Le Monde Diplo

Gaza of het failliet van het westers liberalisme

Gilbert Achcar

—25 juli 2025

Voordat Londen, Ottawa en Brussel ook maar de intentie formuleerden eventueel economische druk op Tel Aviv te overwegen, waren er al achttien maanden van bloedbaden achter de rug waarin de top van de Israëlische staat de aanslepende genocide bagatelliseerde. Nu premier Benjamin Netanyahu bevestigt dat hij van plan is de volledige controle over Gaza over te nemen, confronteert een late en timide reactie van de westerse mogendheden de ‘diplomatie van waarden’ met haar tegenstrijdigheden.

Shutterstock

De paradoxale westerse steun voor de genocide kan worden verklaard door een etnocentrische benadering van de uitroeiing van de Europese joden in de Tweede Wereldoorlog.

Het hele bouwwerk van de internationale orde stort in

Ooit werd de ‘verantwoordelijkheid om te beschermen’ door de westerse mogendheden geïnstrumentaliseerd. Vandaag wordt ze ontkend.

Het ‘nieuwe antisemitisme’ dat zonder onderscheid wordt toegeschreven aan iedereen die kritiek heeft op Israël, spreekt de radicale rechtse bewegingen vrij van hun haat tegen de joden, zowel in het verleden als vandaag.

Sinds 7 oktober 2023 speelt zich de ergste episode af in de lange lijdensweg van het Palestijnse volk. Wat nu gebeurt, is erger nog dan de Nakba van 1948. De Arabische term Nakba betekent ‘ramp’ en verwijst naar wat sindsdien ‘etnische zuivering’ wordt genoemd. De huidige ramp wordt onder meer gekenmerkt door genocide. Er is een nog sterkere Arabische term nodig om het ongeluk dat Palestina treft te benoemen: karitha. Bij die zuivering vermoordt Israël een deel van de Gazaanse bevolking, zowel op de Westelijke Jordaanoever als in de Gaza-enclave. Nadat “Gaza volledig vernietigd zal zijn”, zoals de Israëlische minister van Financiën Bezalel Smotrich op 6 mei jongstleden tijdens een conferentie in de nederzetting Ofra verklaarde, “zullen de burgers (…) naar het zuiden worden gestuurd, vanwaar zij in groten getale naar derde landen zullen vertrekken.” 1

In deze dreiging ziet Donald Trump wellicht een kans om zijn Arabische bondgenoten te winnen voor een geactualiseerde versie van het ‘akkoord van de eeuw’ — dat zij in 2020 hadden afgewezen. 2 Dit plan, dat een rompstaat invoert onder de naam ‘Staat Palestina’, lijkt ten opzichte van van een etnische zuivering een minder erg kwaad.

Saudi-Arabië zou zich in ruil daarvoor aansluiten bij Bahrein, de Verenigde Arabische Emiraten en Marokko – en vóór hen Egypte en Jordanië – en de betrekkingen met Israël normaliseren. Met een dergelijk ‘succes’ zouden de Amerikaanse president en de Israëlische premier Benjamin Netanyahu kunnen pronken. In wezen zou het echter niets oplossen. De toekomst van het Midden-Oosten ziet er dus somber uit, volkomen in lijn met de internationale relaties in het algemeen.

Gilbert Achcar is een Frans-Libanese onderzoeker en schrijver. Hij is professor aan de School of Oriental and African Studies (SOAS) van de Universiteit van Londen.

Dat ze (pas) verslechterd zouden zijn met de terugkeer van Trump in het Witte Huis klopt niet. Zoals journaliste Michelle Goldberg in de New York Times schrijft: “Zelfs vóór het aantreden van Trump was de ‘op regels gebaseerde internationale orde’ al ernstig aangetast, grotendeels door de medeplichtigheid van Biden aan de vernietiging van Gaza.” 3 Socioloog Yagil Levy merkt op dat “Tel Aviv, net als in het verleden, zou hebben afgezien van een grondoperatie om de burgers van de enclave schade te berokkenen als het daarvoor geen internationale legitimiteit had gekregen.” 4 Die ‘legitimiteit’ moet Israël natuurlijk enkel krijgen van landen die voldoende invloed op Israël kúnnen uitoefenen. In dit geval dus: de VS. Washington is Israëls belangrijkste steunpilaar sinds het einde van de jaren zestig. In plaats van zijn bondgenoot in te tomen, hebben de VS zich (gedurende ten minste enkele maanden) enthousiast ingezet vóór de eerste gezamenlijke Israëlisch-Amerikaanse oorlog. Zij het dan zonder directe deelname van VS-troepen aan de bombardementen op Gaza. 5

De ijverige steun van voormalig VS-president, Joseph Biden, aan Israël is in de eerste plaats ideologisch. Méér ideologisch dan die van Trump die in zijn eerste ambtstermijn al de grenzen had overschreden van wat tot dan toe in de VS de ‘tweeledige consensus’ was.[1] Biden had beloofd de pro-Israëlische maatregelen van de republikeinen terug te draaien, maar hij zette hun beleid gewoon verder. Hij overtrof het zelfs met zijn onvoorwaardelijke steun voor een langdurige Israëlische aanval op Gaza.

Dat had ons niet mogen verrassen. Vóór de Democratische voorverkiezingen van 2020 waarschuwde journalist Peter Beinart al voor de “alarmerende staat van dienst van Joe Biden met betrekking tot Israël”. In een lang en gedocumenteerd artikel in Jewish Currents (27 januari 2020) legde hij uit hoe Biden aan het begin van de regering-Obama (toen het Witte Huis nog druk uitoefende op Netanyahu om zich neer te leggen bij het idee van een Palestijnse staat) zich meer dan welke andere Amerikaanse functionaris inzette om de Israëlische premier te verdedigen. 6

“Niemand heeft Israël meer geholpen dan ik”

Midden in de Arabisch-Israëlische oorlog van 1973 zei Richard Nixon in een privé-gesprek met de Joods-Amerikaanse zakenman Leonard Garment: “Ik ben zionist. Je hoeft geen jood te zijn om zionist te zijn.” Tijdens zijn presidentschap herhaalde ook Biden meerdere malen die uitspraak in het openbaar. Een jaar na de aanval van 7 oktober 2023, werd het genocidaire karakter van de offensief tegen Gaza steeds duidelijker. Bovendien werd het bevestigd door vooraanstaande mensenrechtenorganisaties.7  Uitgerekend op dát moment pochte Biden nog dat “geen enkele regering Israël meer geholpen heeft dan ik. Geen enkele. Geen enkele. Geen enkele.” 8

De vooringenomenheid van Biden werd aangewakkerd door het traumatische karakter van de aanval van Hamas. Westerlingen zijn  gevoelig voor het leed van hun medemensen. De beelden van die aanval riepen dan ook iets op wat je ‘narcistisch medeleven’ zou kunnen noemen. In combinatie met het schuldcomplex van de West-Europese landen die de nazi-genocide op de Joden pleegden of toegstonden (Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Italië, …) leidde dit tot een ongekende en onvoorwaardelijke solidariteit met Israël. Het is haast cynisch als je ziet dat dit gebeurt op het moment dat in die landen mensen aan de macht zijn die meer gemeen hebben met de nazi’s dan met hun doelwitten, de slachtoffers van rassenhaat, linkse militanten, enz.

De onvoorwaardelijke solidariteit met Israël barstte dan ook los op hetzelfde moment dat Israël zijn grootschalige operatie lanceerde, overgoten met een woordensaus die geen twijfel liet bestaan over het begin van een bloedbad met genocidaire proporties. De bron van deze schijnbare paradox ligt in een particularistische, etnocentrische benadering van de lessen die moeten worden getrokken uit de uitroeiing van de Europese Joden tussen 1941 en 1945. En dat in tegenstelling tot een universalistische, humanistische interpretatie. De nederlaag van het nazisme en het fascisme tegen een coalitie waaruit de VS nog machtiger tevoorschijn kwamen, moest echter de voorbode zijn van een nieuw tijdperk. Dat tijdperk zou worden gekenmerkt door een orde met het Handvest van de Verenigde Naties (VN) als hoeksteen. De VN zélf zou er het centrale bouwwerk van zijn.

Er werden belangrijke stappen in die richting gezet, met name via de oprichting van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) dat geschillen tussen staten zou gaan beslechten. Het verving het in 1922 opgerichte Permanent Hof van Internationale Justitie. Het internationaal humanitair recht werd ook geconsolideerd in de nieuwe Verdragen van Genève (1949). Daarin werden de regels van de oorlogvoering uitgebreid met het lot van de burgerbevolking. De dood van Franklin Roosevelt in april 1945 en de machtsovername door zijn rechtse vicepresident, Harry Truman, betekenden echter een keerpunt.

Al snel bleef er niet veel meer over van de orde die in 1945 was ingesteld. De Koude Oorlog – in naam van de strijd tegen het communisme voor de enen, tegen het VS-imperialisme voor de anderen – werd het voorwendsel voor een algemene minachting voor het Handvest van de VN. Vooral in de Verenigde Staten. Het Atlantisch liberalisme verving het liberalisme tout court. In de jaren negentig werd de ineenstorting van het Sovjetblok door zijn tegenstanders gezien als een belangrijke ideologische overwinning, bovenop de radicale verschuiving in het mondiale machtsevenwicht.

Washington wilde deze kans aangrijpen om de wereld te reorganiseren. Tijdens de unipolaire periode na de Koude Oorlog, lieten de VS wat ruimte voor enkele ‘idealistische’ inspanningen om de ‘nieuwe wereldorde’ om te vormen tot een ‘kosmopolitische democratie’. Dat resulteerde enerzijds in 2002 in de oprichting van een tweede internationaal gerechtelijk orgaan, het Internationaal Strafhof (ICC). Dat Hof specialiseert zich in de vervolging van personen voor vier soorten misdrijven: genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en agressie. Anderzijds keurde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 16 september 2005 het beginsel goed van de ‘verantwoordelijkheid om te beschermen’ (R2P). Dit beginsel overstijgt de soevereiniteit van staten en maakt “doortastend, collectief optreden via de Veiligheidsraad, overeenkomstig het Handvest, met name hoofdstuk VII, mogelijk, per geval en in samenwerking indien nodig, met de bevoegde regionale organisaties, wanneer vreedzame middelen ontoereikend blijken te zijn en de nationale autoriteiten kennelijk niet in staat zijn hun bevolking te beschermen tegen genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuiveringen en misdaden tegen de menselijkheid.”

Vóór de instelling van deze tribunalen hadden de VS al een reeks ‘humanitaire interventies’ opgezet in de Hoorn van Afrika en vervolgens in de Balkan. 9Zij drongen erop aan dat de Servische moorden op Bosniërs (in Srebreniza, vert.) als genocide werd aangemerkt… terwijl de omvang en de intensiteit ervan in het niet vallen bij het bloedbad in Gaza.

Maar in tegenstelling tot wat Washington toen beweerde, begon het aan een praktijk van internationale betrekkingen die al snel tot een nieuwe koude oorlog leidde. In plaats van te worden ontbonden na het verdwijnen van het Warschaupact, breidde de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) zich uit tot een groeiend aantal staten die voordien banden hadden met Moskou. Sommige van hen waren zelfs voormalige Sovjetrepublieken. Er brak een ongekende fase van collectief, militair interventionisme aan. Die begon toen de VS hun bondgenoten meesleepten in de eerste grote schending van het internationaal recht sinds 1990: de oorlog in Kosovo in 1999. Die oorlog kon enkel worden gevoerd door de Veiligheidsraad te omzeilen en zo het veto van Rusland en China te vermijden. Een kortstondige ‘nieuwe wereldorde’…

Geen “verantwoordelijkheid om te beschermen”?

Tijdens de conferentie van Rome in 1998 stemden de VS en Israël tegen de goedkeuring van het statuut van het Internationaal Strafhof. Ze ondertekenen het later wel, maar ratificeren het nooit. Integendeel, zij trokken er zich uit terug: de Amerikanen deden dat in 2002 aan de vooravond van hun invasie van Irak. Die invasie werd overigens hun tweede grote schending van het internationaal recht sedert 1990. Tel Aviv deed het na herhaalde schendingen van het internationaal humanitair recht bij de onderdrukking van de tweede intifada vanaf 2001. De ‘oorlog tegen het terrorisme’ – het gemeenschappelijke vaandel waaronder de regering van George W. Bush en de regering van Ariel Sharon hun offensieven voerden – vervangt zo het anticommunisme als vrijbrief om de beginselen van de internationale orde met de voeten te treden.

De R2P diende vooral om de interventie van met name de VS, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk in Libië in 2011 te legitimeren. Deze interventie overschreed al snel het mandaat van de resolutie van de Veiligheidsraad, die was aangenomen na onthouding van Moskou en Peking. Dit precedent wettigt een kritisch wantrouwen ten aanzien van het misbruik van de ‘verantwoordelijkheid om te beschermen’. Daarom werd er in latere gevallen van grootschalige moordpartijen, met name in Syrië, geen beroep meer op gedaan.

Wat de genocide in Gaza betreft, zijn het de westerse mogendheden die de R2P terzijde hebben geschoven. Meer in het algemeen stortte het hele bouwwerk van de internationale orde in. De procedures tegen Israël of zijn leiders voor het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof – twee pijlers van dit bouwwerk – en de negatieve reacties daarop in tal van westerse landen hebben de ‘liberale pretenties’ ervan definitief in diskrediet gebracht. Dit diskrediet wordt nog versterkt door de uiteenlopende reacties op de arrestatiebevelen van het ICC tegen Vladimir Poetin – op 17 maart 2023, na de invasie van Oekraïne – en die tegen Netanyahu op 21 november 2024. 10

Door de criminele daden van de regeringscoalitie in Israël goed te keuren, banaliseren de regeringen, de meeste politieke partijen en intellectuelen in het Westen bovendien de extreme rechtervleugel in hun land. Op die manier keuren zij het witwassen van de jodenhaat goed die al jarenlang door Netanyahu wordt aangewakkerd 11. Het ‘nieuwe antisemitisme’ (zogenaamd van moslims, van zij die hen verdedigen en van wie Israël bekritiseert) biedt radicaal-rechtse groeperingen in Europa en in de VS de kans zich vrij te pleiten van hun eigen jodenhaat, zowel toen als nu. Het biedt ze de kans overeenstemming te bereiken over de ‘echte’ gemeenschappelijke vijanden. Het bevordert de onverschilligheid ten opzichte van het Palestijnse lijden en leidt tot ontkenning van de realiteit van de genocide. Westerse liberalen die zich op die manier gedragen, verlagen hun politieke traditie nog verder en graven daarmee hun eigen graf.

Het westerse liberalisme raakt in diskrediet. Radicaal rechtse kachten winnen terrein binnen het Atlantisch Bondgenootschap, ook in de twee bolwerken van het verzet tegen het fascisme in de Tweede Wereldoorlog: de VS en het Verenigd Koninkrijk. De poging om de internationale orde na de Koude Oorlog nieuw leven in te blazen is jammerlijk mislukt. Die mislukking is niet het gevolg van de opkomst van extreemrechts. Die vond in feite pas plaats na de mislukking die het resultaat is van de inconsistentie en de hegemoniale arrogantie van de herauten van het liberalisme zelf. Hun maatschappelijke ordening is mislukt. De westerse goedkeuring van deze genocide is de laatste nagel aan de liberale doodskist. De belofte van 1945 (hernieuwd in 1990) om de wettelijkheid te herstellen is – onherstelbaar – op niets uitgelopen.

Vertaling door Jan Reyniers van artikel uit Le Monde Diplomatique, juni 2025.

[1] Noot van de vertaler: Met ‘tweeledige consensus’ bedoelt men dat beide grote VS-partijen, zowel Democraten als Republikeinen het roerend eens waren/zijn over de fundamentele uitgangspunten ten aanzien van het Israëlisch-Palestijns conflict.

Footnotes

  1. Jeremy Sharon, “Smotrich says Gaza to be “totally destroyed”, population “concentrated” in small area”, 6 mei 2025.
  2. Zie hierover Alain Gresh, “Israël-Palestine, un plan de guerre”, Le Monde diplomatique, maart 2020.
  3. Michelle Goldberg, “Trump’s Gaza deal : War crimes in exchange for beachfront property”, The New York Times, 7 februari 2025.
  4. Yagil Levy, “An army’s morality is measured by a single factor. The IDF has failed this test ”, Haaretz, Tel Aviv, 12 december 2024.
  5. Zie “Les États-Unis à la rescousse ”, Manière de voir, nr. 193, “Israël, Palestine, une terre à vif”, februari-maart 2024.
  6. Peter Beinart, “Joe Biden’s alarming record on Israel ”, Jewish Currents, New York, 27 januari 2020.
  7. Zie Anne-Cécile Robert, “La Cour internationale de justice évoque un risque plausible de génocide à Gaza”, en Akram Belkaïd, “Israël accusé de génocide ”, Le Monde diplomatique, respectievelijk februari 2024 en januari 2025.
  8. Colleen Long, “Biden says he doesn’t know whether Israel is holding up peace deal to influence 2024 US election”, Associated Press, 4 oktober 2024; zie ook de “White House tapes”, 18 oktober 1973, Richard Nixon Presidential Library.
  9. Zie Anne-Cécile Robert, “Origines et vicissitudes du ‘droit d’ingérence’, Le Monde diplomatique, mei 2011.
  10. Zie Mathias Delori, “Poutine, les juges et la bombe ” en Benoît Bréville, “Serpillière européenne ”, Le Monde diplomatique, respectievelijk mei 2023 en december 2024.
  11. Zie Grégory Rzepski, “ Avec des amis comme ça… ” (Met zulke vrienden…), Manière de voir, nr. 199, “L’antisémitisme et ses instrumentalisations” (Antisemitisme en de instrumentalisering ervan), februari-maart 2025; zie ook Serge Halimi en Pierre Rimbert, “L’art de la diffamation politique ” (De kunst van politieke laster), Le Monde diplomatique, oktober 2024.