Artikel

75 jaar bezetting van Palestina: een Europese business

Maha Abdallah

—15 mei 2023

Israël is sterk afhankelijk van de politieke, economische en militaire steun van de EU, zijn grootste handelspartner. De wereldwijde veroordeling van de voortdurende kolonisatie blijkt voor de EU geen hindernis.

Palestijnen nemen deel aan een herdenking van de Nakba, in de Gazastrook, op 1 mei 2023.

In mei herdenken de Palestijnen dat 75 jaar geleden de Nakba (catastrofe) plaatsvond. De Nakba duurt vandaag voort in de aanhoudende en systematische onteigening, versnippering en vervolging, op basis van een zionistische ideologie en opgelegd door een op suprematie, militarisme en kolonisatie gevestigde Israëlische staat. Met segregatie, militaire bezetting, institutionele discriminatie en apartheid probeert dit koloniaal project al lang de Palestijn te verwijderen, te vervangen en te elimineren. Het gevolg is systematische en wijdverspreide schendingen van de mensenrechten van het Palestijnse volk, namelijk het ontzeggen van het onvervreemdbare en fundamentele recht op zelfbeschikking.

Maha Abdallah is doctoraal onderzoeker Rechten aan de UAntwerpen. Haar werk richt zich op de geldstromen die het Israëlische kolonialisme in stand houden.

Terwijl de Palestijnen strijden voor bevrijding, waardigheid en rechtvaardigheid, kijkt een groot deel van de internationale gemeenschap – met name op het westelijk halfrond en in het Noorden van de wereld – een halve eeuw later nog steeds de andere kant uit. Ze kiest bewust voor politieke, economische en militaire steun aan de oprichting, uitvoering en instandhouding van dit zionistisch-Israëlische koloniale project in Palestina.

Discriminatie en institionele segregatie

Sinds zijn oprichting in 1948 heeft Israël heel wat discriminerende wetten, beleidsmaatregelen en praktijken aangenomen, in het bijzonder op het gebied van land en eigendom, nationaliteit, burgerschap en verblijf. Zo manipuleren ze de demografie om hun koloniale project uit te voeren. Tot deze Israëlische wetten behoren onder meer de Wet op de Terugkeer (1950), de Afwezigen Eigendom Wet (1950), de Burgerschapswet (1952) die de superieure status van de “Joodse nationaliteit” benadrukt, en de Basiswet: Israël is de natiestaat van het Joodse volk (2018). Een wet die duidelijke apartheidskenmerken heeft, de joodse suprematie verankert, en uitdrukkelijk bepaalt dat de uitoefening van het recht op zelfbeschikking alleen voorbehouden is aan het Joodse volk.

Deze wetten en beleidsmaatregelen maken expliciet onderscheid en geven een voorkeursbehandeling aan Joodse en Joods-Israëlische personen boven degenen die dat niet zijn, d.w.z. de Palestijnen. Dit heeft Israël een binnenlandse “wettelijke” dekmantel verschaft om de ontheemding, onteigening, discriminatie, overheersing en ontmenselijking van het Palestijnse volk mogelijk te maken.

Sinds zijn oprichting in 1948 heeft Israël talrijke discriminerende wetten aangenomen op het gebied van land en eigendom, nationaliteit, staatsburgerschap en verblijf.

De sleutel om dit koloniale project uit te voeren is de zionistisch-Israëlische strategie om het Palestijnse volk te versplinteren – juridisch en over verspreide gebieden in historisch Palestina en ballingschap. Dit belet de Palestijnen om hun onvervreemdbare rechten te verwerven en uit te oefenen, namelijk het collectieve recht op zelfbeschikking, waaronder soevereiniteit over natuurlijke hulpbronnen en het recht op terugkeer. Geografisch gezien zijn de Palestijnen ruimtelijk versnipperd binnen de Groene Lijn (Israël), de Westelijke Jordaanoever, met inbegrip van Jeruzalem, en de Gazastrook (die het bezette Palestijnse gebied (OPT – Occupied Palestinian Territory) omvat).

Daarnaast zijn er ook veel Palestijnen in ballingschap. De Palestijnse diaspora telt meer dan 7,2 miljoen Palestijnse vluchtelingen. Juridisch gezien heeft Israël het Palestijnse volk verdeeld in ten minste vier “juridische domeinen”: Palestijnen met Israëlisch staatsburgerschap die onder het Israëlische burgerlijk recht vallen; Palestijnen met een permanente verblijfsstatus in het bezette oostelijke deel van Jeruzalem; Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook die onderworpen zijn aan Israëlische militaire wetten en bevelen; en Palestijnse vluchtelingen buiten Palestina aan wie sinds 1948 het recht op terugkeer is ontzegd.

Om zijn koloniale project in stand te houden, heeft Israël een breed scala aan systematische schendingen van de mensenrechten, onmenselijke handelingen, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid begaan tegen Palestijnen. Met name moord en willekeurige vrijheidsberoving van Palestijnen. Dat zien we duidelijk in het systematische gebruik van, soms massaal, dodelijk, onnodig en onevenredig geweld, en het opzettelijk doden van Palestijnen door de jaren heen. Dit komt tot uiting in het shoot-to-kill beleid dat gericht is op individuen op straat, in hun huizen of elders, in wat routineuze militaire offensieven tegen Gaza, Jenin en Nabloes zijn geworden. Dit naast de willekeurige arrestatie en illegale opsluiting van Palestijnen. Momenteel zijn er 4.900 Palestijnse politieke gevangenen, waaronder 1.016 administratieve gevangenen en 160 kinderen – van wie de meesten onrechtmatig zijn overgebracht buiten bezet gebied.1 Dat is volgens het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof een oorlogsmisdaad.

Andere systematische schendingen zijn foltering en mishandeling, zowel fysiek als psychologisch, in Israëlische gevangenissen en detentiecentra en bij controleposten. Soms houden ze, als een vorm van collectieve bestraffing, lichamen van Palestijnen achter, zodat hun familie hen niet kan begraven. Andere vormen van collectieve straf zijn de beruchte sloop van huizen, het intrekken van verblijfsvergunningen en de brutale afsluiting en blokkering van de Gazastrook, die al 16 jaar duurt en tot de fysieke en sociale vernietiging van het leven in Gaza heeft geleid en het heeft veranderd in een Bantoestan. Dit komt bovenop de aanhoudende ontkenning van het recht op vrijheid van vergadering en vereniging. Dat zagen we tijdens de Grote Terugkeermars in 2018 in Gaza, die werd beantwoord met dodelijk en bruut geweld. Daarbij vielen meer dan 230 Palestijnse doden en meer dan 24.000 gewonden.

Verder beperken militaire controleposten, slagbomen en de annexatiemuur in ernstige mate het recht van de Palestijnen op vrij verkeer en verblijf. Maar ook de precaire status van “permanent verblijf” die aan Palestijnen in het bezette oostelijke deel van Jeruzalem wordt toegekend, kan op elk moment worden ingetrokken. Daarnaast geldt voor Palestijnen ook een verbod op gezinshereniging.

In aanvulling hierop blijft Israël onvermoeibaar zijn annexationistisch-koloniale agenda bestendigen. Het organiseert volksverhuizing en manipuleert de demografie door voortdurend Palestijnse huizen te slopen, Palestijnen uit huis te zetten en Israëlische kolonisten onwettig over te brengen naar bezet gebied. Ondertussen drukt Israël onophoudelijk elke vorm van ontmaskering en kritiek de kop in. Het vervolgt en criminaliseert Palestijnse burgerbewegingen en mensenrechtenorganisaties en onderdrukt elke vorm van Palestijns volksverzet tegen zijn wrede kolonisatie.

Dit alles en nog veel meer gebeurt onder leiding van de Israëlische staat, regering en militaire instellingen. Ze krijgen fundamentele steun van zionistische staatsgerelateerde organisaties (soms in Europa en de Verenigde Staten geregistreerd of geclassificeerd als “liefdadigheidsinstellingen”), zoals het Joods Nationaal Fonds (JNF). Die liggen aan de basis van de verovering en de exclusieve controle over land en natuurlijke hulpbronnen al sinds vóór 1948. Bovendien zijn Israëlische, Europese en multinationale ondernemingen en financiële instellingen, waaronder banken en pensioenfondsen een integrale pijler geweest voor de oprichting en instandhouding van Israëls koloniale project en de wreedheden tegen het Palestijnse volk – zonder regelgeving en vrijwel straffeloos.

Betrokkenheid van bedrijven bij Israëls bezetters-kolonialisme

Particulieren, zaken en bedrijven hebben direct en indirect een centrale rol gespeeld bij de oprichting, uitvoering en instandhouding van Israëls koloniale project in Palestina. Vóór de oprichting van de staat Israël in 1948 maakten zionistische leiders en ondernemers al plannen voor annexatie en overheersing door middel van projecten die land, watervoorraden en elektriciteitsnetwerken zouden controleren. Die plannen gingen hand in hand met de massale onteigening en moord op Palestijnen door zionistische milities en terreurgroepen, die later, na de oprichting van de staat Israël, het Israëlische leger werden.

Samen met particulieren en bedrijven, heeft Israël water gebruikt om de Palestijnen te overheersen. Deze natuurlijke rijkdom wordt onwettige ontgonnen, omgeleid en verdeeld. In de Gazastrook heeft slechts een op de tien mensen toegang tot veilig water. 96% van de enige drinkwaterhoudende grondlaag in Gaza is ongeschikt voor menselijke consumptie, grotendeels als gevolg van de door Israël opgelegde afsluiting en blokkade. Op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem is de toegang tot water en elektriciteit van Palestijnen ondergeschikt aan die van de Israëlisch-Joodse kolonisten. Bovendien blijft Israël zich waterbronnen toe-eigenen, waterinfrastructuur in beslag nemen en vernietigen, en de wederopbouw en renovatie van waterleidingen en -netwerken verhinderen. Dit is waterapartheid.

Er zijn meer dan 7,2 miljoen Palestijnse vluchtelingen. Israël weigert hun onvervreemdbare recht om terug te keren naar hun thuisland te erkennen.

Mekorot, de Nationale Watermaatschappij van Israël (opgericht in 1937) levert 90% van Israëls drinkwater en 80% van zijn watervoorziening. Ze heeft een centrale rol gespeeld bij het bestendigen van Israëls waterapartheid, de bezetting en de pertinente mensenrechtenschendingen.2 De exploitatie van Palestijnse watervoorraden door Mekorot, de levering aan illegale Israëlische nederzettingen en de omleiding en onwettige overbrenging van watervoorraden van bezet gebied naar Israël komen neer op plundering. Mekorot levert water aan Israëlische militaire bases en aan de Israëlische landbouwindustrie in de illegale nederzettingen en draagt daarmee bij aan hun winst, duurzaamheid en groei.

Veel van de producten uit deze landbouwnederzettingen worden geëxporteerd en belanden in de schappen van de Europese supermarkten. In februari 2020 werd Mekorot opgenomen in de VN-database van bedrijven die betrokken zijn bij Israëls illegale nederzettingen, omdat het illegale nederzettingen helpt mogelijk maken, faciliteert en ervan profiteert. Ondanks zijn directe en indirecte betrokkenheid bij schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht heeft Mekorot wereldwijd lucratieve contracten binnengehaald, heeft het deelgenomen aan verscheidene projecten in Europa en werd het door de Europese Unie (EU) gefinancierd in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s.

De dubbele standaard van Europa

Bovendien hebben Europese financiële instellingen, waaronder banken, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en zakelijke ondernemingen, een sleutelrol gespeeld bij de instandhouding, de economische levensvatbaarheid en de groei van Israëls kolonisatie. Dat blijkt nog het duidelijkst uit hun financiële betrekkingen en zakelijke activiteiten in en met de illegale Israëlische nederzettingenonderneming die naar schatting miljarden dollars vertegenwoordigt. In 2022 onthulde de “Don’t Buy into Occupation”-coalitie van Europese en Palestijnse organisaties en vakbonden dat tussen januari 2019 en augustus 2022 725 Europese financiële instellingen zoals BNP Paribas, Société Générale, Deutsche Bank, Santander, ING Group en Government Pension Fund Global (Noorwegen) financiële relaties hadden met 50 bedrijven die actief betrokken zijn bij Israëlische nederzettingen.3 In die periode werd 171,4 miljard dollar in de vorm van leningen en overnames aan deze bedrijven verstrekt.

De Israëlische nederzettingen en de instandhouding en uitbreiding ervan zijn illegaal krachtens het internationaal recht en vormen daden die aanleiding geven tot individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid als oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. De EU en haar lidstaten zijn grotendeels consequent in hun standpunt dat nederzettingen illegaal zijn. Maar dan rijst de vraag: waarom blijven Europese financiële instellingen en ondernemingen betrokken bij mensenrechtenschendingen, ernstige inbreuken op het internationaal recht en internationaal erkende misdaden, zonder enige vorm van verantwoording of regulering door hun thuislanden in Europa?

De EU en veel van haar lidstaten gaan er prat op dat zij het voortouw nemen op het gebied van mensenrechten en milieurechten. Dat ze op regionaal en nationaal niveau een vorm van regelgeving vaststellen, zoals verplichte “due diligence”-wetgeving die bedrijven moeten eerbiedigen.4 Maar deze regelgeving pakt de koloniale erfenis niet aan die vandaag bij particuliere actoren en bedrijven tot uiting komt.5 Daarnaast bevat ze ook vaak geen elementen die toegang tot justitie en rechtsmiddelen mogelijk maken voor slachtoffers, met name buiten Europa en in het Zuiden.

De EU heeft onlangs nochtans aangekondigd dat zij voornemens is Chinese bedrijven die bij de oorlog in Rusland betrokken zijn, sancties op te leggen, als onderdeel van het pakket beperkende maatregelen en sancties tegen Rusland en aanverwante actoren, waaronder banken en bedrijven, wegens de oorlog in Oekraïne.6​ Dit is slechts één voorbeeld waaruit blijkt dat Europa twee maten en twee gewichten gebruikt bij de toepassing van het internationaal recht en de mensenrechten als het om het Palestijnse volk gaat.7

Europese betrokkenheid en medeplichtigheid

In plaats van concrete stappen te ondernemen op het politieke, economische, handels-, wapen- en veiligheidsfront om een einde te maken aan Israëls kolonisatie van Palestina en zijn onderwerping van het Palestijnse volk, blijft Europa Israël belonen met samenwerkings- en handelsovereenkomsten. Daarnaast krijgt het land ook onvoorwaardelijke politieke steun en middelen die Israëls kolonisatie en apartheid verder stimuleren.

De voorbeelden zijn legio. De EU blijft met trots de grootste handelspartner van Israël en levert een aanzienlijke bijdrage aan zijn economie. In juli 2022 kwamen de 27 ministers van Buitenlandse Zaken van de EU overeen om opnieuw bijeen te komen in de Associatieraad EU-Israël, die bijna tien jaar was opgeschort, om de economische en diplomatieke banden met Israël verder aan te halen.8 Bovendien is gebleken dat de onderzoeksprogramma’s en subsidies van de EU, zoals Horizon Europe, een essentiële financieringsbron zijn voor Israëlische academische instellingen, bedrijven, overheidsinstellingen en militaire entiteiten die nauw betrokken zijn bij schendingen en misbruiken van Palestijnen.9 Daardoor is de Unie mee verantwoordelijk voor al dit belastinggeld dat naar instellingen en bedrijven gaat die een wreed regime mogelijk maken en in stand houden.

Tijdens de Grote Terugkeermars in 2018 in Gaza kwam Israël met dodelijk en bruut geweld tussen, waarbij meer dan 230 Palestijnen werden gedood en meer dan 24.000 gewonden vielen.

Doordat de EU alternatieve energiebronnen buiten Rusland wil vinden, kiest hij ervoor om zich opnieuw met een andere oorlogsmachine te associëren; Israël. In 2022 heeft de EU miljoenen uitgetrokken voor de financiering van groene energieprojecten, waaronder de EuroAsia Interconnector. Deze koppellijn is een onderzeese kabel die Europa aan het Israëlische elektriciteitsnet zal koppelen. Het Israëlische elektriciteitsnet omvat via de Israel Electric Corporation (IEC) bezet Palestijns gebied en illegale nederzettingen.10 Daarnaast ondertekende de EU in juni 2022 een aardgasexportovereenkomst met Egypte en Israël.11 Daardoor worden ze nog afhankelijker van Israëlisch gas, dat voor een groot deel illegaal wordt geëxploiteerd en/of verband houdt met systematische schendingen en misdaden, plundering en roof van Palestijnse natuurlijke hulpbronnen en de collectieve bestraffing van twee miljoen Palestijnen in de Gazastrook.12

Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, herinnerde ons in haar videoboodschap ter “viering” van 75 jaar Israël, aan de diepgewortelde en duurzame koloniale ideologie van Europa. Het toonde ook aan hoezeer Europa deel uitmaakt van de systematische ontmenselijking en uitwissing van de Palestijnen – ondanks de holle retoriek van de EU en Europa over mensenrechten, “democratie”, de nooit bereikbare “tweestatenoplossing” en de institutionele opbouw van de autoritaire Palestijnse Autoriteit, die de Palestijnen meer schade dan goeds heeft berokkend. Zoals Emile Badarin het eloquent formuleerde, is “de houding van von der Leyen in overeenstemming met de geracialiseerde machtsstructuren die de inherente menselijkheid van gekoloniseerde en onderworpen volkeren in twijfel trekken”.13 Racisme is immers een instelling die bepaalde mensen als minderwaardig categoriseert en hen in ondergeschikte posities plaatst om de belangen van “waardigere” rassen te bevorderen.”

Verzet tegen onderdrukking en kolonialisme: van Palestina tot Europa

Tot op heden heeft Europa het Palestijnse volk niet erkend als medemensen – het beschouwt het slechts als een humanitaire en liefdadigheidskwestie. Het is dan ook geen verrassing dat Europa geen noemenswaardige maatregelen heeft genomen om een einde te maken aan Israëls kolonisatie en vervolging van het Palestijnse volk.

Als de EU echt een politieke speler in het Middellandse Zeegebied wil zijn, moet ze inzien hoe belangrijk het is om haar politieke geloofwaardigheid te herstellen. Ze moet laten zien dat ze zich inzet voor mensenrechten en waardigheid in de regio, zonder de vooringenomenheid of uitzonderingen die zij vaak aan Israël (en zijn autoritaire bondgenoten in de regio) toekent. De EU moet op zijn minst de juridische gevolgen van internationaal erkende onrechtmatige acties in Palestina, zoals de annexatie van bezet gebied, consequent behandelen. Ondertussen zou de belofte van de EU om straffeloosheid te bestrijden in de regionale en internationale verantwoordingsorganen zoals het Internationaal Strafhof (ICC) ervoor moeten zorgen dat ze haar positie tegenover Israël en zijn ernstige schendingen en internationale misdaden in vraag stelt en ophoudt het in bescherming te nemen.

Het lijdt geen twijfel dat Israël als koloniale, apartheids- en gemilitariseerde staat in hoge mate afhankelijk is van de politieke, economische en militaire steun van Europa en andere machtige actoren in de internationale gemeenschap. Het is hoog tijd dat Europa zijn eigen historische verantwoordelijkheid erkent voor de opdeling van Palestina, de onteigening en onderdrukking van het Palestijnse volk door rechtstreeks en onrechtstreeks onvoorwaardelijk politieke en economische middelen aan Israël te verstrekken.

In juni 2022 sloot de EU een aardgasexportovereenkomst met Egypte en Israël, waardoor ze afhankelijker is geworden van Israëlisch gas.

Het is hoog tijd dat Europa de realiteit onderkent zoals die is, en overgaat van symptoombestrijding naar aanpak van de onderliggende oorzaken, waarvan een groot deel in Europa zelf ligt. Alleen dan, en misschien, kan Europa de historische en huidige misstanden van het kolonialisme rechtzetten en zich aansluiten bij de Palestijnen (en andere onderdrukte volkeren) in het trotseren van de structureel opgelegde versnippering en kolonisatie in het streven naar een vrij, rechtvaardig en waardig bestaan.

Europa en de EU maken zich de illusie dat ze de “status quo” handhaven en zijn niet moedig genoeg om hun falen en medeplichtigheid te erkennen. Daarom is het absoluut noodzakelijk om voort te bouwen op het groeiende momentum en de lokale mobilisatie en het activisme in heel Europa te versterken.14 Die willen openbare en particuliere instellingen en actoren ter verantwoording roepen voor hun betrokkenheid bij Israëls kolonisatie en willen een eind maken aan die kolonisatie door oprechte en actieve solidariteit met het Palestijnse volk te betuigen.

Footnotes

  1. “Statistics”, Addameer, 11 mei 2023.
  2. “Mekorot’s Involvement in the Israeli Occupation”, Who Profits, december 2013.
  3. “Exposing the financial flows into illegal Israeli settlements”Don’tBuy Into Occupation, 29 november 2022.
  4. “Corporate sustainability: firms to tackle impact on human rights and environment”, European Parliament News, 24 april 2023.
  5. Caroline Lichuma, “Centering Europe and Othering the Rest”, Völkerrechtsblog, 16 januari 2023.
  6. Andy Bounds, “Brussels plans sanctions on Chinese companies aiding Russia’s war machine”, Financial Times, 8 mei 2023.
  7. Zie verder: Maha Abdallah en Mona Sabella, “Double Standards in the Applicability of International Law: The Lived Reality of Advocacy for Palestine”, Jindal Forum for International and Economic Laws, 26 september 2022.
  8. “Foreign Affairs Council, 18 July 2022”European Council.
  9. “Horizon Europe: Funding Death, Displacement and Discrimination in Palestine”European Coordination of Committees and Association for Palestine, 13 april 2023.
  10. Andrea Longo en Ingrid Jaradat, “New Publication: Legal Briefing on the EuroAsia Interconnector”, Al-Haq, 7 oktober 2020.
  11. Hagar Hosny, “Egypt looks for boost from gas deal with Israel, EU, Al Monitor, 22 juni 2022.
  12. “Business and Human Rights in Palestine”, Al-Haq, en “Annexing Energy”, Al-Haq, augustus 2015.
  13. Émile Badarin, “‘Making the desert bloom’: Why Europe clings to the colonial mindset”Middle East Eye, 5 mei 2023.
  14. Jessica Buxbaum, “In Europe, local politics is becoming the driver for change on Palestine”, The New Arab, 4 mei 2023.