Artikels

Voor een Afrikaanse vrede in Congo, geen Amerikaanse

Tony Busselen

—16 december 2024

Sinds de implosie van de dictatuur van Mobutu in 1990 heeft het Westen de mislukkingen opgestapeld in een verbeten strijd om de controle over het land te behouden. Alleen de interne dynamiek van Congo en Afrika kan het land uit de chaos en de eindeloze oorlogen halen.

Het gebaar waarmee de spelers van het nationale voetbalteam in februari 2024 op de African Cup of Nations ( CAN) één hand voor hun mond hielden en de andere revolvergewijs op hun slaap richtten, is het symbool geworden waarmee miljoenen jonge Congolezen aanklagen wat zij “ de Genocost” noemen. Dat woord is een combinatie van de woorden “ genocide” en “ kosten” en onderstreept het idee dat de wreedheden tegen de Congolese bevolking worden ingegeven door economische belangen, met name de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van het land door buitenlandse mogendheden en multinationals.

Het Congolese volk is nu al 26 jaar het mikpunt van agressie. Na een vijf jaar durende bezetting ( 1998-2003 ) door de Rwandese en Oegandese legers van twee derde van dit immense land waren er de opstanden in het oosten van het land. De Congolese bevolking leeft daardoor in een permanente staat van destabilisatie en oorlog. Het aantal slachtoffers wordt geschat op minimaal 6 miljoen en het aantal ontheemden is gestegen van 1,7 miljoen in 2005 tot 6,4 miljoen in 2023. Deze destabilisatie is een van de oorzaken van de verzwakking of zelfs verdwijning van de basisinfrastructuur van het land.

Het aantal Congolezen dat te kampen heeft met voedselonzekerheid neemt steeds sneller toe: van 7,5 miljoen in 2016 tot 26,4 miljoen in 2023.1 Dit maakt de oorlog in Congo een van de langste en dodelijkste conflicten sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. En toch is het een vergeten oorlog die, behalve tijdens golven van extreem geweld, zelden aandacht krijgt in onze media.

Tony Busselen is auteur en historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van Congo. Hij is vooral bekend om zijn boek Congo voor beginners, waarin hij de geschiedenis van Congo onderzoekt door de stemmen en strijd van het Congolese volk te belichten. Zijn werk werpt licht op vaak over het hoofd geziene aspecten van de koloniale geschiedenis van het land.

De hele wereld weet ondertussen, door de rapporten van de VN-experts, dat Rwanda en Oeganda verantwoordelijk zijn voor deze oorlog. De opeenvolgende pro-Rwandese opstanden van augustus 1998 tot nu ( RCD, CNDP, M23 ) waren alleen mogelijk door de directe steun van de Rwandese en Oegandese legers op Congolees grondgebied. Maar in tegenstelling tot Oekraïne krijgt Congo geen massale militaire hulp en wordt Rwanda slechts zelden onderworpen aan zeer timide sancties. Dit is wat de Congolezen, die zich mishandeld voelen door de internationale gemeenschap, woedend maakt.

Hoewel deze oorlog zich ver van de ogen van het westerse publiek afspeelt, komen westerse regeringen, van de vooravond van de onafhankelijkheid in 1960 tot vandaag, voortdurend tussenbeide in het Congolese politieke leven om hun geostrategische en economische belangen te verdedigen. Dit artikel geeft een overzicht van de reeks inmengingen en interventies. Ze zijn keer op keer mislukt maar hebben toch in grote mate bijgedragen aan de catastrofale toestand waarin zowel de Democratische Republiek Congo als het Congolese volk zich vandaag bevindt.

Het is vandaag bon ton om de Congolese heersende klasse verantwoordelijk te stellen voor de extreme armoede en chaos waarin het Congolese volk leeft. En inderdaad, er zijn duizenden voorbeelden van de corruptie en de onderlinge strijd van deze klasse. Maar een analyse die zich beperkt tot die klasse, verhult de rol en impact van de imperialistische inmenging, stelt ze voor als een minder belangrijke factor, of rechtvaardigt ze zelfs. Een dergelijke analyse leidt tot een schijnheilig en steriel discours, dat we al meer dan vier decennia horen, maar dat geen enkel positief effect heeft. Integendeel, dit discours is vooral een uitdrukking van de onmacht van de westerse heersende klasse om opnieuw een stabiel en betrouwbaar neokoloniaal systeem op te bouwen in Congo. Laten we eens kijken naar de inmenging van westerse landen onder leiding van de Verenigde Staten sinds de onafhankelijkheid van Congo.

De lange nacht van de neokoloniale dictatuur van Mobutu

Gedurende dertig jaar, van 14 september 1960, datum van de eerste staatsgreep tegen Lumumba, tot 24 april 1990, wanneer Mobutu met tranen in de ogen het einde van zijn eenpartijregime aankondigt, slaagt Washington er met de hulp van Parijs en Brussel in om een stabiele neokoloniale structuur in stand te houden: een regime dat met ijzeren vuist heerst en de meest brutale repressie combineert met een demagogisch discours van authenticiteit.

Een van de grote strijdthema’s van Patrice Lumumba aan de vooravond van de onafhankelijkheid was de eis dat de enorme rijkdom van Congo ten goede zou komen aan de gewone Congolezen. “ Nu we de politieke onafhankelijkheid veroverd hebben, moeten we ook de economische onafhankelijk nastreven ”, zei hij. In de recente film Soundtrack to a Coup d’Etat laat regisseur Johan Grimonprez zien dat dit de reden was waarom het Westen hem als een vijand beschouwde. Congo stond overigens niet alleen met de eis voor economische onafhankelijkheid. In die tijd was er een grote beweging van zogenoemde “ niet-gebonden” Afrikaanse, Aziatische en LatijnsAmerikaanse landen die hun lot in eigen handen wilden nemen.

Na de onafhankelijkheid van Congo vond het Westen het daarom cruciaal om de nationalistische beweging, geleid en gesymboliseerd door Patrice Emery Lumumba, te vernietigen en zo de controle over het land terug te krijgen. De Verenigde Staten, geholpen door België, aarzelden niet om de premier van de democratisch verkozen regering te vermoorden. Ze hielpen Mobutu ook om vijf jaar lang een genadeloze oorlog te voeren tegen de volgelingen van Lumumba. Die oorlog eiste naar schatting honderdduizenden slachtoffers, vermoord door een leger dat opereerde onder leiding van militaire adviseurs uit België en de VS. Daarna volgde een periode waarin Mobutu zijn ideologie en zijn politieke visie, uitgedrukt in het manifest van Nsele, in de praktijk bracht: een eenpartijsysteem geleid door zijn MPR ( Mouvement Populaire de la Révolution) met een demagogisch “ lumumbistisch” en “ antikoloniaal” discours over “ authenticiteit”, waarmee de man die medeplichtig was aan de moord op Lumumba zijn onderwerping aan het VS-imperialisme wilde verhullen.

Dit alles creëerde een situatie die de belangen van het Westen diende in de Koude Oorlog tegen het communisme. De enorme bodemrijkdommen van het land waren voor de multinationals een reserve voor de toekomst, omdat ze op dat moment nog genoeg mineralen in Latijns-Amerika en Azië vonden om te exploiteren. Het ging er hen vooral om het strategisch gelegen Congo te controleren en te gebruiken als uitvalsbasis voor hun oorlogen tegen de bevrijdingsbewegingen in zuidelijk en oostelijk Afrika. De lange nacht van het mobutisme liet een volledig verwoeste economie achter waarin de mijnbouwsector, door een gebrek aan investeringen, tegen het begin van de jaren 1980 was gereduceerd tot de miserabele toestand die vandaag nog steeds voortduurt. Mensen werken er als slaven voor een extreem parasitaire politieke klasse die de sector gebruikt als een bron van persoonlijke verrijking.2

Het post-Mobutu tijdperk: een reeks mislukkingen die tot een agressieoorlog leidt

Aan het einde van de Koude Oorlog is het Westen ervan overtuigd dat het de wereldwijde winnaar is en eist het dat de landen in het Zuiden hun grenzen openstellen voor zijn multinationals die superwinsten willen maken. Washington, Parijs en Brussel bereiden zich voor op het nieuwe tijdperk van globalisering. Het verrotte en corrupte regime van Mobutu is niet meer nuttig in de nieuwe fase. Het Westen heeft meer dynamische, jonge politieke kaders nodig om de Congolese bodemschatten open te stellen voor de multinationals. Mobutu moet worden vervangen.

Daarom bevelen ze hun trouwe dienaar om zijn eenheidspartij te ontbinden en een overgangsperiode in te stellen die moet leiden tot verkiezingen en een regering zonder hem. De dictator heeft zich echter de afgelopen kwart eeuw tot de exclusieve alleenheerser over de Congolese politieke klasse en over zijn partij kunnen ontwikkelen. Hij weet hoe de macht in handen te houden. In januari 1996, na zes jaar “ democratische overgang”, stellen waarnemers vast dat Mobutu de voor juli geplande verkiezingen zal winnen.3 Steven Metz, een professor aan het US Army War College, publiceert een studie getiteld Reform, Conflict, and Security in Zaire. Hij wijst erop dat de Zaïrese staat mogelijk kan uiteenvallen en concludeert: “ Het steunen van een afscheidingsprovincie of -regio om hervormingen aan te wakkeren zou een buitengewoon riskant beleid zijn dat het risico op een burgeroorlog zou vergroten.”

Vandaag is het bon ton om de verantwoordelijkheid voor alle ellende en chaos toe te schrijven aan de Congolese heersende klasse, maar die analyse verbergt de impact van de westerse inmenging.

Maar als het alternatief een patstelling en een langzame afglijding naar anarchie is, kan de VS gedwongen zijn om zijn kans te wagen en de meest riskante weg te kiezen. Met “ kans wagen” bedoelt Metz dat, om een einde te maken aan Mobutu, het nodig zal zijn om het risico van een burgeroorlog erbij te nemen en de krachten te steunen die Mobutu willen omverwerpen.

Dit is inderdaad de lijn die Washington zal volgen, omdat het in de tussentijd de genocide in Rwanda in 1994 heeft laten plaatsvinden zonder in te grijpen en de daaropvolgende regimewisseling in Kigali heeft gesteund. In oktober 1996 steunen ze een operatie van de Rwandese en Oegandese legers en Congolese rebellen, met voormalig rebel Laurent Kabila als woordvoerder, om de Rwandese vluchtelingenkampen in Kivu te bevrijden. Het doel van Washington is om Mobutu af te zetten en een regering te installeren gevormd door een derde voormalige mobutisten, een derde politieke opposanten uit Kinshasa en een derde rebellen, een regering die ze denken te kunnen controleren. De strategie mislukt echter en tegen de wens van de Verenigde Staten in zet Laurent Kabila de bevrijdingsoorlog voort tot in Kinshasa, waar hij op 17 mei 1997 de eed aflegt. Kabila, geïnspireerd door Lumumba, wil het land heropbouwen. Hij verdedigt de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Congo en weigert de schulden af te betalen en samen te werken met het IMF.4

Dit lumumbistisch beleid van Kabila is natuurlijk onaanvaardbaar voor Washington. 5Ed Marek, een Amerikaanse analist, publiceert een website onder de naam Zaïre Watch, later New Congo Net. Begin februari 1998 verwoordt hij de teleurstelling van de VS als volgt: “ De regering-Kabila neemt een onafhankelijke houding aan ten opzichte van het Westen (…) We zijn zeer teleurgesteld. Dit is zeker niet wat we in gedachten hadden toen we Mobutu uit het Zaïrese politieke landschap wilden verwijderen.”

Kabila kondigt echter verkiezingen aan voor 1999, die hij gezien de steun van de bevolking zeker zal winnen. De enige manier die de VS rest om de consolidatie van Kabila’s nationalistische macht te voorkomen, is geweld. In mei 1998 geeft Robert Stewart, voormalig voorzitter van de multinational American Mineral Fields ( een mijnbouwbedrijf met grote belangen in de DRC op dat moment ), een persconferentie in Brussel en verklaart dat hij “ plannen heeft om Kabila van de macht te verdrijven”.[note]Persconferentie in Hotel Méridien, 26 mei 1998.[/note]

Op 26 juli 1998 ontsnapt Laurent Kabila, gewaarschuwd door de Cubaanse inlichtingendienst, bij zijn terugkeer uit Cuba aan een staatsgreep die al snel uitloopt op een aanvalsoorlog die onder leiding van de Verenigde Staten wordt gevoerd door Rwanda en Oeganda, die nauwe bondgenoten van het Westen zijn geworden. De oorlog duurde vijf jaar, tot in 2003, en verdeelt Congo in drie onafhankelijke gebieden: een gebied in het oosten gecontroleerd door het Rwandese leger, een gebied in het noorden onder controle van het Oegandese leger en een gebied in het westen gecontroleerd door de regering in Kinshasa. Aan deze situatie zal een einde komen door het verzet van het Congolese volk en door het feit dat de hele wereld ziet dat de Rwandese en Oegandese legers zich in Congo als plunderaars en onderdrukkers gedragen.6

De macht van de Congolese staat verzwakken

De VS, met de Europeanen in hun kielzog, doen er alles aan om de Congolese regering te ondermijnen, onder het mom van het zoeken naar politieke oplossingen voor de oorlog en naar een formule voor een regering van nationale eenheid. In 1999, een jaar na het begin van de oorlog, dwingen ze vrede af door middel van het Lusaka-akkoord, dat de Congolese staat moet verzwakken en Laurent Kabila uitschakelen. Na een “ inter-Congolese dialoog” in een luxe casino in Sun City, geleid door Zuid-Afrikaanse en westerse bemiddelaars, wordt in Pretoria een formele overeenkomst ondertekend, die in 2003 resulteert in een 1+4-systeem: een president ( Joseph Kabila, die op 16 januari 2001 zijn vermoorde vader vervangt) en vier vicepresidenten, onder wie een politieke opposant en twee voormalige rebellenleiders die met het Oegandese en Rwandese leger samenwerkten.

Dit 1+4-systeem is een overgangssysteem in de aanloop naar verkiezingen die gepland zijn voor augustus 2005. Na verschillende conflicten en incidenten die de oorlog opnieuw dreigen te laten opflakkeren, worden de verkiezingen uiteindelijk pas in juli 2006 gehouden en gewonnen door het kamp van Joseph Kabila. Het Westen dringt er echter op aan dat er een regering van nationale eenheid wordt gevormd met de verliezers, omwille van wat ze “ het gevaar van een heropflakkering van de oorlog” noemen. Kabila weigert dit en vormt integendeel een coalitie met de linkse PALU ( Parti Lumumbiste Unifié). Samen hebben de twee partijen een meerderheid in het parlement.7

Het Westen dringt aan op de vorming van een regering van nationale eenheid, maar Joseph Kabila weigert en vormt een coalitie met de PALU ( Parti Lumumbiste Unifié )

Op 31 oktober 2007 publiceert de International Crisis Group, een prowesterse denktank, een rapport dat het best samengevat wordt in de titel van hoofdstuk 2: “ De mislukking van de transitie”.8 Het rapport verwoordt wat veel leiders in de Verenigde Staten en het Westen denken. In plaats van een heterogene regering te krijgen die ze hoopten te kunnen beïnvloeden, vinden ze dat Kabila hen heeft bedrogen. Daarom noemt Louis Michel, de Belgische minister van Buitenlandse Zaken die beschouwd wordt als een van de sponsors van het verkiezingsproces, Joseph Kabila “ de grootste teleurstelling uit mijn politieke carrière ”.

Een paar jaar later schuift het Westen, dat de verkiezingen van 2011 ging financieren, die financiering op de lange baan en stelt het voor om de verkiezingen uit te stellen en een regering van nationale eenheid te installeren. Kabila dwarsboomt dit plan door zes maanden vóór de verkiezingen te besluiten om de verkiezingen te financieren uit de eigen begroting van de Congolese staat.

Blind voor destabilisatie in het oosten

Maar zelfs na het officiële einde van de aanvalsoorlog in 2003 gaat de destabilisatie van Oost-Congo verder. Het Westen sluit de ogen voor de activiteiten van het Rwandese leger op Congolees grondgebied. Jarenlang ontkennen VN-waarnemers, vaak onder leiding van VS-experten, elk teken van aanwezigheid van Rwandese troepen ter ondersteuning van de opstand in 2004 en die van na december 2006. De Congolezen omschrijven MONUC ( de VN-missie in de Democratische Republiek Congo) als een “ observatiemissie voor bloedbaden”. Dit duurt tot eind 2008, wanneer de VN-expertengroep plotseling zijn discours verandert en een rapport uitbrengt dat uitermate kritisch is voor de pro-Rwandese rebellen en ook de aanzienlijke steun vermeldt die ze uit Rwanda krijgen.9

De Congolezen omschrijven MONUC als een ‘observatiemissie voor bloedbaden’.

Hoe moeten we deze omslag begrijpen? In 2008 stuurt Joseph Kabila een ministeriële delegatie naar China om een belangrijke overeenkomst te ondertekenen, wat tot grote paniek leidt in het Westen. Deze overeenkomst maakt het mogelijk om de koperproductie, die lange tijd door westerse investeerders is verwaarloosd, weer op te starten door een Chinees-Congolese joint venture op te richten in ruil voor een groot aantal infrastructuurprojecten. In haar memoires schrijft Colette Braeckman dat de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht, in 2008 uitroept: “ Ze geven de Kongo van Leopold II aan de spleetogen”10

Vanaf dan wil Washington voorkomen dat het alle geloofwaardigheid en invloed in Congo verliest en werpt het zich op als beschermer tegen de agressors.

Obama, de toekomstige president, gooit het over een andere boeg: in plaats van destabilisatie door de vingers te zien of toe te dekken, zoals voorheen, gaat hij twee tegengestelde verhalen verkondigen11 : enerzijds bekritiseert hij Rwanda voor zijn aanwezigheid in Congo en anderzijds bekritiseert hij Congo voor de zogenaamde samenwerking tussen het Congolese leger en de Rwandese anti-Kagame rebellen van het FLDR. Concreet gaat Obama een akkoord tussen Kagame en Kabila afdwingen dat een gezamenlijke militaire operatie van de Congolese en Rwandese legers mogelijk maakt om de opstand van de pro-Rwandese generaal Nkunda te beëindigen en de strijd aan te binden met het FLDR, dat Kigali altijd gebruikt heeft als voorwendsel om Congo te destabiliseren.

In 2012 stelt Steven Hege, destijds hoofd van de VN-deskundigengroep, de mislukking van die strategie vast. Hij merkt op dat het idee van een echte en loyale samenwerking tussen Rwanda en Congo is verraden door de Rwandese strategen, die de samenwerking enkel zien als een stap in de richting van hun langetermijndoelstelling om Oost-Congo onder curatele te stellen.12 Een nieuwe opstand breekt uit, dit keer onder leiding van generaal Ntaganda, die de M23 leidt. De publieke opinie in Afrika zal de VS dwingen om de vorming van een ondersteuningsbrigade voor de FARDC ( het Congolese leger) door de SADC te accepteren.13 Zo kunnen de FARDC de eerste echte militaire overwinning op de pro-Rwandese rebellen realiseren. Ntaganda wordt naar het Internationaal Strafhof in Den Haag gestuurd en veroordeeld tot 30 jaar gevangenisstraf voor misdaden tegen de menselijkheid. Om de touwtjes in handen te houden, oefent Washington nu druk uit op Kigali door de subsidies voor de Rwandese begroting met 200 miljoen dollar te verminderen. Zo kunnen ze inspraak eisen over wat er verder gebeurt.

Die inspraak neemt de vorm aan van een commissie bestaande uit speciale gezanten: Mary Robinson ( voormalige Ierse presidente, voor de VN ), Russ Feingold ( voor de VS), Koen Vervaeke ( voor de EU) en Martin Kobler ( voor Duitsland), die tot taak zullen hebben het kaderakkoord voor vrede en veiligheid, dat eind februari 2013 in Addis Abeba wordt ondertekend, te “ begeleiden”. Die begeleiding bestaat erin dat ze de Congolese regering onder druk zetten om te onderhandelen met de M23. Dat mag volgens de overeenkomst geen toevlucht zoeken in Rwanda of Oeganda. Kinshasa verklaart daarentegen dat de M23, dat militair verslagen is, definitief ontbonden moet worden.

De Congolese regering weigert dan ook een overeenkomst met de M23 te ondertekenen. Onder druk van Mary Robinson en de andere gezanten om een politieke oplossing te vinden, ondertekenen de Congolese regering en de M23 uiteindelijk als compromis twee verschillende teksten in Kampala. Kinshasa ondertekent een tekst waarin het verklaart dat het zich zal houden aan het akkoord dat een einde maakt aan de opstand van Nkunda. De M23 ondertekent een akkoord om zichzelf te ontbinden. Er is dus geen gezamenlijk ondertekend akkoord, maar de M23 zal de door Kinshasa in Kampala ondertekende tekst presenteren als een akkoord en het niet respecteren van dit akkoord door Kinshasa aanklagen om haar terugkeer naar Congo als een militaire rebellie in 2021 te rechtvaardigen. Zo zorgt de dubbelzinnigheid van het Westen over de Rwandese agressie ervoor dat de destabilisatie in het oosten kan doorgaan, verscholen achter een pseudokritische houding tegenover Kigali en de vermeende bezorgdheid voor een politieke oplossing.

Een einde maken aan Kabila

Na de overwinning van Kabila bij de verkiezingen van 2011 en de militaire nederlaag van de M23 in 2013 vindt Washington de tijd rijp voor een groot politiek offensief om de voor het Westen veel te soevereine Kabila voor eens en altijd aan de kant te schuiven. Begin mei 2014 strijkt de VS-minister van Buitenlandse Zaken John Kerry neer in Kinshasa. Hij verklaart dat de Verenigde Staten de verkiezingen zullen financieren voor het vrij lachwekkende bedrag van 30 miljoen dollar, op voorwaarde dat de grondwet zou worden nageleefd met betrekking tot de beperking van de presidentiële termijn. Sindsdien heeft Obama’s speciale gezant voor de Grote Meren, Russ Feingold, herhaaldelijk en expliciet eisen en ultimatums gesteld. Een paar dagen na het bezoek van John Kerry verklaart Feingold bijvoorbeeld: “ Ons sterke advies is dat er een verkiezingsschema moet komen dat voorziet in presidentsverkiezingen uiterlijk eind 2016 en dat er geen poging mag worden gedaan om de niet-amendeerbare bepaling van artikel 220 te negeren.”14

De Congolese oppositie heeft de boodschap duidelijk begrepen. Haar media publiceren talloze koppen genre “ Obama geeft niet op” en “ Kabila moet gaan”. Het effect van deze inmenging is enorm: ze verzwakt vooral de presidentiële meerderheid rond Kabila. Katumbi en zeven andere leiders van politieke partijen die tot de presidentiële meerderheid behoren, breken met Kabila.15 Voorts krijgt de oppositie de wind in de zeilen en in januari 2015 breken de eerste onlusten uit in Kinshasa. Ze luiden drie zeer tumultueuze jaren in, met als hoogtepunt de verkiezingen van december 2018 en een machtsoverdracht van Kabila naar Tshisekedi.

Washington werkt in fasen: eerst moeten er verkiezingen worden gehouden waarin Kabila geen kandidaat mag zijn. De VS zijn daarom de eersten die Tshisekedi als president erkennen, ondanks talloze beschuldigingen van verkiezingsfraude en ondanks het feit dat de alliantie rond Kabila een sterke meerderheid in het parlement behoudt.16 In de tweede fase moet het Kabila-systeem omver geworpen worden, wat lukt dankzij de intensieve coaching van de VS-ambassadeur in Kinshasa, Mike Hammer. In januari 2021 valt de alliantie tussen Tshisekedi en Kabila uiteen en wordt de zogenaamde Union Sacrée ( Heilige Unie, n.v.d.v.) gevormd.17 Sindsdien heeft de marginalisering van alle politieke oppositiekrachten zich voortgezet, waardoor de politieke toekomst van het land onzeker is geworden.

In het oosten gaat de destabilisatie ondertussen gewoon verder

In de oorlogssituatie in het oosten combineert Tshisekedi een oorlogszuchtig discours tegenover Rwanda met onderhandelingen ( onder intense druk van de VS) die moeten leiden tot een politieke oplossing. De laatste reeks VS-interventies begint op 20 november 2023 wanneer een Amerikaanse regeringsdelegatie op hoog niveau onder leiding van Avril Haines een bezoek brengt aan Kigali en Kinshasa. Haines is een belangrijke speler in de regering-Biden. Als Director of National Intelligence leidt ze de 17 verschillende inlichtingendiensten van de VS. In Kinshasa wordt ze vergezeld door Molly Phee, onderstaatssecretaris voor Afrika, de hoogste verantwoordelijke van het State Department ( ministerie van Buitenlandse Zaken, nvdv) voor Afrika. Drie uur lang vergaderen deze twee, samen met de VS-ambassadeur in Congo, achter gesloten deuren in een presidentieel salon op de luchthaven met president Tshisekedi. Na deze vergadering keert de delegatie terug naar Kigali, vanwaar ze naar Kinshasa zijn gevlogen, om er nogmaals te spreken met de Rwandese president Kagame.

Het Witte Huis laat weten dat het doel van hun reis is “ om van beide leiders toezeggingen te krijgen om de spanningen in het oosten van de DRC te verminderen”.18 Sindsdien heeft Washington tweemaal een staakt-het-vuren onder toezicht van de VS-inlichtingendiensten afgekondigd, tijdens persconferenties vanuit het Witte Huis.

In Congo is het imperialisme niet langer in staat om een stabiel neokoloniaal systeem te reproduceren. Er zijn grote stappen gezet in de richting van meer onafhankelijkheid en soevereiniteit.

Op 6 augustus 2024 bespreekt de VN-Veiligheidsraad resolutie 2746, die de VN-missie in de DRC opdraagt om de SADC-troepen te steunen. Op verzoek van Kinshasa helpen die de FARDC in Noord-Kivu in de strijd tegen de opstand. De resolutie wordt unaniem aangenomen omdat het rapport van de VN-deskundigen zich heel duidelijk uitspreekt over de aanwezigheid van Rwandese troepen.19 De Verenigde Staten stemmen vóór de resolutie, maar zonder veel enthousiasme. Ze waarschuwen er expliciet voor dat steun aan de SADC “ de spanningen zou kunnen aanwakkeren”.20

Zoals hierboven al gesteld, is het VS-discours over de oorlog in het oosten al sinds 2009 niet veranderd: er wordt een “ politieke oplossing” geformuleerd waarbij Kigali, met instemming van de regering in Kinshasa, een invloedssfeer behoudt in het oosten van Congo. Sinds het bezoek van Avril Haynes eind november is de belangrijkste zorg van de VS-regering geweest om expliciet haar stempel te drukken op het einde van de oorlog ( zie kader). De Amerikaanse nieuwssite Politico verklaart dit beleid van het opleggen van vrede onder de directe leiding van de Verenigde Staten als volgt: “ De ontmoeting met Haines komt op een moment dat Washington China probeert te counteren in Afrika. Door de controle over de markt heeft het land een grote voorsprong op de VS in de race om cruciale grondstoffen voor batterijen voor elektrische voertuigen ”.21 Een door de VS geleide vrede tussen Kinshasa en Kigali zou Washington dus controle geven over beide regeringen, een belangrijk instrument in de economische rivaliteit met China in deze strategische regio.

  1. De ( onsamenhangende ) Amerikaanse visie op de oorlog in het oosten begrijpen
  2. Een belangrijk element is de getuigenis van Steve Hege op 11 december 2012, vlak na het einde van zijn termijn als coördinator van de VN-deskundigengroep, voor de subcommissie voor Afrika van de commissie Buitenlandse Zaken van het VS-parlement22 Hege’s woorden tonen aan dat de Verenigde Staten er volledig van op de hoogte zijn dat de Rwandese regering “ in feite de oprichting van de M23 heeft georkestreerd”. “ In feite zijn de rebellen een verlengstuk van het Rwandese leger geworden. De feitelijke commandostructuur van de M23 wordt geleid door de Rwandese minister van Defensie, generaal James Kabarebe ”. Volgens Hege weerspiegelt deze situatie “ de vastberaden en berekende intentie om een autonome federale staat voor Oost-Congo te creëren. We hebben alleen gediscussieerd over de vraag of de betrokkenheid van Rwanda was ingegeven door veiligheidsbelangen, economische belangen of culturele banden, maar een federale staat voor Oost-Congo zou al deze kwesties omvatten.”
  3. Een aanzienlijk deel van het VS-establishment steunt het doel van Kigali. Twee bekende artikels in de Amerikaanse pers getuigen hiervan en gebruiken vrijwel dezelfde argumenten als de Rwandese autoriteiten om hun doel – hun hegemonie in Oost-Congo definitief en structureel verzekeren – te rechtvaardigen. Het eerste artikel werd gepubliceerd in Foreign Policy in maart 2009 onder de titel “ There is no Congo”.23Het argumenteert dat Congo nooit een natie is geweest en dat het daarom noodzakelijk is om samen te werken met lokale autoriteiten in plaats van met de centrale regering. Het belangrijkste artikel is geschreven door Peter Pham, een Amerikaanse academicus en diplomaat gespecialiseerd in Afrikaanse kwesties, die van 2018 tot 2020 de speciale gezant van de VS voor het gebied van de Grote Meren zal worden. In The New York Times schreef hij een artikel, eveneens getiteld “To save the Congo, Let it fall apart”24 , waarin hij dezelfde visie herneemt.
  4. Steve Hege zit meer op de lijn van Obama en vraagt een onmogelijk compromis: “ Kortom, het beste scenario voor de huidige situatie is dat de DRC de lopende onderhandelingen aangrijpt om de wens van Rwanda om een federale staat in Oost-Congo te creëren frontaal aan te pakken door Kigali ervan te overtuigen dat het dit doel kan bereiken via de al bestaande Congolese wetgeving inzake decentralisatie. Ten tweede moet de internationale gemeenschap de centrale en provinciale instellingen en de economische infrastructuur van de DRC krachtig ondersteunen om de externe controle en inmenging geleidelijk te verminderen.” Iets eerder in zijn tekst heeft Hege echter al toegegeven dat Kigali deze oplossing niet wil en dat de Rwandese regering vastbesloten blijft om haar hegemonie over OostCongo te vestigen, in strijd met het internationaal recht.25 De recente hervatting van het M23-offensief sinds 2021 bewijst dat Kigali nog steeds op dit doel focust.26
  5. We kunnen concluderen dat het belangrijkste punt voor Washington is dat de Verenigde Staten de situatie controleren, wat de toekomst van de Congolese staat ook moge wezen.

In de DRC draagt de keizer geen kleren

Congo herbergt zo’n 70 procent van alle kobaltreserves ter wereld en Chinese mijnbedrijven zijn daarvan momenteel de grootste uitbaters. Een groot deel van de mijnbouwsector en de handel in Congo is in handen van Chinese bedrijven en andere partners ( Zuid-Afrika, Tanzania, India, Turkije, … ) , naast de traditionele westerse partners die ter plaatse zijn gebleven.

Sinds de aankondiging van het einde van de eenpartijstaat op 24 april 1990 is buitenlandse inmenging elke fase blijven “ begeleiden”, ook nu nog. Elke aanpassing van de inmenging en dictaten van Washington, met Europa op sleeptouw, is geëindigd in een mislukking en wordt gevolgd door een nieuwe aanpassing. In plaats van hun controle over de situatie in dit strategisch belangrijke land te vergroten, loopt de situatie elke keer uit de hand voor degenen die de wereld via een “ op regels gebaseerde orde27 willen bestieren. Met andere woorden, in Congo draagt de keizer geen kleren en zijn de imperialisten niet langer in staat om een stabiel en betrouwbaar neokoloniaal systeem te reproduceren.

Er zijn ten minste twee illusies die het Westen moet opgeven. Ten eerste zijn de nobele waarden die als rechtvaardiging voor deze inmenging worden aangehaald enkel schaamlapjes om de geostrategische belangen van de Verenigde Staten en de EU te verhullen. Het doel van deze systematische inmenging, van het begin van de onafhankelijkheid tot vandaag, is nooit mensenrechten, democratie of het welzijn van het Congolese volk geweest. Dat wil niet zeggen dat we moeten twijfelen aan de oprechte bedoelingen van de meerderheid van de deskundigen, wetenschappers, mediaprofessionals en ngo’s die deze waarden in Congo verdedigen. Maar degenen die de touwtjes in handen hebben in Washington, Brussel en Parijs – de Blinkens, de Haines en de Macrons van deze wereld – zijn cynici die niets hebben met deze waarden, zoals ze hebben bewezen in hun oorlogen in Afghanistan, Irak en Libië en in de huidige genocide in Palestina.28

Door middel van stakingen en tal van debatten smeden de Congolezen een autonoom politiek bewustzijn.

Het tweede waanidee dat ten grondslag ligt aan deze voortdurende westerse inmenging is het nogal paternalistische idee dat het Westen de kingmaker kan zijn in de DRC en dat westerse adviezen, dictaten en interventies bepalend zijn geweest voor het verloop van de oorlog. De periode waarin het Westen die almacht had, is definitief voorbij. Vandaag is de interne dynamiek doorslaggevend en is westerse inmenging enkel een poging om die dynamiek te beïnvloeden in het belang van Washington en Brussel. Een echte herkolonisatie zou een grootschalige militaire interventie vereisen, zoals die in Irak of Afghanistan in de eerste decennia van deze eeuw, twee pogingen tot herkolonisatie die volledig gefaald hebben. In het geval van Congo is een militaire interventie op deze schaal in de jaren 1990 of 2000 zelfs nooit overwogen .

Maar wat meer is, vandaag leven we in een tijd waarin de opstand van het Globale Zuiden tegen de VS-hegemonie een nieuwe dimensie krijgt met de groeiende macht van de BRICS en de verontwaardiging in het Zuiden over de westerse genocide in Gaza.29 In deze context lijdt het geen twijfel dat de interne dynamiek in Congo en in de rest van Afrika nog autonomer zal worden en dat de pogingen van de Verenigde Staten en hun bondgenoten om zich op te werpen als kingmakers op termijn niet de minste kans hebben om te slagen. Zoals Patrice Lumumba al schreef in zijn laatste brief aan zijn partner Pauline: “ De geschiedenis die op een dag geschreven zal worden, zal niet de geschiedenis zijn die in Brussel, Washington, Parijs of bij de Verenigde Naties wordt onderwezen, maar de geschiedenis die wordt onderwezen in de landen die zich bevrijd hebben van het kolonialisme en zijn marionetten.”

Het falen van de westerse bemoeienis heeft vooralsnog niet geleid tot een significante verbetering van de catastrofale situatie waarin het Congolese volk dagelijks leeft. Maar er zijn positieve en belangrijke stappen gezet in de richting van meer onafhankelijkheid en soevereiniteit. Er is de hereniging van het land na vijf jaar oorlog en bezetting, het einde van het monopolie van de westerse multinationals op de Congolese mijnbouwsector en economie, een nieuwe mijncode die voordeliger is voor de Congolese staat,30 een concrete strijd tegen corruptie en een gevecht om de belangrijke toeleveringssector in Congolese handen te brengen.

Het Congolese volk neemt steeds meer afstand van de elementen van de heersende klasse die weigeren zich aan te passen.31 Door middel van stakingen en talrijke debatten smeden de Congolezen een eigen politiek bewustzijn. Steeds meer mensen beseffen ook dat ze in het verleden zijn geïnstrumentaliseerd in de strijd tussen de verschillende vleugels van de grande bourgeoisie, en beginnen de verschillende spelers te beoordelen op basis van hun politieke daden en in het licht van de feiten.32 Hoe deze strijd ook zal uitdraaien, hij wordt gestreden door de Congolezen in Congo. Wij in het Westen zouden er beter aan doen om de acties van onze leiders tegenover Congo onder de loep te nemen, de schadelijke gevolgen voor het land aan te klagen en steun te eisen voor de echte interne dynamiek in Congo. Dit is niet in het belang van onze multinationals, maar wel degelijk in het belang van het Congolese volk en van Afrika, en dus in het belang van alle volkeren in de wereld.

Footnotes

  1. Cijfers van VN OCHA, hier geciteerd: https://humanitarianaction.info/plan/1187
  2. In de jaren 1990 publiceert professor Maton regelmatig studies over de economische situatie in Zaïre. De titel van zijn studie uit januari 1995: “ Zaïre: faillite complète de l’État, regain d’activité du secteur privé ”, vermeld in Le Soir van 25 januari 1995.www.lesoir. be/art/zaire-faillite-complete-de-l-etat-regain-d-activite-du-_t-19950121-Z090X7. html . In december 1990 al publiceert Ludo Martens het essay “ Démocratie, droits de l’homme et développement au Congo-Kinshasa ( Zaïre ) ” ( Democratie, mensenrechten en ontwikkeling in Congo-Kinshasa ( Zaïre ) ) in nummer 9 van Études Marxistes, en op 18 oktober 1991 publiceert hij voor het ‘Colloque de la mouvance progressiste pour la démocratie au Zaïre’ ( Colloquium van de progressieve beweging voor democratie in Zaïre) “ Le régime Mobutiste : ses maîtres d’œuvre, son idéologie” ( Het Mobutistische regime: zijn architecten, zijn ideologie )
  3. “Reform, Conflict, and Security in ZaireReform, Conflict, and Security in Zaire ”, 6-1-1996,US Army War College, Steven Metz, https://press.armywarcollege.edu/cgi/viewcontent. cgi?article=1210&context=monographs
  4. Na de onafhankelijkheid dragen de stijging van de prijs van afgewerkte producten en de daling van de grondstoffenprijzen bij tot het ontstaan van schulden in de landen van het Zuiden, nog verergerd door de constructie van grote, dure en onproductieve projecten. Vanaf de jaren ‘80 en ‘90 legt het Internationaal Monetair Fonds aan Afrikaanse landen een beleid van strenge bezuinigingen op en maakt het de afbetaling van deze schulden tot een prioriteit. Dit gebeurt onder de naam “ structurele aanpassingsplannen” ( SAPs ), plannen die bezuinigen op sectoren die belangrijk zijn voor de toekomst van deze landen, zoals gezondheidszorg en onderwijs.
  5. Zaïre was de naam die Mobutu in 1971 aan Congo gaf. Na de omverwerping van de dictatuur wordt de naam veranderd in “ Democratische Republiek Congo ” ( DRC ).
  6. In augustus 1999 en juni 2000 vechten de Rwandese en Oegandese legers in de stad Kisangani, de op twee na grootste stad van Congo, als bandieten om de buit. Colette Braeckman vertelt over deze twee oorlogen in haar boek “ Les nouveaux prédateurs ”, Fayard 2003.
  7. Colette Braeckman, “ Mes carnets noirs ”, Weircih 2023, p. 359-360.
  8. “Bringing Peace to North Kivu” ( Vrede brengen in Noord-Kivu ), International Crisisgroup, 31 oktober 2007. www.crisisgroup.org/fr/africa/central-africa/democratic-republic- congo/congo-bringing-peace-north-kivu
  9. Deze plotse verandering wordt goed beschreven in het boek van Raf Custers, “ Grondstoffenjagers ”, EPO 2013, pagina 188. .
  10. Colette Braeckman, “ Mes carnets noirs ”, Weircih 2023, p. 364.
  11. Front de Libération du Rwanda, de overblijfselen van het voormalige Rwandese leger en milities die zich terugtrokken in Congo na de genocide van 1994 waaraan ze deelnamen. Vandaag, 30 jaar later, stelt deze organisatie niet veel meer voor. Zelfs het Amerikaanse Foreign Affaires neemt deze kracht niet langer ernstig: “ Het FDLR is een uitgeputte militie, grotendeels dankzij eerdere Rwandese operaties. Het is waar dat de Congolese Tutsi’s het doelwit zijn van haatzaaiende taal en discriminatie, maar de interventies van Kagame zijn daar niet vreemd aan.” “ The Forgotten War in Congo ”,Jason K. Stearns, Foreing Affairs, 26 juli 2024.
  12. In zijn getuigenis voor het VS-parlement zei Hege: “ De “ toenadering” tussen de DRC en Rwanda in 2009 werd internationaal verwelkomd, omdat de realiteit van de Rwandese invloed in de Kivu’s erkend en openlijk aanvaard werd. De logica was dat als Rwanda legaal grensoverschrijdende economische projecten zou kunnen opzetten, het dat niet meer onder de tafel hoefde te doen. Rwandese strategen zagen deze initiatieven waarschijnlijk echter als stappen in de richting van hun uiteindelijke doelstelling, en niet als doelen op zich ”.www.govinfo.gov/content/pkg/CHRG-112hhrg77362/pdf/CHRG-112hhrg77362. pdf
  13. SADC ( South African Development Community) is een regionale organisatie met zestien lidstaten waaronder Angola, Botswana, Malawi, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika, Tanzania, Zambia, Zimbabwe en de Democratische Republiek Congo.
  14. Artikel 220 van de grondwet van februari 2006 maakt het onmogelijk om het aantal en de duur van de ambtstermijnen van de president van de Republiek te herzien. Dit betekent dus duidelijk dat Kabila, die in 2014 in zijn tweede ambtstermijn zit, zich in 2016 in geen geval herkiesbaar kan stellen. De VS heeft er tegelijkertijd geen enkele probleem mee dat Kagame al sinds 2000 president is van hun bondgenoot Rwanda. Toen de Rwandese grondwet in 2015 werd veranderd om hem president te kunnen laten blijven tot 2034, werd een eenvoudige kritische opmerking uit Washington zonder gevolgen genegeerd.
  15. Ik beschrijf deze periode in een interview met Investig’Action in februari 2015: https:// investigaction.net/les-usa-ont-un-agenda-cache-en/
  16. “En RDC, le pari risqué de la diplomatie américaine ”, ( De gewaagde gok van de VS-diplomatie in de RDC ), Le Monde, 2 november 2020. www.lemonde.fr/afrique/article/2020/11/02/ en-rdc-le-pari-risque-de-la-diplomatie-americaine_6058239_3212.html
  17. De Union Sacrée is de naam van een pro-Tsjisekedi alliantie die een parlementaire meerderheid behaalt nadat de meerderheid van de pro-Kabila parlementsleden in december 2020 en januari 2021 overstapt naar de alliantie, gedreven door een combinatie van gewelddadige intimidatie en corruptie.
  18. Ik beschrijf het begin van de recente inmenging in een artikel in december 2023: “ Kroniek van een aangekondigde crisis in Congo ”, Solidair, 18 december 2023: www.solidair.org/ artikels/kroniek-van-een-aangekondigde-crisis-congo
  19. In het rapport wordt vastgesteld dat 4.000 soldaten van het Rwandese leger zich op Congolees grondgebied bevinden met geavanceerd militair materieel. De experts merken op dat de interventies en militaire operaties van deze Rwandese troepen “ doorslaggevend waren voor de indrukwekkende territoriale uitbreiding ( van de rebellen) tussen januari en maart 2024 ”. https://documents.un.org/doc/undoc/gen/n24/118/81/pdf/n2411881. pdf
  20. https://usun.usmission.gov/explanation-of-vote-following-the-adoption-of-a-un- security-council-resolution-on-the-democratic-republic-of-the-congo/
  21. “The US is scrambling to avoid another foreign policy crisis — this time in Congo ”, Politico, 1 december 2023. www.politico.com/news/2023/12/01/biden-congo-war-00129620
  22. Steven Hege is zeer duidelijk over de Rwandese strategie, die hij zeer goed analyseert in zijn getuigenis, te vinden op pagina 36-46 van dit document: www.govinfo.gov/content/ pkg/CHRG-112hhrg77362/pdf/CHRG-112hhrg77362.pdf
  23. “There is no Congo ”, https://foreignpolicy.com/2009/03/18/there-is-no-congo/
  24. “To save the Congo, let it fall apart ”, www.nytimes.com/2012/12/01/opinion/to-save- congo-let-it-fall-apart.html
  25. Zie het citaat in voetnoot 12 hierboven..
  26. Zie het artikel van begin februari 2023 “ Que veut obtenir Kagame à l’Est du Congo ? ” ( Wat wil Kagame bereiken in Oost-Congo ? ) “https://investigaction.net/que-veut- kagame-obtenir-a-lest-du-congo/
  27. De “ op regels gebaseerde orde” is de uitdrukking die de VS-regering gebruikt om haarglobale wereldwijde overheersing te beschrijven, waarbij de regels door hen worden gedefinieerd en veranderen afhankelijk van hun strategische belangen. Deze “ orde ” wordt gehandhaafd door het VS-leger, met de hulp van zijn bondgenoten en de NAVO. Deze visie op de wereldorde staat haaks op het internationale recht, waarin de Verenigde Naties een centrale rol spelen.
  28. Jason Stearns’ analyse van de nederlaag van de M23 in 2013 in zijn artikel “ The forgotten war in Congo” in Foreign Affairs van 26 juli 2024 is hiervan een uitstekende illustratie. Stearns beschrijft de nederlaag van de M23 als uitsluitend het resultaat van westerse druk op Rwanda. Op geen enkel moment wordt melding gemaakt van het tiendaagse offensief dat de FARDC eind oktober en begin november dsamen met de SADC-brigade uitvoert, of van de beslissende slag op 4 en 5 november om de heuvels Runyonyi en Chanzu, 80 km van Goma, waarbij bijna 300 M23-rebellen werden gedood, waarna de M23 het einde van de opstand uitriep en de restanten van de militie zich terugtrokken in Oeganda.
  29. Zie Deel 4 in Muiterij, hoe onze wereld kantelt van Peter Mertens, EPO 2023, p. 143-196.
  30. “Industriële ommekeer in Congo ? ”, Isabelle Minnon in Lava, 11 oktober 2023. https:// lavamedia.be/industriele-ommekeer-in-congo/
  31. “Relations professionnelles, syndicalisme et conflits sociaux dans le capitalisme en RDC ”, augustus 2024, Freddy Asiani, Universiteit van Kinshasa. www.researchgate.net/ publication/382830172
  32. Een uitstekend voorbeeld van een zeer kritische maar ook genuanceerde analyse en beoordeling van de huidige regering is het interview met professor Florimond Muteba in het programma “ dites-nous la vérité” van ELYSEE ODIA TV: www.youtube.com/ watch?v=g8GYAptUeNU Professor Muteba is voorzitter van L’Observatoire des Dépenses Publiques, een coalitie van 10 ngo’s die de Congolese overheidsbegroting kritisch volgen en analyseren. Een aanrader.