In haar recente toespraak tijdens een conferentie in Bogotá betoogde Francesca Albanese, speciaal rapporteur van de Verenigde Naties voor de bezette Palestijnse gebieden, waarom landen wereldwijd de banden met Israël moeten verbreken.

De bezette Palestijnse gebieden zijn een hel. In Gaza heeft Israël zelfs de laatste functie van de Verenigde Naties – humanitaire hulp – onmogelijk gemaakt, om zo de bevolking die het tot vernietiging veroordeeld heeft opzettelijk te verhongeren, keer op keer te verjagen en te doden. Op de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, vordert de etnische zuivering door middel van een onwettige belegering, massale verdrijving, buitengerechtelijke executies, willekeurige detentie en wijdverspreide martelingen.
In alle gebieden die onder Israëlisch bewind staan leven Palestijnen met de terreur van vernietiging, live uitgezonden voor een wereld die toekijkt. De weinige Israëlische mensen die opstaan tegen genocide, bezetting en apartheid – terwijl de meerderheid het openlijk toejuicht en aanmoedigt – herinneren ons eraan dat Israëlische bevrijding niet te scheiden is van Palestijnse vrijheid.
De gruweldaden van de afgelopen eenentwintig maanden staan niet op zichzelf; ze zijn de climax van decennia aan beleid om het Palestijnse volk te verjagen en vervangen.
In dit licht is het onbegrijpelijk dat politieke instituten, van Brussel tot New York, nog steeds debatteren over de erkenning van de Palestijnse staat. Niet omdat het niet belangrijk is, maar omdat de landen vijfendertig jaar lang tijd hebben gerekt en niet tot erkenning wilden overgaan, terwijl ze deden alsof ze ‘in de Palestijnse Autoriteit investeerden’, en daarmee Palestijnen overleverden aan de meedogenloze, roofzuchtige, territoriale ambities en afschuwelijke misdaden van Israël.
Ondertussen is Palestina in het publieke debat verworden tot een humanitaire crisis die tot in lengte van dagen moet worden ‘gemanaged’, in plaats van een politieke kwestie die een principiële en vastberaden oplossing vereist: een einde aan de permanente bezetting, apartheid en nu ook genocide. En het is niet het recht dat gefaald of gewankeld heeft, het is de politieke wil die ontbreekt.
Maar vandaag zijn we ook getuige van een splitsing. Het immense lijden van Palestina heeft de mogelijkheid tot transformatie opengebroken. Al is het nog niet terug te zien in politieke agenda’s, een revolutionaire verschuiving is aanstaande. Zet die verschuiving door, dan kan dit de geschiedenis ingaan als een moment van verandering. Dit is waarom ik naar deze bijeenkomst gekomen ben met het gevoel dat we ons op een historisch keerpunt bevinden, in het publieke debat en de politiek.
Het immense lijden van Palestina heeft de mogelijkheid tot transformatie opengebroken. Al is het nog niet terug te zien in politieke agenda’s, een revolutionaire verschuiving is aanstaande.
Allereerst verschuift het narratief: in plaats van ‘Israëls recht op zelfverdediging’, waar tot in den treure een beroep op is gedaan, gaat het nu vaker over het langdurig ontzegde recht op zelfbeschikking van de Palestijnen, die decennialang onzichtbaar gemaakt, onderdrukt en ondermijnd zijn. Antisemitisme werd als wapen gebruikt richting Palestijnse woorden en verhalen. Het dehumaniserende gebruik van een terrorismeframe voor Palestijnse acties (van gewapend verzet tot het werk van ngo’s die in de internationale arena rechtvaardigheid nastreven) leidde tot een opzettelijke politieke verlamming wereldwijd. Dit moet veranderen. De tijd is rijp.

Ten tweede, en als gevolg daarvan, zien we de opkomst van een nieuw multilateralisme: principieel, moedig en in toenemende mate geleid door een mondiale meerderheid. Het is pijnlijk om te zien dat Europese landen hierbij achterblijven. Als Europeaan vrees ik wat de regio en de instituties nu voor velen symboliseren: een vereniging van staten die predikt over internationaal recht, maar die zich meer laat leiden door een koloniale denkwijze dan door principes. Daarmee dienen ze als vazallen van het Amerikaanse imperium, zelfs al worden ze daardoor van de ene oorlog in de andere meegesleept, van ellende naar ellende —en als het over Palestina gaat: van zwijgen naar medeplichtigheid.
Als Europeaan vrees ik wat de regio en de instituties nu voor velen symboliseren: een vereniging van staten die predikt over internationaal recht, maar die zich meer laat leiden door een koloniale denkwijze dan door principes.
Maar de aanwezigheid van Europese landen bij deze bijeenkomst laat zien dat een ander pad mogelijk is. Tegen hen zeg ik: The Hague Group heeft de potentie om niet enkel een coalitie te markeren, maar een nieuw moreel centrum in de wereldpolitiek. Sta alstublieft aan hun zijde. Miljoenen mensen hopen op leiders die een nieuwe mondiale orde inluiden, geworteld in rechtvaardigheid, menselijkheid en collectieve bevrijding. Dit gaat niet alleen om Palestina. Dit gaat over ons allemaal.
Principiële landen moeten deze gelegenheid aangrijpen. Van een politieke kleur, loyaliteit, vlaggen van politieke partijen of ideologieën hoeft geen sprake te zijn: het gaat om basiswaarden. De basiswaarden die Israël de afgelopen eenentwintig maanden op genadeloze wijze schendt.
Ik juich het bijeenroepen van deze noodconferentie in Bogotá toe, zodat we de onverbiddelijke verwoesting van Gaza bespreken. Hier moeten we ons op richten. Van de maatregelen die in januari door de The Hague Group werden goedgekeurd, ging een symbolische kracht uit. Het was een signaal van de verschuiving in het publieke debat en de politiek die nodig is.
Voor Palestijnen, met name die in Gaza, is deze vraag existentieel. Maar het gaat hier in wezen om de menselijkheid van eenieder van ons.
Maar deze maatregelen zijn het absolute minimum. Ik smeek jullie om meer te doen en om jullie toewijding om te zetten in concrete daden, zowel wettelijk als gerechtelijk, op alle plekken waar jullie zeggenschap hebben, en om daarbij bovenal na te gaan wat we moeten doen om deze genocidale aanval te stoppen. Voor Palestijnen, met name die in Gaza, is deze vraag existentieel. Maar het gaat hier in wezen om de menselijkheid van eenieder van ons.
In deze context is het mijn verantwoordelijkheid om onbewogen en compromisloos een aanpak van de grondoorzaak aan te bevelen. De tijd van symptomen bestrijden, de comfort zone voor te veel landen, zijn we allang voorbij. Ik zal aantonen dat de stappen die The Hague Group overweegt te zetten maar klein zijn in vergelijking met wat rechtvaardig en nodig is volgens jullie verplichtingen onder het internationaal recht. Verplichtingen: geen medelijden, geen liefdadigheid.
Elk land moet per direct de banden met Israël herzien en verbreken: de militaire, strategische, politieke, diplomatieke en economische relaties – zowel import als export. Ook moeten landen ervoor zorgen dat hun private sector, verzekeraars, banken, pensioenfondsen, universiteiten, andere leveranciers en dienstverleners in de keten hetzelfde doen. De bezetting behandelen als de normale gang van zaken, staat gelijk aan het ondersteunen van of assisteren bij de onrechtmatige aanwezigheid van Israël in de bezette Palestijnse gebieden. Daarom moeten de banden dringend worden verbroken.
Laat ik duidelijk zijn: ik heb het over de banden met Israël in z’n geheel. Alleen bepaalde onderdelen in de bezette Palestijnse gebieden raken, is geen optie.
Elk land moet per direct de banden met Israël herzien en verbreken: de militaire, strategische, politieke, diplomatieke en economische relaties – zowel import als export.
Dit is in lijn met de plicht van alle landen die voortkomt uit het advies van het Internationaal Gerechtshof uit juli 2024, die de illegaliteit van de langdurige bezetting door Israël bevestigde en deze gelijkstelde aan raciale segregatie en apartheid. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft dit advies aangenomen. Deze bevindingen zijn meer dan voldoende voor actie.
Bovendien is het de staat Israël die beschuldigd wordt van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide, dus het is de staat die verantwoordelijk moet zijn voor z’n wandaden. Zoals ik in mijn laatste rapport voor de Mensenrechtenraad betoogde is de Israëlische economie ingericht om de bezetting voort te zetten en is deze nu genocidaal geworden. Het is onmogelijk om het beleid van de staat Israël en zijn economie te scheiden van zijn jarenlange bezettingsbeleid en -economie.
Die zaken zijn al decennialang onlosmakelijk verbonden. Hoe langer landen en anderen betrokken blijven, hoe meer de onwettigheid die hier de kern van is, wordt gelegitimeerd. Dit is medeplichtigheid. Nu de economie genocidaal is geworden, is er geen ‘goed’ Israël en ‘slecht’ Israël.
Laat ik duidelijk zijn: ik heb het over de banden met Israël in z’n geheel. Alleen bepaalde onderdelen in de bezette Palestijnse gebieden raken, is geen optie.
Ik vraag jullie om hierover na te denken alsof het de jaren ’90 zijn en het over apartheid in Zuid-Afrika gaat. Zou je dan hebben voorgesteld om selectieve sancties op te leggen aan Zuid-Afrika voor de handelwijze in aparte bantoestans? Of zou je het criminele systeem van de staat in z’n geheel herkend hebben? In dit geval is wat Israël doet erger. Deze vergelijking is juridisch en feitelijk correct en wordt ondersteund door internationale juridische procedures waar velen in deze zaal onderdeel van zijn.
Dit wordt er bedoeld met concrete maatregelen. Onderhandelen met Israël over hoe moet worden omgegaan met de overblijfselen van Gaza en de Westelijke Jordaanoever, in Brussel of elders, maakt het internationaal recht volslagen te schande.
En tegen de Palestijnen en de mensen uit alle hoeken van de wereld die aan hun zijde staan, vaak tegen een hoge prijs, zeg ik: wat er ook gebeurt, Palestina zal dit tumultueuze hoofdstuk geschreven hebben. Niet als een voetnoot in de kronieken van zogenaamde veroveraars maar als het nieuwste vers in een eeuwenlange saga van mensen die zijn opgestaan tegen onrechtvaardigheid, kolonialisme en vandaag meer dan ooit: neoliberale tirannie.