Alerta Arizona n*5 – Ontdek in onze reeks Alerta Arizona de vurige opinies tegen de sociale woestijn van De Wever en Bouchez.

Het paasakkoord van de federale regering Arizona voert een bijzonder strenge hervorming van de werkloosheidsuitkeringen in België in, door hun duur te beperken tot maximaal twee jaar. Deze als “radicaal” bestempelde maatregel is gebaseerd op een systeem van gedifferentieerde rechten afhankelijk van de beroepsanciënniteit. Om recht te hebben op twee volledige jaren uitkering, moeten werkers kunnen aantonen dat ze vijf jaar hebben bijgedragen. Wie daaronder zit, wordt streng beperkt in hun rechten: wie minder dan een jaar heeft gewerkt, krijgt geen enkele uitkering en vanaf één jaar wordt een progressieve schaal toegepast met één maand uitkering per vier gewerkte maanden.
Minister van Werk David Clarinval (MR) verdedigde deze hervorming met de uitspraak: “werkloosheid mag geen carrièreplan zijn”. “Nu iedereen aan het werk!”, voegde hij eraan toe. Maar wie bedoelt hij precies met “iedereen”?
In 2023 telde het Riziv 502.580 mensen met een arbeidsongeschiktheid, veel meer dan het aantal werkzoekenden (319.000 volgens Statbel). Dit verschil is des te belangrijker omdat de cijfers over arbeidsongeschiktheid zelf een onderschatting zijn. Veel mensen zonder werk maar met een reële ziekte of handicap worden niet als dusdanig erkend, en worden daardoor meegeteld in de werkloosheidscijfers. Deze onzichtbaarheid van arbeidsongeschiktheid komt onder meer voort uit een zwakke erkenning van beroepsziekten sinds de jaren 1980, vooral in vrouwelijke sectoren.
In dit kader blijkt de impact van de hervorming sterk gendergerelateerd. Vrouwen zijn niet alleen oververtegenwoordigd onder wie langdurig van werk uitgesloten is, maar ook in fysiek veeleisende, onzekere beroepen met hoge psychosociale risico’s: zorg, dienstenchequesector, onderwijs, enzovoort. Ze worden bovendien geconfronteerd met werkinstrumenten die niet aangepast zijn aan hun lichaamsbouw, wat de kans op letsels en chronische pijn verhoogt.
Vrouwen zijn oververtegenwoordigd onder mensen die langdurig van de arbeidsmarkt verwijderd zijn en in fysiek belastende, precaire beroepen met psychosociale risico’s
De cijfers van het Riziv maken deze trend duidelijk. In 2021 waren er 250.000 vrouwen arbeidsongeschikt tegenover 200.000 mannen. Sinds 1996 is dat cijfer met 345% gestegen bij vrouwen, tegenover 71% bij mannen. Bijna 60% van de langdurig arbeidsongeschikten zijn vrouwen, vaak wegens psychische aandoeningen zoals burn-out, depressie of angststoornissen. Deze aandoeningen, die pas recent als beroepsziekten worden erkend (burn-out sinds 2006), vergen vaak lange herstelperiodes — tot vijf jaar volgens sommige studies — en maken een terugkeer naar werk in 10 tot 15% van de gevallen onmogelijk.
Naast psychische aandoeningen kampen vrouwen ook vaker met chronische aandoeningen (zoals endometriose, fibromyalgie, artritis) en hebben zij moeilijker toegang tot preventieve of aangepaste maatregelen op het werk. Deze situatie wordt verergerd door de mentale en fysieke last van huishoudelijk werk en zorgtaken, die nog steeds grotendeels door vrouwen gedragen worden. Zij vormen ongeveer twee derde van de mantelzorgers.
Deze hervorming kan dan ook niet herleid worden tot een budgettaire maatregel of een kwestie van individuele verantwoordelijkheid. Zij weerspiegelt veeleer een managementlogica van arbeid die blind is voor de lichamelijke, psychische en sociale grenzen van individuen. De steeds strengere eisen inzake beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, gecombineerd met een afbouw van sociale bescherming, vormen een carrièremodel dat voor een groot deel van de actieve bevolking onbereikbaar is — vooral voor oudere vrouwen, die fysiek en mentaal uitgeput zijn door zware werk- en gezinstrajecten.
Uiteindelijk past deze hervorming in een bredere dynamiek van sociale ontmanteling, waarin prestatienormen, beschikbaarheid en gezondheidseisen niet stroken met de realiteit van de meeste werkenden. De verstrenging van de toegang tot werkloosheidsuitkeringen dreigt de uitsluiting van de meest kwetsbaren nog te vergroten, terwijl de structurele oorzaken van hun afstand tot de arbeidsmarkt verborgen blijven.
De erkenning van beroepsziekten is een noodzakelijke voorwaarde voor de opbouw van een maatschappelijk model dat ophoudt uitgeputte lichamen te verhandelen onder het mom van economische competitiviteit.