Artikels

De geopolitiek van genocide

Rafeef Ziadah

+

Nick Buxton

—2 april 2025

Geleid door economische en militaire macht, heeft het Westen Israël’s koloniale project ingezet als strategisch middel om zijn hegemonie te behouden. De Europese Unie plukt er de vruchten van, genocide of niet.

Het is een strategisch partnerschap dat geworteld is in gemeenschappelijke imperialistische doelen. Inzicht in de grotere geopolitieke wereldkaart is essentieel om effectieve allianties op te bouwen en een effectieve strategie te ontwikkelen voor de strijd tegen de systemen en actoren die het Israëlische koloniale project in stand houden.

Nick Buxton: Wat onthult de genocide in Palestina over de geopolitieke situatie vandaag ? Wie heeft er macht en hoe wordt die macht uitgeoefend?

Rafeef Ziadah: De genocide in Gaza legt de harde realiteit van de huidige geopolitiek bloot en vestigt de aandacht op de machtsmechanismen in een wereld die gevormd wordt door imperialistische ambities en de exploitatie van strategische grondstoffen. Centraal in deze crisis staat de alliantie die westerse machtsstructuren zijn aangegaan met kolonialistische en autoritaire regimes in het Midden-Oosten om hun economische dominantie en geopolitieke controle in stand te houden.

Rafeef Ziadah is een Palestijnse dichter, vakbondsactiviste en onderzoekster. Ze is gevestigd in Londen en doceert aan King’s College. Haar onderzoek richt zich vooral op politieke economie, gender en ras.

De onwrikbare steun voor Israël van de VS en de belangrijkste Europese mogendheden is diep verweven met hun imperialistische belangen in de regio. Als vestigingskolonie fungeert Israël als een westers steunpunt in het Midden-Oosten. Dit koloniale vestigingsproject staat niet op zichzelf : het is ingebed in een bredere controlearchitectuur die ook de olierijke monarchieën in de Golfstaten omvat, zoals Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Het dient ook een regionaal en globaal systeem in stand te houden dat de westerse economische en militaire macht bevordert.

Overeenkomsten zoals de normalisatie-akkoorden tussen Israël en enkele Golfstaten weerspiegelen een bundeling van krachten die is ontworpen om de Palestijnse bevrijdingsstrijd volledig te marginaliseren en die het behoud van het autoritair bestuur en het onttrekken van grondstoffen ten koste van de volkeren in de regio moet garanderen. Hoewel de genocide dit project op losse schroeven heeft gezet, is het onwaarschijnlijk dat het wordt opgegeven en het zal vrijwel zeker later weer in een of andere versie opduiken.

De Palestijnse strijd wordt gedepolitiseerd wanneer de kwestie alleen door een mensenrechtenbril wordt bekeken.

Daarnaast moeten we ook het langere historische traject begrijpen dat hier speelt, en dan vooral de rol van de Oslo-akkoorden en de holle beloften van een tweestatenoplossing. De Oslo-akkoorden waren een poging om de Palestijnse bevrijdingsstrijd om te vormen tot een gecontroleerd staatsvormingsproject dat beperkt blijft tot de Westelijke Jordaanoever en Gaza, waarbij de bredere realiteit van Israël als vestigingskolonie opzettelijk wordt uitgewist.

Wat zegt dit over de koers van het VS-imperialisme ? 


De onwrikbare steun voor Israël onthult veel over de aard en het traject van het VS-imperialisme. In de kern gaat deze relatie niet over gedeelde ideologieën of culturele banden, maar over het strategische belang van Israël als vestigingskolonie voor het veiligstellen en projecteren van de macht van de VS.

Het koloniale project van Israël heeft het land tot een unieke standvastige partner in de regio gemaakt, een partner wiens voortbestaan onlosmakelijk verbonden is met voortdurende westerse steun. In tegenstelling tot andere bondgenoten in het Midden-Oosten, wiens allianties met de VS vaak transactioneel of voorwaardelijk zijn, zorgt de totale afhankelijkheid van Israël van VS-ondersteuning ervoor dat het land opereert als een consequent verlengstuk van de belangen van de VS.

Een van de belangrijkste manieren waarop Israël de imperialistische doeleinden van de VS faciliteert, is door de controle over de kritieke handelsroutes en energiebronnen van het Midden-Oosten te helpen garanderen. Het gaat er niet zozeer om de oliestromen naar de VS of Europa – zij hebben hun energiebronnen gediversifieerd – maar veeleer om de controle van de toegang tot deze bronnen als geopolitiek wapen. Nu China zich ontpopt als een potentiële rivaal van de VS, wordt het vermogen van de VS om de beschikbaarheid en de prijs van olie uit het Midden-Oosten te beïnvloeden een belangrijk instrument om China’s economische groei en strategische opties te beperken en om andere potentiële uitdagers van de globale suprematie van de VS af te weren.

Hoewel figuren als Netanyahu, op wie vaak gefocust wordt, belangrijk zijn, moeten we verder kijken om de diepere langetermijndynamiek
te begrijpen

De strategie van de VS bestaat er ook in een normaliseringsproces tussen de Golfstaten en Israël aan te moedigen, wat een berekende poging is om het overwicht van de VS opnieuw te bevestigen in een regio waar zij de afgelopen jaren relatief veel aan invloed hebben verloren. Deze door de VS gesponsorde overeenkomsten zijn bedoeld om de rol van Israël als centrale pijler van de macht van de VS in de regio te versterken en de Golfstaten nauwer aan de VS-invloed te binden. In wezen gaat die normalisatie niet alleen over diplomatie : ze is een strategische zet om het verschuivende machtsevenwicht in de regio te beheren.

Deze strategie brengt echter aanzienlijke kosten met zich mee, vooral omdat de almaar toenemende genocidale acties van Israël regionale instabiliteit veroorzaken en het aanzien van de VS in de internationale publieke opinie verder uithollen. Het dreigt het bredere systeem van allianties waarop de VS vertrouwt te ondermijnen. Terwijl Golfstaten zoals de VAE de banden met Israël hebben genormaliseerd, blijft de bevolking in de regio sterk gekant tegen de Israëlische acties, wat een spanning creëert die verschillende regimes zou kunnen destabiliseren en, in het verlengde daarvan, ook de regionale strategie van de VS.

Waarom is het belangrijk voor sociale bewegingen om dit geopolitieke schema te begrijpen?

De genocide in Gaza heeft een ongekende golf van wereldwijde solidariteit ontketend, met miljoenen mensen die op straat komen, tentenkampen op universiteitscampussen en activisten die havens en wapenfabrieken blokkeren. Deze golf van protest stelt niet alleen de acties van Israël ter discussie, maar ook de globale systemen die Israël bij deze acties helpen. Maar hoewel dit de Palestijnse zaak meer zichtbaarheid geeft, kan de manier waarop Palestina vaak wordt afgeschilderd de ware aard van de strijd verdoezelen. Maar al te vaak blijven discussies beperkt tot de directe mensenrechtenschendingen door Israël – moorden, arrestaties en landroof – zonder dat de onderliggende machtssystemen die deze schendingen mogelijk maken, aan bod komen. De Palestijnse strijd wordt gedepolitiseerd wanneer de kwestie alleen door een mensenrechtenbril wordt bekeken. De strijd wordt gereduceerd tot geïsoleerde schendingen waardoor de systematische campagne van vestigingskolonialisme gesteund door het westerse imperialisme uit het zicht wordt gehouden.

In wezen wordt deze genocide gesponsord door de VS en de Europese Unie (EU), in het bijzonder door bepaalde EU-lidstaten, die Israël telkens opnieuw groen licht geven om door te gaan met zijn aanvallen en uithongeringstactieken, terwijl ze Israël diplomatiek beschermen en zijn leger bewapenen. Discussies over het Israëlische politieke bestel beperken zich vaak tot de acties van individuen, met name Benjamin Netanyahu, alsof zij alleen de koers van de staat bepalen. Hoewel deze figuren belangrijk zijn, moeten we een verder kijken om de diepere langetermijndynamiek te begrijpen die ten grondslag ligt aan het beleid van Israël. Dit vereist een analyse van de structurele en historische krachten die het koloniale project en zijn bredere rol in de handhaving van de westerse hegemonie aansturen.

De oppervlakkige discussie wordt nog verergerd door het hardnekkige verhaal dat westerse steun voor Israël uitsluitend toeschrijft aan de invloed van een ‘ pro-Israël lobby’. Dit is een gevaarlijke simplistische kijk die de diepere geopolitieke relatie miskent. De onwrikbare alliantie tussen het Westen en Israël is niet slechts een kwestie van de lobby’s en hun invloed. Het is een strategisch partnerschap dat geworteld is in gemeenschappelijke imperialistische doelen.

Nick Buxton is coördinator van het kennisplatform van Transnational Institute (TNI) en een ervaren communicatiespecialist, onderzoeker en redacteur.

Inzicht in de grotere geopolitieke wereldkaart is essentieel om effectieve allianties op te bouwen en een strategie te ontwikkelen die verder gaat dan reactieve solidariteit. Het stelt ons in staat om de systemen en actoren die het Israëlische koloniale project in stand houden, te identificeren en te confronteren, terwijl we tegelijkertijd de valkuil vermijden om autoritaire regimes in de regio te zien als bondgenoten in de strijd voor Palestijnse bevrijding. Deze regimes hebben hun eigen belangen, die vaak geworteld zijn in het behouden van macht of het veiligstellen van economische en militaire voordelen. Ons kritiekloos achter hen scharen kan de bredere doelen van rechtvaardigheid en bevrijding ondermijnen.

Een dergelijke analyse stelt ons ook in staat om ons te richten op de bedrijven en industrieën die profiteren van het koloniale geweld van Israël en dit in stand houden. Wapenproducenten, IT-bedrijven en multinationale ondernemingen spelen een cruciale rol in de realisatie van Israëls koloniale project. Het blootleggen van hun medeplichtigheid is de sleutel tot het verstoren van de winstnetwerken die onderdrukking ondersteunen. Door deze actoren en hun connecties te identificeren, kunnen we strategieën ontwikkelen en interventies sturen die de economische fundamenten van de koloniale overheersing beter aanpakken.

Ten slotte wapent een dieper begrip van het bredere plaatje bewegingen op lange termijn. Dat zorgt ervoor dat we gefocust en strategisch blijven, vooral wanneer we geconfronteerd worden met discussies over een Palestijnse staat of over diplomatieke overeenkomsten die de situatie op het terrein onveranderd laten. Als we de realiteit van de bezetting en onteigening duidelijk voor ogen houden, kunnen we voorkomen dat we ons laten beïnvloeden door oppervlakkige vooruitgang of symbolische gebaren. In plaats daarvan blijven we het voortdurende geweld van de kolonisten aan de kaak stellen en werken we aan een echt antikoloniale toekomst.

Zal de val van het regime in Syrië deze dynamiek veranderen?

Het is nog te vroeg om te voorspellen wat er precies gaat gebeuren in Syrië, omdat er zoveel spelers bij betrokken zijn, elk met hun eigen belangen en agenda’s. We moeten alert blijven op de politieke economie van de situatie, inclusief voorgestelde pijpleidingen, transportroutes en heropbouwprojecten. In de regio heeft ‘ heropbouw ’ vaak gediend als dekmantel voor financiële controle, de bestendiging van verdeeldheid en de consolidatie van de macht van externe actoren.

Voorlopig lijkt Israël zich te richten op het beheersen van de situatie – het heeft meer grondgebied bezet, heeft het Syrische leger als doelwit gekozen en lijkt de voorkeur te geven aan een gefederaliseerd Syrië waarop het invloed kan uitoefenen. Deze benadering komt overeen met de bredere doelen van de vestigingskolonie die zijn grondgebied wil uitbreiden en toekomstige trajecten in zijn voordeel wil vormgeven. De plannen van Israël zullen echter sterk afhangen van de acties en belangen van andere belangrijke spelers.

De onwrikbare steun voor Israël onthult veel over de aard en het traject van het VS-imperialisme.

Het Assad-regime draagt de verantwoordelijkheid voor de wanorde waarin het de Syrische staat achterliet. Doordat het regime zwak was en gesteund werd door externe krachten, zonder echte interne steun, werd het afhankelijk van Rusland en Iran om de greep van Assad op de macht te behouden. Deze fragiliteit creëerde een vruchtbare bodem waarin concurrerende actoren, zowel regionale machten als mondiale spelers, hun belangen in Syrië kunnen nastreven. Net als Israël is het er Turkije bijvoorbeeld veel aan gelegen om zijn controle uit te breiden en tegelijkertijd Koerdische bewegingen te onderdrukken.

Zoals altijd in deze geopolitieke constellaties zijn de betrokken regimes en externe actoren niet geïnteresseerd in vrijheid of democratie voor de gewone Syriërs. Ze proberen vooral hun eigen strategische en economische belangen te behartigen. Uiteindelijk is het aan het Syrische volk om zijn eigen lot te bepalen, hoewel dit een ongelooflijk moeilijke taak zal zijn, gezien de huidige configuratie van lokale actoren en hun geldschieters.

Waarom is de Europese Unie, op een paar gedempte stemmen zoals België, Ierland, Italië en Spanje na, zo medeplichtig geweest aan de genocide in Gaza en zo terughoudend om een standpunt in te nemen dat onafhankelijk is van de VS?

De medeplichtigheid van de Europese Unie aan de genocide in Palestina weerspiegelt niet zozeer een ondergeschiktheid aan de VS als wel een convergentie van belangen. Hoewel de EU vaak het imago heeft een ander kader aan te hangen – ze beweert voorrang te geven aan internationaal recht, mensenrechten en multilateralisme – profiteert ze uiteindelijk van en sluit ze zich aan bij het bredere imperialistische project dat ten grondslag ligt aan de westerse dominantie in het Midden-Oosten. Het beleid rond en de relaties van de EU met Israël, die vrijhandelsovereenkomsten, militaire contracten en strategische partnerschappen omvatten, laten zien dat de belangen van de EU sterk verweven zijn met het handhaven van de status quo.

De EU speelt een strategische rol door zich minder openlijk agressief te positioneren dan de VS. Maar zelfs binnen dit kader heeft het geen zinvolle stappen ondernomen om Israël onder druk te zetten, zoals het opschorten van de handelsvoordelen of van de militaire samenwerking, wat aantoont dat er geen animo is om Israël verantwoording te laten afleggen.

Vrijhandelsakkoorden, zoals de associatieovereenkomst tussen de EU en Israël, vergemakkelijken de economische samenwerking en bieden Israël cruciale toegang tot Europese markten. Deze overeenkomsten blijven bestaan ondanks de duidelijke schendingen van het humanitair, internationaal en oorlogsrecht door Israël. Militaire contracten en partnerschappen versterken deze relatie nog meer, aangezien sommige EU-lidstaten betrokken zijn bij wapenverkoop en technologie-uitwisselingen die het militair-industriële complex van Israël rechtstreeks ondersteunen. Deze activiteiten tonen duidelijk het materiële belang van de EU in de systemen die de Israëlische agressie in stand houden.

Binnen Europa is er verdeeldheid tussen landen als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, die openlijk steun geven aan Israël, en andere landen zoals België, Ierland en Spanje, die een meer kritische houding voorstaan, vaak in het kader van een tweestatenoplossing. Maar zelfs de laatste groep opereert binnen nauwe beperkingen, beperkt zich tot milde kritiek en vermijdt acties die de banden van de EU met Israël fundamenteel in twijfel kunnen trekken.

De toenadering van de EU tot de VS en Israël dient ook haar eigen strategische belangen in het Midden-Oosten. Door Israël te steunen helpt de EU een regionale orde in stand te houden die handelsroutes veiligstelt, de energievoorziening stabiliseert en anti-imperialistische bewegingen onderdrukt. Net als de VS heeft de EU er belang bij om rivaliserende machten in toom te houden, vooral in de context van de globale concurrentie met Rusland en China. De rol van Israël als regionale politieagent is complementair met deze doelstellingen, waardoor het een waardevolle bondgenoot is voor Europese staten.

In wezen is de Europese verhouding tot Palestina geen alternatief voor het beleid van de VS, maar veeleer een aanvulling ervan. Door haar tweeledige rol van alignering en differentiatie kan de EU economische en strategische voordelen uit de relatie halen en tegelijkertijd een imago van neutraliteit of gematigdheid ophouden.

Wat heeft China gedaan als reactie op de genocide ? Wat zegt dit over China’s rol als geostrategische actor ?

China heeft zich opvallend terughoudend opgesteld tegenover de genocide in Gaza en beperkte zich tot oproepen tot een staakt-het-vuren en humanitaire hulp, maar zonder krachtige actie. Hoewel China in de Verenigde Naties zijn steun heeft uitgesproken voor Palestijnse zelfbeschikking, heeft het land geen leidende rol op zich genomen in de directe oppositie tegen Israël of in het verlenen van substantiële materiële steun aan de Palestijnse zaak. Deze terughoudende aanpak weerspiegelt het bredere buitenlandbeleid van China, dat om economische en strategische redenen prioriteit geeft aan non-interventie en het onderhouden van relaties met een reeks landen, waaronder Israël.

Autoritaire regimes in de regio hebben hun eigen belangen, die vaak geworteld zijn in het behouden van macht of het veiligstellen van economische en militaire voordelen.

De acties van China laten zien dat het economische belangen belangrijker vindt dan ideologische aansluiting bij anti-imperialistische bewegingen. Hoewel het zichzelf positioneert als een alternatief voor de VS-hegemonie, weerspiegelt zijn benadering vaak de pragmatische calculus van traditionele machten. De groeiende onderlinge afhankelijkheid met de monarchieën in de Golf en de bredere handelsroutes tussen Oost-Azië en het Midden-Oosten wijzen veeleer op een focus op economische integratie dan op een directe uitdaging voor de invloed van de VS in de regio. Hierdoor lijkt China in momenten van acute crisis neutraal.

Mensen hebben het feit dat Zuid-Afrika Israël voor het Internationaal Gerechtshof heeft gedaagd, gevierd als een teken van het opkomende Globale Zuiden dat zich verzet tegen imperialisme en zionisme. Hoe ziet u dat?

De beslissing van Zuid-Afrika om Israël voor het Internationaal Gerechtshof (ICJ) te dagen, heeft een brede weerklank gekregen, mede door de Zuid-Afrikaanse geschiedenis van apartheid en solidariteit met de Palestijnse strijd. Dat Israël internationaal officieel wordt beschuldigd van genocide is een krachtige stap, die de ernst van zijn daden benadrukt en het verzet tegen zijn koloniale project versterkt.

We moeten echter de beperkingen en tegenstrijdigheden van het internationaal recht erkennen. Juridische procedures zoals die bij het ICJ duren lang, vaak jaren, en de lat ligt hoog om misdaden zoals genocide te bewijzen. Zelfs wanneer vonnissen van het ICJ in het voordeel van gerechtigheid zijn, hangt de uitvoering ervan af van de politieke wil van machtige staten en instellingen. Staten zoals de VS en hun bondgenoten, die Israël diplomatiek en militair beschermen, kunnen vonnissen van het ICJ ondermijnen of zelfs negeren, waardoor de wet een instrument wordt voor selectieve rechtspraak in plaats van universele verantwoordelijkheid.

Deze stap moet ook worden gezien binnen de bredere context van de interne politieke dynamiek van Zuid-Afrika. Hoewel het African National Congress (ANC) zichzelf historisch gepositioneerd heeft als een voorvechter van anti-imperialisme en solidariteit met Palestina, zit hun huidige traject vol tegenstrijdigheden. Het ANC staat voor interne uitdagingen, waaronder falend bestuur en een neoliberaal economisch beleid, maar ook een groeiende kloof met de basisbewegingen.

Tegelijkertijd moeten we aandachtig blijven voor de stemmen van de levendige sociale bewegingen in Zuid-Afrika, die al lange tijd eisen dat het land de banden met Israël verbreekt. Deze bewegingen hebben de oproep voor concrete acties geleid, zoals het beëindigen van diplomatieke betrekkingen en het afdwingen van boycots, desinvesteringen en sancties (BDS). Hoewel de zaak voor het Internationaal Gerechtshof symbolisch krachtig is, is het de druk vanuit de basis die ervoor zorgt dat dergelijke symbolische gebaren ook worden omgezet in betekenisvolle verandering.

Waar past de macht van multinationals in dit plaatje ? Welke bedrijven uit welke landen ondersteunen de genocide ?

Helaas profiteren talloze bedrijven in een groot aantal sectoren van de acties van Israël en ondersteunen ze die, van producenten van consumptiegoederen tot IT-bedrijven die bewakingsinfrastructuur leveren. Hoewel wapen- en energiebedrijven een bijzonder cruciale rol spelen in het mogelijk maken van de genocide en terecht een aandachtspunt zijn geweest voor Palestijnse vakbonden en organisatoren, is het effect groter wanneer individuen en groepen de medeplichtigheid binnen hun eigen sectoren aanvechten. Deze brede aanpak zorgt ervoor dat de beweging zich richt op de volledige reikwijdte van de betrokkenheid van bedrijven, waardoor de campagne voor verantwoordelijkheid en gerechtigheid wordt versterkt.

Op 16 oktober 2023 publiceerden Palestijnse vakbonden en beroepsverenigingen een krachtige oproep aan internationale vakbonden, waarin ze hen aanspoorden om Israël niet langer te bewapenen (Stop Arming Israel). Deze oproep benadrukte de enorme omvang van de militaire en diplomatieke steun aan Israël, met name door de VS en de EU. De cijfers zijn onthutsend. Onder de huidige overeenkomst met de VS, die loopt van 2019 tot 2028, verstrekt de VS jaarlijks 3,8 miljard dollar aan militaire hulp aan Israël. Als reactie op de laatste aanval van Israël op Gaza hebben de VS 14,5 miljard dollar aan extra militaire hulp goedgekeurd als onderdeel van een nationaal veiligheidspakket van 106 miljard dollar.

Europese lidstaten spelen ook een belangrijke rol. Duitsland heeft bijvoorbeeld 218 uitvoervergunningen voor wapens naar Israël goedgekeurd in 2023, waarvan 85 procent na 7 oktober 2023. Ondertussen boekten wapenfabrikanten enorme winsten. De aandelen van de vijf grootste Amerikaanse wapenbedrijven – Boeing, General Dynamics, Lockheed Martin, Northrop Grumman en Raytheon – zijn sinds het begin van de aanval met 24,7 miljard dollar in waarde gestegen. Deze cijfers onderlijnen de directe medeplichtigheid van de wapenindustrie aan genocide en benadrukken het potentieel van arbeidersorganisaties en grassroots campagnes om deze toeleveringsketens te verstoren en de wapenhandel een halt toe te roepen.

De globale fossiele brandstofindustrie speelt ook een cruciale rol in de ondersteuning van Israëls genocidale campagne. Energie, in de vorm van kolen, olie, kerosine en gas, drijft de militaire machines aan die worden gebruikt bij de aanvallen op de Palestijnen. Gezien Israël ook functioneert als een cruciaal knooppunt in regionale energienetwerken, is een aanval op de energielevering onderdeel van de strijd voor Palestijnse bevrijding én van de strijd voor klimaatrechtvaardigheid, omdat het aantoont hoe het fossiele brandstofkapitalisme zowel genocide als bredere systemen van uitbuiting voedt.

Een cruciale ontwikkeling in de Israëlische gasstrategie waren bijvoorbeeld de energieovereenkomsten met de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), die werden geformaliseerd onder de Abrahamakkoorden in 2020. Deze gasdeals weerspiegelen de verdieping van de economische banden tussen Israël en de Golfstaten, met belangrijke geopolitieke gevolgen. In 2021 verwierf Mubadala Petroleum (VAE) een belang van 1 miljard dollar in het Tamar-gasveld in Israël, wat de strategische interesse van de VAE in de Israëlische aardgasreserves aantoont. Door deze deals kan Israël zich positioneren als een regionale energiehub, macht projecteren in de hele regio en tegelijkertijd zijn allianties met de door het Westen gesteunde Golfstaten verdiepen. Tegelijkertijd versterken de winning en export van gas – vaak uit Palestijnse wateren – Israëls koloniale overheersing en diefstal van grondstoffen, wat het Palestijnse verlies nog vergroot. Soortgelijke normaliserende gasdeals werden ook gesloten met Jordanië en Egypte. Deze partnerschappen versterken de regionale invloed van Israël, aangezien de gasexport door pijpleidingen en zeeroutes loopt die zwaar beveiligd en gemilitariseerd zijn.

De medeplichtigheid van de Europese Unie aan de genocide in Palestina weerspiegelt niet zozeer een ondergeschiktheid aan de VS als wel een convergentie van belangen.

Het verstoren van deze industrieën – of het nu gaat om het blokkeren van wapentransporten, het aanpakken van fossiele brandstofstromen of het uitdagen van de financiële geldschieters van militarisering – biedt een concreet traject naar het ondermijnen en ontmantelen van de infrastructuur van kolonisatie en genocide.

Het blootleggen van deze wapentransporten en energiestromen is echter een zeer uitdagende taak. Deze toeleveringsketens worden opzettelijk ondoorzichtig gemaakt en bedrijven vertrouwen vaak op complexe, verborgen netwerken om hun verantwoordelijkheid te ontlopen. Het is ook gevaarlijk werk. Er is dringend behoefte aan snelle actie om de voortdurende genocide te stoppen, maar zinvolle en strategische interventies vereisen vaak uitgebreid onderzoek, organisatie en bondgenoten.

De genocide heeft de ogen van een nieuwe generatie geopend voor de verschrikkingen van koloniaal geweld gesteund door het Amerikaanse imperialisme. Hoe kunnen we deze beweging consolideren ? Wat zijn de meest strategische opties voor verzet en solidariteit?

De internationale solidariteit voor Palestina heeft de afgelopen maanden een buitengewoon hoog niveau van steun bereikt, met massaprotesten in steden over de hele wereld, waaruit blijkt dat wereldwijd steeds meer wordt erkend dat de Palestijnse strijd voor rechtvaardigheid, bevrijding en terugkeer van de vluchtelingen dringend is. Maar hoewel deze demonstraties krachtig waren, is de uitdaging nu om deze wijdverspreide verontwaardiging en solidariteit te kanaliseren in georganiseerde, volgehouden actie die echte, blijvende verandering voor Palestina teweeg kan brengen. Om dit te bereiken moeten we verder gaan dan massameetings (die op zichzelf belangrijk zijn) en ons richten op het opbouwen van een structuur voor strategische organisatie op lange termijn. Een manier om deze beweging te verdiepen is door ons te richten op arbeidssolidariteit, met name door organisatie op werkplekken om ervoor te zorgen dat elke ruimte een einde maakt aan alle vormen van medeplichtigheid met Israël.

Palestijnse vakbonden hebben recent arbeiders wereldwijd opgeroepen te stoppen met het bewapenen van Israël door te weigeren goederen en militaire uitrusting te verwerken die bestemd zijn voor het Israëlische regime. Deze eis vertegenwoordigt een belangrijk keerpunt in de solidariteitsbeweging, waar de strijd voor Palestijnse bevrijding rechtstreeks wordt gekoppeld aan de kracht van arbeid om systemen van onderdrukking te ontwrichten. Internationale vakbonden hebben al actie ondernomen, van havenarbeiders in Barcelona en Italië die leveringen blokkeren tot wapenfabrieken in Canada en het Verenigd Koninkrijk die worden gesloten.1 Deze acties laten zien dat wanneer arbeiders een standpunt innemen, ze de industrieën die het koloniale project van Israël voeden op een zinvolle manier kunnen uitdagen.

Hoewel de zaak voor het Internationaal Gerechtshof symbolisch krachtig is, is het de druk vanuit de basis die ervoor zorgt dat dergelijke symbolische gebaren ook worden omgezet in betekenisvolle verandering.

Deze arbeidersgeleide aanpak brengt ook het potentieel met zich mee om de vakbonden zelf nieuw leven in te blazen, door hun focus te verbreden tot meer dan louter symbolische acties. Om een voorbeeld te geven : hoewel de moties die vakbonden aannemen om Palestina te steunen belangrijk zijn, komen ze zelden met uitvoerbare eisen. Om echt macht op te bouwen, moeten deze moties zich ontwikkelen tot de organisatie, sensibilisatie en mobilisatie van de achterban die ertoe kunnen leiden dat arbeiders leveringen blokkeren, productielijnen verstoren of zich inzetten voor een bredere boycot van bedrijven die medeplichtig zijn aan de Israëlische genocide. Het vereist een verschuiving van symbolische gebaren naar concrete stappen om de systemen die het geweld van Israël ondersteunen te stoppen.

Het opbouwen van arbeidersmacht vereist een diepgaande, strategische aanpak die zich richt op sensibilisatie en solidariteit op lange termijn. Palestijnse vakbonden benadrukken hoe belangrijk de politieke opvoeding van de arbeiders is om hen het verband te doen begrijpen tussen hun werk en de systemen van onderdrukking die het geweld in Gaza in stand houden. Veel vakbondsleden zijn nieuw in de Palestijnse strijd en niet elke activist is perfect vertrouwd met de geschiedenis van het Israëlische vestigingskolonialisme. Daarom is het van cruciaal belang om niet alleen ruimtes te creëren voor onderwijs en solidariteitsvorming die zich richten op het hier en nu, maar ook om duurzame, door arbeiders geleide bewegingen op te bouwen die kunnen blijven vechten voor rechtvaardigheid.

De geschiedenis van het arbeidsinternationalisme biedt hier een waardevol kader. Net zoals arbeiders over de hele wereld een beslissende rol speelden in de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika of in de steun aan bevrijdingsbewegingen in Chili en Ethiopië, heeft de wereldwijde vakbeweging de kans om een soortgelijke erfenis van solidariteit met Palestina op te bouwen. Arbeiders hebben altijd vooropgelopen in de strijd tegen het imperialisme en het is duidelijk dat ze een transformerende rol kunnen spelen in deze strijd. De geschiedenis van succesvolle arbeidersstrijd leert ons dat het opbouwen van blijvende solidariteit tijd kost, maar ook het potentieel heeft om de machtsbalans fundamenteel te veranderen, om niet alleen een einde te maken aan de militaire bezetting van Israël, maar ook aan de bredere systemen van onderdrukking die deze bezetting in stand houden.

Dit artikel is een vertaling van Geopolitics of genocide. Het verscheen oorspronkelijk op de site van Transnational Institute, www.tni.org/en/article/geopolitics-of-genocide

Footnotes

  1. Unionists around the world block weapons bound for Israel. (2023, December 18). Labor Notes. https://labornotes.org/2023/12/unionists-around-world-block-weapons-bound-israel