Artikels

De werkende klasse als wetgevende macht

Hugo Sonck

—24 mei 2023

Democratie wordt vaak gereduceerd tot een kwestie van parlementen en verkiezingen. Maar in 2019 bleek uit de strijd van de witte woede dat de macht bovenal op de straat ligt.

Al sinds het ontstaan van België komen werknemers op voor hun rechten. Sociale zekerheid, de 38-urige werkweek, het algemeen stemrecht, betaald verlof … Dit zijn allen rechten die na weken, maanden en jaren strijd werden verworven. Aanvankelijk stuitte de strijd voor elk van deze rechten op actief verzet van de parlementariërs of weigerden die laatsten hier simpelweg over te stemmen. Maar de werkende klasse kon sterke druk blijven uitoefenen en dwongen de instellingen, die weigerden te luisteren, tot toegevingen.

Recuperatie vanuit het parlement

Eenmaal de strijd gewonnen, keerden de toenmalige regeringen hun kar en claimden ze de laatste ‘beslissende’ stemming. Meestal haastten ze zich om de overwinning van de daken te roepen, in de hoop zo de stilte van de voorafgaande jaren te overstemmen.

Kan een partij of regering die een bepaalde eis verwaarloost of zelfs actief bestrijdt (denk bijvoorbeeld aan de historische liberale partij en het vrouwenkiesrecht), worden beschouwd als degene die diezelfde eis weet binnen te halen, wanneer zij uiteindelijk besluit ‘voor’ te stemmen vanuit de pluchen zetels van het parlement? Of behoort de rechtmatige overwinning toe aan de strijdende werknemers die deze positieve stemming konden afdwingen?

De straat opgaan om daar de overwinning te zoeken is een sterke traditie van de werkende klasse, een traditie die volgens sommigen niet

Hugo Sonck (23) studeert rechten aan de ULB en is verantwoordelijke bij Comac ULB.

meer van deze tijd is. Maar zoals werknemers in alle sectoren ons regelmatig herinneren is die nog springlevend. Het voorbeeld dat hier wordt besproken komt uit 2019. Toen sleepten de werknemers van de zorgsector, onder de vlag van de zogenaamde ‘Witte Woede’, een zeer belangrijke belangrijke overwinning uit de brand. Het parlement stond erbij en keek ernaar.

Hoe krijg je volgens de Witte Woede het parlement op de knieën?

Op 04 juni 2019 vond op initiatief van de vakbondscentrale CNE1 de eerste “dinsdag van de Witte Woede” plaats, een vooral symbolische stakingsactie van een half uur om de onderfinanciering van de verpleegsector en de onhoudbare arbeidsomstandigheden aldaar aan de kaak te stellen.2 De uitdrukking “Witte Woede” werd naar voren geschoven door de CNE, en het doel van de vakbonden was een wekelijkse staking, elke dinsdagochtend. Al snel kreeg de beweging steun van de andere vakbonden.3

Op 18 juli 2019 reageerde de PVDA op deze vakbondsacties en stelde op basis van de eisen van de werknemers tijdens de stemming in het federale parlement over de toewijzing van de staatsbegroting voor de volgende drie maanden, een amendement voor.4 Dit amendement kreeg de naam “witte-woede-amendement” en had als doel een jaarlijks noodfonds van 400 miljoen euro vrij te maken om het tekort aan verpleegkundigen aan te pakken. In dat stadium stemde alleen de PS samen met de PVDA voor het noodfonds, dat bijgevolg werd verworpen.7 Strikt juridisch hield dit argument steek., Maar door de eis af te doen als een doodlopende weg of een juridische onmogelijkheid, miskende het parlement de verhouding tussen recht en sociale mobilisatie – en dat had de beweging van de Witte Woede goed begrepen.8

De wet als excuus

‘Juridische onmogelijkheidheid’ wordt regelmatig ingezet als argument om sociale eisen van tafel te vegen. Dat is bijzonder praktisch, omdat het de partijen een excuus biedt om geen standpunt in te nemen: “We zeggen niet of we het eens zijn met de eis of niet, enkel dat het niet het geschikte moment is”. En in afwachting van een nieuwe juridische ontdekking of een juridisch wapenfeit van de politieke partijen worden de werknemers geacht gedwee onder onmogelijke omstandigheden te blijven werken. Overwinningen zouden immers enkel in parlementen worden behaald …

Dat was dus zonder de Witte Woede gerekend! Drie maand lang mobiliseerde het zorgpersoneel elke week. Geruggensteund door de PVDA organiseerden de vakbonden elke week stakingen of andere acties tot 24 oktober 2019, toen ze tot een nationale staking opriepen.9 Deze datum werd niet willekeurig gekozen: op dezelfde dag werd immers over de nieuwe begroting voor de volgende maanden gestemd, voor november en december dus.

Mede naar aanleiding van de mobilisatie van de verpleegsector en gezien de eerdere afwijzing, diende de PVDA opnieuw een amendement in om een noodfonds te verkrijgen.10 Merk op dat de twee amendementen identiek waren en de regering nog evenveel een van lopende zaken was. De fameuze juridische onmogelijkheid was dus nog steeds van toepassing. Maar de druk op straat werd steeds groter, de beweging vond steeds meer weerklank in de pers, en aan de vastberadenheid van de verpleegsters werd niet langer getwijfeld. De beweging van de Witte Woede ging niet rustig blijven afwachten tot de parlementaire medewerkers van de PS of Ecolo een mirakeloplossing vonden tegen de wettelijke onmogelijkheid.

Op 24 oktober 2019, namen de debatten – ten aanzien van identiek hetzelfde voorstel van een paar maanden eerder – een heel andere wending. Om te beginnen gebruikten alle partijen de uitdrukking “Witte Woede”, die bij de eerste stemming alleen door de PVDA was gebruikt. En last but not least, geen enkele parlementariër durfde het meer te hebben over juridische onmogelijkheid. Het hoofdargument bij de eerste stemming was taboe geworden, en tot verrassing van velen ging het debat in het parlement nu over de kern van de zaak. Om beurt gaven de parlementsleden commentaar op de situatie van zorgverleners en de relevantie van het amendement om hen te helpen. Na lange discussies onder druk van de PVDA-parlementsleden, werd het Witte-Woede-amendement met meerderheid van stemmen aangenomen.11

Door mobilisatie via stakingen, acties en demonstraties behaalde de Witte Woede een overwinning. Ze verkreeg 402 miljoen euro en vooral, het gebeurde na een fundamenteel, politiek debat. Terwijl de parlementaire teams van Ecolo de kwestie terug wilden sturen naar de meanders van eindeloze juridische beschouwingen, dwongen de werkers, in het parlement gesteund door de PVDA, het fundamentele debat af. Hierdoor moesten sommige partijen, zoals de MR bij monde van Denis Ducarme, duidelijk aangeven dat zij niet bereid waren de gezondheidszorg te herfinancieren: “We weten hoe moeilijk deze sector het heeft, maar ook elders zijn er problemen en er is een budgettaire realiteit.”12

De democratie ligt op straat

De houding van de PVDA in deze strijd vormde een zeer duidelijk antwoord op het klassieke argument van de traditionele partijen dat je “vanuit de oppositie niets kan veranderen”. Het succes van de Witte Woede bewees twee zaken. Enerzijds dat het belangrijk is niet te vervallen in een eenzijdig antiparlementarisme dat zegt dat instellingen nutteloos zijn. Maar anderzijds dat de macht om dingen te veranderen niet in deze instellingen zelf ligt. En maar goed ook, want als de beweging de argumentatie van de traditionele partijen had gevolgd, was deze begroting er misschien nooit van gekomen, of in elk geval niet voor maanden of zelfs jaren van verdere onderhandelingen. Vandaag weten we hoe duur dat gedraal ons zou komen te staan. Enkele maanden later brak immers de Covid-crisis uit, die de kwetsbaarheid van de Belgische zorg blootlegde, en het chronisch gebrek aan middelen waaronder deze nog steeds gebukt gaat.

De werknemers van de zorgsector, de Witte Woede, wonnen niet dankzij maar ondanks een futloos parlement.

De houding van de traditionele partijen ten overstaan van de macht van de instellingen vormt een echt democratisch probleem. De straat moet eens in de vijf jaar naar de stembus, en in de tussentijd alle beslissingen van gekozen regeringen voor lief nemen, ongeacht gebroken beloften, ongeacht asociale beslissingen die in geen enkel programma voorkwamen, ongeacht minachting en schandalen. Neem nu de MR, die tijdens de vorige legislatuur de pensioenleeftijd opschoof naar 67 jaar — hoewel dit niet in haar programma stond — al bleek uit peilingen dat de Belgen deze hervorming niet wilden, en in weerwil van grote betogingen en stakingen. De regering verschool zich achter de door verkiezingen verworven democratische legitimiteit, een regelrechte belediging ten aanzien van de werkende klasse. De visie van de traditionele partijen beschouwt de democratie als een vrijbrief waar ze om de 5 jaar proberen aan te geraken.

Deze opvatting over het recht en de overheidsinstellingen is van essentieel belang voor het kapitalisme. De staat is de hoeder van zijn economisch systeem en gebruikt zijn instrumenten om elke koers die hiertegen in gaat te blokkeren door middel van verschillende juridische onmogelijkheden en repressiemiddelen. En ook al konden zoals in het geval van de Witte Woede volgehouden staking de starheid van een algemeen rechtsbeginsel doorbreken, toch blijven de wet van 1996, de Europese bezuinigingen, het Franse artikel 49.3, de Code Lippens en vele andere mechanismen voortbestaan.

Blijft ons dus de taak om de waardevolle lessen te trekken uit de Witte Woede en decennia van strijd van de werkende klasse. We moeten deze traditie van strijd voortzetten door de straat op te gaan onze rechten af te dwingen.

Footnotes

  1. De (toenmalige) LBC was de Landelijke Bediende Centrale. De bediendenvakbond (tegenwoordig ACV-Puls) binnen het ACV (algemeen christelijk Vakverbond).
  2. “Premier ‘mardi des blouses blanches’ contre la dégradation des condtions du personnel infirmier”, RTBF, 4 juin 2019.
  3. “Troisième édition demain du ‘Mardi des blouses blanches”, BX1, 17 juni 2019.
  4. Een wetsvoorstel tot vaststelling van tussentijdse kredieten voor augustus, september en oktober 2019, Parl. stukken, Kamer, 2019, nr. 55-25/5, blz. 27, 17 juli 2019.
  5. Volledig verslag met vertaalde samenvatting van de interventies, plenaire vergadering, C.R.A.Kamer, 2019, 18 juli 2019, nr. 55-4, p. 47.5

    Door mobilisatie via stakingen, acties en demonstraties maakte de witte woede een zorgfonds van 402 miljoen euro vrij.

    De andere partijen, die weigerden voor het amendement te stemmen, rechtvaardigden hun standpunt door te verwijzen naar de juridische onmogelijkheid om een nieuwe begroting goed te keuren tijdens een regering van lopende zaken (wat het geval was tot oktober 2020.).6Koninklijk Besluit van 112020 Regering — Ontslag — Benoeming, M.B.2 oktober 2020.

  6. W. Schelstraete en V. Geuffens, «Begrotingsregels voor parlementair gebruik», juli 2014, beschikbaar op https://www.dekamer.be/kvvcr/pdf_sections/publications/budget/begrotingsregels.pdf.
  7. A. Lejeune en L. Vangeenderhuysen,“Grève dans les soins de santé fédéraux ce jeudi: grosses perturbations en vue”, RTBF, 23 oktober 2019.
  8. Wetsontwerp voor tussentijdse kredietwet voor november en december 2019, Parl. stukken., Kamer, 2019, nr. 55-413/ 6, p. 3, 24 oktober 2019.
  9. Volledig verslag met vertaalde samenvatting van de tussenkomsten, plenaire vergadering, C.R.A.Kamer, 2019, 24 oktober 2019, nr. 55-10, p. 119.
  10. “Denis Ducarme: ‘Un budget de 67 millions d’euros en faveur des blouses blanches’”, Le Soir, 30 oktober 2019.