Artikel

De grootste Britse stakingsgolf in 30 jaar

Jonathan White

—12 mei 2023

De Britse vakbonden organiseren stakingsacties in een tempo dat niet meer is vertoond sinds 1989. Het brede publiek steunt volop via evenementen als “Enough is Enough” en “We Demand Better”.

Stakende verplegers in maart 2023 | Shutterstock

Het Britse kapitalisme maakt de grootste stakingsgolf sinds decennia mee. In februari 2023 meldde het Office for National Statistics dat in december 2022 in Groot-Brittannië 843.000 werkdagen verloren gingen door stakingen: het hoogste aantal in één maand sinds de pensioenstaking in de publieke sector in 2011. In heel 2022 gingen meer werkdagen verloren door stakingen dan in enig ander jaar sinds 1989.1

Sinds april vorig jaar heeft de ene na de andere vakbond zijn leden tot staking opgeroepen. In de meeste gevallen hebben zij een overweldigend mandaat voor actie gekregen. Dit ondanks de strenge antivakbondswetgeving die de vakbonden ertoe verplicht hun plannen om over actie te laten stemmen lang van tevoren aan te kondigen en werkgevers informatie te verstrekken die voor de rechter kan worden aangevochten. Vakbonden in de publieke sector moeten ook een bepaald stemmenpercentage halen om legale stakingsacties te kunnen voeren. Twaalf maanden geleden leek dit scenario nog onwaarschijnlijk. Wat zit er achter deze golf van collectieve strijd op de werkplek?

Ondanks de strenge antivakbondswetgeving heeft de ene na de andere vakbond zijn leden tot staking opgeroepen en een overweldigend mandaat gekregen.

Jonathan White is adjunct-redacteur van Theory and Struggle, doceert aan de Marx Memorial Library en werkt als vakbondsfunctionaris. Hij is de auteur van Making Our Own History (Praxis Press, 2020).

De stakingsgolf van 2022-23 is het gevolg van een veelzijdig offensief van de heersende klasse tegen de Britse werkende klasse, dat in een acute fase belandde toen de economie na de Covid-pandemie weer op gang kwam. In deze context hebben de grootste monopolistische bedrijven in de Britse economie de economische ontwrichting van de lockdown gebruikt als rechtvaardiging voor aanvallen op de loon- en arbeidsvoorwaarden van hun werknemers, met als doel hun winsten en dividenduitkeringen aan de eigenaars van financieringskapitaal te verhogen.

Escalerende inflatie als aanleiding

Vanaf december 2020 probeerde een reeks grote Britse bedrijven hun werknemers te ontslaan en opnieuw in dienst te nemen met minderwaardige contracten. British Airways Cargo Division, British Gas (Centrica), retailgigant Tesco en anderen deden aan wat bekend werd als “fire and rehire”. In maart 2022 ging DP Worlds dochteronderneming P&O Ferries nog verder.2 Het bedrijf ontsloeg illegaal zijn hele personeelsbestand van zeevarenden met collectieve arbeidsovereenkomsten om ze te vervangen door uitzendkrachten die werden ingevlogen uit lagelonenlanden. Deze uitzendkrachten werden niet alleen betaald tegen lonen die ongeveer een kwart bedroegen van die van de werknemers die zij vervingen, maar zij moesten ook zware diensten van 12 uur draaien en tot 17 weken aan boord van de schepen verblijven waar zij werkten. Enkele weken daarna lanceerde het geprivatiseerde post- en logistieke bedrijf Royal Mail een venijnige aanval op de collectieve arbeidsvoorwaarden van zijn werknemers. De spoorwegmonopolies, die contracten hebben met de regering over de geprivatiseerde Britse spoorwegen, en het openbare spoorweginfrastructuurbedrijf Network Rail gebruikten hun afhankelijkheid van reddingsoperaties van de overheid als een excuus om te proberen banen, arbeidsvoorwaarden en lonen in de hele spoorwegsector in te dammen.

Tegelijkertijd maakte de conservatieve regering duidelijk dat zij voor 2022 loonmatiging in de hele publieke sector verplicht zou stellen, na jaren van geblokkeerde lonen of luttele stijgingen van 1%. Dit raakte ambtenaren, leraren en de NHS.3

Vakbonden maakten zich reeds klaar voor verzet, maar de druppel die de emmer deed overlopen en de stakingsgolf in gang zette, was de escalerende inflatie in Groot-Brittannië in de loop van 2022. Deze inflatie was geworteld in het streven van monopolies naar maximale winst en aandeelhoudersdividenden. Toen de economieën de opeenvolgende verstoringen van de Covid-pandemie en de oorlog in Oekraïne te boven kwamen, profiteerden transnationale monopolies in de olie-, gas- en logistieke sector van de stijgende vraag om de prijzen op te drijven en recordwinsten te boeken. De oliemaatschappijen BP en Shell boekten vorig jaar recordwinsten van respectievelijk 27 en 39 miljard pond, het dubbele van het jaar daarvoor.4 Parasitaire energiedistributiebedrijven en financiële speculanten die gokten op scherpe schommelingen van de grondstoffenprijzen hebben ook hun slag geslagen. De kosten van deze stijgende prijzen werden doorberekend aan andere bedrijven, die ze probeerden te verhalen op de consument in de vorm van prijsstijgingen en op de werknemers in de vorm van loonsverlagingen.

De ongewoon hoge inflatie in Groot-Brittannië weerspiegelt ook de afhankelijkheid van de invoer en de wanverhouding tussen de kredietexpansie in de economie en de geringe feitelijke accumulatie.

De inflatie, gemeten door de Retail Price Index, steeg in december 2022 tot 13,4% en is sindsdien op dat peil blijven hangen. Prijsinflatie schaadt het loonpakket van werknemers, maar ook de waarde van financiële activa door geldontwaarding. Het duurde dus niet lang voordat de centrale banken, die het financieringskapitaal in het staatsapparaat vertegenwoordigen, de rente verhoogden. In februari 2022 riep Andrew Bailey, de gouverneur van de Bank of England, werkgevers en vakbonden op tot “terughoudendheid” bij loononderhandelingen.5 Tegelijkertijd heeft de Bank de rente gestaag verhoogd met als doel de vraag in de economie te drukken door meer werkloosheid te creëren, de onderhandelingspositie van werknemers te verzwakken en de verwachtingen inzake loonstijgingen te temperen. Renteverhogingen doen misschien niet veel tegen de inflatie, waarvan de wortels diep in de kapitalistische economie liggen, maar ze zijn goed voor de bedrijfswinsten, goed voor financieringskapitalisten en catastrofaal voor de werknemers, die verstrikt raken in een web van krediet en schulden.

Winst voor de aandeelhouders, niks voor de rest

Deze conjuncturele ontwikkelingen vinden hun oorsprong uiteraard in de ontwikkeling binnen de mondiale kapitalistische economie, maar zij weerspiegelen en reageren ook op de versterking van structurele zwakheden in de Britse economie. In de jaren tachtig en negentig verdampte de industriële basis van Groot-Brittannië toen decennia van onderinvestering de Britse bedrijven niet bestand maakten tegen de concurrentie van de Europese monopolies. In de top 100 van bedrijven die op de Londense beurs genoteerd staan, is geen enkel productiebedrijf te vinden. In plaats daarvan wordt de lijst gedomineerd door de grote vier retailbanken, grote retailers en supermarkten als M&S, Tesco en Sainsbury’s, nutsbedrijven als BT, SSE en Centrica, en outsourcingbedrijven als Capita en Serco.6

Britse bedrijven zijn bijzonder “gefinancialiseerd”: gedomineerd door gefinancialiseerde, vaak multinationale monopolies die elke druppel winst uit hun toeleveringsketens persen om de dividenden te laten stromen naar de investeringsbanken en private equity-fondsen die hun aandelen en obligaties bezitten. Dit ligt ook aan de basis van de relatief zwakke productiviteit in Britse bedrijven en verklaart mede de langdurige loonstagnatie in Groot-Brittannië sinds de financiële crash.7 De ongewoon hoge inflatie in Groot-Brittannië weerspiegelt ook de afhankelijkheid van de invoer en de wanverhouding tussen de kredietexpansie in de economie en de geringe feitelijke accumulatie.

Het resultaat van deze ontwikkelingen is een scherpe daling van de levensstandaard in Groot-Brittannië, de langdurigste en grootste afname sinds de jaren vijftig, volgens TUC (Trades Union Congress).8 De gevolgen voor jongeren zijn bijzonder acuut: 52% van de jongeren heeft een slechtbetaalde en onzekere baan. Dit heeft ervoor gezorgd dat werkende mensen zich in groten getale in de vakbondsstrijd mengden. In opeenvolgende golven hebben de werknemers de vakbonden ertoe aangezet eisen in te dienen met betrekking tot de koopkrachtcrisis en defensieve campagnes te voeren om banen en zwaarbevochten arbeidsvoorwaarden te behouden.

De grootste monopolistische bedrijven in de Britse economie hebben de economische ontwrichting van de lockdown gebruikt als rechtvaardiging voor aanvallen op de loon- en arbeidsvoorwaarden van hun werknemers.

Dit begon met de algemene vakbonden Unite en GMB die begin 2021 probeerden “fire and rehire” een halt toe te roepen. Het escaleerde in 2022 toen de vakbonden RMT en CWU looneisen stelden om hun leden te verdedigen tegen aanvallen op hun banen en voorwaarden.9 In de zomer van 2022 staakten werknemers bij de spoorwegen, de postbedrijven, de telecommunicatie en in de havensector. Dankzij de onverzettelijkheid van de werkgever bleven de geschillen levend totdat andere vakbonden zich aansloten. In het najaar van 2022 stemden UCU in de universitaire sector, PCS voor de ambtenaren en het Royal College of Nursing (een historische stemming!) om te gaan staken.10 De bij Unite, GMB en UNISON11 aangesloten ambulancemedewerkers en paramedici stemden in november 2022 voor actie en in januari 2023 boekte de leerkrachtenvakbond National Education Union een belangrijke overwinning toen leerkrachten massaal voor staking stemden. Deze stembusgang werd gewonnen ondanks de strenge wetgeving inzake vakbondsacties. Dit is deels toe te schrijven aan de ervaring die was opgedaan met het organiseren van stemcampagnes om de nodige opkomstcijfers te bereiken, maar ook simpelweg omdat de werknemers geen andere manier zagen om hun woede te uiten over wat hen overkwam.

Tijdens de opkomende stakingsgolf was er sprake van een zekere mate van coördinatie tussen de vakbonden, wat resulteerde in een reeks dagen van algemene stakingsacties waarbij werknemers uit verschillende sectoren op dezelfde dag actievoerden. Op 1 februari 2023 voerden ambtenaren, spoorwegpersoneel, universiteitspersoneel en leerkrachten allemaal op dezelfde dag actie, terwijl op 15 maart in Coventry ambtenaren, artsen in opleiding van de NHS, werknemers van de Londense metro en die van Amazon zich aansloten bij het universiteits- en schoolpersoneel.

Tijdens de stakingsgolf is er een reeks grote mobilisaties geweest van stakende werknemers, linkse organisaties en andere werkende mensen in Londen en in het hele land. Op 18 juni 2022 organiseerde TUC een grote betoging in Londen onder het motto “We Demand Better”, waaraan naar schatting 50.000 mensen deelnamen. Op 1 februari 2023 kwamen zo’n 40.000 stakers in actie en op 15 maart nog eens zo’n 50.000. In het najaar van 2022 werden demonstraties georganiseerd ter ondersteuning van de stakingen en om de bredere werkende klasse te mobiliseren rond de koopkrachtcrisis door linkse actiegroepen zoals de People’s Assembly in Londen en de campagne “Enough is Enough” in steden in het hele land.

Reactie van de regering en heersende klasse op de stakingsgolf

De reactie van de heersende klasse was gevarieerd. Sommige logistieke en transportbedrijven in de particuliere sector waar vakbonden veel leden hebben op strategische gebieden, zagen af van “fire and rehire” of gingen akkoord met aanzienlijke loonregelingen, met name met Unite en GMB.12 In andere bedrijven, waar de structurele macht van de georganiseerde arbeid zwakker is, kregen de werknemers massale aanvallen te verduren van managementteams die vastbesloten waren hun vakbonden te breken, zoals bij GMB bij British Gas en CWU bij Royal Mail. De spoorwegondernemingen hebben in een langdurig geschil standgehouden tegen aanhoudende acties van RMT, in de veilige wetenschap dat zij worden gefinancierd door een regering die bereid is hun verliezen te dekken om wijzigingen in het personeelsbestand door te drukken. Zo hoopt de regeringeen militante vakbond te verslaan en te voorkomen dat zij gedwongen worden tot hernationalisering van de spoorwegen.

In de publieke sector verzette de conservatieve Tory-regering zich aanvankelijk tegen elke regeling die haar loonbeleid in de gezondheidszorg, het onderwijs en het ambtenarenapparaat zou verstoren. Hierbij hebben zij de lijn van de City of London, verwoord door de Bank of England, nauwlettend gevolgd.

De druppel die de emmer deed overlopen en de stakingsgolf in gang zette, was de escalerende inflatie in Groot-Brittannië in de loop van 2022.

Ondertussen heeft de regering de onderdrukking van vakbonden en collectieve onderhandelingen opgevoerd met de Strikes (Minimum Service Levels) Bill. Deze nieuwe wetgeving is de laatste fase in de volledige uitroeiing van vrije collectieve onderhandelingen in Groot-Brittannië, met als doel het afschaffen van het stakingsrecht voor werknemers in zes sectoren (gezondheidszorg, brandweer en reddingsdiensten, onderwijs, vervoer, nucleaire ontmanteling en grensbeveiliging). De werknemers zullen daarmee gedwongen worden hun eigen staking te breken om “minimale dienstverlening” te leveren tijdens legitieme acties. De onverzettelijkheid van de regering in december bleek echter onpopulair: uit peilingen kwam naar voren dat de meerderheid van de mensen de regering de schuld gaf van bijvoorbeeld de stakingen in de NHS. In januari veranderde de regering het geweer van schouder en ging in gesprek met de vakbonden, in de veronderstelling dat de leiders van vakbonden van slechtbetaalde werknemers, waarvan velen nog nooit actie hadden gevoerd, voorzichtig zouden handelen uit angst voor de gevolgen van een langdurig geschil. Op het moment van schrijven stemmen zowel de vakbondsleden van de NHS als de leerkrachten over een nieuw loonvoorstel, terwijl de besprekingen over de spoorwegen worden voortgezet. Andere geschillen blijven bestaan, maar de stakingsgolf heeft voorlopig zijn hoogtepunt bereikt.

Nalatenschap van de stakingsgolf

Wat heeft de stakingsgolf opgeleverd? De loonvoorstellen die de vakbonden hebben gekregen zijn bescheiden, maar niet onbelangrijk. In de publieke sector compenseren ze de inflatie geenszins, maar voor veel werknemers zal het een verschil maken gezien de stijgende kosten van levensonderhoud. In de particuliere sector, waar de vakbonden sterk staan in het vervoer en de logistiek, en in sommige lokale overheidsdiensten zoals de vuilnisophaaldienst, hebben de vakbonden indrukwekkendere overeenkomsten bereikt. In andere sectoren hebben ze het moeilijk gehad. De belangrijkste erfenis is de mate waarin de stakingsgolf resulteert in een meer georganiseerde, klassenbewuste vakbeweging, waarbij tekenen te zien zijn van enige vooruitgang.

Gedurende de hele stakingsgolf hebben de leiders van RMT, en in mindere mate CWU, in hun geschillen een taal van klassenstrijd gehanteerd. Naarmate de koopkrachtcrisis escaleerde en steeds meer werknemers betrokken raakten bij de strijd, werd deze taal van de klassenstrijd geprojecteerd op een reeks grote massademonstraties en -bijeenkomsten. Deze toespraken kregen dan een tweede leven door hun verspreiding op sociale media. Op 18 juni 2022, tijdens de door TUC georganiseerde “We Demand Better”-betoging in Londen, vertelde de algemeen secretaris van RMT, Mick Lynch, de menigte:

“We staken nu te midden van een klassenstrijd. Als jullie voorwaarden worden aangevallen, als jullie loon wordt aangevallen, als jullie banen worden afgepakt, zitten jullie in een klassenstrijd.”

Op 1 februari 2023 sprak Lynch de massale stakingsbijeenkomst in Londen toe en vertelde de menigte dat zij deel uitmaakten van een herboren, actieve, strijdende klassenbeweging.

“Elke werknemer heeft een loonsverhoging nodig, elke werknemer heeft een eerlijke deal nodig. We laten ons niet verdelen. Wij zijn de werkende klasse, en we zijn terug van weggeweest.”

Omdat de bedrijfs- en staatsmedia de groeiende stakingsgolf niet konden negeren, zijn deze leiders er ook in geslaagd de taal van de klassenstrijd naar de platforms van de massamedia te brengen. Op 14 juli 2022 verscheen Eddie Dempsey, adjunct-algemeen secretaris van RMT, in een populair actualiteitenprogramma, waarbij hij vakbondsonderzoek van Unite over monopoliewinsten aanhaalde om te wijzen op de fundamentele klassenstrijd in de economie:

“De FTSE 350-topbedrijven in dit land – hun winsten zijn sinds 2019 met 73 procent gestegen. Wanneer gaan we ons afvragen of zij niet te hebzuchtig zijn? De mensen aan de top van de economie vieren de hele dag feest en alle anderen krijgen te horen dat ze de broekriem moeten aanspannen. Dat kan zomaar niet. Er is een overdracht van rijkdom van mensen uit de werkende klasse naar de mensen aan de top, en dat kan zo niet doorgaan.”13

Video’s van deze toespraken en interviews zijn honderdduizenden keren bekeken op sociale media. Dit is van groot belang omdat de taal van de klassenstrijd nu in de context van koopkrachtcrisis wordt gebruikt, en deze leiders de noodzaak van een grotere klassenorganisatie buiten de onmiddellijke geschillen hebben ingezien. Hierin weergalmen zij de ideeën van de Communistische Partij in Groot-Brittannië. De Britse communisten hebben zich minder sterk gericht op het opleggen van specifieke tactieken aan de stakingsbeweging. In plaats daarvan werken zij aan de verdieping van het klassenbewustzijn en het blootleggen van de klassenbasis van de Britse economie en de staatsmacht van de kapitalistische klasse. Dit groeiende klassenbewustzijn is wellicht de reden dat de regering in het nieuwe jaar een andere koers is gaan varen. De aanhoudende pogingen om het stakingsrecht af te schaffen brengen het klassenkarakter van de regering echter duidelijk aan het licht.

Meer nog dan de behaalde bescheiden loonsverhogingen, zal een beter georganiseerde, klassenbewuste vakbeweging de belangrijkste erfenis van de stakingsgolf zijn.

De opkomst van een zeker klassenbewustzijn binnen de stakingsgolf leidt ook tot een potentieel antagonistische relatie met ontwikkelingen in de politieke tak van de vakbeweging. Een dergelijke klassentaal en -bewustzijn, en de klassenmobilisatie die daaraan ten grondslag ligt, waren niet ontwikkeld in het politieke fenomeen van het Corbynisme, hoewel er een kiem van klassenbegrip lag in de tegenstelling van de belangen van “de velen en de weinigen”. De herovering van de Labour-partij door de rechtervleugel onder Keir Starmer heeft geleid tot beloften aan zowel de aangesloten vakbondsleiders over hervormingen van de antivakbondswetgeving en een “New Deal for Workers”, als beloften aan het grootkapitaal en de City over het macro-economisch beleid van Labour en de lonen in de publieke sector. Deze tegenstrijdigheden zullen in de openbaarheid komen als Labour na 2025 een regering vormt.

Dit artikel kwam tot stand op initiatief van Märxistische Blätter. Een versie verscheen ook in het Duits: Jonathan White, “Die britische Streikwelle 2022/2023” in: Märxistische Blätter, 3_2023.

Footnotes

  1. “Workplace disputes and working conditions”, Office for National Statistics.
  2. Havenexploitant en logistiek bedrijf – DP = Dubai Ports, sinds 2019 eigenaar van de veerbootmaatschappij bekend onder de merknaam P&O Ferries, die veerdiensten verzorgt van het Verenigd Koninkrijk naar Ierland en naar het Europese vasteland.
  3. “Civil Service Pay Remit guidance, 2022 to 2023”, Gov.uk, 31 maart 2022.
  4. Ben King, “Why are BP, Shell, and other oil giants making so much money right now?”, BBC, 12 februari 2023.
  5. Szu Ping Chan, “Don’t ask for a big pay rise, warns Bank of England boss”, BBC, 4 februari 2022.
  6. Marks & Spencer is een van de grootste kledingwinkels van het Verenigd Koninkrijk. SSE plc is een energiemultinational gevestigd in Perth, Schotland. Centrica plc is een internationaal bedrijf voor energiediensten en -oplossingen, moederbedrijf van onder meer British Gas.
  7. Jonathan White, “Where next for Britain’s labour movement?: Reflecting on issues arising from the 2019 election’, Theory and Struggle, 121, 2020.
  8. TUC vertegenwoordigt de meerderheid van de Britse vakbonden.
  9. RMT staat voor National Union of Rail, Maritime and Transport Workers. CWU staat voor Communication Workers Union.
  10. UCU staat voor University and College Union. PCS staat voor Public and Commercial Services Union.
  11. UNISON is een vakbond in de publieke sector met meer dan 1,3 miljoen leden.
  12. Unite vertegenwoordigt werknemers uit een hele reeks sectoren, waaronder lucht- en ruimtevaart, automobielindustrie, bouw, chemie, energie, voedsel en drank, gezondheidszorg, logistiek, media en drukkerijen, openbare diensten, detailhandel, toerisme en vervoer. Samen met GMB is het de grootste vakbond.
  13. Kate Plummer, “RMT’s Eddie Dempsey hailed as ‘new Mick Lynch’ for completely bossing interviews”, Indy100, 15 juli 2022.