Artikel

De enige echte breuk is die met de markt

Jo Cottenier

—23 juni 2020

Ook authentiek links huldigt het devies “verspil nooit een goede crisis”, maar de ogenschijnlijke wederopstanding van de staat en de Green Deal staan niet noodzakelijk voor een breuk met de vrije markt.

De pandemie heeft de politieke zekerheden serieus onderuit gehaald. Denk alleen nog maar aan het enthousiasme waarmee de grootste liberalen de stroom van — dikwijls kostelijke — maatregelen van de overheden goedkeuren. De monetaristen en snoeifanaten kijken niet meer op een miljoen meer of minder. Zelfs ex-minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA), voor wie een begrotingsevenwicht altijd de heilige graal was, zei onlangs: “Dat klinkt misschien wat raar uit mijn mond, maar we moeten nu niet bezig zijn met oplopende tekorten”.

Om de economie te stimuleren belooft het IMF een kredietlijn van 1.000 miljard dollar, pompt de VS 2.000 miljard dollar in de economie en geeft de ECB opnieuw 750 miljard euro vers geld aan de financiële instellingen. Overal ter wereld krijgen bedrijven uitstel van betaling van belastingen en sociale bijdragen en door de staat gegarandeerde overbruggingskredieten: 500 miljard euro in Duitsland, 300 miljard euro in Frankrijk en 50 miljard euro in België. De Belgische regering keurde voor 8 tot 10 miljard euro (2 % van het bbp) aan steunmaatregelen en betalingsuitstel goed. Tijdelijk werklozen krijgen een uitkering die 70 tot 80 % van hun loon bedraagt. In de VS wordt er, bij gebrek aan sociale zekerheidssysteem, helikoptergeld gestrooid voor gezinnen.

De Europese Unie startte een uitzonderlijke procedure waardoor alle Europese landen in het rood kunnen gaan en tijdelijk kunnen ontsnappen aan de strenge begrotings- en schuldnormen. Die uitzonderlijke procedure staat in het Groei- en Stabiliteitspact ingeschreven als de Grote Ontsnappingsclausule (General escape clause Stability Pact), van toepassing in uitzonderlijke omstandigheden. Landen gaan in het rood en stapelen begrotingstekorten en staatsschulden op, deze keer mét volle goedkeuring van de Trojka. België gaat ervan uit dat het begrotingstekort dit jaar zal toenemen van 2,5 naar 7,5 % en dat de staatsschuld zal stijgen van 102 % naar 115 %.1 Er begint zowaar een nationaliseringswind te waaien: Italië nationaliseert Alitalia, Spanje eist de privéziekenhuizen op, Duitsland koopt zich in in Lufthansa en de Belgische regering maakt zich sterk dat ze 25 % kan verwerven bij Brussels Airlines.

De “onzichtbare hand” van de markt was na jaren besparingen in de gezondheidssector niet in staat om voor elementair beschermingsmateriaal te zorgen.

De crisismaatregelen doen velen dromen. Nu de gebreken van het systeem zijn blootgelegd, lijkt de tijd aangebroken voor de grote wending. Beleven we het einde van het neoliberale tijdperk? Eisen overheden opnieuw hun plaats op in het economisch gebeuren? De bankencrisis in 2008 en de grote recessie die daarop volgde zouden ons nochtans uit die dromen moeten houden. De verontwaardiging over het “casinokapitalisme” in die jaren heeft alleen maar een muis gebaard. De financiële wereld is niet gekortwiekt, genationaliseerde banken zijn weer geprivatiseerd, de banken die too big to fail waren, zijn nog groter en boeren even goed als voordien. Kan het deze keer anders?

De staat is terug van nooit weggeweest

Het linkse kamp hoopt dat de hervonden solidariteit en het versterkte optreden van de overheden een einde maken aan de neoliberale golf van sociale afbraak en privatiseringen. Het hoopt dat de pandemie voor iedereen duidelijk maakt welke ravages vier decennia van commercialisering en privatisering hebben aangericht en dat de crisis de structurele fouten van het systeem onthult. De markten blijken namelijk helemaal niet efficiënt en effectief. “Tekort aan mondmaskers is het symbool van het failliet van het kapitalisme”, titelde zelfs The Wall Street Journal. De “onzichtbare hand” van de markt was na jaren besparingen in de gezondheidssector niet in staat om voor elementair beschermingsmateriaal te zorgen. En de privésector liet na om te investeren in onderzoek naar vaccins tegen de SARS-CoV-virussen. Voor Big Pharma is preventieve geneeskunde nu eenmaal geen rendabel businessmodel.

En dus hoopt links dat deze dramatische crisis een hoopvolle keerzijde zal krijgen en dat ze een aanzet zal zijn tot echte breuken met de marktlogica, de kapitalistische concurrentie en het winstbejag. Bart De Wever vat het antwoord van rechts op die hoop van links goed samen: “Iedereen denkt altijd dat na een crisis de wereld totaal anders zal zijn. Dat is totaal niet waar. De wereld zal veel meer gelijken op de oude dan je denkt.”2

De OESO zet alvast de lijnen uit voor rechts. De denktank en waakhond van de kapitalistische wereld bekijkt de grote dijkbreuk van overheidsinterventies met veel argwaan. Het devies luidt dat die moeten plaatsvinden in volle respect voor de marktregels. De dogma’s van het neoliberalisme zijn in de adviezen van de OESO nog altijd springlevend. In haar advies Competition policy responses to COVID-19 (27 April 2020)3 waarschuwt de OESO voor de concurrentievervalsing door massale staatssteun. Volgens de doctrine van de vrije markt belet staatssteun dat de goederen en diensten worden geproduceerd door het meest efficiënte bedrijf. De OESO wil dat de overheid zich zo snel als mogelijk terugtrekt, dat marktmechanismen opnieuw vrij spel krijgen en dat de concurrentievoorwaarden voor alle bedrijven opnieuw dezelfde zijn. “Het mededingingsbeleid kan de basis vormen voor de ontwikkeling van exitstrategieën die het mogelijk maken het marktmechanisme na de crisis te herstellen en tegelijkertijd de schade aan de markt te vermijden die een ongeplande exit zou kunnen veroorzaken.”

Wat de OESO zegt, komt hierop neer: laat de markt het uitvechten, zodat de minst efficiënte bedrijven verdwijnen. De efficiëntie van de markt bestaat precies in het uitschakelen van de zwaksten en staatshulp mag dat proces niet verstoren. Margrethe Vestager, de Europese commissaris voor mededinging, stuurde die boodschap ook al uit. De voorbije maanden moest ze 2.000 miljard euro aan kapitaalinjecties en staatsgaranties goedkeuren. Op de vraag of die staatssteun bedrijven die niet levensvatbaar zijn niet kunstmatig in leven houdt, was haar antwoord: “Ik denk van niet. Bij het beoordelen van de steun nemen we 1 januari als startdatum. Bedrijven die voor die tijd al in de problemen zaten, hebben in principe geen recht op staatssteun.”4

De vrijemarktboodschap is zo mogelijk nog duidelijker wanneer het gaat over nationalisaties. Dat is het onderwerp van een tweede OESO-advies van 29 april 2020: “Equity injections and unforeseen state ownership of enterprises during the COVID-19 crisis”.5 De overheden komen niet alleen tussen om de liquiditeit te verzekeren maar worden er in de ergste gevallen ook toe verplicht om strategische bedrijven die in moeilijkheden komen, met kapitaalinjecties of zelfs met nationalisering te redden. Dat gebeurde in 2008 op grote schaal in de banksector en de kans is groot dat het vandaag gebeurt in de luchtvaartsector en andere sectoren. Ook hier heeft de OESO haar waarschuwingen klaar: “Als de moeilijkheden van een bedrijf overduidelijk niet van voorbijgaande aard zijn, en het bedrijf onmisbaar geacht wordt voor de nationale economie, kan nationalisering de enige optie zijn.” Voor de OESO is het logisch dat de overheid in dat geval de nieuw verworven publieke onderneming zo snel mogelijk opnieuw privatiseert. Er moet dan ook een duidelijke exitstrategie worden uitgewerkt, zegt de denktank, die aan de markt en aan het publiek moet worden bekendgemaakt. Margrethe Vestager beaamt namens de Europese Commissie: “De nieuwe tijdelijke regels stellen een aantal voorwaarden. Het management moet afzien van bonussen. Aandeelhouders krijgen geen dividend of uitkeringen via terugkoopprogramma’s van aandelen. Dat moet verzekeren dat het bedrijf er belang bij heeft om de staat er weer uit te duwen en op eigen benen te staan.”

Volgens de Europese Commissie moet de overheid erop toezien dat een genationaliseerde onderneming opereert als een privéonderneming in een “vrije markt”.

Ondertussen moet de overheid erop toezien dat het overheidsbedrijf geen voorkeursbehandeling krijgt en opereert als een privéonderneming in een “vrije markt”. Er mag geen sprake van zijn dat hun bedrijfslogica zou worden gestuurd en gepland volgens niet-marktconforme regels. Bijvoorbeeld om de mensen boven de winst te zetten of om de strijd tegen de klimaatverandering te steunen.

Zo dienen de technocraten van het kapitalisme de belangen van de grootste monopolies, van het grootbedrijf en hun aandeelhouders. De basisidee is net als in 2008: zo snel mogelijk maatregelen nemen die in het teken staan van “terug naar normaal”. Het is bijzonder naïef om te denken dat de ECB haar monetaristische politiek zal opgeven, dat de Europese Unie haar principes van vrij verkeer van kapitaal, goederen, diensten en personen zal opgeven of dat ze haar politiek van commercialisering van de gezondheidssector zal laten varen.

Sinds Reagan en Thatcher is het neoliberalisme de dominante stroming in het economisch denken. Het staat voor grenzeloze liberalisering van de markten en het terugdringen van alle overheidsreglementering. Daardoor ontstond de mythe dat de staat de controle “verloren” had en dat alle macht was verschoven naar de markt. Toch was de staat helemaal niet weg. De staten waren en zijn essentieel in het creëren van de neoliberale omgeving. Of zoals de basisregels van de EU het stellen, in het creëren van het vrije verkeer van kapitalen, personen, goederen en diensten. De staten drongen de vakbondsmacht terug, verlaagden de sociale bijdragen en de vennootschapsbelasting, ontmantelden de openbare diensten. Het is dus een misvatting dat liberalisme synoniem is met minder staat. Dat was trouwens niet zo bij Adam Smith, de godfather van de markteconomie met zijn “onzichtbare hand” en dat is niet zo bij de meest fervente neoliberalen van vandaag.

De staat is niet neutraal. De staat trad in de geschiedenis van het kapitalisme altijd naar voren “waar de markt faalt”. Hij socialiseert de verliezen en privatiseert de winsten. “De moderne staatsmacht is slechts een comité dat de gemeenschappelijke zaken van de gehele burgerklasse beheert”, schreven Karl Marx en Friedrich Engels. Dat is vandaag niet anders. De ogenschijnlijke wederopstanding van de staat als economische speler wijst dan ook helemaal niet op een systeemverandering. Staatssteun en nationaliseringen betekenen geen automatische draai richting socialisme. De staat handelt perfect volgens zijn klassenkarakter als beschermer van grootbedrijf en grote aandeelhouders.

Vandaag valt in de strijd tegen de corona-epidemie regelmatig het idee dat er meer planning moet komen. Planning voor de productie en distributie van mondmaskers, van beschermingsmateriaal, van beademingstoestellen. Nu er een acute vraag naar die dingen bestaat, zal het grootbedrijf daar natuurlijk wel op inspelen, maar ook dat heeft met planeconomie evenveel — of even weinig — te maken als de planning van de wapenproductie in de oorlog. Wat we nodig hebben is niet antineoliberalisme maar antikapitalisme. Tegenover de markteconomie staat maar één alternatief en dat is een planeconomie die breekt met de concurrentie en de marktlogica. Niet de privé-accumulatie van kapitaal en het winstbejag zijn de leidende beginselen, maar de noden van de bevolking en de duurzaamheid van het milieu.

Dat kan alleen door een omwenteling in de economische basis van het systeem, door collectief bezit van de grote productiemiddelen, van bodem en grondstoffen, van alle vitale en sociale sectoren waar het maatschappelijk leven op steunt. Het is een echte maatschappelijke ommekeer, die niet voortvloeit uit de staatstussenkomst tijdens de coronacrisis maar die zal moeten afgedwongen worden door de opbouw van een sociale tegenmacht, door de belangen van de werkende klasse te versterken tegenover het grootkapitaal. Met andere woorden, door in te zetten op klassenstrijd. Met dit perspectief moeten we de crisismaatregelen in antikapitalistische zin aanwenden. Door die bril moeten we ook de relancemaatregelen, New Deals en Green Deals analyseren.

Naar een Green Recovery?

Voor de klimaatverandering geldt net zoals voor de coronapandemie: hoe sneller en radicaler de ingreep, hoe minder kwalijk de gevolgen. De opwarming van de planeet is veel ingrijpender dan de pandemie. En toch lijkt het momenteel alsof niemand zich nog echt zorgen maakt over de klimaatopwarming. Het gezag van de virologen zou best overstralen op de klimatologen. Klinkt dat overdreven? Er verschijnen toch tal van Green Deal-plannen? En die plannen hebben een aannemelijk uitgangspunt: de noodzakelijke investeringen in de ecologische transitie kunnen ook de economische crisis waar we voor staan helpen oplossen. Vaak wordt daarbij verwezen naar de New Deal van president Roosevelt in de crisis van de jaren ‘30. Of op kleinere schaal, het Plan van de Arbeid in België.

Maar Green Deal-plannen komen niet alleen van de linkerzijde van het politieke spectrum. Bij het IMF en de OESO klinkt het unisono: een Green Recovery behoort tot de hoogste prioriteiten. Kristalina Georgieva, hoofd van het IMF, zei onlangs nog dat COVID-19-lockdown niet betekent dat we de pauzeknop mogen induwen voor die andere existentiële crisis, de klimaatverandering. “Niets is minder waar. We staan op het punt een enorme fiscale stimulus in te zetten die ons helpt om beide crises tegelijk te kunnen aanpakken.”6 Het IMF heeft alles netjes samengevat in zijn advies Greening the Recovery.7 Dat heeft twee speerpunten: 1° overheidssteun moet verstandig ingezet worden, met verbintenissen tot vermindering van CO2-uitstoot en overheden moeten prioriteit geven aan investering in groene technologie; 2° groene financies en groene obligaties moeten gepromoot worden en staatsgaranties kunnen ingezet worden om private financies te mobiliseren voor groene investeringen. De OESO brengt grosso modo dezelfde marktconforme boodschap.8

Nog vóór de coronacrisis pakte de nieuwe Europese Commissie uit met een European Green Deal, dat van Europa het eerste klimaatneutraal continent moet maken tegen 2050. In een eerste opwelling van voluntarisme had Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie bij haar aantreden aangekondigd dat de Europese 2030 norm voor uitstootvermindering daarom zou opgetrokken worden van 40% naar 55%. En eind december 2019 beloofde de Europese Commissie niet minder dan 1.000 miljard euro hiervoor te mobiliseren. Men zou kunnen denken dat dit plan vandaag de wind in de zeilen heeft, zeker met de steun van het IMF en de OESO.

Maar er rijst een tegenstelling tussen korte- en langetermijnbelangen van de grootindustrie in Europa. Grote patronale lobby’s willen liever dat het geld nu zonder voorwaarden wordt verdeeld om de productie- en inkomensshock van de coronacrisis op te vangen. In plaats van strengere normen willen ze versoepeling. Ze willen niet dat er ecologische voorwaarden worden gekoppeld aan de steunmaatregelen. Ze willen opnieuw winst op korte termijn en de klimaatsteun daarna.

Het is een misvatting dat liberalisme synoniem is met minder staat.

De COP26, de grote klimaattop, is door de onzekerheid van de pandemie een jaar uitgesteld.9 Werkgevers grijpen dat uitstel alvast aan om ook voor uitstel van de klimaatmaatregelen te pleiten. Om dat pleidooi kracht bij te zetten stuurde de machtige patronale organisatie BusinessEurope op 10 april 2020 een brief aan Frans Timmermans, Europees Commissaris voor de Green Deal. Ze vragen daarin uitstel “in lijn met andere vertragingen en uitstel die overal op het continent worden aangekondigd, zoals de COP26.”10 Ook de Franse patroonsorganisatie AFEP richtte zich met hetzelfde verzoek tot de Commissie.11 De grote sectoriële patroonslobby’s, zoals die van de automobiel en de plastiek, pleiten voor een uitstel van de strengere milieureglementering en normen.12 Het komt eigenlijk neer op een duidelijke vraag om de verhoogde klimaatambities tijdelijk op te bergen. Dat wijst alvast op de twijfelachtigheid waarmee de patroons de klimaatverandering aanpakken en dat doet op haar beurt twijfels rijzen of we in een vrijemarkteconomie wel echt resultaat kunnen boeken in de strijd tegen klimaatopwarming. Als het erop aankomt kiezen de patroons toch altijd weer eieren voor hun geld.

De Europese instanties daarentegen houden voorlopig vast aan de Green Deal-plannen die volgens hen essentieel zijn om de concurrentiekracht van de Europese monopolies in de toekomst te beschermen. Wat de politieke kopstukken van de Europese Unie verontrust is dat uitstel de Europese monopolies op lange termijn veel duurder te staan zal komen. Er kunnen kleine vertragingen zijn in de plannen voor de landbouw, het vervoer en de chemische sector maar in september wordt de nieuwe, verhoogde klimaatambitie voor 2030 bekendgemaakt, aldus het duo von der Leyen/Timmermans.13 Ook Angela Merkel spreekt ondubbelzinnig haar steun uit voor dit plan.14 De Commissie besloot dan maar om een consultatie te houden — die loopt tot 23 juni — over de verhoging van de ambitie tot 50 of 55 % uitstootvermindering.

Voor de hoofdkwartieren van de Europese Unie gaat het niet zozeer over het klimaat als wel over concurrentiekracht en vooral om een geostrategisch gevecht om Europa niet te laten dichtslibben tussen de Amerikaanse en Chinese grootmachten. Het klimaat is in deze Green Deal een hefboom voor concurrentiële Europese monopolies op de veelbelovende markt van nieuwe energiepistes, nieuwe materialen en nieuwe productiemethodes. De belofte om het eerste klimaatneutrale continent te worden in 2050 moet de Europese Unie weer in de running brengen.15

Het mobiliseren van 1.000 miljard euro publieke en privéfondsen voor de industrie moet de Europese multinationals op het goede spoor zetten: “Om haar concurrentievoorsprong op het gebied van schone technologieën te bewaren, moet de EU de grootschalige ontplooiing en demonstratie van nieuwe technologieën in alle sectoren en in de gehele interne markt significant opvoeren zodat nieuwe, innovatieve waardeketens ontstaan.”16 Dit zal gebeuren door een mix van geld uit het Europees budget (dat verhoogd wordt van 1,2 naar 2% van het Europees bbp), de voortzetting van het Juncker investeringsplan (nu InvestEU genoemd) en leningen en garanties van de Europese Investeringsbank (nu Klimaatbank genoemd).17

Men kan de European Green Deal vanuit twee oogpunten bekijken. Aan de ene kant is het de meest ambitieuze en meest samenhangende visie die tot hiertoe vanuit marktconforme hoek gemaakt is op Europees vlak. Aan de andere kant blijft ze alle heil verwachten van de goede wil en de investeringsbereidheid van het privékapitaal en zijn de doelstellingen ook te weinig ambitieus om de belofte van de klimaatopwarming onder de 1,5°C waar te maken. Het leverde de Commissie dan ook een protestbrief op van 34 vertegenwoordigers van de generatie van jonge Europese klimaatactivisten op initiatief van Greta Thunberg, die ook de steun kreeg van de Belgische activisten Anuna De Wever en Adélaïde Charlier. Zij vinden dat er minstens 65 % reductie nodig is. De Green Deal belooft elk jaar 100 miljard euro te spenderen aan de klimaattransitie, maar de Europese Commissie geeft zelf toe dat er 260 miljard per jaar nodig is om haar eigen doelstellingen te halen. Daarom noemen de activisten de Europese Klimaatwet al op voorhand een maat voor niets, ja zelfs een capitulatie. “Zulk een wet stuurt een sterk signaal dat reële en voldoende actie ondernomen wordt, terwijl dat niet het geval is. De harde waarheid is dat noch het vereiste besef noch de vereiste politiek in zicht zijn.”18

Overheidsinitiatief en socialisme

Ook authentiek links huldigt het devies “verspil nooit een goede crisis”, maar dan om te breken met de marktdogma’s en de winstlogica. De coronacrisis doet nadenken over de ravages van wilde, chemische en grootschalige landbouw en voedselketens die de biodiversiteit en natuurlijke evenwichten verwoesten. Investeringen in basisinfrastuur voor gezondheidszorg en preventieve geneeskunde worden opnieuw de hoogste prioriteit. De COVID-19-crash en de klimaatcrisis zijn buitenkansen om het hele maatschappelijk denken een andere richting uit te sturen.

BusinessEurope en de grote sectoriële patroonslobby’s vragen om de klimaatambities en strengere milieureglementering tijdelijk op te bergen.

Daarom schuift authentiek links een andere Green Deal, een Red Green Deal naar voren voor een daling van de uitstoot met 65 % tegen 2030. Zo’n deal koppelt aan het ecologisch hoofdstuk ook een sociaal hoofdstuk. Deze deal raakt ook de grote vervuilers die de echte verantwoordelijkheid dragen, zonder groene maatregelen te moeten nemen die de werkende klasse doet betalen. De voorwaarde daarvoor is dat het plan breekt met de winstlogica van het kapitalisme en buiten het kader van de markt stapt. Daarom moet het initiatief uitgaan van de overheid en moet publiek initiatief, onder democratische controle, de centrale motor van de ecologische transitie worden.

Er moeten ambitieuze en grootschalige overheidsinvesteringen komen in de energiesector en andere belangrijke sectoren. Herstel van de overheidsinvesteringen van 2 % vandaag naar 4 %, zoals het was in de jaren ‘70. Gedirigeerd door een coherent klimaatplan en gefinancierd door een publieke bank. Centrale schakels daarin zijn openbare energiemaatschappijen die op twee assen investeren: besparing van energie en hernieuwbare energie. Dit betekent isolatie en warmterecuperatie enerzijds, productie van wind- en zonne-energie anderzijds, met stockage van energie onder vorm van waterstof en met uitrol van slimme energienetwerken. Dat zijn zaken die ook bij de Europese Unie op de agenda staan maar waarvoor zij rekent op de privé-industrie en op subsidies.

Het kapitalisme kan nooit afdoende en tijdig ingrijpen om klimaatrampen te vermijden, omdat uiteindelijk de privé-belangen de beslissingen sturen en privé-investeringen moeten renderen voor de grote aandeelhouders. Vele Green Deals ten spijt. Het beslissend criterium voor de toekomst zal zijn of er breuken komen met de kapitalistische marktlogica. Of de overheid, onder druk van de syndicale, progressieve en milieubeweging verplicht wordt om echte systeemhervormingen door te voeren die een ander maatschappijbeeld opleggen dan een waarin winstbejag en kapitaalaccumulatie alles bepalen. Het is de enige manier om een weg te openen die naar een ander systeem leidt, het socialisme, met een economie die werkt in functie van het algemeen belang, niet het privébelang.

Footnotes

  1. “Economische impact van de gezondheidscrisis ‘Covid-19’: een scenario”, Nationale Bank van België, 8 april 2020.
  2. “De Afspraak, 14 mei 2020”, VRT, 14 mei 2020.
  3. “OECD competition policy responses to COVID-19”, OECD, 27 april 2020.
  4. Marc Peeperkorn, “Europees commissaris Vestager over het EU-herstelfonds: ‘Garanties bestaan niet’”, De Morgen, 18 mei 2020.
  5. “Equity injections and unforeseen state ownership of enterprises during the COVID-19 crisis”, OECD, 29 april 2020.
  6. Kristalina Georgieva, “Managing Director ’s Opening Remarks at the Petersberg Climate Dialogue XI”, IMF, 29 april 2020.
  7. “Greening the Recovery”, Fiscal Affairs, april 2020.
  8. Angel Gurría, “Tackling coronavirus ( COVID 19) : Contributing to a global effort”; OECD, 22 april 2020.
  9. Chloé Farand & Alister Doyle, “Cop26 climate talks postponed to 2021 amid coronavirus pandemic”, Climate Home News, 1 april 2020.
  10. “Extending deadlines for non-essential environment and climate-related consultations and regulations – Letter from Markus J. Beyrer to Frans Timmermans”, Business Europe, 10 april 2020.
  11. Maxime Combes, Les multinationales françaises à l’offensive contre la transition écologique, 15 april 2020.
  12. Aurore Gorius, “Les lobbies anti-écolos se jettent dans le Covid”, Episode N°28, 22 april 2020.
  13. Kate Abnett, “EU sees ‘Green Deal’ delays but keeps climate target plan: draft document”, Reuters, 16 april 2020.
  14. Frédéric Simon, “Green Deal will be ‘our motor for the recovery’, von der Leyen says”, Euractiv, 29 april 2020.
  15. “The European Green Deal Investment Plan and Just Transition Mechanism explained”, European Commission, 14 januari 2020.
  16. Ibid.
  17. “Mededeling van de commissie aan het Europees parlement, de Europese raad, de raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: De Europese Green Deal”, Europese Commissie, 11 december 2019.
  18. “Climate strikers: Open letter to EU leaders on why their new climate law is ‘surrender’”, Carbon Brief, 3 maart 2020.