Artikel

De NAVO: de gevaarlijkste organisatie ter wereld

Tricontinental Institute

—18 juni 2025

De NAVO spreekt van mensenrechten en collectieve veiligheid om de onderliggende motivaties voor haar ontstaan en voortbestaan te verbergen: de “op regels gebaseerde wereldorde” van de VS handhaven en voorkomen dat andere landen zich ontwikkelen.

De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) beweert dat ze voor de grootste existentiële crisis in haar bijna tachtigjarige bestaan staat. Terwijl de Amerikaanse president Donald Trump en zijn nationale veiligheidsteam Europa – oppervlakkig gezien – de rug hebben toegekeerd en niet langer voor de veiligheid van Europa willen betalen, werken de EU-leiders zich uit de naad om fondsen te werven om hun steun voor de oorlog in Oekraïne op te voeren en hun eigen militaire productie en capaciteit op te bouwen. Toch is er geen enkele concrete aanwijzing dat de Verenigde Staten, de dominante kracht in de NAVO, zich uit die militaire alliantie zal terugtrekken of zal proberen haar te ontbinden. De NAVO dient een groot aantal VS-doelen en doet dat al sinds haar oprichting in 1949. Dat de Europese staten onder druk gezet worden om meer te betalen voor hun eigen defensie is evenwel één ding; dat men dit verkeerdelijk aanziet voor een bredere strategische terugtrekking van de VS uit Europa is een andere zaak.

Ondanks de retoriek breekt wat Trump doet niet met de bredere benadering van de Amerikaanse elite, namelijk om de wereldmacht te behouden, onder andere met behulp van de NAVO en een volgzaam Europa, in plaats van de Verenigde Staten te isoleren achter de Atlantische en de Stille Oceaan. De NAVO zal een instrument blijven van de macht van het Noorden, ongeacht de onvermijdelijke oppervlakkige onenigheden van de komende periode.

De titel van dit dossier, “NATO: The Most Dangerous Organisation on Earth”, volgt het oordeel van de politicoloog Peter Gowan (1946-2009) over het NAVO-bombardement en het uiteenvallen van Joegoslavië in 1999: “We moeten twee onfortuinlijke feiten in gedachten houden : ten eerste dat de NAVO-staten vastbesloten waren en zijn om de wereldwijde ongelijkheden in macht en rijkdom te vergroten, om elke uitdaging voor hun overweldigende militaire en economische macht in de kiem te smoren, en om bijna alle andere geopolitieke overwegingen ondergeschikt te maken aan deze doelen; en ten tweede dat het voor de NAVO-staten buitengewoon gemakkelijk is om hun binnenlandse electoraat te manipuleren, zodat het gelooft dat die staten de wereldbevolking inderdaad naar een rechtvaardiger en menselijker toekomst leiden, terwijl ze dat in werkelijkheid helemaal niet doen.”1

De NAVO spreekt van mensenrechten en collectieve veiligheid om de onderliggende motivaties voor haar ontstaan en huidige bestaan te verbergen. Het is zinvol om die retoriek even te vergeten en te kijken naar de werkelijke staat van dienst van deze militaire – lees : niet op mensenrechten gerichte – alliantie.

Dit dossier bestaat uit drie delen. Het eerste deel gaat over de geschiedenis van de NAVO en onderzoekt de rol die het bondgenootschap speelt in het door de VS-geleide imperialistische systeem. Het tweede deel richt zich op de manier waarop de NAVO zich sinds de val van de Sovjet-Unie heeft geherdefinieerd als politieagent van de wereld en – zoals het derde deel aantoont – op verschillende manieren heeft ingegrepen in het Globale Zuiden.

Het agressieve bondgenootschap

Het idee voor de NAVO ontstond tijdens de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog, toen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk begonnen te overleggen over nieuwe veiligheidsafspraken nadat de fascistische machten in Europa waren verslagen.2 In 1945 organiseerden de Verenigde Staten de Conferentie van San Francisco, waar de Verenigde Naties werden gevormd. Het VN-Handvest, dat door de vijftig deelnemers aan de conferentie werd geratificeerd, stond (in Hoofdstuk VIII, Artikel 52) de vorming van regionale veiligheidsorganisaties toe en schonk hen het recht om dwangmaatregelen te nemen – zoals sancties en militaire interventie –, zij het alleen mits toestemming van de VN-Veiligheidsraad (in Hoofdstuk VIII, Artikel 53).3 Op basis van die bepaling in het VN-Handvest brachten de Verenigde Staten tien Europese landen en Canada samen om in 1949 het Verdrag van Washington te ondertekenen en de NAVO op te richten.

De Europese landen die zich aansloten bij de NAVO hadden uiteenlopende naoorlogse ervaringen : de meeste van hen, zoals Frankrijk en Duitsland, moesten hun militaire troepen vrijwel van nul heropbouwen; andere, zoals Groot-Brittannië, behielden een relatief ongeschonden leger, terwijl één land – IJsland – helemaal geen staand leger had. De NAVO voorzag die landen van een Amerikaans militair (en nucleair) schild. In 1949 liet de Central Intelligence Agency (CIA) een memorandum rondgaan : het echte doel van de NAVO was niet alleen om de Sovjet-Unie af te schrikken zodat ze Europa niet zou bedreigen, maar ook om de “Duitse macht op lange termijn onder controle te houden” en uit te maken “wie het Duitse potentieel gaat controleren en zo het machtsevenwicht in Europa in handen houdt”. Deze compromisloze beoordeling schetst een nauwkeuriger beeld van de NAVO dan een exegese van haar handvest. ‘Review of the World Situation’, Central Intelligence Agency, 17 mei 1949.4 De CIA stond hierin niet alleen. Ook in Europa werd zo gedacht. Zoals de eerste secretaris-generaal van de NAVO, Lord Hastings Lionel Ismay, in 1952 in een intern memorandum schreef, moest de organisatie “de Sovjet-Unie buiten, de Amerikanen binnen en de Duitsers eronder houden”.5

We moeten in gedachten houden dat de NAVO-staten vastbesloten zijn om de wereldwijde ongelijkheden te vergroten en om elke uitdaging voor hun macht in de kiem te smoren.

Het Tricontinental Institute for Social Research is een internationale onderzoeksinstelling die zich nauw verbindt met sociale bewegingen. Het richt zich op het stimuleren van intellectueel debat dat menselijke belangen dient en niet die van het geld.

Het jaar voor de oprichting van de NAVO mijmerde George Kennan van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken dat de Verenigde Staten “weliswaar beschikten over ongeveer 50 % van de rijkdom van de wereld, maar slechts 6,3 % van de bevolking” telden. De implicaties hiervan zouden afgehandeld moeten worden. Kennan schreef in dit verband in het 23e rapport van de beleidsplanningsstaf : “Deze ongelijkheid is vooral groot tussen ons en de volkeren van Azië. In deze situatie worden we onvermijdelijk het voorwerp van afgunst en wrok. Onze echte taak in de komende periode is om een netwerk van relaties uit te werken dat ons in staat stelt die positie van ongelijkheid te handhaven zonder schade te berokkenen aan onze nationale veiligheid.”6

De oprichting van het “netwerk van relaties” dat moest dienen om de “afgunst en wrok” van de volkeren in Azië en het bredere Globale Zuiden onder controle te houden, ging één jaar aan de oprichting van de NAVO vooraf, toen de VS de veiligheidsafspraken in de Amerikaanse landen hervormden door middel van het Inter-Amerikaanse Verdrag voor Wederzijdse Bijstand (of het Verdrag van Rio) van 1947 en vervolgens met de goedkeuring van een nieuw handvest voor de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) in Bogotá, Colombia, in 1948. Deze beide afsprakenkaders onderwierpen de landen van Latijns-Amerika aan het juk van de Verenigde Staten. Enkele jaren na de oprichting van de NAVO in 1949 sloten de Verenigde Staten veiligheidspacten in Oost-Azië (het Manilla-pact van 1954, dat de Zuidoost-Aziatische Verdragsorganisatie, of SEATO, in het leven riep) en in Centraal-Azië (het Bagdad-pact van 1955, dat leidde tot de oprichting van de Centrale Verdragsorganisatie, of CENTO). Samen met die pacten bond de door de VS-geleide OAS zichzelf tot anticommunistische actie met de creatie van het Speciale Raadgevende Comité voor Veiligheid tegen de Subversieve Actie van het Internationale Communisme in 1962.7

De Verenigde Staten zetten dit netwerk van militaire pacten op poten om twee redenen : om de ontwikkeling van communistische partijen of krachten in de betreffende regio’s te belemmeren en om invloed te kunnen uitoefenen op regeringen wereldwijd. Dit maakte deel uit van een bredere machtsontplooiing, die de VS in staat stelde om militaire basissen te bouwen en te onderhouden – in sommige gevallen met nucleaire capaciteit – ver van de eigen kusten, maar dicht bij China en de Sovjet-Unie. Zo legden de VS de basis voor een wereldwijde militaire aanwezigheid.

Om verschillende redenen begon de behoefte aan militaire pacten tussen de jaren 1960 en 1980 te tanen. Ten eerste hadden de Verenigde Staten wereldwijd al een enorme militaire voetafdruk, met basissen van Japan tot Honduras die door bilaterale verdragen tot stand waren gekomen. Ten tweede was de militaire technologie er enorm op vooruitgegaan, waardoor de VS veel flexibeler en mobieler konden omgaan met hun arsenaal aan middellangeafstandsraketten, nucleaire onderzeeërs en enorme luchtcapaciteit. Ten derde hadden de VS een strategie ontwikkeld die bekend stond als ‘interoperabiliteit’: Washington kon de verkoop van de eigen militaire technologie aan geallieerde landen gebruiken om gezamenlijke militaire oefeningen te promoten, die effectief zouden worden uitgevoerd onder militair bevel van de VS en meestal met het oog op de behartiging van de strategische belangen van de VS. Tot slot hadden de VS regionale commandostructuren opgezet – zoals Pacific Command in 1947 (Pacom, dat in 2018 Indo-Pacific Command zou worden), Southern Command (Southcom) in 1963 en Central Command (Centcom) in 1983 – die al bilaterale en multilaterale overeenkomsten hadden gesloten met geallieerde legers.

De VS hadden daarom geen extra regionale militaire allianties nodig. Die nieuwe mechanismen voor de wereldwijde militaire voetafdruk van de VS maakten veiligheidspacten op plaatsen zoals Azië en het Midden-Oosten minder noodzakelijk. SEATO werd in 1977 ontbonden, grotendeels door gebrek aan belangstelling van de Zuidoost-Aziatische landen. Twee jaar later, na de Iraanse revolutie, gebeurde hetzelfde met CENTO.8 In Latijns-Amerika ging het er helemaal anders aan toe. Daar is de OAS tot de dag van vandaag actief en zoomt ze volop in op Cuba om de invloed van links in Latijns-Amerika zo klein mogelijk te houden (Cuba werd in 1962 uit de organisatie gezet, waarna Fidel Castro de organisatie het ‘Ministerie van Koloniën’ noemde).

Naast de OAS was de NAVO de andere, en cruciale, uitzondering. Van ontbinding was hier geen sprake. De woorden van Lord Hastings bleven gelden. “Houd de Sovjet-Unie buiten”: behoud de militaire basissen van de VS en de NAVO, met hun Amerikaanse kernwapens, in Europa, als afschrikmiddel tegen elke stap van de Sovjet-Unie buiten de grenzen die na de Tweede Wereldoorlog waren vastgelegd. “Houd de Amerikanen binnen”: vanuit het perspectief van de VS kwam dit in feite neer op ‘ de Europeanen in bedwang houden’, wat betekende dat ze nooit een eigen continentaal leger mochten oprichten en dat elke keer dat de uitbreiding van de Europese Unie (EU) ter sprake kwam, ook de NAVO moest worden uitgebreid om de invloed van de VS in de regio te behouden. “Houd de Duitsers eronder”: zorg ervoor dat de oude imperialistische machten geen andere ambities hebben dan ondergeschikte bondgenoten te zijn van de Verenigde Staten, een visie die de VS niet alleen voor Duitsland, maar ook voor heel Eurazië – en vooral voor Japan – bleef doordrukken. De NAVO bleef daarom een essentieel onderdeel van de architectuur van het Amerikaanse imperialisme.

Toen de Sovjet-Unie ineenstortte, vreesde de wapenindustrie dat er een ‘vredesdividend’ zou volgen en hun winsten hieronder zouden lijden.

Ongeacht wat de VS- en NAVO-functionarissen zeiden, was het duidelijk dat ze met dit militaire pact drie doelen hadden : voorkomen dat links binnen de alliantie zou groeien (vernietiging van de volksfronten in Frankrijk, Griekenland en Italië aan het eind van de jaren veertig en in de jaren vijftig, en van de anti-oorlogsbeweging in West-Duitsland in de jaren zestig en zeventig), het socialistische blok (waaronder, na 1959, de Cubaanse revolutie) in bedwang houden en terugdringen, en voorkomen dat de nationale bevrijdingsbewegingen in Afrika en Azië zouden triomferen (inclusief steun aan Portugals koloniale oorlogen in Afrika van de jaren zestig tot de jaren zeventig, en hulp aan de Verenigde Staten in Korea aan het begin van de jaren vijftig en in Vietnam van de jaren zestig tot de jaren zeventig).9

Global NATO

In november 1991, een maand voor de formele ontbinding van de Sovjet-Unie, bracht de NAVO een rapport uit getiteld New Strategic Concept, dat bevestigde dat er een ‘nieuw, veelbelovender tijdperk in Europa’ was aangebroken.10 In dit klimaat hadden de NAVO-leden het vertrouwen kunnen verzamelen om te zeggen: laten we het bondgenootschap opheffen. In plaats daarvan legitimeerden ze het voortbestaan ervan door te waarschuwen voor ‘multidirectionele’ dreigingen die gecoördineerde interventies noodzakelijk maakten, zelfs buiten het grondgebied van NAVO-lidstaten.

In 1997 zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel dat nu de Sovjet-Unie weg was, “veel mensen geloven dat we niet langer geconfronteerd worden met zo’n gedeelde dreiging, maar ik denk van wel”. Wat was dan het doel van de NAVO? Albright maakte het duidelijk: “De bedoeling is om een einde te maken aan de verspreiding van nucleaire, chemische en biologische wapens. De ontvlambare combinatie van technologie en terreur te doven, net als de mogelijkheid, hoe ondenkbaar ook, dat massavernietigingswapens in handen vallen van mensen die geen scrupules hebben om ze te gebruiken. Die dreiging komt grotendeels uit het Midden-Oosten en Eurazië, dus vooral Europa loopt gevaar.”11

Met andere woorden, de NAVO moest ingrijpen in gebieden buiten Europa om Europa te beschermen. Dit is de liefdadige, oppervlakkige interpretatie, maar we kunnen de duidelijke woorden van Albright ook anders interpreteren. Sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie gaf Rusland zich – onder de inschikkelijke president Boris Jeltsin (die zijn herverkiezing in 1996 te danken had aan inmenging van de VS) – in feite over aan de VS. Dus maakten de Verenigde Staten van de gelegenheid gebruik om hun eigen overweldigende militaire macht en die van hun belangrijkste mondiale instrument, de NAVO, in te zetten om hun heerschappij uit te breiden richting Oost-Europa en alle ‘ backlash states ’ (zoals Anthony Lake van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken ze in 1994 noemde) te straffen die weigerden met het beleid van globalisering, neoliberalisme en het primaat van de VS in te stemmen. In de feiten verhoogde die uitbreiding naar het oosten de onveiligheid van de Baltische staten.12

De regeringen van het Noorden hebben het beeld van een afschrikwekkende vijand nodig om het bestaan van de NAVO te legitimeren. Of het nu gaat om de vermeende dreiging van het communisme (de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog) of beschuldigingen van terrorisme (Al Qaida) of autoritarisme (Rusland en China recenter), de NAVO-lidstaten zaaien angst over de ‘ vijanden van de vrije wereld ’ om hun eigen bevolking te overtuigen van de noodzaak om hun samenleving verder te militariseren, bijvoorbeeld door hun leger en politiemacht uit te breiden.13

In feite was in 1991 al duidelijk geworden dat de Verenigde Staten de NAVO zouden gebruiken om Oost-Europa en Rusland te onderwerpen, en om de alliantie vervolgens in te zetten als wereldwijde politieagent tegen elke ‘ schurkenstaat ’ die de macht van de VS in dit nieuwe tijdperk wilde uitdagen. De manier waarop de NAVO voortaan ingezet werd zou het VS-beleid naar de letter volgen. In 2002 viel in het periodiek gepubliceerde National Security Strategy-document van de regering van president George W. Bush te lezen dat “onze legermacht sterk genoeg zal zijn om potentiële tegenstanders ervan te weerhouden hun militaire macht op te bouwen in de hoop die van de Verenigde Staten te overtreffen, of zelfs maar te evenaren”.14 Dit concept van ‘potentiële tegenstanders’ – aanvankelijk, in 1994, nog ‘backlash-staten’ of ‘schurkenstaten’ genoemd, en in 1998 ‘rampzalig terrorisme’ – zou zich al snel op Rusland en China gaan richten.15

In 1999 trok de NAVO ten oorlog in Joegoslavië om dat land op te breken. Dit was de eerste indicatie dat ze buiten haar mandaat zou gaan opereren.

Aan die beslissing lagen geopolitieke mandaten ten grondslag, maar er was ook geld mee gemoeid. Toen de Sovjet-Unie ineenstortte, vreesde de wapenindustrie dat er een ‘vredesdividend’ zou volgen en hun winsten, die in de voorafgaande periode enorm waren gegroeid, hieronder zouden lijden. Dus richtte de wapenindustrie het US Committee to Enlarge NATO op, met als voorzitter Bruce Jackson (toen vicevoorzitter van Lockheed Martin). Dit comité lobbyde bij het Amerikaanse Congres voor de goedkeuring van de NATO Enlargement Facilitation Act van 1996, een wet om de uitbreiding van de NAVO te faciliteren. In de daaropvolgende twee jaar, van 1996 tot 1998, gaven de zes grootste militaire aannemers 51 miljoen dollar uit om bij het Congres te lobbyen voor uitbreiding van de NAVO.16

Zoals Joel Johnson van de Aerospace Industry Association zei: “Er staat veel op het spel. Wie het eerst binnen is, is de komende vijfentwintig jaar van zijn toekomst verzekerd” (aangezien de verkoop van vliegtuigen enorme extra aankopen van reserveonderdelen en nieuwe vliegtuigen veronderstelt om vloten te onderhouden en uit te breiden).17

Nieuwe NAVO-leden werden met drang aangemoedigd om van de Amerikaanse wapenindustrie te kopen, en zo werd de uitbreiding van de NAVO ook de uitbreiding van de wapenmarkt voor Boeing, Lockheed Martin, McDonnell Douglas, Northrop Grumman, Raytheon en Textron (in die tijd bekend als de ‘grote zes’, allemaal gevestigd in de Verenigde Staten).18 Zo hebben de Europese NAVO-lidstaten tussen 2015-2019 en 2020-2024 hun invoer van wapens meer dan verdubbeld, waarbij 64 % uit de Verenigde Staten kwam.19

De Europese afhankelijkheid van Amerikaanse wapenproducenten is de bureaucraten van de regio al tientallen jaren een doorn in het oog. In 2003 schreef een studie van de Europese Commissie bijvoorbeeld dat “het gevaar bestaat dat de Europese industrie wordt herleid tot een ondergeschikte toeleverancier voor de Amerikaanse wapenproducenten, die de belangrijkste knowhow voor zichzelf houden”.20 Dit maakte deel uit van de bredere visie om Europa ondergeschikt te maken aan de ambities van de VS.

In 1999 overschreed de NAVO elk VN-mandaat voor vredeshandhaving en trok ten oorlog in Joegoslavië om dat land op te breken. Tijdens dat conflict bombardeerde de NAVO de Chinese ambassade in Belgrado, wat de Chinezen nog steeds beschouwen als een opzettelijke daad.21 Dit was de eerste indicatie dat de NAVO buiten haar mandaat zou gaan opereren. Twee jaar later voerde de NAVO een tweede ‘out of area’-operatie uit door deel te nemen aan de door de VS geïnitieerde oorlog in Afghanistan. Dit gaf de NAVO het vertrouwen dat ze nu het vermogen en de toestemming had om op te treden als de politieagent van de door de VS geleide wereldorde. Ivo H. Daalder (die in 2009 VS-ambassadeur bij de NAVO zou worden) en James Goldgeier (een vroege voorstander van de NAVO-uitbreiding) schreven bij deze gelegenheid in 2006 in Foreign Affairs over een zogenaamde ‘Global NATO’.22 Hoewel de NAVO niet formeel deelnam aan de illegale oorlog tegen Irak in 2003, ondersteunde ze tijdens dat conflict zowel Polen als Turkije op het vlak van logistiek en communicatie. In deze periode begon de NAVO haar relaties met militaire machten over de hele wereld uit te breiden, met name in Oost-Europa en Oost-Azië.

Nog voor de Sovjet-Unie ineenstortte beloofde de regering van de Verenigde Staten aan de Sovjetregering dat de NAVO zich niet verder dan de oostgrens van Duitsland zou uitbreiden, dit om de annexatie van de Duitse Democratische Republiek (DDR) mogelijk te maken.23 Maar na de val van de Sovjet-Unie was uitbreiden precies wat de NAVO deed. De bombardementen op Joegoslavië in 1999 waren een niet mis te verstane boodschap voor de Oost-Europese landen: je bent met ons, of je bent tegen ons. In de jaren daarna werden de volgende landen opgenomen in de NAVO: Tsjechië, Hongarije en Polen in 1999; Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slowakije en Slovenië in 2004; Albanië en Kroatië in 2009; Montenegro in 2017 en Noord-Macedonië in 2020. Tijdens dit proces ondernamen de VS stappen om ervoor te zorgen dat het nu herenigde Duitsland ‘ in bedwang ’ werd gehouden en enkel opereerde binnen door Washington vastgelegde grenzen24 De uitbreiding van de EU naar het oosten was geoorloofd, maar deze werd voorafgegaan door (of liep op zijn minst gelijk met) de uitbreiding van de NAVO. Op die manier werd de hegemonie van de VS in het westelijke blok, en vooral in Oost-Europa, veiliggesteld.

Hoewel vier landen die aan Rusland grenzen (Estland, Litouwen, Letland en Polen) halverwege de jaren 2000 al lid waren geworden van de NAVO, was de Russische regering niet van plan om ook Georgië en Oekraïne, twee landen die lange grenzen met Rusland hebben, toe te laten tot de alliantie. Op de NAVO-top van april 2008 in Boekarest blokkeerden Frankrijk en Duitsland, in een context van toenemende Europese afhankelijkheid van Russisch aardgas en olie, nog de toetreding van Georgië en Oekraïne. Na een Georgische militaire confrontatie met Rusland datzelfde jaar stuurde Rusland troepen naar Zuid-Ossetië.

Dit was het eerste signaal van waar Moskou toe bereid was om de ambities van Georgië om lid te worden van de EU of de NAVO te fnuiken. De door de VS in de hand gewerkte afzetting van de Oekraïense regering in 2014, de druk van het mondiale Noorden om Oekraïne lid te maken van de NAVO en de terugtrekking van de VS uit belangrijke verdragen voor wapenbeheersing – waaronder het ABM-verdrag (Anti-Ballistic Missile Treaty) uit 2002 en het INF-verdrag (Intermediate-Range Nuclear Forces Treaty) uit 2019 – suggereerden aan Rusland dat Washington nucleaire middellangeafstandsraketten aan zijn grens wilde plaatsen.25 Voor Moskou was dit een rode lijn, en het leidde tot de Russische invasie van Oekraïne in 2022.

De Verenigde Staten klagen al sinds het begin van de jaren 1950 dat ze de last van de NAVO-uitgaven moeten dragen, omdat Europese landen niet genoeg uitgeven aan militaire capaciteit.26 Niettemin bleven de militaire uitgaven van de Europese landen laag en in de jaren zeventig daalden ze zelfs. Dit was een gevolg van de détente die volgde op de ondertekening van het ABM-verdrag in 1972 en de akkoorden van Helsinki in 1975 enerzijds, en van de stagflatie die de Europese economieën toendertijd in haar greep hield anderzijds. In de jaren tachtig zette de toenmalige Amerikaanse president Ronald Reagan Europa onder druk om de militaire uitgaven te verhogen. In het tijdperk na de Koude Oorlog spreken Amerikaanse functionarissen opnieuw unisono over de noodzaak van hogere Europese militaire uitgaven.

De VS beloofde aan de Sovjetregering dat de NAVO zich niet verder dan de oostgrens van Duitsland zou uitbreiden. Na de val was uitbreiden precies wat gebeurde.

Tegelijkertijd zag Europa in dat het door zijn afhankelijkheid van de VS niet onafhankelijk kon opereren. Na de oorlogen in Bosnië (1995) en Joegoslavië (1999) bijvoorbeeld, kwam het debat over die afhankelijkheid op gang.27 Het streven om het Europese navigatiesatellietsysteem Galileo te bouwen werd grotendeels ingegeven door deze angst. “Als de EU het nodig vindt om een veiligheidsmissie uit te voeren die de VS niet in hun belang achten,” merkt een document van de Europese Commissie in 2002 op, “zal Europa machteloos staan tenzij het beschikt over de satelliettechnologie die vandaag de dag onmisbaar is”.28 Op de NAVO-top in Riga in 2006 komen de lidstaten overeen dat ze hun militaire uitgaven moeten verhogen tot 2% van hun bbp, een norm die opnieuw bekrachtigd wordt op de NAVO-top in Wales in 2014.29

Hoewel ze zich bewust zijn van de problemen van militaire afhankelijkheid, wilden de Europese staten toch onder militaire bescherming van de VS blijven. Europese leiders haastten zich van de ene NAVO-top naar de andere om het eens te worden over de verhoging van hun militaire uitgaven, ongeacht de schade die dit zou toebrengen aan hun samenlevingen en aan hun eigen buitenlandbeleid, dat steeds meer werd gemilitariseerd. In 2022 gaf de Duitse bondskanselier Olaf Scholz een toespraak die bekend zou worden onder de naam “Zeitenwende” (veranderende tijden, nvdv), waarin hij een fonds van 100 miljard dollar beloofde om de militaire uitgaven te verhogen.30 Wanneer de regering van de VS vervolgens in 2025 besliste om de militaire hulp aan Oekraïne stop te zetten, negeerde de Duitse regering, nu onder leiding van Friedrich Merz, haar eigen schuldenrem (een plafond dat lenen door de overheid beperkt en dat in 2009 in de Duitse grondwet verankerd werd) om de militaire uitgaven te verhogen31 – dit terwijl diezelfde Duitse regering tegenover haar eigen bevolking en die van armere Europese landen zoals Griekenland steeds op hoge toon gepleit had voor fiscale voorzichtigheid. Datzelfde jaar kondigde de EU tevens plannen aan om 800 miljard euro aan oorlogskredieten goed te keuren.32 Met andere woorden, er kan wel geld worden gevonden voor de NAVO, maar niet voor de sociale zekerheid of voor kritieke infrastructuur.33

De NAVO en het globale Zuiden

In 2023, een jaar na de inval van Rusland in Oekraïne, haalde de Duitse ambassadeur Christoph Heusgen uit naar de premier van Namibië, Saara Kuugongelwa-Amadhila, over het feit dat haar land Rusland niet had veroordeeld. Kuugongelwa-Amadhila antwoordde kalm dat haar land “een vreedzame oplossing van dat conflict voorstaat, zodat de hele wereld en al haar middelen gebruikt zouden kunnen worden om de leefomstandigheden van mensen over de hele wereld te verbeteren, in plaats van alles te besteden aan de aankoop van wapens, het doden van mensen en het creëren van conflicten”.34 Het geld dat wordt uitgegeven aan wapens, voegde Kuugongelwa-Amadhila eraan toe, zou zelfs in Europa kunnen worden gebruikt, “waar veel mensen het moeilijk hebben”. Wat belangrijk is aan deze discussie is niet zozeer wat Kuugongelwa-Amadhila zei, maar dat ze überhaupt iets zei dat brak met de consensus in het globale Noorden.

Er heerste verbijstering in de ruimte en ver daarbuiten. Waarom spreken deze leiders van kleine en arme landen in het Zuiden zich uit tegen het Noorden en waarom gedragen ze zich niet meer zo onderworpen als vroeger? Zoals de Japanse minister van Buitenlandse Zaken Yoshimasa Hayashi schreef in het voorwoord van het Japanse Diplomatieke Blauwboek 2023, waarin de opkomst van het mondiale Zuiden wordt beschreven: “De wereld staat nu op een keerpunt in de geschiedenis”.35 In een rapport van november 2024 erkende NAVO-rapporteur en voormalig minister van Buitenlandse Zaken van Litouwen Audronius Ažubalis de veranderingen die de opkomst van het mondiale Zuiden wereldwijd teweegbrengt: “Je kan stellen dat het Westen zich niet snel genoeg heeft aangepast aan deze nieuwe realiteit, waardoor autoritaire mogendheden zoals Rusland en China hun invloed in Azië, Afrika, Latijns-Amerika en de Stille Oceaan aanzienlijk konden uitbreiden, en daar belangrijke economische en geopolitieke voordelen uit konden halen.”36

In 2006 komen de Europese lidstaten overeen dat ze hun militaire uitgaven verhogen tot 2% van hun bbp, ongeacht de schade die dit zou toebrengen aan hun samenlevingen.

Ažubalis ’ analyse toont hoe weinig de leiders van het Noorden begrijpen van de opkomst van het Zuiden. Wat eerder het geval is : de opkomst van een nieuw centrum van industrie en productie in Azië (van India en China tot Vietnam en Indonesië) en de oprichting van een nieuwe reeks ontwikkelingsinstellingen (waaronder de New Development Bank (nieuwe ontwikkelingsbank, nvdv)) bieden de armere landen een zekere mate van onafhankelijkheid van het Internationaal Monetair Fonds, dat aangestuurd wordt door het Amerikaanse ministerie van Financiën. Met andere woorden, het is niet zo dat China een “ aanzienlijke invloed ” verwerft in deze continenten, maar China – en andere landen – zijn nu wel in staat om de ontwikkelingsinspanningen in de armere landen te ondersteunen. Omdat het mondiale Noorden dat niet doet, liggen deze landen niet langer onder de knoet bij dat Noorden.

Het is dwaas om China en Rusland simpelweg af te doen als “autoritaire mogendheden” en ervan uit te gaan dat de vermoeide retoriek van Westers liberalisme en democratie landen die hun economie willen ontwikkelen zal verleiden. Beschuldigingen van autoritarisme zijn al even absurd, komend van landen die sinds mensenheugenis geallieerd zijn met absolute monarchieën. Het onvermogen om de werkelijke beweging van de geschiedenis te begrijpen verlamt de NAVO-intellectuelen, die slechts kunnen terugvallen op de veronderstelling dat de volkeren van Afrika, Azië, Latijns-Amerika en de Stille Oceaan bedrogen worden door Rusland en China en dat ze, als ze maar de waarheid over het Westerse liberalisme en democratie zouden kennen, de juiste beslissing zouden nemen en zich onderwerpen aan het mondiale Noorden.

Niettemin heeft de NAVO een belangrijke aanwezigheid ontwikkeld in het Middellandse Zeegebied, op het Afrikaanse continent en in Azië (en speelt het een kleine rol in Latijns-Amerika, waar haar belangrijkste bondgenoot Colombia is). We focussen hier dan ook op deze drie regio’s met belangrijke NAVO-activiteiten.

De Middellandse Zee, de oorlog tegen het terrorisme en de instrumentalisering van migratie.

Tegen de jaren negentig had de NAVO haar tentakels uitgestrekt om samenwerkingen over de hele wereld te verkennen, te beginnen met wat ze haar ‘zuidelijke nabuurschap’ noemde (namelijk de landen ten zuiden van de Middellandse Zee). In 1994 lanceerde ze zo de Mediterrane Dialooggroep, een forum waar staten buiten de NAVO-zone discussies kunnen voeren met NAVO-lidstaten. In verschillende golven hebben verschillende staten zich bij die dialooggroep aangesloten: van Algerije, Egypte en Israël tot Jordanië, Mauritanië, Marokko en Tunesië. Een heel aantal staten die geen betrekkingen onderhouden met Israël zaten zo toch rond de tafel met de vertegenwoordiger van dat land.

In 2004, een jaar nadat de Verenigde Staten en verschillende NAVO-bondgenoten hun illegale oorlog tegen Irak aanvatten, verzamelde de NAVO vier Arabische Golfstaten (Bahrein, Koeweit, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten) in het Samenwerkingsinitiatief van Istanboel om de militaire samenwerking tussen de NAVO en de Arabische Golfstaten te verbeteren. Verschillende van de deelnemende landen in deze initiatieven (Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, Jordanië en Marokko) namen in 2011 deel aan de NAVO-operatie Unified Protector, die de Libische staat vernietigde. In 2016 opende de NAVO een Strategic Direction South Hub in de buurt van Napels, in Italië; in 2017 volgde een Regionaal Centrum van het Samenwerkingsinitiatief van Istanboel in Koeweit; en vervolgens stelde de NAVO binnen datzelfde dialoogproces voor om een NAVO-verbindingskantoor te openen in Amman, Jordanië. Dit kantoor werd aangekondigd op de NAVO-top van 2023 in Vilnius en het jaar daarop geopend.

Tegen de jaren negentig had de NAVO haar tentakels uitgestrekt om samenwerkingen over de hele wereld te verkennen.

In alle verklaringen en communiqués wordt vol lof gesproken over mensenrechten en democratie, maar in werkelijkheid zijn terrorismebestrijding en het tegenhouden van migranten op zee de ordewoorden. Na de gruwelijke NAVO-oorlog van 2011 tegen Libië, wanneer het bondgenootschap al tot aan de knieën verzonken was in het moeras van de War on Terror, begon het zijn oorlog tegen migranten uit verschillende delen van het Zuiden die naar dat geteisterde land reisden om te proberen de zee over te steken naar Italië. NAVO-leiders begonnen deze tragedie te omschrijven als de ‘instrumentalisering van migranten’, waarmee ze suggereerden dat hun vijanden migranten zouden inzetten als een ‘hybride dreiging’ om de NAVO-landen te overweldigen (deze uitdrukking werd specifiek gebruikt toen Rusland in 2024 asielzoekers uit verschillende landen de grens met Finland liet oversteken). Tijdens een bijeenkomst in Washington in 2024 gaf voormalig secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg met zoveel woorden toe dat “de NAVO een rol te spelen heeft” in de “instrumentalisering van migratie”.37 Dit komt neer op de inzet van het hele arsenaal aan militaire middelen van de NAVO om Fort Europa, een rechts antimigratieconcept, te verdedigen.

Afrika zegt: ‘NAVO, bol het af!’

De meest ingrijpende actie van de NAVO ten zuiden van de Middellandse Zee was het gebruik van geweld om de Libische staat te vernietigen in 2011. Die actie opende de deur voor Afrikanen en anderen om via Libië naar Europa te migreren en zette een terroristische aanval op Algerije, Mali, Burkina Faso en Niger in gang. Meer dan tien jaar later blijft het puin van de NAVO-interventie nog steeds liggen.

Het is opmerkelijk dat deze interventie gebeurde onder het mom van de ‘verantwoordelijkheid om te beschermen’ (‘Responsibility to Protect’, R2P), een internationale norm die ontwikkeld werd door een Verenigde Naties onder voortdurende druk, en die “ervoor moet zorgen dat de internationale gemeenschap er nooit nog in faalt om grootschalige gruweldaden zoals genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuivering en misdaden tegen de menselijkheid een halt toe te roepen”.38 Het International Committee on Intervention and State Sovereignty ontwikkelde R2P in 2001 als reactie op de genocide in Rwanda in 1994 en de NAVO-bombardementen op Joegoslavië in 1999, maar pas nadat de Verenigde Staten het idee van ‘humanitaire interventie’ ondermijnden met hun illegale oorlog tegen Irak in 2003, werden er meer stappen gezet om R2P te bekrachtigen als internationale norm, waarna het formeel werd aangenomen op een VN-top in 2005.

Frankrijk, een van de hoofdrolspelers in de vernietiging van Libië, gebruikte de aanval van terreurorganisaties op de Sahel die uit de Libië-oorlog voortvloeide om zijn eigen militaire interventie in de regio te rechtvaardigen. De Franse troepen zijn ondertussen verdreven door populaire staatsgrepen onder het motto “France, dégage !”.39 Dat sentiment, “Frankrijk, bol het af!”, wordt al snel uitgebreid tot “Europa, bol het af!” “NAVO buiten!”

Voor de meeste mensen op het Afrikaanse continent zou het niet eenvoudig zijn om een onderscheid te maken tussen de EU, de VS en de NAVO. Neem nu het migratiebeleid van de EU. Dat is geen burgerlijk georiënteerd beleid, maar een paramilitair beleid. Van 2017 tot 2021 patrouilleerden de Italiaanse Arma de Carabinieri en de Spaanse Guardia Civil in de Sahel onder de vlag van de Rapid Action Groups for Monitoring and Intervention in the Sahel (GAR-SI). En ondertussen zetten de VS vanuit AB 201, een enorme Amerikaanse militaire basis in Agadez (Niger), surveillancedrones in.40 Franse militaire interventie, VS-basissen in de regio, surveillancetechnologieën in de Sahel en de Sahara die in Europa streng gereguleerd of verboden zijn: dat is hoe Noord-Afrika de NAVO ervaart – ze dient niet om mensenrechten te vrijwaren, maar om geweld te komen plegen.41

Sinds 2009 zijn de VS China steeds meer als hun belangrijkste rivaal gaan zien, waardoor de NAVO haar gebied heeft moeten uitbreiden om de Chinezen op hun plaats te houden.

Niettemin vormt de aanwezigheid van de NAVO in Afrika een uitdaging voor de regeringen op het continent, die blijven zoeken naar geld en technische hulp. Deze dynamiek schonk de NAVO in 2015 het recht om een verbindingskantoor op te zetten in het hoofdkwartier van de Afrikaanse Unie (AU) in Addis Abeba, Ethiopië.42 Deze toegeving maakt het Afrikaanse staten mogelijk om training en fondsen aan de NAVO te vragen voor de ontluikende African Standby Force (een van de vijf regionale strijdkrachten van de Economic Community of West African States Standby Capacity, die op het punt stond om Mali, Burkina Faso en Niger binnen te vallen na hun staatsgrepen in respectievelijk 2021, 2022 en 2023).43 Tot vandaag lopen Afrikaanse militaire leiders de deur plat bij de militaire hoofdkwartieren van NAVO-landen, in wat geformaliseerd is als de Military-to-Military Staff Talks van de NAVO en de AU.44 Met dit soort gezellige theekransjes betekent het bijna niets dat de Vredes- en Veiligheidsraad van de AU in 2016 een verklaring aflegde waarin de lidstaten werd gevraagd ‘behoedzaam’ om te gaan met buitenlandse militaire basissen op hun grondgebied.45

De uitdaging van China voor de NAVO

Met de oorlogen in Joegoslavië, Afghanistan en Libië stapte de NAVO de grenzen van haar werkgebied te buiten. Daar ligt echter nog lang niet de limiet van haar imperialistische ambities. Zoals Sten Rynning van het Deense Institute for Advanced Study schreef in zijn boek NATO: From Cold War to Ukraine, a History of the World’s Most Powerful Alliance: “Natuurlijk kan de NAVO het zich niet veroorloven om het Indo-Pacifische gebied te negeren, die regio is de voornaamste geopolitieke bekommernis van de Verenigde Staten geworden.”46 De taal van deze formulering is interessant: De NAVO “kan het zich niet veroorloven” de bekommernis te negeren van de Verenigde Staten – dus niet van de NAVO-leden. Met andere woorden, Rynning, wiens boek het dichtste is dat we ooit zullen komen bij een officieel toegestane studie van de NAVO, geeft hier twee dingen openlijk toe. Ten eerste dat het beleid van de organisatie niet wordt bepaald door de Noord-Atlantische Raad (officieel het belangrijkste besluitvormingsorgaan van de NAVO), maar door de Verenigde Staten. Ten tweede dat, sinds 2009 (toen Barack Obama president van de VS werd), de VS China steeds meer als hun belangrijkste rivaal zijn gaan zien, waardoor de NAVO haar gebied heeft moeten uitbreiden om de Chinezen te bedreigen en op hun plaats te houden.

Tot voor kort beschreef de NAVO China als een land dat zowel kansen als uitdagingen biedt, zoals ze schreef in de Verklaring van Londen van 2019. Twee jaar later besloot de NAVO onder druk van de VS dat China niet langer ‘kansen’ bood, maar dat zijn “openlijke ambities en assertieve gedrag systemische uitdagingen vormen voor de op regels gebaseerde wereldorde en voor gebieden die relevant zijn voor de veiligheid van het bondgenootschap” (volgens de Verklaring van Brussel van 2021). In een essay dat in 2023 op de NAVO-website werd gepubliceerd stelde Luis Simón van het Real Instituto Elcano in Madrid (dat is opgericht en wordt gefinancierd door de Spaanse staat) dat “China een uitdaging vormt voor een internationaal systeem dat nog steeds grotendeels de trans-Atlantische waarden en belangen weerspiegelt”.47 Dit is een juiste observatie: het is niet zo dat China zich verzet tegen de “op regels gebaseerde wereldorde”, zoals het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken beweert, maar wel dat het weerwerk zou kunnen bieden tegen de trans-Atlantische overheersing van dit systeem.

Simón merkt nog twee andere belangrijke manieren op waarop China ‘relevant’ is voor de veiligheid van de NAVO. Ten eerste heeft China wapensystemen die Europa kunnen bereiken en heeft het ‘kritieke infrastructuur in Europa’. Ten tweede is de Nieuwe Koude Oorlog tegen China “van immens belang voor de Verenigde Staten”, waardoor de NAVO zich moet richten op de Indo-Pacifische grens. Dit versterkt Rynnings punt dat als het belangrijk is voor de VS, het ook belangrijk moet zijn voor de NAVO (hier is Simón, een Spaanse staatsburger, het eens met Rynning, een inwoner van Denemarken: laat hun eigen landen de soevereiniteit van hun buitenlands beleid maar opgeven voor Washington).

De NAVO is al volop actief in het Indo-Pacifisch gebied, zoals blijkt uit haar bereidheid om zich aan te sluiten bij Amerikaanse patrouilles in de wateren rond China.

Deze houding motiveerde de NAVO om haar Individually Tailored Partnership Programme (gecreëerd in 2021) te gebruiken om nauwe banden op te bouwen met Australië en Nieuw-Zeeland (die beide al lid waren van de Five Eyes-alliantie), en met Japan en Zuid-Korea. Deze landen maken nu deel uit van de Indo-Pacific 4 (IP4) en woonden de NAVO-top van 2022 in Madrid bij als bijna-leden.48 Vervolgens riep de Japanse premier Shigeru Ishiba in september 2024 op tot de vorming van een “Aziatische NAVO”. Het bondgenootschap overwoog in het verleden ook al om een verbindingskantoor in Tokio te openen, maar een Aziatische NAVO zou grotendeels overbodig zijn, zoals blijkt uit de landen die zetelen in een aantal netwerken die deel uitmaken van de Indo-Pacifische strategie van de Verenigde Staten:

  • Five Eyes, een netwerk van inlichtingendiensten gebonden door geheime overeenkomsten tussen Australië, Nieuw-Zeeland, Canada, het VK en de VS
  • de Quadrilaterale Veiligheidsdialoog (of Quad), waar Australië, India, Japan en de Verenigde Staten deel van uitmaken;
  • The Squad, waarin het minder enthousiaste India vervangen werd door de Filipijnen;
  • de alliantie Australië-Verenigd Koninkrijk-Verenigde Staten (AUKUS);
  • de alliantie Japan-Zuid-Korea-VS (JAKUS).

Daarnaast heeft de regering van de Verenigde Staten de Chinese provincie Taiwan op provocerende wijze betrokken bij aangroei van de NAVO in Azië. In het ontwerp van de Taiwan Policy Act van het Amerikaanse Congres wordt Taiwan bijvoorbeeld beschouwd als een “belangrijke niet-NAVO-bondgenoot”, terwijl een amendement op de Arms Export Control Act van 1976 Taiwan opneemt in de lijst van “NAVO-Plus-ontvangers”, waardoor het land verschillende soorten non-proliferatieregels kan omzeilen.49

Met andere woorden, er zijn al verschillende platforms die dienstdoen als een Aziatische NAVO, en de NAVO is al volop actief in het Indo-Pacifisch gebied, zoals blijkt uit haar bereidheid om zich aan te sluiten bij Amerikaanse patrouilles in de wateren rond China en om basissen en allianties uit te bouwen. De Atlantische alliantie van de NAVO heeft al koers gezet naar de Stille Oceaan. Dit is 21e-eeuwse kanonneerbootdiplomatie.

In 1839 hadden de Britse schepen die de Chinezen opium opdrongen, suggestieve namen zoals de HMS Volage en de HMS Hyacinth. De eerste (Volage) suggereerde wispelturigheid, en de tweede (Hyacinth) was een verwijzing naar de Griekse mythologie en duidde op jaloezie. Deze namen zijn het onthouden waard. Ook de NAVO-bondgenootschappen zijn wispelturig. Ook de NAVO wordt gedreven door jaloezie. Het bondgenootschap doet alsof het de wereld wil beschermen, maar eigenlijk dient het de belangen van zijn lidstaten, boven die van de rest van de wereld. De NAVO wil het op regels gebaseerde systeem van de VS in stand houden en voorkomen dat andere landen zich ontwikkelen. Dat maakt de NAVO tot de gevaarlijkste en meest reactionaire organisatie ter wereld.

Dit artikel is een vertaling van dossier nr. 89, NATO: The Most Dangerous Organisation on Earth van Tricontinental Institute for Social Research https://thetricontinental.org/dossier-nato-the-most-dangerous-organisation/

Footnotes

  1. Peter Gowan, ‘The NATO Powers and the Balkan Tragedy’ , New Left Review, nr. I/234 (maart-april 1999), 103.
  2. Sevim Dagdelen, NATO: A Reckoning with the Atlantic Alliance, (LeftWord Books, 2024); Sten Rynning, NATO: From Cold War to Ukraine, a History of the World’s Most Powerful Alliance (Yale University Press, 2024); Grey Anderson, red., Natopolitanism. The Atlantic Alliance Since the Cold War (Londen: Verso, 2023).
  3. Voor meer informatie over de conferentie in San Francisco, zie Tricontinental: Institute for Social Research, The New Cold War Is Sending Tremors through Northeast Asia, dossier nr. 75 , 2024 mei 2024, https://thetricontinental.org/dossier-76-new-cold-war-northeast-asia/.
  4. ‘ Review of the World Situation’ , Central Intelligence Agency , 17 mei 1949.
  5. ‘Lord Ismay’ , North Atlantic Treaty Organisation , geraadpleegd op 16 maart 2024 , www.nato.int/cps/ge/natohq/declassified_137930.htm.
  6. Office of the Historian , Foreign Service Institute , United States Department of State , ‘Report by the Policy Planning Staff’ , rapport nr. 23 , 24 februari 1948 , in Foreign Relations of the United States , 1948 , General; The United Nations , Volume I , Part 2 ( Washington , DC : US Government Printing Office , 1976) , https://history.state.gov/historicaldocuments/frus1948v01p2/d4.
  7. Tricontinental : Institute for Social Research , ‘ The US Ministry of Colonies and Its Summit’ , red alert nr. 14 , 25 mei 2022 , https://thetricontinental.org/red-alert-14-summit-of-the-americas/.
  8. ‘The US Ministry of Colonies and Its Summit’.
  9. ‘Mascha Neumann , ‘East German Weapons in the Fight Against Fascist Portugal’ , Internationale Forschungsstelle DDR , 24 april 2024 , https://ifddr.org/en/east-german-weapons-in-the-fight-against-fascist-portugal/.
  10. ‘The Alliance’s New Strategic Concept (1991)’ , Noord-Atlantische Verdragsorganisatie , geraadpleegd op 1 juli 2022 , www.nato.int/cps/fr/natohq/official_texts_23847.htm ?selectedLocale=en.
  11. Madeleine K. Albright , ‘ Statement by Secretary of State Madeleine K. Albright During the North Atlantic Council Ministerial Meeting’ , Noord-Atlantische Verdragsorganisatie , 16 december 1997 , www.nato.int/docu/speech/1997/s971216aa.htm.
  12. In 1997 schreef Peter Gowan : “Door zich in Polen te vestigen , vergroot de NAVO in feite de onveiligheid van de Baltische staten. De conclusie is onvermijdelijk , dat de eerste en belangrijkste reden om Polen in te trekken , niet de Russische dreiging is , maar de huidige extreme zwakte van Rusland. Vanwege de catastrofale sociale en economische ineenstorting in Rusland en het feit dat de staat op dit moment in handen is van een clan gangsterkapitalisten rond Boris Jeltsin , de protegé van het Westen , is de Russische staat op dit moment niet in staat om weerstand te bieden tegen de uitbreiding. Deze Russische zwakte zal vrijwel zeker tijdelijk zijn. We moeten ervan uitgaan dat de Russische economie en staat zullen herleven. Rusland zou op vlak van grondstoffen gemakkelijk tien keer sterker kunnen worden dan het nu is. De NAVO benut dus een “window of opportunity” die niet lang open zal blijven. Het gaat er dus om om Rusland snel voor een fait accompli te stellen.” Peter Gowan , ‘The Enlargement of NATO and the EU’ , in The Global Gamble : Washington’s Faustian Bid for World Dominance ( Verso , 1999) , 298-299.
  13. George Monastiriakos , ‘Invite Ukraine to Join NATO and Win the Peace in Europe’ , The Hill 23 oktober 2024 , https://thehill.com/opinion/international/4947010-ukraine-nato-membership-war-russia/.
  14. The White House , ‘The National Security Strategy of the United States of America’ , september 2002 , https://2009-2017.state.gov/documents/Organisation/63562.pdf , 39.
  15. Voor “ schurkenstaten ” of “ backlash states ”, zie Anthony Lake , ‘ Confronting Backlash States’ , Foreign Affairs 73 , nr. 2 ( maart-april 1994) : 45-55. Over “ catastrofaal terrorisme ”, zie Ashton Carter , John Deutch , en Philip Zelikow , ‘ Catastrophic Terrorism : Tackling the New Danger’ , Foreign Affairs 77 , nr. 6 ( november-december 1998) : 80-95. Toen Lake dat essay schreef , was hij de Amerikaanse nationale veiligheidsadviseur en Carter was later de Amerikaanse minister van Defensie ( 2015-2017). Deutch was de Amerikaanse onderminister van Defensie ( 1994-1995 ) en vervolgens hoofd van de Central Intelligence Agency ( 1995-1996) , terwijl Zelikowin in 2002 de auteur was van Bush ’ National Security Strategy.
  16. Katharine Q. Seele , ‘ Arms Contractors Spend to Promote Expanded NATO’ , New York Times , 30 maart 1998 , www.nytimes.com/1998/03/30/world/arms-contractors-spend-to-promote-an-expanded-nato.html.
  17. Jeff Gerth en Time Weiner , ‘ Arms Makers See Bonanza in Selling NATO Expansion’ , New York Times , 29 juni 1997 , www.nytimes.com/1997/06/29/world/arms-makers-see-bonanza-in-selling-nato-expansion.html.
  18. Seele , ‘Arms Contractors’.
  19. ‘Ukraine the World’s Biggest Arms Importer; United States ’ Dominance of Global Arms Exports Grows as Russian Exports Continue to Fall’ , Stockholm International Peace Research Institute , 10 maart 2025 , www.sipri.org/media/press-release/2025/ukraine-worlds-biggest-arms-importer-united-states-dominance-global-arms-exports-grows-russian.
  20. Europese Unie , Naar een EU-beleid voor defensiematerieel ( Brussel : Commissie van de Europese Gemeenschappen , 2003), 11.
  21. Tom Stevenson , Someone Else’s Empire. British Illusions and American Hegemony ( Verso Books , 2023) , 46-47.
  22. Ivo H. Daalder en James Goldgeier , ‘ Global NATO’ , Foreign Affairs 85 , nr. 5 ( september-oktober 2006) : 105-113.
  23. Voor een beoordeling van de annexatie van de DDR , zie Internationale Forschungsstelle DDR en Tricontinental : Institute for Social Research , Risen from the Ruins : The Economic History of Socialism in the German Democratic Republic , Studies over de DDR nr. 1 , 20 april 2021 , https://thetricontinental.org/studies-1-ddr/; voor de controverse over de uitbreiding van de NAVO naar het oosten , zie Mary Elise Sarotte , ‘ A Broken Promise ? What the West Really Told Moscow About NATO Expansion’ , Foreign Policy 93 , nr. 5 ( september-oktober 2014) : 90-97 , en haar boek Not One Inch : America , Russia , and the Making of Post-Cold War Stalemate ( Yale University Press , 2021).
  24. Tricontinental : Institute for Social Research , Hyper-Imperialism : A Dangerous Decadent New Stage , Contemporary Dilemmas nr. 4 , 23 januari 2024 , https://thetricontinental.org/studies-on-contemporary-dilemmas-4-hyper-imperialism/.
  25. Voor een breed begrip van de neoliberale verovering van de structuren van Oekraïne , zie Yuliya Yurchenko , Ukraine and the Empire of Capital : from Marketisation to Armed Conflict ( Pluto Books , 2017); voor een beoordeling van de context van de oorlog in Oekraïne , zie John Bellamy Foster , John Ross , Deborah Veneziale , and Vijay Prashad , The United States is Waging a New Cold War : A Socialist Perspective , Tricontinental : Institute for Social Research , Monthly Review , en No Cold War , September 2022 , https://thetricontinental.org/the-united-states-is-waging-a-new-cold-war-a-socialist-perspective/.
  26. Een vroege samenvatting is beschikbaar in Karen Busler , NATO Burden Sharing and the Three Percent Commitment ( Congressional Research Service , 1985 ) en een recentere is Assessing NATO’s Value ( Congressional Research Service , 2019). De overeenkomst in toon en argumentatie in 34 jaar en vijf presidenten is verbluffend.
  27. Zie voor meer informatie British House of Commons Defence Committee , Lessons of Kosovo : Fourteenth Report of the Defence Select Committee ( Londen : Brits parlement , 24 oktober 2000 ) https://publications.parliament.uk/pa/cm199900/cmselect/cmdfence/347/34707.htm.
  28. Helen Caldicott en Craig Eisendrath , War in Heaven. The Arms Race in Outer Space ( New York : The New Press , 2007) , 31.
  29. ‘Press Briefing by NATO Spokesman After the Meeting of the North Atlantic Council at the Level of Defence Ministers’ , vergaderingen van de ministers van Defensie van de NAVO , 8 juni 2006 , www.nato.int/docu/speech/2006/s060608m.htm.
  30. Olaf Scholz , ‘ Policy Statement by Olaf Scholz , Chancellor of the Federal Republic of Germany and Member of the German Bundestag , 27 February 2022 in Berlin’ , Pers- en Voorlichtingsbureau van de Bondsregering , 27 februari 2022 , www.bundesregierung.de/breg-en/news/policy-statement-by-olaf-scholz-chancellor-of-the-federal-republic-of-germany-and-member-of-the-german-bundestag-27-february-2022-in-berlin-2008378.
  31. David McHugh , ‘ Germany to Ease Government Debt Limits in Major Step Aimed at Boosting Economy , Defense Spending’ , AP News , 5 maart 2025 , https://apnews.com/article/germany-ukraine-debt-brake-economy-military-spending-74be8e96d8515ddddd53a99a69957651.
  32. Le Monde met AFP , ‘ EU Chief Unveils € 800 Billion Plan to “ Rearm ” Europe’ , Le Monde , 4 maart 2025 , www.lemonde.fr/en/european-union/article/2025/03/04/eu-chief-reveals-800-billion-plan-to-rearm-europe_6738782_156.html.
  33. Janan Ganesh , ‘ Europe Must Trim Its Welfare State to Build a Warfare State’ , Financial Times , 5 maart 2025 , www.ft.com/content/37053b2b-ccda-4ce3-a25d-f1d0f82e7989.
  34. Saara Kuugongelwa-Amadhila , ‘ Main Stage I : Defending the UN Charter and the Rules-Based International Order’ , paneldiscussie tijdens de Veiligheidsconferentie van München , München , 18 februari 2023 , https://securityconference.org/mediathek/asset/main-stage-i-defending-the-un-charter-and-the-rules-based-international-order-20230218-0917/.
  35. Tricontinental : Institute for Social Research , The Churning of the Global Order , dossier nr. 72 , 23 januari 2024 , https://thetricontinental.org/dossier-72-the-churning-of-the-global-order/.
  36. Audronius Ažubalis , NATO and the Global South , ( Parlementaire Vergadering van de NAVO , 2024) , 13 , www.nato-pa.int/document/2024-nato-and-global-south-report-azubalis-055-pcnp.
  37. ‘ Speech by NATO Secretary General Jens Stoltenberg at the Wilson Center Auditorium Followed by Q&A’ , Noord-Atlantische Verdragsorganisatie , 17 juni 2024 , www.nato.int/cps/en/natohq/226742.htm ?selectedLocale=en.
  38. ‘What is R2P’ , Global Centre for the Responsibility to Protect , www.globalr2p.org/what-is-r2p/
  39. Vijay Prashad , ‘ In Africa They Say , “ France , Get Out ! ” : The Nineteenth Newsletter ( 2024)’ , Tricontinental : Institute for Social Research , 9 mei 2024 , https://thetricontinental.org/newsletterissue/the-sahel-seeks-sovereignty/.
  40. ‘ Groupes d’Action Rapides – Surveillance et Intervention au Sahel ( GARSI) ’ [Rapid Action Groups – Surveillance and Intervention in the Sahel ( GARSI)] , CIVIPOL , 15 juni 2021 , https://civipol.fr/fr/projets/groupes-daction-rapides-surveillance-et-intervention-au-sahel-garsi.
  41. Tricontinental : Institute for Social Research , Defending Our Sovereignty : US Military Bases and the Future of African Unity , dossier nr. 42 , 5 juli 2021 , https://thetricontinental.org/dossier-42-militarisation-africa/ , en Antonella Napolitano , Artificial Intelligence : The New Frontier of the EU’s Border Externalisation Strategy ( Kopenhagen : EuroMed Rights , juli 2023).
  42. ‘ Cooperation with the African Union’ , Noord-Atlantische Verdragsorganisatie , 27 april 2023 , www.nato.int/cps/fr/natohq/topics_8191.htm ?selectedLocale=en.
  43. Hanna Eid , ‘ A New World Born from the Ashes of the Old’ , Interventions nr. 5 , Tricontinental Pan Africa , 8 oktober 2024 , https://thetricontinental.org/pan-africa/eid-interventions-5/.
  44. ‘ NATO Delegation Takes Part in Ninth Round of Military-to-Military Staff Talks with the African Union’ , Noord-Atlantische Verdragsorganisatie , 28 november 2024 , www.nato.int/cps/en/natohq/news_230897.htm.
  45. ‘The 601th Meeting of the AU Peace and Security Council on Early Warning and Horizon Scanning’ , Afrikaanse Unie , 8 juni 2016 , www.peaceau.org/en/article/the-601th-meeting-of-the-au-peace-and-security-council-on-early-warning-and-horizon-scanning. /Sten Rynning , NATO : From Cold War to Ukraine , a History of the World’s Most Powerful Alliance ( Yale University Press , 2024) , 275.
  46. ‘London Declaration’ , Noord-Atlantische Verdragsorganisatie , 4 december 2019 , www.nato.int/cps/en/natohq/official_texts_171584.htm; ‘ Brussels Summit Communiqué’ , Noord-Atlantische Verdragsorganisatie , 14 juni 2021
  47. Luis Simón , ‘ NATO’s China and Indo-Pacific Conundrum’ , NATO Review , 22 november 2023 , www.nato.int/docu/review/articles/2023/11/22/natos-china-and-indo-pacific-conundrum/index.html.
  48. ‘Relations with Partners in the Indo-Pacific Region’ , Noord-Atlantische Verdragsorganisatie , 24 oktober 2024 , www.nato.int/cps/en/natohq/topics_183254.htm , en Tricontinental : Institute for Social Research , The Churning of the Global Order , dossier nr. 72 , 23 januari 2024 , https://thetricontinental.org/dossier-72-the-churning-of-the-global-order/.
  49. ‘Shigeru Ishiba on Japan’s New Security Era : The Future of Japan’s Foreign Policy’ , Hudson Instituut , 25 september 2025 , www.hudson.org/politics-government/shigeru-ishiba-japans-new-security-era-future-japans-foreign-policy; US-China Economic and Security Review Commission , ‘ Chapter 9 : Taiwan’ , in 2024 Annual Report to Congress ( Washington , DC : US Government Publishing Office , november 2024) , 443-485,www.uscc.gov/sites/default/files/2024-11/Chapter_9–Taiwan.pdf; US Senate Committee on Foreign Relations , Taiwan Policy Act of 2022 ( Washington , DC : Amerikaanse Senaat , 2022) , www.foreign.senate.gov/imo/media/doc/Taiwan%20Policy%20Act%20One%20Pager%20FINAL.pdf; Clinton Fernandes , Sub-Imperial Power. Australia in the International Arena ( Melbourne University Press , 2022); Clinton Fernandes , Island off the Coast of Asia. Instruments of Statecraft in Australian Foreign Policy ( Monash University Press , 2018); Brendon Cannon en Kei Hakata , red. , Indo-Pacific Strategies : Navigating Geopolitics at the Dawn of a New Age ( Londen : Routledge , 2021); Nanae Baldauff , Japan’s Defence Engagement in the Indo-Pacific ( Springer Nature , 2024).