Artikels

Regeerperiode van Franse president eindigt in chaos

Serge Halimi

—19 februari 2025

De afgelopen zes maanden is Emmanuel Macron de verkiezingsboodschap zo halsstarrig blijven negeren dat er een politieke impasse en ministeriële instabiliteit is ontstaan. Om aan de macht te blijven probeert hij een “derdemachtcoalitie” tot stand te brengen die zich uitstrekt van rechts tot centrum-links. Heeft de Franse president met de keuze van François Bayrou als premier zijn laatste schot gelost ?

Shutterstock

Op 11 september herinnerde Emmanuel Macron de Raad van State aan een basisprincipe: “Het soevereine volk van vandaag drukt zich uit via het stemrecht. Daarmee moeten we altijd rekening houden, want dat is het belangrijkste element in elke democratie”. Twee maanden eerder was de president van de Republiek in twee opeenvolgende verkiezingen zwaar verslagen door het Franse volk (eerst in de Europese en vervolgens in die voor het nationale parlement). Hij had dus in september aan het “soevereine volk” moeten beloven dat hij het goed zou maken… Die wijsheid was duidelijk niet aan hem besteed: na vergeefse pogingen om een van zijn doublures het premierschap in de schoot te werpen, benoemde hij op 12 december François Bayrou. Hij bedankte daarmee de man die zijn kandidatuur voor het presidentschap had gesteund in 2017 waardoor hij in het Élysée belandde. Bayrou onderschreef vervolgens al de “hervormingen” van Macron, waaronder de door de Fransen meest gehate: de verhoging van de pensioenleeftijd.

Kortom, alles beweegt, maar niets verandert. De instellingen van de Vijfde Republiek zijn zo ontworpen dat zelfs een gehate president – en dat geldt ongetwijfeld voor de huidige – drie troeven behoudt: hij mag de eerste minister kiezen, hij ontbindt de Nationale Vergadering en hij bepaalt zelf wanneer hij vertrekt. Macron gebruikt en misbruikt die troeven. Zo probeert hij de twee elementen van zijn staat van dienst te behouden waarop hij erg trots lijkt te zijn: het beleid aan de aanbodzijde, d.w.z. de belastingverlagingen gericht op zijn rijke, vaak oudere kiespubliek; en de opmars naar een steeds meer gemilitariseerd Europa.

Serge Halimi is een Franse schrijver en journalist. Van 2008 tot 2023 was hij directeur van Le Monde diplomatique. Hij schreef onder meer Les nouveaux chiens de garde (Raison d’Agir) en Quand la gauche essayait (Agone).

Door de huidige samenstelling van de Nationale Vergadering, waarin zijn aanhangers sterk in de minderheid zijn, kan hij deze twee doelstellingen alleen maar realiseren door zowel op extreemrechts als op centrumlinks een beroep te doen. Voor de eerste gebruikt hij de veiligheids- of anti-immigratiewetten als lokaas. Voor de tweede is er de belofte van proportionele verkiezingen. Die zouden er mogelijks komen door af te wijken van de huidige regeling. Het derde lid van artikel 49, of 49.3 geeft het Parlement immers de mogelijkheid om wetten aan te nemen zonder effectieve stemming. Dat was onder meer het geval voor de pensioenhervorming.

Elk van deze twee combinaties maakt het mogelijk om het “centrale blok” aan de macht te houden. Dat blok bestaat uit aanhangers van de president en rechtse parlementsleden, d.w.z. de twee partijen die afgelopen juni-juli duidelijk door de kiezers werden afgewezen. De macronisten gingen toen van 22,42 naar 14,6 procent van de uitgebrachte stemmen bij de Europese verkiezingen, vervolgens van 246 naar 168 volksvertegenwoordigers bij de parlementsverkiezingen. Rechts (LR) zakte van 8,48 naar 7,25 procent bij het eerste verkiezingen, van 60 naar 46 parlementsleden bij de tweede. Na lang nadenken kwam Macron tot een briljante conclusie: hij benoemde eerst Michel Barnier, lid van de LR-partij, tot premier. Daarna deed hij op 13 december hetzelfde met Bayrou, de voorzitter van de Mouvement Démocrate (MoDem), waarvan slechts 36 parlementsleden (van de 577) tot de presidentiële coalitie behoren. Beide partijen durven zich wel eens wagen aan democratische grillen: zo waren ze, samen met de socialisten, verantwoordelijk voor de goedkeuring van het Europees Grondwettelijk Verdrag, dat maar weinig verschilde van het verdrag dat de Fransen met een meerderheid verwierpen in het referendum van mei 2005.

Verbetenheid en flaters

Door de centristische en pro-Europese Bayrou tot premier te benoemen, hoopt het staatshoofd dit type coalitie nieuw leven in te blazen: burgerlijk, hoogopgeleid, oud, en goede maatjes met de pers die het “populisme” veroordeelt. Voormalig premier Alain Juppé definieerde de contouren van deze coalitie al in 2015, op een moment dat journalisten hem (ten onrechte, zoals het hoort) hadden uitgekozen als favoriet voor de volgende presidentsverkiezingen: “Op een dag moeten we misschien overwegen om beide uitersten van de worst af te snijden, zodat redelijke mensen samen regeren en de twee uitersten, rechts en links, die niets van de wereld begrijpen, aan hun lot overlaten 1”. Maar omdat het midden van de worst de afgelopen tien jaar minder vlezig en (nog) onsmakelijker is geworden, hebben “redelijke mensen” moeite om er genoeg proteïnen in te vinden om een parlementaire meerderheid te voeden. Vandaar de herhaalde moties van wantrouwen. Op 3 december dwong zo’n stemming de regering-Barnier tot aftreden. Hoewel het omverwerpen van een kabinet door parlementsleden even democratisch is als de Republiek zelf, stelde een snel geïrriteerde Macron onmiddellijk dat de parlementsleden “een anti-republikeins front” hadden gevormd tegen hem.

Het staatshoofd ontving vervolgens alle partijleiders in het Élysée, met uitzondering van die van het Rassemblement national (RN) en La France Insoumise (LFI). Hij was verheugd dat de bijeenkomst leidde tot “eensgezindheid onder de politieke krachten om niet langer afhankelijk te zijn van het Rassemblement national”. Misschien was hij vergeten dat een van zijn regeringen, een paar maanden eerder, een anti-immigratiewet had aangenomen met steun van het RN. Hij leek ook vergeten te zijn dat, toen hij Barnier tot premier koos, hij er zich vooraf bij extreemrechts van had verzekerd dat dit deze regering niet onmiddellijk zou afschieten. Het is zonneklaar dat het “cordon sanitaire” en de “republikeinse boog” al te vaak van bereik of van vorm wisselen. Dat komt omdat Macrons politieke onhandigheid hem voortdurend dwingt de gevolgen van zijn mislukte manoeuvres te corrigeren. Hij moet wel honderd keer terug naar de tekentafel…

Het RN dankt zijn banvloek aan het feit dat het de motie van wantrouwen steunde die was ingediend door links en de ecologisten van het Nieuwe Volksfront (NFP). Het “bourgeoisblok” dacht dat het RN dat niet zou durven. Maar het durfde wél en de regering Barnier viel. Deze coalitie van tegenpolen (links én extreemrechts) heeft de Fransen tenminste in real time laten zien hoe het “centrale blok” en de media kunnen spinnen en liegen. Er was ontreddering en woede alom, zowel bij de centrumlinkse publieke omroepen (France Inter, enz.), als bij de zenders van de Bolloré-groep (CNews, Europe 1, enz.) en de kranten van de Dassault-groep. De motie van wantrouwen, waarbij “de extremen” hun onzuivere stemmen hadden gevoegd, leek een politieke, financiële en morele ramp in te luiden. De media en hun favorieten hoopten dat de angst voor chaos de Fransen eindelijk zou afschrikken. Ze vroegen zich ook af of de Franse onverschilligheid opnieuw de blindheid toonde van een twistziek volk, dat niet in staat is om de elitaire  “kunst van het nuanceren” te begrijpen en evenmin in staat is de “compromissen” te sluiten die hun rustige buren in Zwitserland of aan de overkant van de Rijn zo goed beheersen. Een volkomen banale gebeurtenis vatte de heersende teneur samen: Jean-Luc Mélenchon was aanwezig bij de motie van wantrouwen in de Nationale Assemblee en luisterde naar verschillende parlementsleden, onder wie Marine Le Pen. BFM TV wijdde er in een documentaire een hele scène aan, in thrillermodus. CNews van zijn kant interviewde een rechtse minister wiens regering net ten val was gebracht: “Velen van ons hebben het beeld in ons hoofd van Jean-Luc Mélenchon, daarboven in het halfrond, terwijl hij zijn werk overdenkt. Hoe analyseer je dit beeld?” Nero die toekijkt hoe Rome brandt…

De brandweerlieden die een vreedzame democratie meestal redden, moesten ingrijpen. En dat deden ze. Ter linkerzijde spelden ze de socialisten de les, de zwakke schakel in de NFP-alliantie. Op France Inter, hun favoriete radiostation, legde Le Monde-redactrice Françoise Fressoz (nog maar eens) uit dat “achter LFI blijven staan in feite een verraad is aan de democratie”. Maar ze gaf toe dat “het erg ingewikkeld is er mee te breken”. Volgens haar moest de Socialistische Partij (PS) een eerste stap zetten door zich aan te sluiten bij het “centrum”. Le Figaro Magazine, een rechts tijdschrift, wees het RN met de vinger omdat die partij het tijdschrift had teleurgesteld door Barnier te veroordelen: “Nooit eerder heeft een regering de partij van Marine Le Pen met zoveel consideratie behandeld door verschillende van haar eisen in de begrotingswetten voor 2025 op te nemen of door een immigratiewet op te stellen die overeenkomt met de wet die begin dit jaar door de parlementsleden van het RN werd gesteund”. “Helaas”, verzuchtte Guillaume Roquette, “Marine Le Pen en Jordan Bardella hebben gekozen voor een politiek van het grootste kwaad 2”.

Maar iedereen was gewaarschuwd. Met de nauwgezette eerlijkheid en met als referentie haar achtergrond als polytechnicus, bruggeningenieur, prefect, voorzitter van de Régie Autonome des Transports Parisiens (RATP), minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Integratie en premier, kondigde de macronistische leider Élisabeth Borne voor de stemming aan: “Als de begroting voor sociale zekerheid wordt afgekeurd, betekent dit dat uw Carte Vitale (Gezondheidskaart, vert.) op 1 januari niet meer zal werken. Het betekent dat de pensioenen niet meer zullen worden uitbetaald. Na verloop van tijd zou het betekenen dat ambtenaren niet meer betaald worden 3.” Op 1 januari werkte de Carte Vital nog steeds en werden ook de pensioenen uitbetaald. Mevrouw Borne zal haar desinformatie-operatie niet kunnen toeschrijven aan Elon Musk, Rusland, Iran of Al-Qaeda.

De rentetarieven en het risico op financiële ontreddering waren het onderwerp van een andere paniekcampagne. Tussen juni vorig jaar en de dag na de motie van wantrouwen steeg het verschil in de tienjaarlijkse rente tussen Duitsland en Frankrijk van 0,45 naar 0,76 procent. Met andere woorden, nauwelijks iets. Dat weerhield het weekblad Le Point – met veel conservatieve renteniers onder zijn lezers – er echter niet van om deze (rustgevende) informatie te brengen onder de (alarmistische) kop: “Sterke deining op spreads” (12 december 2024). Op hetzelfde moment dat Franse commentatoren de (lichte) val van de euro toeschreven aan de omverwerping van de regering-Barnier, zag de Wall Street Journal – die geen grappen maakt als het over geld gaat – deze als een gevolg van de protectionistische maatregelen die Donald Trump had aangekondigd.

Afgezien van hun refreinen over de (slechte) “confrontatiecultuur” en de (goede) “compromisgeest” streven de centrumpartijen en hun aanhangers al enkele jaren hetzelfde doel na: de socialisten, en indien mogelijk ook de ecologisten, confronteren met de aanhangers van LFI zodat ze compromissen kunnen sluiten met de macronisten. Een dergelijke hertekening van de electorale en parlementaire “worst” zou de kaarten op links herverdelen en het NFP uiteen doen vallen. Het vooruitzicht van een hachelijke presidentsverkiezing waarbij de verschillende partijen die eraan deelnemen bijna geen gemeenschappelijke kandidaat naar voren kunnen schuiven, brengt elk van hen er nu al toe hun eigen strategie te volgen zonder zich al te veel zorgen te maken over de voorkeuren van anderen.

Atlantisme als lijm

Als gevolg van dit alles kleuren de “rode lijnen” van de NFP oranje. Olivier Faure, nationaal secretaris van de PS, schroefde zijn eisen van afgelopen zomer al terug. Hij zweert dat zijn pragmatisme effectiever zal zijn dan de impotente agitatie van zijn (ex?)partners van LFI: “We willen nú winnen, niet over twee of drie jaar. Als we 30 procent van het programma realiseren, is dat al goed. Er zijn mensen voor wie dat telt” (Le Nouvel Obs, 12 december 2024). Noch het opgeven van de pensioenhervorming, noch de herinvoering van de vermogensbelasting lijken nog voor te komen in dat kleine derde deel van de eisen die de PS handhaaft. Vandaar deze paradox: zij die toenadering zochten tot Macron omdat ze niet wilden dat de president van de republiek aftrad, hebben zich aangesloten bij de architect van de chaos om de chaos te voorkomen.

Welk ander project zou hen samen kunnen brengen? De voorzitster van de Nationale Assemblee, Yaël Braun-Pivet, maakte een verhelderende berekening: “Als we de optelsom maken van de gemeenschappelijke basis: Ensemble pour la République, de MoDem, Horizons, Republikeins Rechts, LIOT [een groep onafhankelijke parlementsleden] én de PS, komen we uit op 299 parlementsleden, dat is een meerderheid.” In haar totaalcijfer rekende ze Franse Communistische Partij (PCF) en Les Écologistes niet mee. De samenstelling lijkt erg veel op de coalitie van liberale, centristische en socialistische Europarlementsleden die op 18 juli Ursula Von der Leyen herkozen tot voorzitster van de Europese Commissie. Onder het voorwendsel van “het blokkeren van extreemrechts”, maakten de Franse socialisten, mede voorgezeten door Raphaël Glucksmann, deel uit van deze groep. De leden van LFI of de Groenen (de PCF heeft in het Europees Parlement geen verkozenen) steunden Von der Leyen niet.

Toch zou deze Europese kwestie de komende maanden veel gewicht in de schaal kunnen werpen. Ze heeft haar stempel gedrukt op de Vierde Republiek, geregeerd door een “derde kracht” (liberaal rechts, christendemocraten, socialisten) die de twee extremiteiten van de worst, de communisten en de gaullisten, buitensloot. Atlanticisme en de Koude Oorlog brachten deze weinig geliefde coalitie in 1947 tot leven. Jean-Louis Bourlanges, lid van de partij MoDem en voormalig voorzitter van de commissie Buitenlandse Zaken van de Nationale Assemblee, gebruikte deze coalitie onlangs als voorbeeld om een regeringsmodel te schetsen dat het politieke landschap zeker zal veranderen. Het doel is om de “onderwerping aan Poetin” tegen te gaan; iets wat volgens hem verschillende Europese staten in verleiding brengt. “Als we doorslaan in zelfgenoegzaamheid tegenover [Vladimir] Poetin en weigeren Europa te verdiepen”, waarschuwde hij op 6 december op France Inter, ”zal het geopolitieke evenwicht van het Europese continent kantelen. (…) De belangrijkste variabele zijn de socialisten. Zij moeten de juiste keuze maken. Dat hebben ze in het verleden gedaan (…) Ze hebben zich solidair getoond met het Westen.” Maar Bourlanges is bezorgd: “Sommigen van hen neigen er nu naar om over te stappen naar de standpunten van LFI. Als de socialisten nu aan de verkeerde kant staan, vallen we allemaal.”

Hoopt Macron door zich elke dag meer te bemoeien met de Oekraïense kwestie, het cement te vinden voor zo’n coalitie met de meest Atlantische socialisten? De “verdieping” van de EU-integratie zou zeker het RN en LFI uitsluiten. De communisten of sommige ecologisten zullen waarschijnlijk evenmin geneigd zijn om van de Europese herbewapening en het sturen van Franse soldaten naar Oekraïne hun groot plan voor de komende jaren te maken. Het zou des te duurder zijn omdat de Verenigde Staten er zich financieel uit willen terugtrekken. “Meer uitgeven voor defensie betekent minder uitgeven aan andere prioriteiten”, concludeerde Marc Rutte, de secretaris-generaal van het Atlantisch Bondgenootschap. Minder voor welke andere prioriteiten? Hij noemde er al enkele: “de pensioen-, gezondheids- en socialezekerheidsstelsels” 4.

Minder uitgeven aan pensioenen en gezondheid en meer aan het leger? Voordat we de ‘goede’ raad van de heer Rutte opvolgen, mogen we niet vergeten dat de eerste val van een Franse regering in tweeënzestig jaar net is veroorzaakt door de verwerping van een ontwerpbegroting voor de sociale zekerheid.

Vertaling door Jan Reyniers van artikel uit Le Monde Diplomatique, Januari 2025

Footnotes

  1. Le Point, Parijs, 1 januari 2015
  2. Guillaume Roquette, “Le choix du pire”, Le Figaro Magazine, Parijs, 6 december 2024
  3. LCI, 24 november 2024
  4. Philippe Jacqué, “Mark Rutte presse les Européens d’accroître leur budget militaire,” Le Monde, 14 december 2024