Artikels

De media tegen Julian Assange

Laurent Dauré

—7 augustus 2024

De vrijlating van de Australische journalist eind juni, maakt een einde aan een calvarietocht van veertien jaar. Dat Assange uiteindelijk werd vrijgelaten, maakt zijn vervolgers niet minder verantwoordelijk. Op dat vlak stelden Washington, Londen en Stockholm zich op als medeplichtigen van een instelling die geacht wordt machthebbers met de waarheid te confronteren en onschuldigen te beschermen. Die instelling is de pers, die voor één keer niet erg collegiaal was…

Shutterstock

Dankzij een schuldverklaring bij het Amerikaanse ministerie van Justitie is Julian Assange sinds 25 juni 2024 vrij. Maar de wereldpers ontketende geen euforisch vuurwerk, iets wat je toch zou verwacht hebben bij de terugkeer naar het gewone leven van elke journalist die veertien jaar lang was opgesloten omdat hij oorlogsmisdaden aan het licht had gebracht. De redactionele sfeer was er een van vreemde terughoudendheid. “Zijn daden hebben de meningen verdeeld”, schreef The Guardian (26 juni), het toonaangevende linkse dagblad in het Verenigd Koninkrijk. Het blad had eerder al tientallen vijandige artikels gepubliceerd over de oprichter van WikiLeaks. De stukken over de goede afloop gaven steevast een ereplaats aan de tegenstanders: “een roekeloze leaker die levens op het spel zette” (The New York Times, 27 juni), “iemand die de publiciteit zoekt” (BBC, 25 juni), iemand die “ervan verdacht wordt de belangen van Moskou te dienen” (FranceInfo, 25 juni), kortom, een “getroebleerd karakter” (Le Monde, 27 juni). Volgens het avondblad viel deze slechte reputatie gemakkelijk te verklaren: “Julian Assange is nooit gestopt met het aanwakkeren van de controverse” – een controverse die de journalisten zelf grotendeels hadden aangewakkerd vooraleer ze het als een feit beschreven…

“Er is maar één manier om de zaak aan te pakken: de klootzak illegaal neerschieten”, riep de Democratische commentator Robert Beckel uit op Fox News in 2010. Deze suggestie om de “verrader” te vermoorden kreeg de “steun” van redactionele artikels die variëerden van oproepen tot opknoping tot beschuldigingen van het verspreiden van valse informatie in The Guardian die ook nog sprak over een vermeende samenzwering van Julian Assange met Donald Trump en Moskou in 2018.  De gevangen journalist moet ongetwijfeld genoten hebben van al die nuances van kwaadaardigheid die hij via de media te verwerken kreeg.1 Het centrale thema was niet langer de boodschap – de inhoud van de WikiLeaks onthullingen en de ruwe realiteit van de Amerikaanse macht die ze onthulden – maar de persoonlijkheid en ethiek van de boodschapper, of zelfs zijn persoonlijke hygiëne (Daily Mail, 13 april 2019).

Het huwelijk tussen WikiLeaks en de traditionele pers bleek vluchtig en egoïstisch, ook al werd het aanvankelijk met veel pracht en praal  gevierd. De organisatie verwierf in 2010 wereldfaam door het vrijgeven van geheime documenten die ze gekregen had van klokkenluider Chelsea Manning, een Amerikaanse militaire inlichtingenanalist. Die journalistieke meevaller  zorgde maandenlang voor zendtijd en grote koppen. WikiLeaks werd de partner van  prestigieuze kranten die meer aandacht wilden schenken aan de vernietigende onthullingen over Washington. Zij brachten het criminele gedrag van het leger in Irak en Afghanistan aan het licht; de helse gevangenisomstandigheden in Guantánamo Bay en de duistere onderbuik van de Amerikaanse diplomatie.

Laurent Dauré is journalist en stichtend lid van het Franse Julian Assange Support Comité.

Bij dit laatste dossier, bekend als “Cablegate”, profiteerden The New York Times, The Guardian, Der Spiegel, El País en Le Monde ruimschoots van de scoops uit de 250.000 diplomatieke telegrammen die Wikileaks ze doorspeelde. Op 25 december 2010 riep de redactie van Le Monde Julian Assange uit tot “Man van het Jaar”. Iedereen wist toen al dat deze leverancier van explosieve inhoud een bedreiging vormde voor het monopolie op legitieme informatie dat de gevestigde media claimden. Op dat moment heerste er echter een ongemakkelijke vrede die gebaseerd was op een taakverdeling: WikiLeaks leverde geverifieerde ruwe data aan de media, die werden gesorteerd, gewogen en vervolgens geloofd. De media waren goed op de hoogte van de libertaire filosofie van Assange die, net als vele andere computerwetenschappers van zijn generatie, droomde van een Nieuwe Hervorming die zou leiden tot de afschaffing van de klassieke, door de macht gecorrumpeerde, informatieverstrekkers.

Dankzij een schuldverklaring bij het Amerikaanse ministerie van Justitie is Julian Assange sinds 25 juni 2024 vrij.

Op die eerste kerstdag van 2010 siert Le Monde zijn lofrede met de onderkop “de meest controversiële persoonlijkheid op de planeet”. Na een lange periode van onverschilligheid, en van zodra het juridische nieuws de media dwong om opnieuw over de zaak te praten, dook dit soort etiketten voor de oprichter van Wikileaks weer op: “een raadselachtige en controversiële ‘cyber-strijder’” (Lexpress. fr, 19 mei 2017), een “controversiële held van een soms problematische transparantie” (Lepoint.fr, 7 september 2020), een “controversiële held van de informatievrijheid” (Agence France-Presse, 10 december 2021), een “controversiële figuur in het centrum van complottheorieën” (“Complorama”, France Info, 29 april 2022). Telkens weer: “Controversieel”. Onder zijn schijnbare objectiviteit heeft dit bijvoeglijk naamwoord de vreemde eigenschap dat het alleen in de westerse wereld aan de schoenen van dissidenten kleeft.

Voor de media moest de inzet van de zaak Assange toch glashelder zijn: omdat de Verenigde Staten hem in mei 2019 aanklaagden op grond van de spionagewet van 1917, werd de hele groep beroepsjournalisten bedreigd met de criminalisering. Zijn uitlevering aan de VS-gevangenissen zou een duidelijke overgave te velde zijn geweest van de “vierde macht”. De voormalige “cliënten” van WikiLeaks legden zich er dus bij neer dat ze zich – zonder al te veel enthousiasme – wel moesten verzetten tegen zijn uitlevering aan de Verenigde Staten.

De kunst van het vernietigen van een collega

Dat “verzet” ging systematisch gepaard met bedenkingen en was af en toe zelfs denigrerend. Neem nu dit hoofdartikel in Le Monde van 26 februari 2020: “Julian Assange heeft zich niet gedragen als een verdediger van de mensenrechten, noch als een burger die het recht respecteert. Al in 2011 schond hij zijn beloften door ongecensureerde Amerikaanse documenten te publiceren. Vervolgens weigerde hij te antwoorden op een dagvaarding van Zweedse politieagenten na twee klachten over aanranding (…). Julian Assange valt al snel de geheimen van democratische landen aan, maar is minder toeschietelijk als het gaat om autoritaire landen. Hij heeft gewerkt voor Russia Today, een propagandakanaal dat wordt gefinancierd door het Kremlin. In 2016 verspreidde hij door de Russische geheime diensten gestolen documenten van de Democratische Partij in de VS om haar kandidaat, Hillary Clinton, in diskrediet te brengen.” Met andere woorden, deze journalist onthulde niet de ‘juiste’ geheimen en stak de ware professionals stokken in de wielen.

Ook Mediapart (15 april 2019) vergaf hem zijn gebrek aan goede smaak niet. In een door de nieuwssite gepubliceerde verdediging van de Australische journalist, vond ethisch expert Edwy Plenel het nodig om de volgende passage in te voegen: “Er zijn legitieme redenen genoeg om je niets aan te trekken van het lot van Julian Assange die op donderdag 11 april door de Britse politie werd gearresteerd in de Ecuadoraanse ambassade waar hij bijna zeven jaar lang zijn toevlucht had gezocht. Er zijn de beschuldigingen van seksueel geweld tegen hem in Zweden; er is zijn egocentrische avonturisme bij het leiden van WikiLeaks, waardoor hij een vacuüm om zich heen achterliet; er is zijn ethische drift naar het ruwweg verspreiden van documenten, zonder enig verificatiewerk of zonder ze in hun context te plaatsen; er is zijn (minstens) duistere welwillendheid voor de Russische machthebbers en hun geopolitieke spel.” In zijn bescheiden bijdrage aan de solidariteitsbeweging vond Le Canard enchaîné (15 december 2021) de juiste woorden om nieuwe steun te verzamelen voor hem: “Toegegeven, Assange is soms verward, ambivalent, onverantwoordelijk (wanneer zijn ongefilterde documenten levens in gevaar brengen) en verbijsterend (toen hij tijdens de Amerikaanse presidentscampagne zijn voorkeur uitte voor Trump).”

In mei 2019 klaagden de Verenigde Staten Assange aan op grond van de spionagewet van 1917, waardoor de hele beroepsgroep van journalisten met de criminalisering wordt bedreigd.

In het kader van een internationale mediacampagne die eiste dat zijn vervolging door de VS zou worden gestaakt, was het meest opmerkelijke initiatief een korte krantenoproep ter ondersteuning van Julian Assange: “Publiceren is geen misdaad”. De oproep verscheen in november 2022 en was ondertekend door de vijf internationale partners van weleer. Zelfs in dit gebaar van solidariteit bekritiseerden de krantenredacties de politieke gevangene voor het feit dat “ongecensureerde versies van diplomatieke telegrammen openbaar werden gemaakt” (Le Monde, 29 november 2022).

Die reputatie van onverantwoordelijkheid bij het publiceren van documenten bleek echter ongegrond. Specialisten terzake, waaronder de Italiaanse onderzoeksjournaliste Stefania Maurizi, hebben duidelijk vastgesteld dat de fout bij twee medewerkers van The Guardian lag.2 Luke Harding en David Leigh hadden namelijk in een boek het wachtwoord gepubliceerd dat Assange aan laatstgenoemde had gegeven zodat hij, als onderdeel van hun partnerschap, toegang kon krijgen tot het dossier. De verantwoordelijkheid voor die catastrofale vergissing, waar WikiLeaks destijds melding van maakte3, werd echter nooit aan de auteurs toegeschreven. De organisatie probeerde de verspreiding van het bestand te voorkomen en bracht het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte van het risico. Toen WikiLeaks op 1 september 2011 vaststelde dat de website Cryptome de onbewerkte telegrammen had gepubliceerd, deed het de volgende dag hetzelfde, met de bedoeling de mensen die mogelijk gevaar liepen zo snel mogelijk te waarschuwen.

Na de publicatie van documenten over de oorlog in Afghanistan in juli 2010 beweerde het Pentagon dat de site mensenlevens in gevaar had gebracht (Amerikaanse troepen, Afghaanse collaborateurs, informanten) en dat Julian Assange zelfs “bloed aan zijn handen” zou kunnen hebben (CNN, 29 juli 2010). Helaas hebben de Verenigde Staten geen enkel concreet voorbeeld aangetoond, zelfs niet voor de rechtbank.4 Veertien jaar later leeft deze beschuldiging, met haar ontelbare varianten, nog steeds verder. Op 25 juni vierde Patrick Cohen de vrijlating van Assange door in het programma “C à vous” (France 5) uit te leggen dat de onthullingen van WikiLeaks “het leven van agenten op het terrein (…) had gekost”.5 De volgende dag stelde de Amerikaanse rechter van de federale rechtbank in Saipan (Noordelijke Marianenarchipel) het gebrek aan professionaliteit aan de kaak van de Franse journalist tijdens de hoorzitting die de schuldbekentenis bekrachtigde: “De regering heeft aangegeven dat er geen slachtoffers waren in deze zaak. Dit betekent dat de verspreiding van die informatie niet geleid heeft tot enig traceerbaar lichamelijk letsel”. In de media die het meest actief zijn in het bestrijden van de verspreiding van nepnieuws, leidde die informatie nooit tot een lawine van correcties.

De medewerking van de media aan de vervolging van de oprichter van WikiLeaks, brengt een beroep dat op zijn laatste benen loopt verder in diskrediet.

Meer dan enig andere feit heeft de beschuldigingen van verkrachting Assange geïsoleerd. Hoewel de pers er welwillend melding van maakte – enkel Charlie Hebdo ging wild tekeer tegen deze “verkrachter en geestelijk gestoorde Gandalf” (23 november 2022) – wezen journalisten er zelden op dat die zaak nooit verder was geraakt dan het stadium van vooronderzoek. Het onderzoek van Nils Melzer, voormalig speciaal rapporteur van de Verenigde Naties (VN) over foltering, is daarentegen gebaseerd op “10.000 pagina’s procedurele dossiers, correspondentie en ander betrouwbaar bewijs uit een veelheid aan bronnen”. De advocaat stelt vast dat de “Zweedse affaire” een complot was om de oprichter van WikiLeaks te neutraliseren.6 Stefania Maurizi heeft hetzelfde gedaan in haar eigen boek, gebaseerd op correspondentie tussen het Britse en Zweedse openbaar ministerie. Op enkele uitzonderingen na (Jack Dion in Marianne, Anne Crignon in Le Nouvel Obs) heeft de Franse pers nauwelijks over deze twee boeken bericht. Geen van de drie voormalige Franse partners van WikiLeaks (Le Monde, Libération en Mediapart) maakte melding van de publicatie ervan. Ze zwegen ook over de twee documentaires over de affaire die in Frankrijk werden uitgebracht.7

Tot slot maken de vaak gesuggereerde – maar nooit onderbouwde – banden met Rusland de geruchtenmist over Assange, nog dikker. De ontmoetingen op de ambassade in Ecuador met “Russen” en met Paul Manafort, de directeur van de eerste presidentiële campagne van Donald Trump, waren een valse primeur. Gelanceerd door Luke Harding in The Guardian op 27 november 2018, werd het echter onmiddellijk opgepikt door Libération. Beide kranten trokken het verhaal nooit terug. Voorzagen Russische hackers WikiLeaks van compromitterende e-mails over Hillary Clinton en het Democratische establishment? Ondanks de zelfverzekerde bevestiging ervan door de media is dit nog steeds niet bewezen.8 Julian Assange zou in alle geval schuldig zijn aan het “hosten van een programma voor Russia Today” (Franc-Tireur, 3 juli 2024)? Ook dat werd evenmin bewezen.9

De strijd tegen valse informatie en samenzwering en het gevecht voor de grote beschavingszaak worden keer op keer vergeten wanneer Assange ter sprake komt. De medewerking van de media aan de vervolging van de oprichter van WikiLeaks brengt een op hol geslagen beroep almaar verder in diskrediet.10 Zo raken integere journalisten almaar meer geïsoleerd: Julian Assange heeft schuld moeten bekennen omdat hij zijn werk deed.

In samenwerking met Le Monde Diplomatique, augustus 2024. Vertaald door Jan Reyniers.

Footnotes

  1. Zie Serge Halimi, “L’honneur perdu du ‘Guardian’?” Le Monde diplomatique, januari 2019.
  2. Stefania Maurizi, L’Affaire WikiLeaks. Médias indépendants, censure et crimes d’État, Agone, Marseille, 2024.
  3. ’Guardian’ journalist negligently disclosed Cablegate passwords”, 1 september 2011.
  4. Ed Pilkington, “Bradley Manning leak did not result in deaths by enemy forces, court hears”, The Guardian, Londen, 31 juli 2013.
  5. Aangehaald door Fabien Rives, “Julian Assange calomnié sur France 5”, 4 juli 2024.
  6. Nils Melzer, L’Affaire Assange. Histoire d’une persécution politique, Éditions Critiques, Parijs, 2022. Zie ook, van dezelfde auteur, “Cajoler Pinochet, briser Assange”, Le Monde diplomatique, augustus 2022.
  7. Clara López Rubio en Juan Pancorbo, Hacking Justice: Julian Assange (2021), en Ben Lawrence Ithaka. Le combat pour libérer Assange (2023), allebei verdeeld door Les Mutins de Pangée.
  8. Aaron Maté, “CrowdStrikeOut: Mueller’s own report undercuts its core Russia-Meddling claims”, 5 juli 2019.
  9. Uitzending “The world tomorrow “ werd onafhankelijk geproduceerd door Quick Roll Production (een bedrijf opgericht door Assange) en het Britse bedrijf Dartmouth Films; het werd verkocht aan een dozijn mediakanalen over de hele wereld, waaronder Russia Today. Zie: Stefania Maurizi, L’Affaire WikiLeaks… op. cit.
  10. Kevin Gosztola, Guilty of Journalism. The Political Case against Julian Assange, Seven Stories Press, New York, 2023.