Een golf van antidemocratische – nationalistische en racistische – politiek raast door Europa, gevoed door de ontevredenheid in brede lagen van de bevolking.

In 2020 won Joe Biden, de kandidaat van de Democratische Partij, in de VS de presidentsverkiezingen van de zittende republikeinse president Donald Trump. Die had zijn presidentschap en de verkiezingscampagne in het teken gesteld van de slogan Make America Great Again. In maart 2021 kondigde president Biden dan zijn ‘nationale veiligheidsstrategie’ aan: “ Ik geloof dat we middenin een historisch en fundamenteel debat zitten over welke richting onze wereld in de toekomst uitgaat. Met alle uitdagingen waar we voor staan, beweren sommigen dat autocratie de beste weg vooruit is. Maar er zijn ook mensen die begrijpen dat democratie essentieel blijft om alle uitdagingen van onze veranderende wereld het hoofd te bieden.”
In oktober 2022 voegde hij daaraan toe: “ Wereldwijd is de behoefte aan Amerikaans leiderschap nog nooit zo groot geweest. We zitten middenin een strategisch opbod voor de toekomst van de internationale orde.”1 China was al eerder door zijn voorgangers tot de belangrijkste rivaal uitgeroepen. Sinds 2022 is de oorlog in Oekraïne geëscaleerd tot een proxyen propagandaoorlog van het ‘Vrije Westen’ tegen Rusland en de autocraat Poetin. Die laatste wordt in het Verre Oosten gesteund door de ‘dictator’ Xi Jinping. De groene minister van Buitenlandse Zaken van de Duitse Bondsrepubliek, Annalena Baerbok, ziet zich al in oorlog met het Rusland van Poetin. In een toespraak over de ‘nationale veiligheidsstrategie’ wendt ze zich tot de vijand: “ We zullen ons Europa verdedigen, elke vierkante centimeter van ons Europa, van onze vrijheid”. De herkozen voorzitter van de EU-Commissie en de nieuwe EU-commissaris voor Buitenlandse Zaken uit Estland zijn het hier volmondig mee eens. De bedoeling van de NAVO-top in Washington in juli 2024 was die nieuwe krachtenbundeling van het westerse bondgenootschap te laten zien, in de wereldwijde strijd tegen autocratie en de vijanden van de vrijheid.
De opmars van rechts
Al enige tijd wijzen de verkiezingsuitslagen en de coalitievorming in de ontwikkelde kapitalistische staten van het Westen op ‘ernstige bedreigingen voor de pluralistische samenleving en de moderne democratie’. ‘Tijdens lopende crisissen in de laatste twee decennia doemden meer en meer autoritaire neigingen op bij een deel van de bevolking, ook in westerse samenlevingen”.2 Het ziet ernaar uit dat Donald Trump de komende presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten gaat winnen. Na de overwinning van Biden bestormden zijn aanhangers op 6 januari 2021 het Capitool. Een bloedig en blind Amerikaans fascisme stak de kop op, dat nu inzet op een nieuwe verkiezingsoverwinning voor Trump. In Frankrijk triomfeerde extreemrechts bij de Europese verkiezingen. Bij de daaropvolgende nationale parlementsverkiezingen werd het echter verslagen door het linkse Front Populaire en de liberalen van Macron. Deze verkiezingsuitslag luidt een periode van onbestuurbaarheid in. De kaderleden rond Marine Le Pen spreken van een ‘gestolen overwinning’.

Extreemrechts maakt al deel uit van regeringen in Hongarije, Italië en Nederland. In België won de separatistische NieuwVlaamse Alliantie ( N-VA) van Bart De Wever de nationale verkiezingen op 24 juni met bijna 20 procent van de stemmen. Ze is voorstander van het afsplitsen van Vlaanderen van België en schoof de afgelopen jaren steeds verder op naar rechts. De N-VA zit in het Europees Parlement in de ECR-fractie, samen met Giorgia Meloni’s postfascistische regeringspartij Fratelli d’Italia. Het extreemrechtse Vlaams Belang werd de op één na sterkste partij. Eén lichtpuntje: de jonge marxistische Partij van de Arbeid ( PVDA/PTB) vergrootte haar score tot ca. 10 procent. Ook in Scandinavië ( Zweden, Finland) domineren rechtse partijen die hun land koste wat het kost tot de NAVO willen zien toetreden. In Duitsland behaalt de AfD in peilingen en bij verkiezingen meer dan 30 procent, vooral in het oosten van de Bondsrepubliek. Daarnaast ging ook de CDU/CSU vooruit. Bij de Europese verkiezingen in juni 2024 ging de grootste winst naar zogenaamde eurosceptici, nationalisten en rechtsextremisten, naast de conservatieve christendemocraten. Een golf van antidemocratische – nationalistische en racistische – politiek raast door de kapitalistische centra, maar ook door de EU-lidstaten in Zuidoost-Europa. Deze stroming wordt gevoed door de ontevredenheid van brede lagen van de bevolking – vooral uit de lagere klassen – over de sociale, economische en politieke ontwikkelingen, en uit zich in een afkeer van de oude, democratische partijen.3 De politieke klasse en haar parlementair bedrijf staan in laag aanzien!
Na de lange periode van neoliberale hegemonie verkeren de Westerse metropolen sinds 2008 in een permanente staat van polycrisis.
Dit artikel onderzoekt de oorzaken van deze verschuiving naar rechts in het politieke systeem van de westerse landen. Hierbij gaan we volgende stelling onderzoeken: heeft de overgang van de ‘lange’, expansieve golf van kapitalistische groei in het laatste kwart van de 20e eeuw naar een lange depressieve golf van crises sinds de financiële en economische crisis van 2008/09 in laatste instantie ook de politieke crisis van het systeem van representatieve democratie bepaald, inclusief de afkeer van steeds grotere delen van de bevolking voor democratische waarden en partijen? En de volgende vraag sluit hierbij aan: is er een verband tussen het neoliberale credo van het moderne kapitalisme en de groeiende tendens om autoritair-fascistisch op te treden bij het veiligstellen van de burgerlijk-kapitalistische heerschappij? Nu domineren in het heersende machtsblok4strategieën die, in een periode van permanent crisismanagement, afhankelijk zijn van meerderheden van de ( door rechts aldus genoemde) ‘oude of systeempartijen’. Of ze zien zich door verkiezingsuitslagen gedwongen om coalities aan te gaan met extreemrechtse partijen. Zo wordt de Italiaans regeringsleider Giorgia Meloni door de conservatieven in Italië én in de EU als partner erkend en het hof gemaakt. Hier wordt de bocht naar rechts genomen binnen het kader van de bestaande grondwet en de rechtsorde van de EU.
De beslissende vraag voor de toekomst zal zijn of, naarmate de sociaal-economische en cultureel-politieke crisissen in de kapitalistische centra intensiever worden, de fascistische vleugel van deze rechtse partijen – in samenwerking met krachten uit grote bedrijven en het staatsapparaat ( politie, leger, geheime diensten) – zal besluiten de democratie aan te vallen en een dictatuur te vestigen die de crisis probeert op te lossen in het kader van een autoritair machtsmodel – gebaseerd op nationalisme, racisme, de suprematie van de ‘blanke man’ en de onderdrukking van migranten. En is die vleugel bereid geweld te gebruiken tegen minderheden en afwijkende meningen, maar vooral tegen echte en vermeende linkse mensen?5
Het kapitalistische economisch model wordt hierbij niet in twijfel getrokken – integendeel: aanhangers van Friedman en Hayek – zoals de miljardairs Elon Musk of Peter Thiel, die de verkiezingscampagne van Donald Trump steunen – zullen in zo’n regime werken aan het elimineren van de laatste overblijfselen van de ‘sociaaldemocratische eeuw’ ( d.w.z. de verzorgingsstaat en de macht van de vakbonden). In Argentinië is president Javier Milei bezig het model van ‘libertair autoritarisme’ in praktijk te brengen.6 In de VS is de voormalige hoofdadviseur van Donald Trump, de fascist Steve Bannon, net begonnen aan een gevangenisstraf van vier maanden. De Frankfurter Allgemeine Zeitung ( FAZ) berichtte op 3 juli 2024: “ Met een melodramatische minibetoging voor de gevangenismuren … zweepte Steve Bannon zijn fans op, kort voor het binnengaan: ‘De overwinning of de dood’ schreeuwde de 70-jarige … Ik ben trots om naar de gevangenis te gaan! In wat de New York Times beschreef als een ‘circusachtig’ optreden, waarbij hij ook werd gezegend door een priester. ’Of we winnen, of we hebben de dood van een constitutionele republiek’, riep hij uit, met het oog op de presidentsverkiezingen op 5 november ( 2024 )”.
In zeer korte tijd heeft er een daadwerkelijke ommekeer plaatsgevonden: van het idee van een mondiaal slagveld tussen democratie en autocratie naar de realiteit van een diepe crisis van de democratische regimes in de kapitalistische centra zelf. Met de opmars van de rechtse golf worden vragen over het verband tussen de crisis van de burgerlijk-kapitalistische orde tussen de twee wereldoorlogen enerzijds en de opkomst en overwinningen van het fascisme in verschillende Europese staten ( vooral in Duitsland) anderzijds, natuurlijk ook opnieuw aan de orde gesteld.
Zijn er analogieën met het ’tijdperk van extremen’ ( Eric Hobsbawm)? Of is de wereld intussen zo sterk veranderd – vooral na de ineenstorting van het ‘reël bestaande socialisme’ in de Sovjet-Unie – dat de verwijzing van de oude theorieën over fascisme naar de socialistische en communistische arbeidersbeweging weinig verhelderend werkt, omdat de arbeidersbeweging in de kapitalistische centra momenteel geen kracht voor antikapitalistische verandering vertegenwoordigt? In 1852 betoogde Karl Marx dat de bourgeoisie in Frankrijk tijdens de revolutie van 1848 uiteindelijk afzag van de ‘parlementaire republiek’ vanwege haar angst voor de proletarische revolutie, en de staatsgreep van Louis Bonaparte toejuichte.7
Cyclus van neoliberale hegemonie
De lange golf van neoliberale hegemonie was een uitzonderlijk dynamische fase in de ontwikkelingsgeschiedenis van het moderne kapitalisme. Terwijl de groei in de oude centra zwak bleef, verwees globalisering naar de ontwikkeling van nieuwe gebieden van commodificatie of landroof onder leiding van het financiële kapitaal ( Dollar Wall Street regime, Peter Gowan). Binnen de kapitalistische centra werd de invloed van de staat, met name de verzorgingsstaat ( op het gebied van de arbeidsmarkt, gezondheidszorg, huisvesting en bejaardenvoorzieningen), in het teken van de neoliberale hegemonie teruggedrongen met een aanbodgericht beleid van fiscale bezuinigingen en privatisering, deregulering en flexibilisering. Belastingverlagingen voor de economie ( en de top 10 procent van de vermogensbezitters) en, in het bijzonder, de liberalisering van het kapitaalverkeer kwamen in de plaats.
Uit angst voor een proletarische revolutie in 1848 zag de bourgeoisie af van een parlementaire republiek en juichte ze de staatsgreep van Louis Bonaparte toe.
Ook de macht van de vakbonden, die in de jaren 70 fors was toegenomen, werd aangevallen.8 Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie en het socialistische kamp in 1991 raakten de socialistische en communistische massapartijen in de West-Europese kapitalistische centra in een diepe crisis die tot op de dag van vandaag voortduurt. In Duitsland werd het decennium na 1991 overheerst door de annexatie van de DDR – wat enerzijds gepaard ging met het massaal ideologisch diskrediteren van het socialisme, en anderzijds met grote verwachtingen in de voormalige DDR van een beter leven en ‘bloeiende landschappen’.
De cyclus van neoliberale hegemonie bereikte zijn hoogtepunt in de jaren ‘90 van de vorige eeuw. Het VS-imperium vormde het centrum en het kader van de wereldwijde heersende orde.9De bipolaire wereldorde die na de Tweede Wereldoorlog ontstond, maakte plaats voor een unipolaire orde waarin de VS het leiderschap en de rol van global sheriff opeiste. De wereldwijde financiële markten – onderling verbonden door de digitale, informatierevolutie – namen een hoge vlucht; transnationale bedrijven produceerden in de lagelonenperiferie van de wereldmarkt ( vooral in Oost-Azië ) ; toeleveringsketens en logistiek werden aangepast aan de eisen van wereldwijde netwerken.
De verhoogde productie van rijkdom en de toe-eigening ervan in de kapitalistische centra kwam vooral ten goede aan de staten die in het bijzonder profiteerden van deze nieuwe golf van globalisering – die ook de toegenomen aanvoer van goedkope fossiele energie ( olie, gas) uit Rusland omvatte – en dit zowel door de productie voor de export als door de uitbreiding van transnationale bedrijven en spelers op de financiële markten.
Duitsland kon, als de wereldkampioen export en ook door zijn leidende rol in de Europese Unie, de ‘kosten’ van de Wiedervereinigung beheersbaar houden, hoewel er in het Oosten veel bitterheid en woede heerste over de ‘Wessis’. In de jaren ‘90 zette de EU het programma van de interne markt door, alsook de uitbreiding naar het oosten en de invoering van een gemeenschappelijke munt ( euro). Dit garandeerde stabiele banen voor werknemers in de sterk exportgerichte verwerkende industrie ( bijv. de auto-industrie). Sterke vakbonden zoals IG Metall garandeerden cao-lonen, hoewel deze op de lange termijn stagneerden. Zelfstandige academici ( artsen, architecten, advocaten enz.), maar vooral de nieuwe IT-specialisten, profiteerden in veel gevallen van deze ontwikkeling, die zich ook vertaalde in een hausse in de bouwen vastgoedsector. Aan de onderkant van de werkgelegenheidspiramide groeide een precaire sector van onzekerheid – met fluctuerende tewerkstelling, lage lonen, informele arbeidsrelaties en een hoog percentage vrouwen en migranten. Armoede werd weer zichtbaar, bijvoorbeeld in de vorm van dakloosheid.10
Het feit dat Angela Merkel ( CDU), een politica uit het Oosten, de Bondsrepubliek vertegenwoordigde als kanselier van 2005 tot 2021 – meestal in een coalitie met de SPD – was duidelijk een uitdrukking van sociale en politieke stabiliteit gebaseerd op relatieve – zeer ongelijk verdeelde – economische welvaart11 Anderzijds was die stabiliteit ook gebaseerd op de bereidheid van Merkel en de CDU/CSU om compromissen te sluiten met de SPD over arbeidsmarkt en sociaal beleid, en met de steeds sterker wordende Groenen over het uitfaseren van kernenergie en milieubeleid. Voor veel Duitsers leek de Bondsrepubliek een ‘eiland van gelukzaligen’ in vergelijking met vele buurlanden – om nog maar te zwijgen van de landen in het Zuiden.
In 2013 werd de uiterst rechtse AfD opgericht ( in de nasleep van de financiële crisis van 2008/09 en de daaropvolgende eurocrisis). Aanvankelijk stond het protest tegen de invoering van de euro centraal. Die Linke werd in 2007 opgericht als een alliantie van linkse, sociaaldemocratische vakbondsleden uit het Westen die zich verzetten tegen de Agenda 2010 van Gerhard Schröder en de zogenaamde Hartz-hervormingen, en van de PDS, wiens verkiezingsuitslag in het Oosten ook een uiting was van protest door de verliezers van het eengemaakte Duitsland. Het ‘Systeem Merkel’ bleek echter relatief stabiel in de overgang naar de groeiende uitdagingen waarmee de politiek sinds de economische en financiële crisis ( 2008/09 ) werd geconfronteerd.
Een nieuwe algemene crisis
Toch zijn er in het nieuwe millennium steeds meer tekenen van ontevredenheid onder loontrekkenden, en een groeiende angst voor de toekomst. Die keren zich met name tegen de globalisering, maar vooral ook tegen EU-projecten.12Rechtspopulisten mobiliseren zich nu – vooral via de nieuwe sociale media – tegen een elite in regeringen en parlementen die een weinig succesvol crisismanagement voert in Berlijn of Brussel. Steeds vaker worden ze als ‘volksvijandige regenten’ bestempeld in de strijd tegen de klimaatcrisis en de coronapandemie. Hun eigen land en de EU hebben ze bovendien opengesteld voor migranten. De verkiezingsopkomst daalt, de steun voor de regeringspartijen gaat achteruit. Opiniepeilingen wijzen op een toenemend pessimisme over de toekomst. Dat komt niet alleen voort uit een angst voor individuele sociale achteruitgang ( bijv. door banenverlies) maar ook uit bezorgdheid voor de milieuen klimaatcrisis, de toenemende oorlogsdreiging, en de groeiende sociale ongelijkheid en onrechtvaardigheid. Sinds de grote financiële en economische crisis van 2008/0913 verkerende westerse metropolen in een permanente staat van meervoudige crisis.
De politieke stabiliteit van het Merkel-tijdperk, op zich al een uitdrukking van relatieve sociale cohesie, is steeds verder uit elkaar gevallen. De interne tegenstrijdigheden van de neoliberale boom komen naar boven, tegelijk met de zelfdestructieve crisisprocessen en structurele machtsverschuivingen in het wereldsysteem. Om precies te zijn: de neergang van het Westen. In haar nieuwste boek vat Nancy Fraser de systemische crisis van het ‘kannibalistische’ kapitalisme als volgt samen: “ Wat we nu dankzij decennialange financialisering meemaken is niet slechts een crisis van welig tierende ongelijkheid en onzeker laagbetaald werk. Het is ook niet slechts een crisis van verzorging of sociale reproductie; ook niet slechts een crisis van migratie en racistisch geweld. Het is ook niet ‘slechts’ een ecologische crisis, waarin een opwarmende planeet dodelijke plagen uitspuwt, en niet slechts een politieke crisis, gekenmerkt door een uitgeholde infrastructuur, toenemend militarisme en het feit dat politici die zich voordoen als sterke mannen overal ter wereld succes boeken. Oh nee, het is veel erger dan dat: we hebben te maken met een algemene crisis van de hele maatschappelijke orde, waarin al deze catastrofes samenkomen, elkaar versterken en ons dreigen op te slokken.”14 Terwijl het Westen onder leiding van de VS een nieuw tijdperk van machtsblokkenconfrontatie met de autocratieën ( Rusland en China) afkondigt, vormt zich rond China en Rusland een alliantie van staten uit het Zuiden, die een einde willen maken aan de hegemonie van het Westen.15 In de meervoudige crisis zijn de gevolgen van het ‘kannibalisme’ verweven met de neergang van het Westen in het wereldsysteem.
De staat als crisisbeheerder
Vanuit het perspectief van de kapitaalbelangen is de staatskwestie opnieuw centraal komen te staan. De ideologen van het neoliberalisme – inclusief links-liberale sociale wetenschappers16verdedigden enige tijd geleden de stelling dat de natiestaat in het tijdperk van globalisering wordt gedevalueerd. De dinosaurus van de 19e eeuw werd opgelost in het systeem van Global Governance – daarbij werden tegelijk nieuwe actoren ( ngo’s) gevormd in het wereldsysteem als een democratische correctie. Ondertussen is de natiestaat – als strijdtoneel voor verschillende, maar ook antagonistische klassenbelangen – teruggekeerd. “ De tijd van het naïeve geloof in globalisering is voorbij ! ”, stelt de FAZ op 16 juli 2024 vast. Het heersende machtsblok van de BRD definieert zijn beleid binnen het kader van de nationale veiligheid en de concurrerentiestaat, die een vooraanstaand lid van de EU en een partner in leadership in de NAVO is.
De natiestaat moet in eigen land optreden als crisismanager en wordt daarbij structureel overbelast, wat onder andere tot uiting komt in de hoge staatsschuld ( bijv. in Frankrijk en Italië) en in de geschillen over de zogenaamde ‘Schuldenbremse’. De staat moet ook optreden tegen epidemieën ( Corona) in het belang van het binnenlandse kapitaal en – met het oog op toenemende natuurrampen ( Ahrtal en dergelijke) – de energietransitie naar groen kapitalisme stimuleren. Het onderwijssysteem – niet alleen in het basisonderwijs – moet dringend worden gesaneerd. Stijgend analfabetisme wordt ook een groot probleem voor vaklui en managers in hun zoektocht naar geschoolde arbeidskrachten. De soms catastrofale gevolgen van het neoliberale bezuinigingsen privatiseringsbeleid in de transportsector ( spoorwegen, snelwegen) en de gezondheidszorg, evenals de gevolgen van de privatisering van de huizenmarkt vereisen tegelijkertijd massale staatsinterventie – en niet alleen om de woede en het protest van de betrokkenen te temperen.
Na het tijdperk van de globalisering is de natiestaat– als strijdtoneel van antagonistische klassenbelangen –helemaal terug.
Een goed functionerende infrastructuur bepaalt niet alleen de levenskwaliteit van de beroepsbevolking, maar ook de kwaliteit van de locatie, d.w.z. de gebruiksvoorwaarden en het concurrentievermogen van het kapitaal. De staat moet op allerlei manieren opdraaien voor de kosten van migratie ( in de nieuwe getto’s, als gevolg van de stijgende criminaliteit, maar ook door het toenemende gebruik van openbare dienstverlening ), terwijl er nieuwe terreinen van super-uitbuiting ontstaan voor het kapitaal.17Ten slotte drijven de nieuwe oorlogen en de geopolitieke taken van de natiestaat ( in de vigerende alliantiesystemen) de kosten van militaire bewapening op. Om een door welvaart en vrede verwend volk oorlogsklaar te maken, worden de ideologische staatsapparaten ( media, wetenschappelijk systeem) massaal opgewaardeerd.
Aan de andere kant zijn de verwachtingen en eisen van loontrekkenden niet alleen gericht aan bedrijven, maar ook aan de staat. Dit is niet alleen een strijdtoneel voor verschillende kapitaalbelangen, maar ook tussen kapitaal en arbeid. De angst voor individuele achteruitgang en de teleurstelling over het falen van het crisismanagement door de respectieve regeringen van het centrum worden weerspiegeld in het stemgedrag, of in de bereidheid om vakbondsstakingen te steunen. Deze vinden voornamelijk plaats in de sectoren van infrastructuur en reproductie ( vervoer, scholen, ziekenhuizen, zorgsector). Tegelijkertijd oefenen neoliberale krachten druk uit om de loopbanen te verlengen en de uitkeringen van het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken te verlagen. De armoede onder gepensioneerden die ondanks een lange beroepsloopbaan op hun oude dag aangewezen zijn op voedselbanken en burgersteun, wordt door sociale organisaties en vakbonden als een schandaal gebrandmerkt. Armoede neemt toe – nu ook in het kielzog van stijgende prijzen en energiekosten na 2022. De lagere-inkomensgroepen hebben vooral te lijden onder de stijgende huuren voedselprijzen. De inwoners van perifere steden of gemeenten en regio’s klagen over ontoereikende medische en schoolvoorzieningen en onvoldoende aanbod van openbaar vervoer.
Een autoritair kapitalisme vestigt zich via coalities van conservatief-liberale krachten die openstaan voor samenwerking met extreemrechts.
Net zoals in Frankrijk kiezers van het Rassemblement National van mevrouw Le Pen worden gerekruteerd uit deze lagen van de arbeidersklasse, geldt dit ook voor andere Europese landen. In Duitsland profiteert de AfD van deze crisis in de sociale reproductie – vooral in het Oosten. Door de herbewapeningspolitiek en de opbouw van oorlogscapaciteit in deze veranderende tijden als hoogste prioriteit te accepteren en tegelijkertijd Wirtschaftwunder Duitsland veilig te willen stellen als wereldexportkampioen, raakt de SPD ( ooit nog de ‘partij van de arbeiders’) steeds verder achterop in de peilingen. In de regering-Scholz is de druk van de kapitaalbelangen – via de FDP – vooral gericht tegen wat overblijft van de verzorgingsstaat, in de regering vertegenwoordigd door minister van Arbeid, Hubertus Heil.
In tijden van polycrisis wordt de natiestaat echter structureel overbelast doordat hij niet in staat is te voldoen aan de eisen van crisismanagement. Die wil desnoods zware schulden aangaan om groei, innovatie en concurrentievermogen te bevorderen in het belang van de economische groei, de overgang naar groen kapitalisme te versnellen, de kapotte infrastructuur te repareren ( vervoer, gezondheidszorg, onderwijs ), de socialezekerheidsstelsels te beschermen tegen de demografische ontwikkelingen ( druk op de pensioenstelsels) en de stijgende kosten van migratie, armoede en precariteit te dragen en – met behoud van het schuldenplafond – de uitgaven voor het leger en bewapening drastisch te verhogen ( inclusief militaire steun voor Oekraïne en het Israëlische leger).
De hoofdrolspelers van de kapitaalbelangen herhalen daarom de nazileuze “ Kanonnen in plaats van boter” ( Rudolf Hess 1936 ) als een “ banale waarheid ” voor de dag van vandaag. “ Wanneer decennialang het ene, het sociale, is bevoordeeld, komt het moment dat het andere, defensie, de norm bepaalt”. Met deze woorden roept de heer von Altenbockum in de FAZ ( 13 maart 2024, blz. 1 ) dat “ er een einde moet komen” aan een beleid dat “ aan alle eisen in gelijke mate tegemoetkomt” – inclusief “ verkwistende projecten” zoals “ basiszekerheid voor kinderen, burgerinkomen, pensioentoezeggingen”.
Daarmee wordt ook heel precies het terrein van de klassenstrijd in de staat beschreven. De politiek in het belang van het kapitaal wil herbewapening en het creëren van oorlogscapaciteit realiseren door de sociale uitkeringen van de staat te verlagen en door te bezuinigen op de noodzakelijke herstelwerkzaamheden op het gebied van sociale reproductie en infrastructuur ( inclusief een terugkeer naar kernenergie). De sociale crises en de klimaatcrisis kunnen daarentegen alleen worden overwonnen als het heersende groeimodel ter discussie wordt gesteld en in het buitenlands beleid wordt gezocht naar manieren om conflicten en oorlog te vermijden binnen het kader van collectieve veiligheidssystemen en een multipolaire wereldorde.
Autoritair kapitalisme
Volgens Adam Tooze is de relatie tussen “ democratische beleidsvorming en de eisen van kapitalistisch systeembeheer” “ extreem gespannen” in tijden van meervoudige crisis18 Vandaag de dag is er, met de groei van conservatief-liberale en rechts-populistische, antidemocratische krachten ( inclusief proto-fascistische tendensen ), een verschuiving naar autoritair kapitalisme, dat externe en interne veiligheid als hoogste prioriteit erkent – ten koste van democratische beleidsvorming – en interne discipline probeert af te dwingen door confrontatie met externe vijanden ( Rusland en China), door de ideologische herwaardering van nationalisme en de christelijke religie, maar vooral door repressieve maatregelen tegen buitenlanders en migranten. Het “ heldhaftige” volk moet zichzelf ondergeschikt maken aan de doelen van zelfverdediging die door de staat zijn gedefinieerd tegen vijanden van buitenaf en van binnenuit.
Concessies aan de kritiek van onderaf, aan de woede en verontwaardiging van met name de lagere klassen over de gevolgen van het neoliberale economisch beleid, worden omgezet in nationaal handelsprotectionisme ( vooral tegen China) en in uitgebreide infrastructuurprogramma’s die verder gaan dan de principes van het liberale laissez-faire.19De VS onder Biden liepen hierin voorop; ook de nieuwe Britse Labourregering wil de wederopbouw van infrastructuur centraal stellen in haar economisch beleid. Dit soort autoritair kapitalisme, dat tegelijkertijd de restanten van systeemkritisch links maar ook de jonge campagnevoerders tegen klimaatverandering bedreigt met tuchtmaatregelen en verboden, vestigt zich binnen het kader van de grondwet via coalities van conservatief-liberale krachten, die altijd openstaan voor samenwerking met extreemrechts en daarbij de hoop koesteren dat ze hen in de grondwettelijke consensus kunnen inbedden. Deze disciplinering heeft een doel: het nationale concurrentievermogen op de wereldmarkt veiligstellen en geopolitieke belangen dienen die samenhangen met veranderingen in de wereldwijde politieke machtsverhoudingen.
Hoofdrolspelers van kapitaalbelangen herhalen vandaag de nazi-leuze “Kanonnen in plaats van boter ”
De respectieve combinaties van staatsregulering en -disciplinering aan de ene kant en de bescherming van grote bedrijven en financiële instellingen door middel van liberaal economisch beleid aan de andere kant zullen in verschillende vormen te vinden zijn in de kapitalistische centra van het Westen ( G7 ). De VS blijven profiteren van de voordelen van de dollar als wereldmunt en het daarmee verbonden schuldenstelsel.20 In West-Europa spelen linkse partijen en vakbonden nog steeds een grotere rol in het politieke systeem dan bijvoorbeeld in de VS. Ze opereren echter als verzwakte minderheden die er niet in geslaagd zijn om de groeiende ontevredenheid onder de loontrekkende bevolking om te zetten in steun voor socialistische alternatieven. Deze enorme mislukking te boven komen is een eerste vereiste voor links om zichzelf te vernieuwen en weer slagvaardig te worden. Het zou ook een voorwaarde kunnen zijn om te verhinderen dat de verscherpte multicrisis het autoritair kapitalisme doet overhellen naar de rechtse, pro-fascistische rand van het heersende machtsblok, voorbij de democratische grondwettelijke normen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Zeitschrift Marxistische Erneuerung, Nr 139 ,September 2024 met als titel Autoritärer Kapitalismus. Der Aufschwung der politischen Rechten in den Kapitalmetropolen des Westens.
Footnotes
- Zie Frank Deppe: Zeitenwenden? Der “ neue” und der “ alte”Kalte Krieg, Hamburg 2023, p. 80/81.
- Günter Frankenberg / Wilhelm Heitmeyer ( eds. ), Treiber des Autoritären, Frankfurt / New York 2022, p. 9.
- De Frankfurter Allgemeine Zeitung ( FAZ ) – Fanfare van het neoliberalisme – citeert op. 28 juni 2024 de gerenommeerde MIT-econoom Acemoglu. Hij is van mening dat “ de democratie heeft gefaald ”. Zijn redenering: “ Het mediane inkomen is de afgelopen 40 jaar gestagneerd, de ongelijkheid is veel groter geworden en de levensverwachting is de afgelopen tien jaar gedaald. De mensen ( in de VS en in Europa, F.D.) zijn bijgevolg ontevreden … Ik denk dat er gewoon een algemeen gevoel is dat democratieën niet zo goed werken als beloofd.” De professor stelt vast: “ De democratie moet beter worden. Ze moet zich meer inzetten voor het algemeen welzijn en de welvaart van de middenklasse. Het systeem kan nooit lang overleven als het alleen goed is voor miljardairs.
- Politieke heerschappij – zowel binnen de staat als in de ideologische instellingen – wordt in het moderne kapitalisme uitgeoefend door een alliantie van sociale en politieke krachten die niet alleen bestaan uit de economische elites ( de economische heersende klasse ), maar ook uit het leidinggevend personeel van de staatsinstellingen, de media en het academische systeem. Ook vertegenwoordigers van de arbeidersklasse ( uit de vakbonden en politieke partijen) worden in het heersende machtsblok geïntegreerd. Zo worden ook factie-tegenstellingen uitgevochten, bijvoorbeeld over de vraag welke factie ( of persoon ) de leiding neemt binnen het heersende machtsblok. Het conflict tussen neoliberalisme en keynesianisme – op dit moment het geschil in de Ampel-regering over fiscaal beleid en de zogenaamde Schuldenbremse ( schuldrem, n.v.d.v. ) – is hierbij een belangrijke kwestie. Ook de opening van het conservatieve establishment naar extreemrechts is een voorwerp van controverse. De facties binnen het heersende machtsblok vertegenwoordigen altijd verschillende belangen die op één lijn moeten worden gebracht.
- Het portaal van de World Socialist Web Site berichtte in juni 2023: “ De campagnetoespraak die voormalig president en Republikeins presidentskandidaat Donald Trump zaterdag hield in Washington D.C. was een fascistische tirade tegen wat hij noemde de groeiende dreiging van socialisme en communisme in de VS. Als Trump wordt verkozen, zegt hij, zal hij het ministerie van Binnenlandse Veiligheid opdracht geven om linkse mensen massaal te deporteren, of ze nu VS-staatsburger zijn of niet.”
- Zie Dieter Boris / Patrick Eser: De mysterieuze opgang van de “ Messias” Milei, in: Prokla 215juni 2024, blz. 325 – 350.
- Karl Marx: Der 18. Brumaire des Louis Bonaparte, in: MEW 8, p. 194 – 207.
- Wegens plaatsgebrek moeten we een grondige analyse van deze “ expansieve golf ” overslaan. Zie onder andere David Harvey: The New Imperialism, Oxford 2003 ; hes: A Brief History of Neoliberalism, Oxford 2005 ; Frank Deppe: Politisches Denken im 20. Jahrhundert. Deel 4: Übergang ins 21. Jahrhundert, Hamburg 2016 ; id: Autoritärer Kapitalismus. Demokratie auf dem Prüfstand, Hamburg 2013
- Vgl. Leo Panitch / Sam Gindin: The Making of Global Capitalism. The Political Economy of the American Empire, Londen / New York 2012.
- Vgl. Christoph Butterwege: Die zerrissene Republik Wirtschaftliche, soziale und politische Ungleichheit in Deutschland, Weinheim 2020.
- Tijdens Merkels kanselierschap steeg het bbp voortdurend, zij het langzamer dan in eerdere bloeiperiodes ( 2015 = 100, 2005= 90, 2021=110 ), onderbroken door een inzinking in 2009/10 ( Big Crash) en 2020/21 ( Corona) – gemiddeld een zwakke groei van 1,25%, aangedreven door export en consumptie. De investeringen waren sinds de jaren 1990 sterk gedaald – vanaf 2009 namen ze weer iets toe, voornamelijk door een stijging van investeringen in de bouw. Zie Memorandum 2024, Köln 2024, blz. 255.
- Een vertegenwoordiger uit de ondernemingsraad van een groot concern vertelde dater altijd collega’s op de ondernemingsvergadering argwanend reageren wanneer de woordvoerder van het management het woord ‘globalisering’ in de mond neemt. De verwijzing naar globalisering wordt dan altijd vergezeld van de eis dat het concurrentievermogen ( en dus het voortbestaan) van het eigen bedrijf in de wereldwijde concurrentie alleen kan worden veiliggesteld indien de ‘kosten’ ( voor lonen en andere voordelen voor werknemers) worden verlaagd.
- Adam Tooze: Crashed. Wie zehn Jahre Finanzkrise die Welt verändert haben, München 2018.
- Nancy Fraser: Der Allesfresser. Wie der Kapitalismus seine eigenen Grundlagen verschlingt, Berlijn 2023, p. 12/13.
- Zie Frank Deppe, Zeitenwenden? op. cit. p. 79 ev.
- Zie Jürgen Habermas als voorbeeld: Die postnationale Konstellation, Frankfurt/Main 1998.
- Cf. hierover Z 138 ( juni 2024 ), p. 15 e.v.
- Adam Tooze, Crash, op. cit. 708.
- De kandidaat die door Trump is genomineerd voor het vicepresidentschap, James David Vance, wordt door sommigen beschouwd als een ‘klassenstrijder’. Hij gaat prat op zijn afkomst uit een arbeidersmilieu in Ohio, bekritiseert het laissez-faire beleid en de almacht van het financieel kapitaal, komt op voor stakende arbeiders en het minimumloon, maar deelt de standpunten van Trump over een radicaal protectionistisch handelsbeleid en het beperken van migratie. Hij maakt zich ook sterk voor een verbod op abortus. Hij is in elk geval geen arbeider, maar – als leerling van de extreem-libertaire multimiljardair Peter Thiel – een jonge maar nu al stinkend rijke investeerder, hoofd van het durfkapitaalbedrijf Narva, en beweert ook een vriend van cryptocurrencies te zijn ( vgl. Roland Lindner: Trump’s class warrior, in: FAZ van 19 Juli 2024, p. 24 ). De vraag is of VS-arbeiders inmiddels zo dom zijn geworden dat ze de vermomming van een ‘ultraconservatieve’ financiële speculant als een “ klassenstrijder ”, in scène is gezet voor de verkiezingscampagne, niet meer doorzien.
- Het tekort op de betalingsbalans van de VS, veroorzaakt door de militaire uitgaven,leidde tot een grotere uitstroom van
dollars naar het buitenland. Dit geld kwam terecht bij buitenlandse centrale banken, die het terugsluisden naar de VS door Amerikaanse staatsobligaties te kopen. Zo werd het begrotingstekort van de VS gecompenseerd. Dit systeem creëert een uniek financieel voordeel voor de VS. Ze kunnen hun tekort schijnbaar tot in het oneindige autofinancieren, omdat het tekort op de betalingsbalans uiteindelijk het begrotingstekort compenseert. Michael Hudson: Der Sektor: Warum die Finanzwirtschaft uns zerstört, Stuttgart 2015, blz. 27.