Artikels

Brengt de digitalisering ons terug naar de middeleeuwen?

Evgeny Morozov

—22 september 2025

De vraag is of de giganten van de kunstmatige intelligentie hun gebruikers al dan niet veranderd hebben in horigen en vazallen die, net als in de middeleeuwen, veroordeeld zijn tot gratis zwoegen en het betalen van pacht. Of passen ze eerder de oude recepten van het industriële kapitalisme letterlijk toe met geavanceerde producten? In dat debat zullen we moeten kiezen tussen Charles Dickens en Karl Marx.

Shutterstock

In de Europese linkse politiek trekt van Parijs tot Madrid en van Rome tot Berlijn een gemaskerd, middeleeuws spook rond. Het is het spook van het ‘techno-feodalisme’. Aan de ene kant eist Jean-Luc Mélenchon belastingheffing op de winsten van onze nieuwe ‘digitale heren’; aan de andere kant schrijft hij dat kunstmatige intelligentie (AI) “niet losstaat van de kapitalistische realiteit: het maakt deel uit van een techno-feodalisme waarin enkele spelers de rente binnenhalen”. Winsten of rente? Kapitalisme of feodalisme? De economie van Mélenchon lijkt op de kat van Schrödinger die door de straten van Silmicon Valley zwerft: ze bestaat tegelijkertijd in twee toestanden – ze leeft én ze is dood, ze is kapitalistisch én feodaal.

Ook de Spaanse vicepremier Yolanda Díaz verzet zich tegen het “techno-feodalisme van magnaat Elon Musk”. De techmiljardairs, waarschuwt ze, zijn van plan “democratieën om te vormen tot monarchieën die onder de knoet staan van grote bedrijven”. Een leider van de Italiaanse groenen, Angelo Bonelli, beschuldigt dezelfde miljardair ervan “een autocratisch neofeodalisme” te creëren en dringt er bij zijn land op aan een keuze te maken tussen “Musk of democratie”. Deze tragisch-feodale uitspraken zijn des te lachwekkender omdat ze worden gedaan te midden van de meest obscene kapitalistische orgie sinds de Amerikaanse gouden decennia aan het einde van de 19de eeuw.

In mei jongstleden kwam Donald Trump terug van zijn rondreis door de Golf met de belofte van gigantische investeringen in de Amerikaanse economie, voornamelijk bestemd voor infrastructuur op het gebied van kunstmatige intelligentie. Saudi-Arabië kondigde 600 miljard dollar aan, Qatar 1200 miljard en de Verenigde Arabische Emiraten 1400 miljard. Deze bedragen komen bovenop de 1000 miljard die Japan in februari al had toegezegd. Toen Sam Altman, oprichter van OpenAI, vorig jaar zei dat hij 7000 miljard dollar wilde ophalen, dachten we dat het om een grap ging. Nu lijkt zijn uitspraak eerder op een flagrant gebrek aan ambitie.

Een tsunami aan investeringen overspoelde Big Tech: Meta, Microsoft, Alphabet en Amazon investeerden met z’n vieren dit jaar alleen al 320 miljard dollar in AI-infrastructuur, tegenover 246 miljard in 2024. De start-up Thinking Machines Lab heeft 2 miljard dollar opgehaald, zonder zelfs maar een bètaversie te leveren. Wat een gezegende tijd voor AI-experts – of oplichters! Meta lokt ingenieurs aan met tekenbonussen van 100 miljoen dollar. De voormalige AI-Modelsmanager bij Apple kreeg twee keer zoveel aangeboden.

Evgeny Morozov is een schrijver en denker over de sociale en politieke implicaties van informatietechnologie. Hij is de auteur van The Net Delusion (Penguin, 2011) en To Save Everything, Click Here (Penguin, 2013). Hij is ook de oprichter van The Syllabus, een nieuwsbrief die online content verzamelt.

De kapitalistische razernij bereikt zijn hoogtepunt met xAI van Musk: het bedrijf, dat in slechts twee jaar tijd 17 miljard dollar ophaalde, verbruikt 1 miljard per maand. Ter vergelijking: de start van de eerste digitale giganten lijkt erg bescheiden: Tesla haalde 7,5 miljoen dollar op, Google 1 miljoen en Amazon 8 miljoen. xAi heeft 3 tot 4 miljard dollar uitgegeven om – in slechts 122 dagen – de supercomputer Colossus te bouwen (terwijl experts twee jaar hadden voorspeld).

Koud als graniet

In de kapitalistische concurrentiestrijd, waarin iedereen tegen iedereen strijdt, sluiten de AI-giganten onderling onwaarschijnlijke allianties. Ze schrijven cheques uit aan hun aartsvijanden en slijpen hun messen zodra die zich omdraaien. BlackRock, Microsoft en xAI hebben 30 miljard dollar bijeengebracht voor AI-infrastructuur (doelstelling: 100 miljard). OpenAI, Oracle en SoftBank hebben op hun beurt 500 miljard bijeengebracht voor het Stargate-project. Ze kregen daarvoor de zegen van Trump. Is Microsoft een van de belangrijkste investeerders in OpenAI? Wat maakt het uit. Gezien de inzet van een dergelijk kapitaalvolume – en toekomstige winsten – is niets heilig. Het hamsteren van gegevens, het bouwen van algoritmische forten en zelfs octrooien bieden evenveel bescherming tegen concurrentie als een paraplu tegen een orkaan. De monopolist van vandaag is morgen het schoolvoorbeeld van onbekwaamheid. Zo eist Wall Street het hoofd van Tim Cook. Hij slaagde er niet in de strategie van Apple te sturen op het gebied van AI.

Dit is een idee dat de charme van charlatanisme heeft: de tech-industrie zou het kapitalisme aan het om zeep helpen.

De woedende prijzenoorlog getuigt van de krachtige turbulentie die deze strijd veroorzaakt. xAI heeft de eerste stap gezet door tarieven te hanteren die lager liggen dan die van de zwaargewichten op de markt. Vervolgens veroorzaakte het Chinese bedrijf DeepSeek de grootste koersdaling in de geschiedenis van de Amerikaanse beurs: in enkele uren tijd zag Nvidia 600 miljard aan beurswaarde verdampen (die het enkele dagen later weliswaar terugverdiende). Die beursval kwam er alleen maar omdat Deepseek had aangekondigd dat het een AI had ontwikkeld die superieur was aan die van OpenAI, en dat tegen een spotprijs. Er volgde een bloedbad: door zijn prijzen te verlagen als bij een ordinaire uitverkoop (-26 % voor GPT-4.1, gevolgd door een zelfmoordkorting van 80 % op zijn vlaggenschipmodel, o3), bracht OpenAI de hele sector in een deflatoire spiraal.

Waarom gebruiken Europese politici dan middeleeuwse metaforen om de verwezenlijking van het kapitalisme in al zijn glorie te beschrijven: creatieve destructie op zijn hoogtepunt?

Europees links is blijkbaar gecharmeerd door charlatanisme: de tech-industrie zou het kapitalisme langzamerhand om zeep helpen. Kritiek op techno-feodalisme is hun meest veelbelovende redactionele niche en apocalyptische diagnoses vermenigvuldigen zich nog sneller dan de start-ups in Silicon Valley. Essayiste McKenzie Wark luidde al in 2019 de alarmklok: heeft het kapitaal uiteindelijk geen indigestie gekregen van de informatie-economie? Onze nieuwe leenheren, die zij ‘vectorialisten’ noemt omdat zij niet langer de productie maar de informatie-vectoren beheersen, maken van de minste smartphone een ‘minerale sandwich’, belegd met onze gegevens.1

Vanaf dat moment vochten massa’s onheilsprofeten om het beste plaats in etalages van boekhandels. In 2020 leverde Cédric Durand in Techno-féodalisme de meest gedetailleerde analyse van deze feodale symptomen. De reddingsplannen die na de crisis van 2008 werden uitgevoerd, hebben het spel van onteigening en parasitisme nog versterkt. Zijn diagnose? De immateriële activa (gegevens, algoritmen) die geconcentreerd zijn op strategische punten in de waardeketen, hebben geleid tot een nieuwe vorm van rente, waardoor techgiganten de meerwaarde kunnen opstrijken zonder nog te moeten produceren.2De laatste bijdrage aan het genre, Capital’s Grave (“Het graf van het kapitaal”) van Jodi Dean3, verscheen dit jaar. Het legt erin uit hoe de principes van het economische systeem zélf kannibalistisch zijn geworden. Investeringen, concurrentie en vooruitgang voeden zich nu met hamsteren, roofzucht en vernietiging. In dit nieuwe feodalisme verkopen we niet langer alleen maar onze arbeidskracht; we betalen zelfs voor het voorrecht om uitgebuit te worden.

De luidste stem van de techno-feodale folklore is niemand minder dan de voormalige Griekse minister van Financiën Yanis Varoufakis. Zijn evangelie is koud als graniet: het kapitalisme stierf in 2008; we hebben het toen niet gemerkt, omdat we gefascineerd waren door onze beeldschermen.

In 2025 is Amazon van plan om 100 miljard dollar bijna uitsluitend in AI-infrastructuur te investeren.

Wark zoekt de polsslag, Durand ziet de metastasen zich vermenigvuldigen in het systeem, Dean betrapt het kapitalisme terwijl het zijn eigen graf graaft en Varoufakis levert ons het overlijdenscertificaat.4 Nee, dit systeem ligt niet op sterven, en het is ook niet in verandering: het is vermoord door zijn eigen nakomeling: het ‘cloud capital’. De ‘cloud’ is de digitale infrastructuur waar gegevens worden opgeslagen en verwerkt.

De theorie van Varoufakis blinkt uit door helderheid. In het kapitalisme, zo legt hij uit, concurreren bedrijven op flexibele, fluïde, gedecentraliseerde markten om winst te halen uit de goederen die ze produceren. Hoe efficiënter die goederen geproduceerd worden, hoe hoger de winst – en, als alle andere factoren gelijk blijven, hoe groter de voordelen voor de samenleving. Daarom lopen we allemaal rond met meer geavanceerde, en toch goedkopere gadgets.

De digitale economie zou echter de pijlers van markten en winsten hebben ondermijnd. Winst (het resultaat van concurrentie en productie) zou zijn vervangen door rente (het resultaat van controle). Kapitalisten produceerden producten; de digitale magnaten beperken zich tot het te gelde maken van de online middelen waarover zij beschikken. Platforms als Amazon, eBay, Alibaba, maar ook Facebook en Google Marketplace concentreren “de macht om kopers en verkopers met elkaar in contact te brengen – precies het tegenovergestelde van wat een markt hoort te zijn: gedecentraliseerd”. Het zijn de ‘bolwerken van de cloud’, gecentraliseerde digitale handelszones waar feodale afpersing de marktconcurrentie heeft vervangen.

De ‘cloudalisten’, het neologisme dat Varoufakis gebruikt om de tech-baronnen aan te duiden, hebben de goede oude kapitalisten gereduceerd tot ‘vazallen’ die gedwongen zijn om toegang te smeken tot de platforms. Vaarwel, brute gewelddadigheid van het feodalisme; welkom bij de ‘steriele technologische terreur’. Tegenwoordig kan het verwijderen van een link uit de Google-zoekmachine elk bedrijf “gewoonweg uit de internetwereld doen verdwijnen.” Digitale arbeiders, de ‘proletariërs van de cloud’, rennen als hamsters in met algoritmen geoptimaliseerde wielen. Elke beweging die ze maken wordt ‘gestuurd en versneld door digitaal kapitaal’. Tot slot, en dat is het belangrijkste, konden traditionele kapitalisten alleen maar hun eigen werknemers uitmelken. De cloudalisten hebben echter de ‘universele uitbuiting’ bedacht: we zijn allemaal “horigen van de cloud” geworden en we bewerken gratis de digitale velden van de heer Mark Zuckerberg.

Een centraal element in de stelling van Varoufakis is dat onze nieuwe leenheren hun producten niet voor de verkoop bestemmen. Zoekresultaten zijn gratis, net als de antwoorden van Alexa (de persoonlijke assistent van Amazon), en sociale netwerken rekenen hun gebruikers geen kosten aan. Deze diensten zijn bedoeld om “onze aandacht te trekken en te beïnvloeden.” Zelfs wanneer bedrijven er geld voor vragen (bijvoorbeeld een abonnement op ChatGPT) of producten op de markt brengen (Alexa), “verkopen ze die niet als handelswaar,” maar als middelen om “toegang te krijgen tot ons huis en zo meer aandacht van ons te krijgen.” Die macht over de menselijke hersenen stelt hen in staat een rente te heffen op traditionele kapitalisten omdat die nog steeds goederen moeten verkopen.

Varoufakis beschrijft gewoon de eeuwige werking van het kapitalistische systeem.

De voormalige Griekse minister van Financiën beschrijft de veranderingen in het systeem als volgt: vroeger had het kapitaal twee functies: het bouwde fabrieken en machines, en bovenal, het bedacht listige trucs om steeds meer waarde uit de arbeiders te persen – net zoals je een dweil uitwringt.

Maar na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde het kapitalisme twee veel slimmere manieren om geld af te persen. Allereerst kwamen de managers: gewapend met hun stopwatch en notitieblok hebben deze rendementsexperts alle werkplekken, van werkplaatsen en fabrieken tot vergaderzalen op Wall Street, omgevormd tot lopende banden. Ondertussen bouwden de reclamemakers van Madison Avenue hun eigen imperium op door de aandacht van televisiekijkers te vangen en te veilen. Als alchemisten van het verlangen verkochten ze niet alleen producten, ze creëerden ook behoeften en zetten de zorgen van de middenklasse om in boodschappenlijstjes. Deze twee industrieën gaven grote bedrijven een ongekende macht: ze konden hun werknemers van 9 tot 5 controleren en ze van 5 tot 9 uitbuiten als consumenten.

De algoritmen van Silicon Valley houden de productiviteit efficiënter en goedkoper in de gaten dan een leger van opzichters. Aanbevelingsmotoren verslaan Don Draper5 met gemak, zonder om zijn salaris of whiskyflessen te vragen. Ze werken 24 uur per dag, zeven dagen per week, en veranderen voortdurend ons gedrag. Ze controleren ons niet alleen als werknemers en manipuleren ons niet alleen als consumenten; ze laten ons ook – gratis – werken aan onze eigen bewaking. Elke zoekopdracht, elke klik, elke download, trekt onze ketenen onverbiddelijk strakker aan.

Zo ontstaat de nieuwe extractieve kracht – het “cloudalisme”, zoals Varoufakis het noemt – dat iedereen die een scherm aanraakt in een digitale lijfeigene verandert en kleine ondernemers tot vazallen maakt die rente moeten betalen. De machine voedt zichzelf: accumulatie van gegevens, gedragsveranderingen, machtsconcentratie, rentestijging, verbetering van algoritmen. In deze voortdurende beweging van extractie, zijn wij zowel de brandstof als het product.

De ultieme paradox is dat het kapitalisme zichzelf te gronde richt door zijn eigen succes. Of, zoals Varoufakis schrijft, het “vergaat door de ontwikkeling van de kapitalistische activiteit.” De kapitalistische honger naar disruptie heeft zijn feodale opvolger voortgebracht. Aan het begin van de vorige eeuw zag een socialistische intellectueel als Rudolf Hilferding dit systeem de weg vrijmaken voor het arbeidersparadijs. Varoufakis daarentegen voorziet een veel somberder uitkomst.

Wat te denken van deze provocerende theorie? Op het eerste gezicht lijkt ze waterdicht, gewapend met de intimiderende argumenten die academici gebruiken om sceptici te overbluffen. In dat opzicht lijkt ze op de theorie die Shoshana Zuboff uiteenzet in The Age of Surveillance Capitalism.6 Bovendien lijken beiden ervan overtuigd te zijn dat ze Het Kapitaal van onze eeuw hebben geschreven.

Maar door Karl Marx te veel te willen imiteren, eindigen ze met het kopiëren van Charles Dickens. Ze schrijven een Victoriaans melodrama, vermomd als sociale theorie: de abstracte, maar empirisch onderbouwde theorie maakt plaats voor een welsprekende beschrijving van een onmenselijk systeem dat gebruikers, consumenten en kwetsbare werknemers verplettert. Je kunt er zoveel concepten en schema’s in stoppen als je maar wilt; duizend tranentrekkende verhalen vormen nog geen solide theorie.

Om een breed publiek aan te spreken, laten Varoufakis en Zuboff een reeks onaangename technische aspecten buiten beschouwing, zoals de verhoudingen tussen staat en kapitaal, de productie en de transacties tussen bedrijven. Zo kunnen ze gemakkelijker concluderen dat de techreuzen tot doel hebben de radertjes van de consumptie gesmeerd te houden, in de eerste plaats door andere bedrijven te helpen hun producten te verkopen, hetzij rechtstreeks (Amazon), hetzij onrechtstreeks (via reclame op Google en Facebook).

Als er een feodale heer is in het drama dat zich afspeelt, dan is het het kapitaal zelf.

De cijfers vertellen echter een ander verhaal. De techreuzen helpen deze bedrijven ook produceren. Amazon Web Services, het cloud-platform van Jeff Bezos, werkt voor twee miljoen organisaties en overschreed in 2024 de grens van 100 miljard dollar aan inkomsten. Wanneer Netflix zijn jaarlijkse factuur betaalt – naar schatting 1 miljard dollar – betaalt het geen feodale belasting, maar koopt het de digitale apparatuur die onmisbaar is voor zijn werking.

Heeft Amazon zijn webdiensten opgebouwd door persoonlijke gegevens op te zuigen die worden doorgegeven door zijn leger van apparaten met Alexa, zoals Varoufakis suggereert? Helemaal niet. Het heeft dit gedaan volgens de goede oude regels van het kapitalisme, door in te zetten op infrastructuur, waar het sinds 2014 honderden miljarden dollars in heeft geïnvesteerd. Vandaag de dag genereert Amazon Web Services 58 % van zijn bedrijfsresultaat, terwijl deze tak slechts 17 % van zijn totale inkomsten vertegenwoordigt. Het is in werkelijkheid hieraan te danken dat de multinational geld verdient, en niet aan het heffen van transactiekosten, waar Varoufakis zo door geobsedeerd is.

Een industriële kolos

Luie rente-inning? Integendeel, een van de meest agressieve kapitaalinzetten in de geschiedenis. Alleen al in 2025 is Amazon van plan om 100 miljard dollar te investeren, bijna uitsluitend in AI-infrastructuur. Door zijn omvang staat dit proces haaks op de feodale logica. Niemand zou ‘feodalisme’ roepen als een bedrijf waanzinnige bedragen zou investeren in een maaidorser waarmee boeren hun oogst kunnen verbeteren.

AI voedt zich ongetwijfeld met de hypnotiserende stroom van beelden op sociale media, maar het zijn niet de kattenfoto’s van je neef die AI voortstuwen. Het zijn de boeken die werden geschreven door mensen die onder contract staan bij uitgevers. Silicon Valley laat zich op dat vlak kennen voor wat het werkelijk is: een bende bandieten. Meta heeft 82 terabyte aan gegevens gepompt in de piratenbibliotheek Library Genesis; OpenAI heeft GPT-3 getraind op de dataset ‘Books2’; een dataset die hoogstwaarschijnlijk is samengesteld uit de meest dubieuze bronnen op het internet.

Op een mooie dag klopten de advocaten van de uitgeverijen bij hen aan. Toen moesten de online kleptomanen wel hun chequeboekje bovenhalen. News Corp haalde 250 miljoen dollar uit OpenAI, Wiley streek 44 miljoen op, terwijl HarperCollins erin slaagde 5000 dollar per gestolen boek te krijgen. Tal van andere uitgevers wachten nog op rechterlijke uitspraken, terwijl auteurs hun kostbare werk steeds vaker terugvinden in een mengelmoes van metadata. Ondertussen roemen de digitale giganten zichzelf met ‘fair use’. Meta heeft nog steeds geen cent betaald voor de aanzienlijke buit die het heeft vergaard dankzij de BitTorrent-software voor het delen van bestanden.

Dit alles was uiteraard te verwachten. Een AI vindt zijn echte voedingsbron niet in het oneindige geklets op sociale netwerken, maar in professioneel geproduceerde inhoud. Daarom waren techbedrijven – met Google voorop – eerst piraten, voordat ze gedwongen werden om mecenassen te worden. Dat is het kapitalistische model in een notendop: met man en macht onteigenen; onderhandelen als iemand met meer macht en met een honkbalknuppel komt aanzetten en innoveren op het gebied van rechtvaardiging.

Laten we terugkomen op het voorbeeld van Amazon. Zeker, zijn algoritmen manipuleren gebruikers; zeker, zijn werknemers worden uitgeperst als citroenen. Maar, met alle respect voor Varoufakis, het bedrijf is vooral een industriële kolos die weinig virtueel is. Amazon controleert meer dan 600 logistieke magazijnen in de Verenigde Staten en nog eens 185 elders in de wereld. In 2024 heeft het 1,5 miljoen vierkante meter extra gehuurd en is het van plan 170 nieuwe distributiecentra te bouwen en 15 miljard dollar te investeren om de oppervlakte van zijn magazijnen uit te breiden. In 2026 zal het 4 miljard investeren en 210 bezorgcentra bouwen om ook de meest afgelegen gebieden in Amerika te kunnen bedienen. De middeleeuwse leenheren incasseerden hun rente met minder moeite…

Verkopers die gebruik maken van Amazons digitale diensten moeten namelijk aanzienlijke kosten betalen: in de regel 15 %, exclusief opslag en verzending. Sommigen zeggen zelfs dat ze 40 % van hun inkomsten aan Amazon afdragen. Maar wat kopen ze precies? Toegang tot een infrastructuur die hen honderden miljarden zou kosten als ze die zelf moesten bouwen: geautomatiseerde magazijnen waar robots het zware werk doen, een leveringsvloot die groter is dan die van de meeste postdiensten, een capaciteit om goederen binnen één dag te vervoeren, iets wat tien jaar geleden nog sciencefiction was.

Waar haalt Amazon zijn kracht vandaan? Uit investeringen in vaste activa, schaalvoordelen, netwerkeffecten? Of uit het hamsteren van gegevens, uit afpersing van rente volgens het feodale model? In het eerste geval zou het binnen het kader van het kapitalisme blijven, aangezien het winst genereert door kapitaal te accumuleren. In het tweede geval zou het zich, als improductieve leenheer, tevredenstellen met het heffen van een rente. Aangezien het bedrijf echter in staat is om in één jaar tijd 100 miljard dollar te investeren in een dienst die weinig te maken heeft met het plunderen van gebruikersgegevens, ligt het antwoord voor de hand.

Varoufakis omschrijft zichzelf als een ‘onorthodox marxist’ met libertaire neigingen. Maar hij genoot een opleiding als neoklassiek econoom: voor hem lijkt zakendoen meer op een reeks vergelijkingen dan op een jachtpartij. Vandaar misschien zijn ontroerend geloof in ‘gedecentraliseerde markten’ én in het traditionele kapitalisme, waar eerlijke handel heerste en concurrentie ervoor zorgde dat het beste product zegevierde. De oude garde, die van “Edison, Ford en Westinghouse (…) hadden maar één obsessie: winst maken door een monopolie op de markt te verwerven en gebruik te maken van het kapitaal van fabrieken en productielijnen.” De digitale magnaten daarentegen “investeren in onderzoek en ontwikkeling, politiek, marketing, het verzwakken van vakbonden en het vormen van kartels.” Je zou haast gaan geloven dat de kapitalisten van weleer doorgoede mensen waren die het belang van de mensheid voor ogen hadden.

Wall Street, Silicon Valley, het Pentagon en de CIA hebben systematisch landen gebroken die naar technologische en economische soevereiniteit streefden.

De nostalgie die hem verblindt, deelt hij met Shoshana Zuboff, ook al heeft zij een andere kijk op de gouden eeuw van het kapitalisme: vóór het digitale tijdperk functioneerde de economie uitstekend dankzij geniale innovaties op het gebied van arbeidsorganisatie. Ook zij kan zich niet voorstellen dat Amerikaanse multinationals konden floreren dankzij contracten met het Pentagon, de interventies van inlichtingendiensten en de wereldwijde reikwijdte van Wall Street.

Varoufakis hamert erop: techbedrijven hoeven niet “goedkopere en kwalitatief betere goederen te produceren.” Ze geven zich over aan roofzuchtige praktijken omdat ze zich hebben bevrijd van de discipline die de concurrentie oplegde. Zo concurreert het sociale netwerk TikTok niet echt met Facebook, maar “vormt het een nieuw, digitaal bolwerk voor nieuwe lijfeigenen die op zoek zijn naar een andere online ervaring.” Op dezelfde manier heeft Disney Plus “het publiek geen Netflix-films en -series aangeboden tegen een lagere prijs of in een betere resolutie, maar films en series die niet beschikbaar zijn op Netflix.” Walmart “hanteert geen lagere prijzen dan Amazon en biedt ook geen betere producten aan, maar gebruikt zijn database om meer gebruikers naar zijn nieuwe digitale bolwerk te lokken.”

Varoufakis denkt hiermee een diepgaande waarheid over het moderne kapitalisme te hebben ontdekt. Hij beschrijft echter alleen maar de eeuwige werking van dit systeem. Er bestaat weliswaar geen echte concurrentie tussen de platforms, maar concurrentie is nooit uitsluitend gebaseerd geweest op de kwaliteit en de prijs van producten.7 Bedrijven hebben altijd geprobeerd consumenten aan zich te binden, exclusieve goederen te produceren, eigen netwerken op te bouwen en alle voordelen te benutten waarover zij beschikken. Het enige verschil is dat deze voordelen – die over het algemeen tijdelijk zijn, tenzij ze door de staat worden gegarandeerd – tegenwoordig eerder een digitale dan een fysieke vorm aannemen. De libertaire Varoufakis ziet niet in dat concurrentie zelf een vorm van dwang is. Als goed marxist zal hij toegeven dat kapitalisten druk uitoefenen op werknemers, maar hij zal niet zo ver gaan om toe te geven dat de markt druk uitoefent op kapitalisten – en niet altijd om hen aan te sporen beter en goedkoper te produceren. Marx had het goed begrepen: kapitaal gaat naar waar de beste winstperspectieven liggen en maakt daarbij soms gebruik van innovatie, soms van roofzucht – een dialectiek die al zo oud is als het kapitalisme zelf. Deze voortdurende beweging sleept de kapitalisten mee in een oorlog van allen tegen allen. Aan die oorlog kunnen ze niet ontsnappen. Hij is voor hen even stringent als water voor een vis.

Hoe machtig Apple ook is, het multinationale bedrijf heeft zelf een meester: het mondiale kapitaal. Het bedrijf mag dan wel, als een middeleeuwse tolheffer, 15 tot 30 % heffen op de apps die in App Store worden aangeboden, het voelt zich bedreigd door zijn achterstand op het gebied van kunstmatige intelligentie. Dat leverde Apple al de woede op van Wall Street, maar morgen verliest het misschien ook gebruikers aan andere besturingssystemen zoals Android en HarmonyOS van Huawei (dat iOS al van de troon heeft gestoten in China). Door zijn nummer twee te vervangen om de sceptici gerust te stellen, heeft Apple de trieste waarheid onthuld: de autoritaire controle die het op app-ontwikkelaars uitoefent is niets vergeleken met de dictaten van de kapitaalmarkten.

Sprookje

Deze les ontgaat Varoufakis: als er één feodale heer is in het drama dat zich afspeelt, dan is het het kapitaal zelf. In de tijd van Marx was dat niet anders. De uitdrukking ‘democratisch kapitalisme’ is een oxymoron, want in het kapitalisme beslist alleen het leger van Wall Street-analisten. Als zij eisen dat AI in hun smartphone wordt geïntegreerd, kunnen we er zeker van zijn dat Apple dat zal doen.

Varoufakis is bedreven in het ontleden van micromarkten, maar blijkbaar begrijpt hij de systemische oorlog die de kapitalisten verscheurt niet, ook al was dat zijn speelterrein toen hij nog minister van Financiën was in Griekenland. Hij maakt een fatale fout omdat hij door de bomen het bos niet meer ziet. In plaats van te proberen de logica van het economische systeem in zijn totaliteit te begrijpen, concentreert hij zich op bepaalde onderdelen ervan. Hij is als een monteur die niet in staat blijkt de werking van een motor uit te leggen.

Techno-feodalisme is een sprookje dat de ware geschiedenis verhult: de onbetwiste dominantie van Big Tech voltooit een proces dat zeventig jaar geleden is begonnen.8 Hand in hand hebben Wall Street, Silicon Valley, het Pentagon en de Central Intelligence Agency (CIA) systematisch de niet-gebonden landen gebroken die streefden naar echte technologische en economische soevereiniteit. Door een bittere ironie van het lot kopen de huidige staten wat sommige onderzoekers al ‘soevereiniteit als dienst’ noemen. Je hoeft je geen zorgen meer te maken: Microsoft, Palantir en de anderen zullen aan al uw behoeften voldoen, én voor een betaalbare prijs.

Dat is wat de theorie van het techno-feodalisme zo aantrekkelijk – en zo gevaarlijk – maakt: ze is gebaseerd op slechteriken uit tekenfilms (‘Bezos!’, ‘Musk!’, ‘Zuckerberg!’) en op soortgelijke oplossingen (“Laten we coöperaties oprichten!”, “Laten we de centrale banken vragen digitale valuta uit te geven!”, “Laten we overdraagbaarheid van gegevens toestaan!”). Ze laat ons geloven dat we tegen middeleeuwse heren vechten, terwijl de tegenstander van een heel andere orde is. Het is tijd om het kapitalisme bij zijn echte naam te noemen. We zullen het niet verslaan door het te verhullen in schilderachtige middeleeuwse gewaden.

In samenwerking met Le Monde Diplomatique, september 2025. Vertaald door Jan Reyniers.

Footnotes

  1. McKenzie Wark, Capital Is Dead: Is This Something Worse?, Verso, Londen, 2019.
  2. Cédric Durand, Techno-féodalisme. Critique de l’économie numérique, La Découverte, Parijs, 2020. De auteur zet een reflectie voort die hij begon in Le Capital fictif. Comment la finance s’approprie notre avenir, Les Prairies ordinaires, Parijs, 2014.
  3. Jodi Dean, Capital’s Grave : Neofeudalism and the New Class Struggle, Verso, 2025
  4. Yanis Varoufakis, Technofeudalism : What Killed Capitalism, The Bodley Head, Londen, 2023, in 2024 naar het Frans vertaald door uitgeverij Les Liens qui libèrent onder de titel Les Nouveaux Serfs de l’économie.
  5. Held van de televisieserie Mad Men over Amerikaanse reclamemakers in de jaren 1960.
  6. Zie Shoshana Zuboff, “Un capitalisme de surveillance”, Le Monde diplomatique, januari 2019.
  7. Zie Anwar Shaikh, Capitalism: Competition, Conflict, Crises, Oxford University Press, 2016
  8. Zie « Une guerre froide 2.0 », Le Monde diplomatique, mai 2023.