Artikel

Relance en paradigmashifts in de Europese Unie en de Verenigde Staten

Susan Watkins

—30 september 2021

PDF-versie

De relanceplannen breken niet met het traditionele beleid: de ene kant van de Atlantische oceaan verruimt de neoliberale aanpak, de andere kant lijkt rijp voor een neo-Derde Weg.

Een jaar na het uitbreken van de pandemie hebben de VS en de EU relanceplannen goedgekeurd die velen zien als een historisch keerpunt. Het Europees Herstelfonds, officieel Next Generation EU (NGEU) genoemd, trekt 750miljard euro uit om lidstaten te helpen er weer bovenop te komen en in te zetten op een groenere, meer digitale economie. Dat bedrag is redelijk bescheiden, maar het project geeft de Europese Commissie wel de kans haar begroting als hefboom te gebruiken door op de markten te lenen. Voor de voorstanders is dit eerste pakket de punt van een wig die een echte diepgaande verandering kan inluiden. “Als de EU dit jaar 500 miljard euro leent voor een Europees herstelfonds, dan is de kans reëel dat ze volgend jaar nog eens 1 biljoen euro leent voor een fonds voor digitale inclusie, daarna misschien 2 biljoen euro voor de elektrificatie van het wagenpark of 3 biljoen euro voor een allesomvattend fonds om de klimaatverandering aan te pakken,” vertelde Anatole Kaletsky, gewezen economisch commentator van The Times.1

Het Europees Herstelfonds is officieel goedgekeurd op 11 februari 2021, nu is het nog wachten op de ratificatie door de lidstaten. Een maand later, op 11 maart, ondertekende Biden het American Rescue Plan, een reddingsplan ter waarde van 1,9 biljoen dollar. Dat voorziet in 1.400 dollar voor alle Amerikanen met een jaarinkomen van minder dan 75.000 dollar, en ook maandelijks kindergeld, een noodzorgverzekering en een werkloosheidsuitkering van 300 dollar per week. Daarbovenop ging er nog eens 750 miljard dollar naar vaccinaties en steun voor staten en steden. Eind maart maakte Biden een American Jobs Plan bekend: een werkgelegenheidsplan ter waarde van 2 biljoen dollar dat een “paradigmashift” betekende naar investeringen in infrastructuur – transport, het elektriciteitsnetwerk, breedbandinternet op het platteland, schone energie, elektrische voertuigen, onderzoek & ontwikkeling “om de concurrentiestrijd met China te winnen”. Hij beloofde ook dat een Climate Plan (klimaatplan) en een American Families Plan (Amerikaans Gezinsplan) zouden volgen.2 Hij werd steeds vaker vergeleken met Roosevelt en Eisenhower. Bidens herstelplan was “bijna net zo historisch als de pandemie waarvan het het leed moet verzachten”, schreef de Financial Times. Niet alleen “de grootste inspanning die binnen één generatie wordt geleverd om de armoede te bestrijden” (New York Times) en een “aardverschuiving in de Amerikaanse politiek” (Washington Post), maar het begin van een nieuw economisch tijdperk – een structurele breuk met het heersende neoliberalisme.3

Het neoliberalisme in vogelvlucht

Het begin van een nieuw tijdperk is al zo vaak ten onrechte voorspeld, dus de bewering dat het einde van het neoliberale tijdperk is aangebroken moet je met een korreltje zout nemen. Om te zien of er echt sprake is van een nieuw tijdperk moet je eerst en vooral een onderscheid maken tussen drie elementen — de uitvoering van neoliberale maatregelen, de invloed van neoliberale ideologieën in bredere zin en de eigenlijke werking van kapitalistische economieën zelf — en die analyseren. “Neoliberalisme” zeggen als je het eigenlijk gewoon over kapitalisme wil hebben, betekent het risico lopen de historische zonden van dat systeem enkel toe te dichten aan het neoliberale tijdperk. Tegelijk verdoezelt het ook dat praktijken misschien wel “post-neoliberaal” zijn, maar nog altijd overduidelijk kapitalistisch.

Liberale intelligentsia waren meer geschokt en verbijsterd door de populistische opstand zelf dan door haar eigenlijke oorzaken.

Als we de term “neoliberaal” beperken tot de school die voortvloeide uit de Mont Pèlerin Society, kunnen we onderzoeken van welke elementen men afstand heeft gedaan en welke nog altijd gebruikt worden.4 Als vuistregel: een belangrijk basisprincipe van het neoliberale denken is dat de marktregulering zoveel mogelijk gevrijwaard moet worden van maatschappelijk-democratische druk, want die kan de werking van de markt alleen maar verstoren. Een gevolg daarvan is dat men ernaar streeft economische activiteiten van dat soort bemoeienis te bevrijden door strategieën te ontwikkelen zoals deregulariseren, privatiseren of vermarkten, om ervoor te zorgen dat kapitaal zo vrij mogelijk kan bewegen en er een zo groot mogelijke groep goedkope, gedweeë arbeidskrachten beschikbaar is.

Staatsoverheden hebben zich altijd gewijd aan ruimere — en beperktere — belangen dan enkel de markt. Laten we de VS als voorbeeld nemen: de wereldwijde infrastructuur van de VS, de verdediging van Israël, de war on drugs en de war on terror, maar ook marktverstorende steunmaatregelen, immigratiebeperkingen en klimatologische en sociale doelstellingen om de wereld te verbeteren, stuk voor stuk ambities die de voorschriften van Mont Pèlerin overstijgen of er zelfs lijnrecht tegen ingaan. Intussen is de kapitalistische dynamiek zich blijven ontvouwen volgens haar eigen, uiterst competitieve, creatief-destructieve bewegingswetten.

In de jaren 70 en 80 werd het neoliberalisme niet overal op dezelfde manier ingevuld en in de praktijk bepaalden politiek-economische en cultureel-ideologische omstandigheden welke gedaante het neoliberale beleid aannam – in Chili onder Pinochet; in het Verenigd Koninkrijk onder Callaghan en Thatcher; in de VS onder Carter en Reagan; in de EU door de toelatingscriteria van het Verdrag van Maastricht; in de onder schulden gebukt gaande ontwikkelingslanden van de Derde Wereld onder druk van de Wereldbank en het IMF, en met desastreuze gevolgen. Na de instorting van het Sovjetcommunisme vond de sociaaldemocratie zichzelf opnieuw uit als een “progressief”, kosmopolitisch, neoliberaal project.5 In die fase kon je spreken van een ruimere neoliberale ideologie, of een geheel van ideologieën, die zich onderscheidde van wat eerder de Washington consensus genoemd werd – een serie beleidsadviezen die onder andere meer ruimte liet voor staatsinvestering in infrastructuur en openbare diensten.

In de jaren 90 ontstond een nooit eerder geziene vorm van kapitalisme, waarbij voornamelijk in de VS gevestigde multinationals centraal stonden, terwijl de wereldwijde intrestvoeten gecontroleerd werden door de Federal Reserve [ook de “Fed” genoemd, zeg maar de centrale bank van de VS, nvdr.]. Een enorme opwelling van nieuwe centra van maakindustrie overspoelde Oost-Azië. Die berustten op een netwerk van onderaannemers en plattelandsnijverheid, met het Chinese dorp als ultiem vangnet. Binnen een geglobaliseerde arbeidsmarkt kwamen Amerikaanse lonen en prijzen van consumptiegoederen op de helling te staan. De beperkte vraag werd continu gestimuleerd door leningen, verstrekt door een gigantische financiële superstructuur die gespijsd werd met de dollars die China verdiende. De EU — met Duitsland als motor — waagde zich ook op de wereldmarkt, aangedreven door enerzijds de goedkope arbeidskrachten die de val van de socialistische staten beschikbaar maakte en anderzijds een voor Duitsland wonderbaarlijk goedkope eenheidsmunt. Dit was een vorm van kapitalisme die gebaseerd was op geglobaliseerde productie, gefinancialiseerde winsten en door schuld gedreven vraag. In het Oosten zorgden de aanhoudende investeringen voor een nooit eerder geziene stijging van de levensstandaard; in het Westen daarentegen heerste inflatie van financiële activa, daalden de nettolonen en steeg de schuld. Die bom kwam in 2008 tot uitbarsting in de veel te veel met hefboomsystemen werkende banksector aan weerszijden van de Atlantische Oceaan.

Tijdens de financiële crisis van 2008 en de Grote Recessie koos men aan beide zijden van de Atlantische Oceaan voor een ander beleid — de Amerikaanse minister van Financiën zag zich genoodzaakt zijn Europese collega’s te koeioneren — maar geen van beide liet de brede neoliberale principes los. In de eurozone groeide de autonomie van de Europese Centrale Bank (ECB). Ze schoof de bepalingen van het Verdrag aan de kant en koos voor de autoriteit van experten, afgeschermd van democratische druk. Harvard verkondigde dat een overheidsschuld van meer dan 90% van het bbp de toekomstige groei zou halveren, en dat werd een waar dogma.6 De Amerikaanse Fed lanceerde enorme quantitative easing-programmes (QE, kwantitatieve geldverruiming) en verlaagde de intrestvoeten tot bijna 0 %. Deze maatregelen sloten aan bij het advies dat Friedman in 1997 aan Japan had gegeven, maar konden zijn belofte — er zou binnen het jaar weer groei worden opgetekend — noch in Japan, noch in het Westen van na 2010 waarmaken.7 In plaats daarvan werden geldinjecties een structureel element van hoogontwikkelde kapitalistische economieën, min of meer vlotjes in goede banen geleid door de belangrijkste centrale banken, met de Fed als dirigent.

In de jaren 2010 resulteerden de oplossingen voor de financiële crisis in een nieuw soort financiële accumulatie: een soort geglobaliseerd, gefinancialiseerd, door schuld en grote munten aangedreven kapitalisme. Pijlsnel stijgende aandelenmarkten, geruggensteund door biljoenen dollars via kwantitatieve geldverruiming, en een zwak herstel, door beperkte binnenlandse investeringen, vergrootten de klassenverschillen enorm. De eurozone, die een conservatiever beleid voerde, kende een dubbele dip: een recessie gevolgd door een licht herstel en een nieuwe recessie.

De neoliberale ideologie na de populistische opstand

Hoewel men in de jaren 2010 onverschrokken een neoliberaal beleid bleef voeren, kreeg de algemene neoliberale ideologie wel rake klappen. De grootste rechtse populistische krachten — zowel nationaal-imperialistische, katholiek-conservatieve als charismatisch-autoritaire — en ook de linkse — zowel sociaaldemocratische als anarchistisch-kosmopolitische — waren op zich niet antikapitalistisch, maar wel fervent antineoliberaal. Trump probeerde met zijn campagne het Amerikaanse kapitalisme opnieuw groot te maken door in te zetten op een nationaal-imperialistische tariefsysteem en een racistisch immigratiebeleid. Sanders en Corbyn hoopten de positie van de werkende bevolking te versterken door te strijden voor een minimumloon en beter sociale voorzieningen.

De Europese eenmaking is tot stand gekomen door een reeks staatsgrepen, het Europees Herstelfonds is de nieuwste slinkse coup.

Liberale intelligentsia aan beide kanten van de Atlantische Oceaan waren gechoqueerd en verbijsterd door deze populistische opstand – meer dan door haar eigenlijke oorzaken. De media pakten uit met alarmerende koppen. In Europa was de toon vaak scherp antipopulistisch; er werd een lijn getrokken tussen vrienden en vijanden, tussen progressieve kosmopolieten en “zij die achterbleven”.

In Europa nam de revolte in de jaren 2010 een meer gepolariseerde en gepolitiseerde vorm aan. Guy Verhofstadt en Daniel Cohn-Bendit schreven hun manifest Voor Europa, een agressief voorbeeld van Euro-kosmopolitisch liberalisme, een pleidooi voor “meer Europa” als antwoord op de populistische sociale opstand. Zie ook Clear Bright Future (Een stralende toekomst) van Paul Mason, geschreven met de hartstocht van een passionele tegenstander van de Brexit. In de aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019 publiceerde Macron een opiniestuk, “Voor de vernieuwing van Europa”, waarin hij opriep tot deliberatieve democratie en waarbij hij dezelfde thema’s aanhaalde als Verhofstadt en Cohn-Bendit, met meer nadruk op veiligheid in de EU.8

In de VS klonk de vergelijkbare literatuur wanhopiger, maar ook meer sociaal verantwoord. Tot 2016 focusten de titels op economische problemen.9 Thomas Piketty’s aanval op ongelijkheid, Kapitaal in de 21e eeuw, was halfweg dat decennium een verrassende bestseller in de VS. Na de overwinning van Trump werd deze neergang bestempeld als een beschavingsnederlaag.10 Het overheersende geluid was de gedeelde bezorgdheid over het uiteenvallen van het sociale weefsel in de VS, de aandacht voor de epidemie van wanhoopsziekten, de opioïdencrisis en de benarde positie van de werkende klasse, die waarschijnlijk nog verder zou verslechteren door robotisering en artificiële intelligentie. Hun gemeenschappelijke agenda, bescheiden in het licht van hun apocalyptische portrettering van het Amerikaanse verval, richtte zich echter meer op sociale vernieuwing dan hun radicaal-kosmopolitische Europese equivalenten: steun voor gezinnen, beroepsopleiding, duurzame energie, meer onderzoek & ontwikkeling, betere sociale voorzieningen, eerlijkere belastingen en een meer inclusief nationalisme.

Cruciaal tijdens de Trump-jaren was dat de Amerikaanse liberalen elkaar vonden voor nationaal-kapitalistische resultaten omdat er een gevoel van geopolitieke urgentie was ontstaan. Vanaf ongeveer 2018 gooiden de beleids­makers in de VS het over een andere boeg. In plaats van te sakkeren op Trumps belastingmaatregelen, stemden ze ermee in een hardere positie in te nemen tegenover China. Het trauma dat Trump had veroorzaakt, zette de top van de denkers binnen de Democraten ertoe aan een andere koers te varen. Historisch gezien, zo zeiden ze, hebben verschuivingen in de Amerikaanse wereldstrategie ertoe geleid dat de economische filosofie moest worden bijgesteld – van mercantilisme naar keynesianisme in de jaren 40, naar neoliberalisme in de jaren 70. Nu was het hoog tijd voor een nieuwe ingrijpende correctie. Een gebrek aan investeringen vormde nu een grotere bedreiging voor de nationale veiligheid dan de staatsschuld. Investeringen in infrastructuur, technologie, innovatie en onderwijs zouden bepalen hoe de concurrentiestrijd tussen de VS en China zou uitdraaien. De neoliberale ideeën hadden geleid tot binnenlandse ontwrichting en blinde vlekken in het Amerikaanse China-beleid. Voor zijn nationale veiligheid had de VS nood aan een nieuw economisch model.11

Na Covid, een tijdelijke breuk met het neoliberale dogma

Toen in 2020 Covid toesloeg, was de eerste reactie van de overheid, aan beide zijden van de Atlantische Oceaan, het kapitaal te beschermen. De ECB zette een programma op ter waarde van 750 miljard euro om activa aan te kopen, breidde de mogelijkheden uit om schulden van bedrijven op te kopen en versoepelde de financiële regels voor banken.12 In de VS doken de aandelen­markten naar omlaag en de staatsobligatiemarkt, ter waarde van 14 biljoen dollar, viel stil. Daarom startte de Fed een kwantitatieve geldverruiming van onbepaalde duur, waardoor zijn obligatieportefeuille steeg van 3,9 biljoen dollar naar 6,6 biljoen dollar in december 2020. De Fed creëerde een tijdelijk vangnet van 1 biljoen dollar voor kortetermijnsleningen, begon weer noodleningen aan grote banken te verstrekken, versoepelde de voorwaarden en stelde 4,54 biljoen dollar ter beschikking van niet-financiële ondernemingen.13

Toen in 2020 Covid toesloeg was de eerste reactie van de overheid, aan beide zijden van de Atlantische Oceaan, het kapitaal te beschermen.

Maar anders dan in 2009 werd die financiële vrijgevigheid ondersteund door nooit eerder geziene uitgaven door de staat, gefinancierd via de staatsschuld – een duidelijke breuk met de besparingsmantra’s, ook al zegt de staat zelf dat het om een tijdelijke maatregel gaat die gerechtvaardigd is door de buitengewone omstandigheden als gevolg van de pandemie. De centrale banken hadden tien jaar lang gratis geld gedrukt en dat had voor voldoende vertrouwen gezorgd om die stap te zetten. Maar de wereldwijde financiële ommezwaai was niet echt ideologisch gekleurd.

De Republikeinse Senaat en het Witte Huis onder Trump, het Groot-Brittannië van de Tories en het Japan van Shinzo Abe waren de drie landen die, afgemeten aan het percentage van hun bbp, het meeste uitgaven (Tabel 1). Van maart tot december 2020 maakte de regering Trump 3,5biljoen dollar extra vrij voor het bestrijden van de pandemie, maar de besteding ervan verliep vaak chaotisch, omdat die georganiseerd moest worden door verzwakte staatsinstellingen en lokale overheidsdiensten.14 In Groot-Brittannië, tijdens de lange lockdowns van 2020, trok de regering Johnson 72 miljard pond uit voor plannen om banen te redden, maar dat kon niet verhinderen dat het land getroffen werd door een van de zwaarste recessies ooit en een van de hoogste sterftecijfers liet optekenen. In Japan keerde de regering Abe bij het begin van de pandemie aan iedereen een som cash geld uit, 100.000 yen (ongeveer 1.000 dollar), daarbovenop deelde ze grote sommen uit aan bedrijven en voorzag ze loonsubsidies. De EU schortte de schuldrem op; het Duitse tekort groeide aan tot 11 %. De uitzondering was China, dat — anders dan in 2009 — slechts bescheiden financiële maatregelen trof, meestal besteed aan noodmaatregelen in verband met gezondheidszorg en steun voor provinciebegrotingen.15

Het waren echter niet de duizelingwekkende programma’s van Trump, Johnson en Abe die op applaus werden onthaald, maar wel de bescheidenere plannen die Merkel en Biden doordrukten. In beide gevallen was het een beetje een toevalstreffer; beide leiders stonden oorspronkelijk sceptisch tegenover de maatregelen die uiteindelijk zo zijn toegejuicht. In maart 2020 was Merkel een felle tegenstander van een gemeenschappelijke Europese schuld. Toen de Covid-cijfers in Lombardije ontploften en de afdelingen intensieve zorgen overspoeld werden, blokkeerde Duitsland de export van medisch materiaal en zorgde het ervoor dat de kredietlijn voor de hard getroffen landen verstrekt zou worden via het Europees Stabiliteitsmechanisme, tot stand gekomen op het hoogtepunt van de crisis in de eurozone.16 Tijdens de top van de Europese Raad in maart 2020 wuifde Merkel het door Frankrijk, Italië en Spanje ondersteunde idee van een gemeenschappelijke schuld, de zogenaamde “corona-obligaties”, weg als “onrealistisch”; Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, noemde het “een slogan”. De afwijzing zorgde voor grote woede in Italië – “China biedt meer hulp dan Brussel”.

Wat heeft ervoor gezorgd dat Merkel een bocht van 180 graden maakte en op de volgende bijeenkomst van de Europese Raad, in april, veranderde van een scepticus in een voorstander van corona-obligaties? Duitsland zou korte tijd later het EU-voorzitterschap op zich nemen: het was Merkels laatste periode als officiële leider van Europa, en niet alleen achter de schermen. Het was de laatste kans om haar niet altijd even vlekkeloze blazoen als europeanist op te poetsen. Tien moeilijke jaren lang had ze de ijzeren discipline van de Bundesbank opgelegd aan de weerspannige bevolking van Griekenland, Spanje, Italië, Ierland en Portugal, en ze had onfrisse overeenkomsten gesloten met Erdoğan om vluchtelingen tegen te houden die afkomstig waren uit oorlogsgebieden waar de Luftwaffe “haar steentje bijdroeg”.

Eens Duitsland zijn bocht had gemaakt, vielen alle Europese dominosteentje op hun plaats. Macron, vaak door Berlijn genegeerd omdat ze hem daar als een windbuil zien, mocht met veel pracht en praal een Frans-Duitse top organiseren en van zijn diplomatieke overwinning genieten. Von der Leyen en de Commissie wisten niet wat er gebeurde, maar haastten zich om ervoor te zorgen dat zij zouden toezien op de uitbetalingen, en ze begroeven het gruwelijk ingewikkelde NGEU-pakket in de ondoorzichtige EU-begroting voor 2021-2027.

Naar EU-normen gebeurde de wettelijke goedkeuring van het NGEU, het Europees Herstelfonds, behoorlijk vlot. Tijdens een lastige bijeenkomst van de Europese Raad in juni werd het steunpakket tijdelijk geblokkeerd door Oostenrijk, Nederland, Denemarken en Zweden.17 Tijdens een marathonzitting in juli 2020 lukte het de Europese Raad de vier te overtuigen met vrijstellingen ten aanzien van Europese bijdrages, drie maanden tijd om elkaars coronaherstelplannen te controleren, en door met een waarschuwende vinger te zwaaien naar Boedapest en Warschau.

Biden had vele jaren gestreden tegen het begrotingstekort, maar kon daar niet aan vasthouden.18 Pas in december 2020 steunde hij een Covid-herstelplan waarover een compromis was bereikt, dat slechts half zo groot was als wat de Democraten hadden gevraagd, en waarbij iedereen slechts een cheque van 600 dollar kreeg.19 Aan de linkerzijde meenden velen dat het Amerikaanse reddingsplan dat daaruit voortvloeide blijk gaf van de invloed van “progressieve druk” die het begrotingsdebat, en Bidens vroegere positie erin, steeds meer op naar de achtergrond schoof.20

Nieuw links in de VS had de wind in de zeilen en kon via het Congres, Twitter en steeds beter wordende uitslagen bij voorverkiezingen ongetwijfeld bijdragen tot een shift in het politieke klimaat. In december 2020 echter kwam de grootste en meest rechtstreekse druk van Trump en zijn miraculeus herontdekte economisch populisme – de sleutel voor zijn overwinning in 2016, maar daarna begraven en ingeruild voor de meer traditionele Republikeinse belastingverminderingen en harde acties in verband met handelstarieven. Maar in 2020 vielen twee dingen samen: de pandemie en de verkiezing van een nieuwe president. Na de nipte overwinning in november analyseerden de Democraten het jaar en ontdekten dat belangrijke kiesgerechtigde bevolkingsgroepen ‘papa Trump’ bedankten voor hun coronacheques.21 Eind december weigerde Trump zijn handtekening te zetten onder het reddingsplan en tweette: “ik wil alleen dat onze prachtige burgers 2.000 dollar krijgen in plaats van de zielige 600 dollar waarin de wet nu voorziet”. Dat zorgde ervoor dat de Democraten in het Huis van Afgevaardigden zich haastten om een wetsvoorstel te steunen dat in 2.000 dollar voorzag. Democratische kandidaten in de nek-aan-nekrace in Georgia, die zou bepalen wie in de Senaat de meerderheid kreeg, maakten er een campagnebelofte van. Op het laatste nippertje schaarde Biden zich achter hen, en in Atlanta zei hij: “stuur de Democratische verkozenen naar Washington en die cheques gaan meteen de deur uit”.

Het optrekken van de cheque van 600 naar 1.400 dollar symboliseerde een groter contrast tussen de VS en de EU. Sinds de verkiezingsnederlaag in Griekenland in 2015 is de populistische electorale opstand in Europa doorgaans hand in hand gegaan met sociale passiviteit; Frankrijk is daarop een uitzondering. De ivoren torens van de Europese Raad en de Europese Commissie houden het volkstumult zorgvuldig buiten. Het Europees Herstelfonds is zo opgezet dat het nauwgezet gecontroleerd zal worden door onaansprakelijke Commissarissen. De hard bevochten verkiezingsstrijd in de VS, met een boze bevolking die zichzelf liet horen — zowel bij arbeidsconflicten als tijdens golven van sociaal protest — geeft aan dat daar een ander klimaat is ontstaan, dat wordt uitgedragen door Alexandria Ocasio Cortez en andere mensen die zichzelf omschrijven als “democratische socialisten”.

Wat hebben die ongeziene Covid-herstelprogramma’s opgeleverd? De asymmetrie in de omvang — het Amerikaanse plan is 250 % groter dan het Europese — moet je in de juiste context plaatsen. Op het vlak van sociale voorzieningen holt het Amerikaanse reddingsplan achter de feiten aan. De werkloosheidsuitkeringen in de VS zijn ontstellend laag naar de normen van de eerste wereld — minder dan een tiende van die in het VK. Het procentuele aandeel van het bbp dat Frankrijk en Italië uitgeven aan sociale voorzieningen ligt 50 % hoger dan in de VS. Het overheidsgeld dat naar Amerikaanse gezinnen gaat, is nauwelijks een kwart van wat Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk aan gezinnen besteden.22 Toen de pandemie toesloeg — ongeveer even hard aan weerskanten van de Atlantische Oceaan — liep de werkloosheid in de VS veel hoger op, van minder dan 4 % naar meer dan 14 % in april 2020, en momenteel wordt die nog altijd geschat op 10 %.23 In de eurozone steeg de werkloosheid minder dan 1 %, van 7,4 naar 8,1 %, wat grotendeels te danken was aan grootschalige programma’s voor technische werkloosheid en telewerk.24

Linkse critici hebben gefocust op de omvang van de pakketten — niet voldoende — en niet op hun belang voor “de concurrentiestrijd met China”.

Het American Rescue Plan zal het inkomen van de armste 20 % in 2021 met een derde verhogen, en dat van de onderste 60 % met meer dan een tiende.25 Structureel gezien is het meest progressieve aspect van het plan dat het niet alleen geld geeft aan elk gezinshoofd, maar aan elke geregistreerde belastingbetaler.26 Maar zoals velen al hebben aangegeven, zijn dat allemaal eenmalige of tijdelijke betalingen die niets veranderen aan de in het systeem ingebakken reproductie van ongelijkheid. Het plan is een “pop-upvangnet”, zoals één criticus het omschreef, of “verzorging zonder de verzorgingsstaat”.27

Financiële vrijgevigheid ondersteund door nooit eerder geziene staatsuitgaven, gefinancierd via de staatsschuld, is een duidelijke breuk met de besparingsmantra’s.

De cheques van het Amerikaanse reddingsplan verzinken in het niets bij de 4 biljoen dollar die de rijkste 1 % in 2020 op hun rekeningen mochten bijschrijven, met dank aan financiële reddingsoperatie via de CARES-wet en de Beurs die recordhoogtes bereikte.28 In het American Jobs Plan staat dat het wil inzetten op “achtergestelde groepen”, maar het maakt slechts 32 miljard dollar voor die mensen vrij – 6 % van het totale budget. Het belooft ook 400 miljard dollar aan de bejaardenzorg, in de VS een heel winstgevende sector, wat vooral te danken is aan de schandalig lage lonen.29 Het uitdrukkelijke engagement van de federale overheid om te investeren in arme zwarte en gekleurde wijken is een welgekomen wending die verder gaat dan “gelijke kansen” en het kumbaya-riedeltje van diversiteit-rechtvaardigheid-inclusie. Maar als je de verhouding tussen kapitaal en arbeid bekijkt, zie je dat de balans nog altijd zwaar doorslaat in de richting van de grote bedrijven. Het eindresultaat van de CARES Act (Coronavirus Aid, Relief and Economic Security), die in maart 2020 werd goedgekeurd en een buffer van 4,5 biljoen dollar vrijmaakte voor bedrijven, was wat Nouriel Roubini een K-vormig herstel noemt – sterk stijgende activaprijzen en langere rijen bij de voedselbanken.30 Dankzij Bidens herstelplan komt het onderste been van de K een centimeter of twee hoger uit. Als de bedrijfs- en vermogensbelasting een paar procent hoger zou liggen, zou dat misschien een millimeter van het bovenste been afschaven.

Greenwashing van het neoliberalisme

Europa heeft dan wel gullere sociale stabilisatiesystemen, de economische schade door Covid is er veel groter: in 2020 kromp de economie in de eurozone met 7,2 %, in de VS bedroeg de daling 3,4 %.31 Dat is enerzijds te wijten aan de strengere lockdowns in Europa en anderzijds aan de boost die de CARES Act de VS-economie gaf. Maar er is ook een link met het tragere herstel in de eurozone na 2009. In 2019 bedroeg de groei van het bbp in de VS 2,2 % – meer dan 3 % in de staten aan de Westkust en het zuiden, maar zo goed als 0 % in het Midwesten. In de eurozone vertragen de groeicijfers al sinds 2017. Ze werden omlaag getrokken door Duitsland en Italië en vlak voor de pandemie bedroeg de groei van het bbp slechts 1,3 %. Toen Biden zijn plan had aangekondigd, voorspelde de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, dat de VS tegen het einde van 2022 op de groeicurve 1 % hoger zou staan dan vóór Covid, terwijl de eurozone daar tegen die tijd 2 % onder zou blijven.32

Wat kan het Europees Herstelfonds daar aan doen? De waarheid is: bitter weinig. Slechts 310 miljard euro van het Europees Herstelfonds bestaat uit subsidies, te verdelen over de periode 2021-2023.33 De subsidies zullen worden toegekend door de Commissie, volgens het systeem van het Europees semester, een controlesysteem dat in 2010, tijdens de eurocrisis, is opgericht om de nationale begrotingen in de gaten te houden. Ze zijn dus geen breuk met het neoliberale beleid, ze vergroten alleen de reikwijdte ervan. De Commissie heeft een plan klaar en weet al waaraan ze de subsidies zal besteden: 37 % gaat naar groene programma’s, 21 % naar de digitale transitie – zonder daarbij rekening te houden met nationale behoeften. De lidstaten moeten plannen indienen bij het Europees Herstelfonds en die moeten dan goegekeurd worden door de Europese Commissie, met name door het directoraat-generaal Economische en Financiële Zaken. Maar de budgetaanvragen kunnen teruggestuurd worden met de vraag ze te herzien als ze geen bijdrage leveren aan de structurele hervormingsplannen van het land – lagere pensioenen, een daling van de werkloosheidsuitkeringen, het ontslaan van ambtenaren. Er zijn nu al klachten over vertragingen.34

Italië, dat heel zwaar getroffen is door de pandemie, krijgt de grootste hap uit het Europees Herstelfonds: 209 miljard euro, waarvan 80 miljard subsidies; de rest bestaat uit nog meer schulden. Maar de werkloosheid in Italië bedraagt al bijna een decennium meer dan 10 % — en voor jongeren zelfs ruim 30 % — en in de openbare sector is continu bespaard. De enige gebieden die groeien zijn de “gig economy” (de klusjeseconomie) en het aantal werkende armen. In 2020 kromp de Italiaanse economie met 9 %. Ze verkeert nog altijd in een soort kunstmatige coma. Bedrijven overleven dankzij leningen met staatsgarantie, er geldt een ontslagverbod en een regeling voor werktijdverkorting. De plannen waaraan Italië het geld van het Europees Herstelfonds wil besteden — openbare gebouwen isoleren, het netwerk voor breedbandinternet uitbreiden, belastingkortingen voor IT-upgrades en het omscholen van werklozen — zullen daar nauwelijks iets aan veranderen.

De redenen waarom het Europees Herstelfonds als een historische doorbraak wordt bejubeld zijn van politieke en niet van economische aard. “Niemand loopt weg als er geld uit de hemel valt”, schreef een commentator over de nieuwe regering geleid door Draghi, vroeger werkzaam bij de ECB en Goldman Sachs.35 Zijn regering geniet nu de steun van Salvini en Grillo en heeft 90 % van de zetels in de Kamer en de Senaat. Het Italiaanse plan voor het Europees Herstelfonds zal hertekend worden door minister van Financiën Daniele Franco, gewezen directeur-generaal van de Banca d’Italia, de centrale bank van Italië, en die zal geen problemen maken over de financiële dominantie van de EU. Tijdens het bewind van een regering met een meerderheid van populisten was het land drie jaar lang stuurloos; nu heeft het extreme centrum het weer voor het zeggen.

Op het vlak van sociale voorzieningen holt het American Rescue Plan achter de feiten aan. Het is een ‘pop-upvangnet’ of ‘verzorging zonder de verzorgingsstaat’.

En wat de EU zelf betreft: historisch gezien is de Europese eenmaking tot stand gekomen door een reeks staatsgrepen, waarvan het Europees Herstelfonds de nieuwste slinkse coup uitmaakt.36 De beslissing om het controlesysteem van het Europees semester in de toekomst uit te breiden naar de fiscale capaciteit van alle EU-lidstaten is in essentie genomen door het Duitse Bundeskanzleramt. Het Europese Parlement ging erin mee nadat de Commissie het plan vorm had gegeven. Wat de invloed van de representatieve democratie op het economisch beleid betreft, is in Europa het einde van het neoliberale tijdperk verder weg dan ooit. Het vooruitzicht dat de bijzonder strijdbare Duitse Groenen een hoofdrol zullen gaan spelen wanneer Merkel in september 2021 afscheid neemt — en, misschien, meer geld zullen investeren in het milieu — verandert daar weinig aan.

De neo-Derde Weg en sociaal imperialisme

In de VS hebben politieke prioriteiten — de bikkelharde strijd om kiezers binnen te halen, de druk van populisten en democraten, nationaal-imperialistische rivaliteiten — de neoliberale normen onder druk gezet, maar met wisselende resultaten. Wat dat eerste punt betreft: geld in ruil voor stemmen — inclusief een werkgelegenheidsplan dat strategisch mikte op cruciale zetels voor het Huis van Afgevaardigden en de Senaat — staat voor alles wat de neoliberalen van Mont Pélerin haatten aan de representatieve democratie. In verband met het tweede punt: ook al zijn de plannen van Biden minder historisch dan enthousiastelingen beweren, dan nog betekenen ze een niet te ontkennen verschuiving in de Amerikaanse politieke verbeeldingswereld – het herstellen van infrastructuur, laadpunten voor elektrische auto’s, bescheiden verhogingen van uitkeringen, kindergeld; elementen die in de meeste eerste-wereldlanden al standaard zijn. Desalniettemin, sociale compensatievergoedingen en noodzakelijke kapitaalinvesteringen passen in het neoliberale beleidsrepertoire; de eis van links om het minimumloon op te trekken tot 15 dollar werd vriendelijk genegeerd.

Het derde punt, nationaal-imperialistische rivaliteit, wijst misschien op een hardere breuk met de orthodoxie van neoliberaal beleid – of misschien naar een hybride regime, met defensief protectionistische elementen zoals het Britse Rijk in de jaren 1900: een moderne versie van het tariefsysteem uit die tijd, waarbij gedreigd wordt met sancties om de nationale belangen veilig te stellen, zelfs wanneer de onbetwistbaar neoliberale Fed daarin een steeds centralere rol speelt.

Hoe kun je die verschuiving in een concept gieten? In “Faultlines”, een artikel uit New Left Review nummer 126, beschreef Dylan Riley de politieke logica van nationale investeringen — thuis sterker worden om ook in het buitenland sterker te zijn — als rechtvaardiging voor een neo-nationalistisch neo-keynesianisme dat zich afzet tegen de dominante visie van de Democraten, zijnde een multicultureel neoliberalisme. En misschien klopt dat ook wel. Maar misschien kan de aanpak van Biden gezien worden als ede inpassing van het door gefinancialiseerde, door schuld gedreven kapitalistisch regime binnen een meer sociaal-compenserend stelsel – een neo-Derde Weg als reactie op de populistische opstand enerzijds en de concurrentiële wrijving met rijzende grootmacht China anderzijds.

Dat project zou nauw aansluiten bij het scenario dat Biden in 2019 uittekende voor donateurs uit Wall Street, toen hij zichzelf opwierp als de remedie tegen Sanders’ politieke revolutie: kleine veranderingen doorvoeren die het leven van de Amerikanen uit de werkende klasse zouden verbeteren, zonder de rijken zware belastingen op te leggen. In zijn woorden: “Met een inkomensongelijkheid zo groot als vandaag in de Verenigde Staten, gaat het borrelen en gisten en dat leidt tot politieke ontevredenheid of een regelrechte revolutie. Dan kunnen demagogen naar voren stappen en ‘de ander’ de schuld geven… Diep vanbinnen weten jullie allemaal wat er moet gebeuren. Over de details kunnen we het oneens zijn. Maar de waarheid is dat we dit binnen het huidige bestel kunnen oplossen en niemand gestraft hoeft te worden. Niemand zou op zijn levensstandaard moeten inboeten. Niets moet fundamenteel veranderen.”37

Net zoals de keiharde klassenstrijd in de vorm van het reaganisme en het thatcherisme plaats ruimde voor zachtere, beter verteerbare versies van hetzelfde onder Clinton en Blair — belastingkredieten, goedkope leningen, diversiteit en inclusie — maken we onder Biden een gelijkaardige shift mee. De centrale bank creëert geld en faciliteert een marginale fiscale schadeloosstelling voor de tientallen jaren waarin de nettolonen zijn gedaald en het almaar moeilijker werd om een baan te vinden, om het land klaar te stomen voor de toenemende concurrentiestrijd met China. De Derde Weg uit de jaren 90 sloot perfect aan op het radicaal neoliberale beleid – Clinton dereguleerde de banken op nooit eerder geziene wijze, Blair veranderde universiteitsstudenten in betalende klanten. De variant van de jaren 2020, een gefinancialiseerd kapitalisme met sociale compensaties, zal actief zijn in een dichter verweven, nog competitievere omgeving, zijn evenwicht zoekend op wankele schuldenbergen, waardoor het gevaar op financiële instabiliteit nooit ver weg zal zijn.

Hier worden de verschillen tussen de VS en de EU weer zichtbaar. De biljoenen dollars die het voorbije jaar in de Amerikaanse economie zijn gepompt, zorgen ervoor dat men voorspelt dat de VS in 2021 een groei van 6,5 % zal optekenen. Maar — en dat is de kapitalistische dialectiek — dat goede nieuws heeft ook nadelen. Door de omvang van de schuld die de overheid en niet-financiële bedrijven zijn aangegaan — ‘een almaar groter wordende olifant op een almaar kleiner wordende bal’ — kan zelfs een minimale wijziging van de financiële omstandigheden voor hevige beroering zorgen.38 Het is er de Fed, de ECB en de nationale bank van Japan heel veel aan gelegen dat de interesten bijna op nul blijven staan en dat ze de kwantitatieve verruiming kunnen opvoeren.39 Maar het vooruitzicht van een stijgende groei betekent dat zulke lage opbrengsten zelfs door bescheiden inflatie teniet kunnen worden gedaan – dus verkopen de grootste investeerders hun staatsobligaties op lange termijn om hun opbrengst te verhogen. In de eurozone gaat de rente eveneens langzaam omhoog, vanwege de concurrentie van de Fed, ook al gaan de lidstaten gebukt onder een derde golf van Covid-lockdowns.

De subsidies van de Europese Commissie zijn geen breuk met het neoliberale beleid; ze vergroten de reikwijdte ervan.

Wat de oorzaak ook zou zijn, centrale banken die de geldverruiming afbouwen of beslissingen van privé-investeerders, een rentestijging zou landen en bedrijven die schulden in dollars zijn aangegaan erg kwetsbaar maken voor omgekeerde kapitaalstromen, en dat zou het begin kunnen zijn van een aaneenschakeling van financiële crisissen en wisselkoerscrisissen vergelijkbaar met die van 1998, met de bijbehorende politieke onrust. China heeft aanzienlijke internationale reserves en controleert de kapitaalstromen nauwlettend, maar als de intresten in de VS stijgen, zal China misschien toch niet immuun blijken te zijn voor kapitaalvlucht.40

Op politiek vlak hebben de Democraten de voorspelling ontmijnd dat Biden te maken zou krijgen met rebellie van de weerspannige linkerzijde. Linkse critici zoals Alexandria Ocasio-Cortez hebben gefocust op de omvang van de pakketten — niet voldoende — en niet op het belang ervan voor “de concurrentiestrijd met China”. Dat doet denken aan het sociaal imperialisme waar de Duitse socialist Eduard Bernstein in de jaren 1900 voor pleitte: zolang de werkende klasse het in eigen land goed heeft, kan het niemand wat schelen dat er dingen gedaan worden waardoor de spanning met internationale tegenstanders oploopt. De omvang en de reikwijdte van Bidens discursieve wending richting links is zo groot, en de wending zelf kwam zo plots en zo onverwacht, dat het niet eerlijk zou zijn hem dit vandaag al te verwijten. Maar dit is de uitdaging waar de regering-Biden de jonge linkse krachten in de VS voor plaatst, en het is een delicate en lastige taak: hoe bestrijd je het nationaal-imperialistisch denken tegenover China met nieuwe vormen van internationale solidariteit.

Ingekorte versie van Susan Watkins, “Paradigm Shifts”, New Left Review, mei-juni, 2021. Inleiding en tussentitels door Lava.

Footnotes

  1. Anatole Kaletsky, ‘Europe’s Hamiltonian Moment’, Project Syndicate, 21 mei 2020. Deze tekst kwam mee tot stand dankzij de prikkelende kritiek van Benjamin Kunkel, Thomas Meaney en leden van het redactiecomité van NLR.
  2. Jim Tankersley, ‘Biden Details $2 Trillion Plan’, New York Times, 31 maart 2021.
  3. Editorial, “A Historic Moment in us Stimulus”, Financial Times, 8 maart 2021; Michael Shear et al., “With Relief Plan, Biden Takes on a New Role: Crusader for the Poor”, New York Times, 11 maart 2021; Jeff Stein, “’We Need the Government’: Biden’s $1.9 Trillion Relief Plan Reflects Seismic Shifts in US politics”, Washington Post, 7 maart 2021; Tracy Alloway and Joe Weisenthal, “Did We Just Experience a Break in the Neoliberal Consensus? ”, Bloomberg podcast, 15 maart 2021.
  4. De Mont Pélerin Society wordt gezien als de eerste neoliberale denktank. Het genootschap werd na de Tweede Wereldoorlog opgericht om het “collectivisme” in socialistische en keynesiaanse zin te bestrijden. Invloedrijke leden waren Friedrich Hayek, Ludwig von Mises en Milton Friedman.
  5. Het manifest daarvan: Anthony Giddens, The Third Way: The Renewal of Social Democracy, Cambridge 1998.
  6. Carmen Reinhart en Kenneth Rogoff, “Growth in a Time of Debt”, American Economic Review,vol. 100, no. 2, 2010.
  7. Milton Friedman, ‘rxfor Japan: Back to the Future’, Wall Street Journal, 17 december 1997.
  8. Emmanuel Macron, “Renewing Europe”, Project Syndicate, 4 maart 2019.
  9. Waaronder Thomas Friedmans What Went Wrong with America, Robert Gordons The Rise and Fall of American Growth, Tyler Cowens The Great Stagnation or The Complacent Class.
  10. Zie Bill Emmotts The Fate of the West, Edward Luces Retreat of Western Liberalism, Steven Levitsky en Daniel Ziblatts How Democracies Die, Fukuyama’s Identity: The Demand for Dignity and the Politics of Resentment.
  11. Jennifer Harris en Jake Sullivan, “America Needs a New Economic Philosophy. Foreign Policy Experts Can Help”, Foreign Policy, 2020 februari 2020.
  12. ECB persbericht, 18 maart 2020.
  13. Jeffrey Cheng et al., “What’s the Fed Doing in Response to the covid-19 crisis?”, Brookings, 30 januari 2021; Robert Brenner, “Escalating Plunder”, New Left Review 123, mei-juni 2020; Heather Long et al., “The Stock Market Is Ending 2020 at Record Highs, Even as the Virus Surges and Millions Go Hungry”, Washington Post, 31 december 2020. De stijging kwam vooral op het conto van techaandelen en digitale aandelen.
  14. IMF, “Covid Fiscal Measures Database”, januari 2021. Voor problemen met de roll-out, zie Aída Chávez, “Why the Government’s Plan to Help Out Renters Is Falling Flat”, Intercept, 5 maart 2021; Bryce Covert, “Most Small Business Owners Still Haven’t Had Their PPP Loans Forgiven’, Intercept, 8 maart 2021.
  15. IMF, “Covid Fiscal Measures Database”; “How Much Money Is the G20 spending? ”, Atlantic Council, 5 januari 2021.
  16. Het Europees Stabiliteitsmechanisme verstrekt noodleningen aan landen in de eurozone die in nood verkeren. Het heeft flink kritiek gekregen vanwege zijn ondemocratische en weinig transparante werking; over de voorwaarden die worden opgelegd aan de landen die om een lening vragen kan niet worden onderhandeld, bovendien worden die opgesteld door partijen die daar privé belang bij hebben. Mehreen Khan, “EU Leaders Enter a Virtual, Parallel Reality”, FT, 27 maart 2020.
  17. “’Frugal Four’ Nations Counter Franco-German EU initiative”, Deutsche Welle, 23 mei 2020; Khan, “EU Leaders Enter a Virtual, Parallel Reality”.
  18. Voor voorbeelden hoe Biden stemde voor het verminderen van voedselbonnen, tegen verbeteringen van de sociale zekerheid en Medicare, hoe hij in de jaren 80 een grondwetamendement indiende voor begrotingsevenwicht, over zijn enthousiasme voor Workfare,NAFTA en het afschaffen van de Glass-Steagall Act in de jaren 1990, zijn meedogenloze zoektocht naar ‘verspilling’ toen hij met Obama zijn ministeunpakket belast was en zijn oproep aan het loyale kiespubliek van de Democraten tijdens de Grote Recessie om ‘te stoppen met klagen’, zie Branko Marcetic, Yesterday’s Man: The Case Against Joe Biden, Londen en New York 2020, blz. 50-4, 106-17, 172, 176, 179. Zie ook Ryan Grim, “Fact Check: Biden Has Advocated Cutting Social Security for Forty Years”, Intercept, 13 januari 2020.
  19. Ken Thomas en Eliza Collins, “Joe Biden United the Democrats-It’s Not Likely to Last”, Wall Street Journal, 19 augustus 2020; David Sirota, “Biden’s Austerity Zealotry Helped Cut the Stimulus Bill in Half”, Daily Poster, 22 december 2020.
  20. David Sirota, Julia Rock, Andrew Perez, “The American Rescue Plan’s Money Cannon Is Great, But Not Enough”, Daily Poster, 11 maart 2021.
  21. David Weigel, “The Trailer: What the Stimulus Means for the Next Campaign”, Washington Post, 11 maart 2021, waarbij hij een bericht citeert uit de Boston Globevan november 2020.
  22. In de VS bedraagt de federale werkloosheidsvergoeding voor één werknemer 5 % van het mediaan beschikbaar inkomen, in Frankrijk is dat 40 %, in Duitsland 44 % en in het VK 65 %. In 2019 waren de uitgaven voor sociale voorzieningen goed voor 19 % van het bbp in de VS, in het VK was dat 21 %, in Duitsland 26 %, in Italië 28 % en in Frankrijk 31 %. De overheidsuitgaven voor gezinnen hinkten nog meer achterop: 0,6 % in de VS tegenover 1,9 % in Italië, 2,3 % in Duitsland, 2,8 % in Frankrijk en 3,2 % in het VK. Zie OECD Data: Adequacy of Minimum Income Benefits; Social Spending (decimal points rounded up); Family Benefits Social Spending.
  23. Heather Long, “How Many Americans Are Unemployed? ”, Washington Post, 19 februari 2021. Covid-overlijdens per 100.000: Duitsland 99, Frankrijk 152, Spanje 165, VS 173, UK 190, Italië 198. Johns Hopkins via Statista, april 2021.
  24. Eurostat, werkloosheidsstatistieken, januari 2021.
  25. Institute for Taxation and Economic Policy, geciteerd in Sirota, “American Rescue Plan’s Money Cannon”.
  26. De breuk met het model van de man als kostwinner van het gezin, nog altijd de basis van tal van Europese systemen, is te danken aan een amendement op het Covid-steunpakket van december 2020 dat werd ingediend door Bernie Sanders en Josh Hawley – op de valreep een meevaller voor uitkeringsgerechtigden in de VS: Ryan Grim, “More than $1 trillion of the Pandemic Relief Bill is Flying Under the Radar”, The Intercept, 5 maart 2021.
  27. David Dayen, “First 100: Something Fundamentally Changed—for now”, American Prospect, 8 maart 2021; Anton Jäger and Daniel Zamora, “Welfare without the Welfare State”, New Statesman online, 9 februari 2021.
  28. Matthew Klein, “Americans are Sitting on Lots of Spare Cash. It May Not Boost Growth Much”, Barron’s, 26 februari 2021.
  29. “Live: Biden Unveils His $2.2 Trillion Infrastructure Package in Pittsburgh”, YouTube, 31maart 2021.
  30. Nouriel Roubini, “The covid Bubble”, Project Syndicate, 2 maart 2021. Zie ook Long et al., “The Stock Market is Ending 2020 at Record Highs”.
  31. Recessies: Duitsland -5,4 %, Frankrijk -9 %, Italië -9,2 %, Spanje -11,1 %, VK -10 %. IMF World Economic Outlook, januari 2021.
  32. OECD Economic Outlook, Interim Report, “Strengthening the Recovery: The Need for Speed”, maart 2021. Gepikeerd door de kritiek – o.a. Martin Sandbu, “US Stimulus Package Leaves Europe Standing in the Dust”, Financial Times, 14 maart 2021- heeft de ECB zich proberen te verdedigen: “Economic Developments in the Euro Area and the United States in 2020”, ECB Economic Bulletin, no. 2, 2021.
  33. Varoufakis beweert dat, aangezien Italië goed is voor 13 % van de schuld van 750 miljard euro, het waarschijnlijk netto subsidies zal ontvangen ten belope van 30 miljard euro. Yanis Varoufakis, “The EU Coronavirus Fund Will Take Europe Another Step Towards Disintegration”, The Guardian, 24 juli 2020.
  34. “Down to the Wire”, The Economist, 3 april 2021.
  35. “Why is Matteo Salvini Backing Mario Draghi? ”, European Press Round-Up, Euro-Topics, 9 februari 2021; Editorial, “Conversiones europeístas en Italia”, La Vanguardia, 8 februari 2021.
  36. Zie de argumentatie van Luuk van Middelaar’s in zijn De passage naar Europa (2013), toegelicht door Perry Anderson in ‘The European Coup’, London Review of Books, 17 december 2020.
  37. Jennifer Epstein, “Biden Tells Elite Donors He Doesn’t Want to ‘Demonize” the Rich’”, Bloomberg, 19 juni 2019.
  38. Gillian Tett, “The Fed must avoid a repeat of the March Treasuries Mystery”, Financial Times, 4 maart 2021.
  39. Op de verwachtingen in verband met de inflatie die Yellen en Powell hadden geuit reageerde Summers als volgt: ‘Als men uitlegt dat de Fed een volledig nieuw paradigma hanteert, dat dat een volledig nieuw paradigma voor fiscaal en sociaal beleid inhoudt, dan kan ik er niet bij dat er niet aan de verwachtingen [over inflatie] mag worden getornd’: Lawrence Summers, “I’m concerned that what is being done is substantially excessive”, Financial Times, 12 april 2021.
  40. Victor Shih, geïnterviewd door Robert Brenner, “China’s Credit Conundrum”, New Left Review 115, januari-februari 2019.