals in de mond van werkelijk bestaand links.5

In Hongarije zagen we ongeveer hetzelfde scenario.

Schengen redden ten koste van de Conventie van Genève

Merkel zag in de vluchtelingencrisis een nieuwe kans om de supranationale Europese staat te versterken via een Europees migratiebeleid. Dat is dus mislukt. En als de Duitse ondernemingen en Merkel moeten kiezen tussen de opvang van vluchtelingen en de Schengenzone, is de keuze snel gemaakt. Vooral nu blijkt dat veel Syrische vluchtelingen niet zo geschoold zijn als de ondernemingen hadden gehoopt. Natuurlijk staat de Duitse bondskanselier onder druk. In haar eigen partij gaan steeds meer stemmen op tegen haar migratiebeleid en er is ook de snelle opmars van de extreemrechtse partij Alternative für Deutschland die fel gekant is tegen de opvang van vluchtelingen.

De komende maanden en jaren worden cruciaal voor de toekomst van de EU. Het besef groeit dat de euro en de EU in de huidige vorm niet houdbaar zijn.

Er bleef voor het redden van Schengen maar één uitweg: de vluchtelingen buiten de EU houden door een versterking van de buitengrenzen en de feitelijke afschaffing van de Conventie van Genève die oorlogs- en politieke vluchtelingen beschermt. Zo werden de landen die het meeste profijt uit de Schengenzone halen, Nederland en Duitsland, de belangrijkste aanstokers van het voorstel om de vluchtelingen naar Turkije terug te sturen nadat ze eerst maandenlang hadden gepleit voor een spreiding van de vluchtelingen over de lidstaten. Als eerste kwam de Nederlandse socialist Samson met een voorstel om vluchtelingen die via Turkije kwamen terug te sturen. Op de top EU-Turkije van 17 en 18 maart 2016 wordt dat idee omgezet in een deal. In ruil voor 6 miljard euro aanvaardt Turkije de vluchtelingen tegen te houden op zijn grondgebied. Sindsdien worden vluchtelingen die de Egeïsche Zee oversteken naar Griekenland, opgesloten en teruggestuurd naar kampen in Turkije.

Deze maatregelen betekenen het einde van het asielrecht in de EU. Normaal heeft elke vluchteling het recht om individueel asiel aan te vragen en die aanvraag moet ook op individuele basis onderzocht worden.

Een kantelmoment

Na de Brexit is er nu dus ook de kloof tussen West-Europa en oostelijke lidstaten. Die komt boven op de kloof tussen noord en zuid die eerder al was ontstaan tijdens de eurocrisis. Niet dat de Oost-Europese extreemrechtse regeringen de EU willen verlaten. Zonder Schengen zouden Oost-Europese arbeidsmigranten hard worden geraakt. Ze willen echter wel de greep van de EU-instellingen op deelstaten verzwakken. En hoe dan ook is de vluchtelingencrisis niet van de baan. De weg via Turkije is (voorlopig) afgesloten, maar de situatie in Syrië en het Midden-Oosten is niet verbeterd. In Libië heerst na de westerse interventie grote chaos en ook vanuit Noord-Afrika komt weer een migratiestroom op gang. Gezien er geen spreidingsplan komt, krijgt Italië opnieuw de hele last van de vluchtelingenstroom te dragen. En ook daar neemt de stemming tegen de EU zienderogen toe. De beweging Cinque Stelle en de extreemrechtse Lega Nord hebben bij het grondwettelijk referendum over de afschaffing van de Senaat de meerderheid kunnen halen. Zowel Cinque Stelle als de Lega Nord zijn eurosceptisch.

De komende maanden en jaren worden cruciaal voor de toekomst van de EU. De onderhandelingen over de Brexit zullen niet met dezelfde unanieme aanpak verlopen als die over de dreigende Grexit. Duitsland en Frankrijk hebben daarbij niet dezelfde visie als de Visegrádgroep. De eersten zullen vooral hun handelsbelangen veilig willen stellen en desnoods de Britten toelaten om hun grenzen voor (Oost-)Europese vluchtelingen gedeeltelijk te sluiten, zoals het Leave-kamp eiste. De anderen zullen volledige vrijheid voor hun gemigreerde landgenoten eisen. Het besef groeit dat de euro en de EU in de huidige vorm niet houdbaar zijn. Tot nu werd het Rapport van de vijf presidenten uit 20156 als de oplossing gezien: meer federalisme7 . Dat is ook de lijn van de drie rapporten van 2016, voorbereid door de sociaaldemocraten, de christen- democraten en de liberalen in het Europees Parlement.

Voor de uitbouw van een militair Europa lijkt de Brexit ineens nieuwe perspectieven te openen.

Het Witboek dat de Commissie Juncker begin maart heeft voorgelegd, ziet vijf mogelijke toekomstscenario’s voor de EU als project: 1. Doorgaan op de huidige koers met enkel kleine veranderingen. 2. Zich beperken tot een interne markt. 3. Diegenen die meer willen, doen meer: een EU met verschillende snelheden. 4. Minder doen op een efficiëntere manier. Bepaalde prioriteiten samen beter aanpakken. 5. Veel meer samen doen. De “Verhofstadt-optie”, een meer federalistische Europese Unie.

istockphoto.com/wjarek. Betoging tegen internetcontrole op 23 januari 2016. Krakau, Polen

De sociaaldemocratie en de rijkere landen lijken ervan uit te gaan dat die laatste optie vandaag onmogelijk is. Zij willen zich concentreren op een Kern-Europa (Benelux, Frankrijk, Italië, Duitsland,…). De hoop is dat de andere deelstaten vroeg of laat zullen moeten volgen, misschien na een min of meer lange exit. De Schäuble-vleugel van de CDU heeft schrik voor dit scenario, omdat ze vrezen dat dit gepaard zal gaan met het flexibiliseren van de besparingspolitiek. Het is hoe dan ook niet zeker dat de traditionele partijen hun slag thuis halen, gezien de politieke evolutie in een aantal deelstaten. Op de migratietop van La Valletta in 2015 heeft Angela Merkel op basis van een “Benelux paper”, een Unie à la carte of met verschillende snelheden voorgesteld. Het tegenovergestelde van federalist Verhofstadt, maar verzoenbaar met het sociaaldemocratische voorstel. We gaan vooruit met degenen die willen, naar het model van Schengen of de euro. Daar waar het gemakkelijker is om met meer landen samen vooruit te gaan, bijvoorbeeld op militair vlak, dan doen we dat.

Vlucht vooruit: naar een Europees leger?

De EU is op vele vlakken erg verdeeld. Met de versterking van de buitengrenzen hoopt de Europese Unie het debat over de spreiding van vluchtelingen te ontzenuwen. Daarom moet er een Europese grens- en kustwacht komen die tegen december op volle sterkte moet zijn. Dat is een topprioriteit. Frontex wordt een Europees agentschap voor de bewaking van de grenzen en de kusten. Vroeger was het een organisatie voor coördinatie en steun aan de nationale kustwachten. Interventies bleven onderworpen aan de soevereiniteit van de betrokken lidstaat. Binnenkort beschikt het agentschap over het recht om tussen te komen, ook al vraagt een lidstaat daar niet om. Zo wil Duitsland de controle van de buitengrenzen zelf in handen nemen.

Voor de uitbouw van een militair Europa lijkt de Brexit ineens nieuwe perspectieven te openen. Londen stond bij ieder initiatief om een stap te zetten in de richting van een Europees leger op de rem. Voor het Verenigd Koninkrijk volstond de NAVO en een intensieve bilaterale militaire samenwerking met Frankrijk. Dat heeft de uitbouw van EU-strijdkrachten fel verlamd. Na de Brexit hebben Merkel, Hollande en Renzi een actieplan uitgewerkt. Daarbij staan binnenlandse en buitenlandse veiligheid vooraan, met de focus op de versterking van de buitengrenzen. Europa moet haar verdediging verder ontwikkelen, en moet ook in militaire conflicten kunnen optreden. De indruk moet worden vermeden dat de EU machteloos staat tegenover internationale problemen die migratie en terrorisme veroorzaken. Brexit maakt nieuwe structuren en een operatief hoofdkwartier mogelijk. Deze tendens is nog versterkt sinds het aantreden van Trump.

Zo wordt het militair Europa, de voorbereiding van de oorlog, de sterkste drijvende kracht tegen de middelpuntvliedende tendensen.

De EU zal niet zo snel uiteenvallen. De kernlanden van de EU denken er niet aan dit te laten gebeuren. Maar dit kapitalistisch Europa is elk positief elan verloren. Het failliet van de politiek van de Europese instanties om de crisis op te lossen, wordt steeds duidelijker. De vluchtelingencrisis heeft zowel het morele krediet van de EU bij veel progressieve mensen verkwanseld, als de lidstaten zeer grondig verdeeld. De verzwakking van de EU-structuren en de versterkte invloed van de lidstaten leiden tot een verscherping van alle tegenstellingen. De EU wordt moeilijker bestuurbaar. De hegemonie van Duitsland wordt betwist.

Zo wordt het militair Europa, de voorbereiding van de oorlog, de sterkste drijvende kracht tegen de middelpuntvliedende tendensen. Dat project wordt de ruggengraat voor Europa. Het creëert de kans om een sprong voorwaarts te maken in plannen voor meer Europese militaire uitgaven, samenwerking, operaties, structuren en troepen. Het gevaar bestaat dat sociaaldemocraten en Groenen hierin meegaan, en de progressieven opnieuw achter de humane, progressieve EU trachten te krijgen, als alternatief voor het monster Trump. Zo’n scenario zagen we ook al tijdens de Irak-oorlog.

Footnotes

  1. Enorme achterstand bij Europees spreidingsplan voor asielzoekers.
  2. Die Tageszeitung, 7. 9. 2015
  3. In 2015 was het gemiddeld netto salaris voor een vrijgezel, zonder kinderen 4 000 euro in Bulgarije en 38,500 euro in Luxemburg. Hetb minimumloon bedroeg in 2015 in Bulgarije 184 euro, in de Tsjechische Republiek 332 euro, in Hongarije een euro meer, in Polen 410 euro. In de zeven landen van West-Europa schommelt het tussen 1000 euro (GB), 1473 euro (België) en 1923 euro (Luxemburg) Les salaires minimums mensuels variaient de 1 à 10 dans l’UE au 1er janvier 2015
  4. Volgens het Poolse Centraal bureau voor statistiek leefden in 2013 ongeveer 2,2 miljoen Polen langer dan drie maanden in het buitenland, vooral in Groot-Britannië en Duitsland. Waarschijnlijk zijn het er meer: ongeveer 2,6 tot 2,7 miljoen. Auswanderung in Osteuropa. Lieber wie die Deutschen leben
  5. Junge Welt 01.08.2016
  6. Het rapport “De voltooiing van Europa’s Economische en Monetaire Unie” is opgesteld door de voorzitter van de Europese Commissie (Jean-Claude Juncker) in nauwe samenwerking met de presidenten van de Europese Raad (Donald Tusk), de Eurogroep (Jeroen Dijsselbloem), de Europese Centrale Bank (Mario Draghi) en het Europees Parlement (Martin Schulz).
  7. Rapport van de vijf voorzitters over versterking EMU