Het recente handelsoffensief van de VS vormt geen echte breuk met het Amerikaans beleid ten aanzien van China. Deze keer heeft Beijing echter besloten zich te verzetten. Door een ommekeer die dertig jaar geleden moeilijk voorstelbaar was, verdedigt vandaag niet het Witte Huis het multilateralisme en de vrijhandel, maar wel de Chinese Communistische Partij (CCP).

In het oog van de “Trump-storm” die sinds het aantreden van de 47ste Amerikaanse president over de wereld raast, lijken de Europese leiders op passagiers van een luxecruise die zich in de hevige deinig angstig vastklampen aan de reling. De Chinese Communistische Partij (CCP) daarentegen profileert zich als een ervaren zeevaarder, met een blik vooruit.
Om het VS-Congres te omzeilen en Amerikaanse douanebarrières op te leggen aan bijna alle landen ter wereld, beriep Donald Trump zich op 2 april 2025 op een “bedreiging van de nationale veiligheid”. De omvang van zijn maatregelen was ongekend en verraste de hele wereld. Maar niet de CCP, zo verzekert een hoofdartikel in The People’s Daily (6 april 2025). “Hoewel de internationale markten van mening zijn dat de VS-tariefagressie de verwachtingen overtrof, had het Centraal Comité van de Partij deze nieuwe reeks maatregelen al zien aankomen.” De heffing voor China (34 %) komt bovenop verschillende reeds bestaande belastingen. Daardoor komt het gemiddelde tarief op meer dan 70 % uit. Het VS-besluit “zal de Chinese economie treffen,” geeft het hoofdartikel toe, “maar de hemel zal niet op ons hoofd vallen.”
China reageert dan ook promt met een verhoging van zijn eigen douanebarrières. Het kondigt een beperking af van de export van zeldzame aardmetalen die essentieel zijn voor bepaalde industrieën, met name voor de lucht- en ruimtevaart. Beijing verbiedt ook de export naar meer dan vijftien Amerikaanse bedrijven die voor militaire doeleinden produceren. Er volgt een reeks wederzijdse maatregelen tussen Washington en Beijing die de financiële markten snel in paniek brengen. Begin april zakt de S&P 500-index in drie dagen tijd met meer dan 10 %. (De S&P 500-index volgt de koersen van de vijfhonderd grootste Amerikaanse bedrijven). “Die daling was bijna even abrupt als de koersval tijdens de financiële crisis van 2008 en als die bij het begin van de pandemie in 2020,” aldus de BBC. 1
Trumps miljardairsvrienden sporen hem aan zijn strategie te herzien omdat de rente op de Amerikaanse staatsschuld – doorgaans een veilige belegging – omhoog schiet. Ondertussen verkondigt de VS-president dat zijn strategie wel degelijk vruchten afwerpt: de meeste landen bellen hem op om, zo pocht hij, “zijn hielen te likken”2 en om te onderhandelen.

Op 9 april kondigt hij daarom een wapenstilstand van negentig dagen af, waarin de VS een douanetarief zullen toepassen van 10 % op de hele wereld… behalve op China. Door terug te slaan zou Beijing “de financiële markten hebben geminacht,” aldus de goeroe van het Witte Huis. Hij verhoogt daarom de invoerheffing op Chinese producten tot het absurd hoge niveau van 145 %.
China laat weten dat het deze escalatie betreurt, maar er niet bang voor is: “Wij zoeken geen conflicten, maar laten ons evenmin intimideren,” luidt het officiële communiqué van de Chinese regering op 5 april 2025 3. “We zijn al acht jaar verwikkeld in een handelsoorlog met de Verenigde Staten en hebben een schat aan ervaring opgedaan,” rechtvaardigt de CCP zich. China bracht het aandeel van de export in zijn economie eerder al terug van 33 % van het bruto binnenlands product (bbp) in 2005 tot ongeveer 20 % in 2022 (dixit de Wereldbank). Bovendien is Beijings afhankelijkheid van de verkoop aan de Verenigde Staten sterk afgenomen. Bij het begin van Trumps eerste ambtstermijn vertegenwoordigde de export naar de VS 19,2 % van de totale Chinese uitvoer, vandaag is dat nog 14,7 %. De export naar de ASEAN-landen (Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten) en naar de partners van Beijing is, in het kader van de Nieuwe Zijderoute, ondertussen gestegen van respectievelijk 12,8 % tot 16,4 % en van 38,7 % tot 47,8 %. “Een vermindering van de Amerikaanse invoer zal geen verwoestende gevolgen hebben voor onze economie,” concludeert The People’s Daily.
Trumps hoge amusementswaarde
Vanuit Beijing ontstaat een ander beeld van de VS-economie. Die is ondertussen afhankelijk van de Chinese export van consumptiegoederen, halffabricaten en zeldzame aardmetalen. Dit maakt elke poging tot loskoppeling gevaarlijk. “Neem bijvoorbeeld de farmaceutische industrie,” merkt geopolitiek analist Arnaud Bertrand op. “Hoe kun je de fabricage van deze producten terugbrengen naar eigen land als China de wereldwijde levering van actieve bestanddelen en talrijke essentiële grondstoffen domineert? (…) Je zou natuurlijk kunnen proberen de fabricage terug te halen, maar daarvoor heb je gespecialiseerde apparatuur nodig, en ook die wordt grotendeels in China gemaakt. Je zou kunnen besluiten om ook de fabricage van die gespecialiseerde apparatuur terug te halen, maar dan heb je kritieke materialen nodig waarvan China momenteel de wereldwijde verwerking domineer.” (X, 5 april 2025). Volgens Wang Huiyao, voorzitter van het Center for China and Globalization, een denktank die dicht bij de gevestigde macht in Beijing staat, zouden de VS zich dus “in eigen voet schieten”.4 De Wall Street Journal zegt net hetzelfde. Als gevolg van Trumps “algemene invoerheffingen,” zo stelt de krant in een hoofdartikel van 4 april, “is er al een winnaar: Xi Jinping,” de Chinese president.
Op de sociale media reageren Chinese nationalisten ironisch. Beijing zou best de strijd kunnen winnen door gewoon het spreekwoord ‘met rust de beweging beheersen’ te hanteren. Die uitdrukking is een milde variant van een andere tactiek: ‘uitgerust wachten op een vermoeide vijand)’. Die laatste sluit ongetwijfeld beter aan bij de huidige stemming. Beijing geeft weliswaar blijk van zijn vastberadenheid om “tot het einde toe te vechten,” 5 maar volgens een in China wijdverbreide analyse is de huidige geopolitieke crisis in de eerste plaats een crisis van en in de VS. Een crisis waardoor Washington “zichzelf in chaos stort” (China Daily, 19 maart 2025).
“De Verenigde Staten worden geteisterd door een stille burgeroorlog,” aldus een document dat in 2023 door het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken werd gepubliceerd6. “De Republikeinen en de Democraten leiden twee diametraal tegenover elkaar staande gemeenschappen die in werkelijkheid functioneren als confederaties onder één regering.” Deze analyse sluit aan bij die van Wang Hunings boek Amerika tegen America (1991), werd toen gepubliceerd door een nog onbekende onderzoeker. Inmiddels is Wang een van de zeven leden van het Permanent Comité van het Politbureau, het hoogste besluitvormingsorgaan van de CCP. Het boek (dat niet naar het Nederlands werd vertaald) levert scherpe kritiek op de liberale democratie in de VS. Volgens de auteur wordt Amerika ondermijnd door individualisme, sociale ongelijkheid en racisme… Het boek is een basiswerk voor de zogenaamde ‘neo-autoritaire’ stroming waarvan Wang de belangrijkste intellectuele vertegenwoordiger is. Zij beschouwen de verkiezing van Trump als een symptoom van de VS-malaise en als een teken van de superioriteit van gecentraliseerde regimes ten opzichte van liberale democratieën.
Dit verklaart ongetwijfeld de titel van een artikel dat op 7 november jongstleden verscheen op de website China Academy, een site die dicht bij deze politieke lijn staat: “Hoe Chinese academici zich comfortabel installeren om met popcorn naar de Amerikaanse verkiezingen te kijken.” De leden van de CCP worden aangemoedigd om de boeken van Zhang Weiwei – een mediafiguur – te lezen. De auteur legt erin uit dat Chinese intellectuelen de terugkeer van Trump vandaag “met sereniteit, zelfs met een zekere amusementswaarde bekijken.” Die ‘amusementswaarde’ wordt gedeeld op Chinese sociale media, waar volgende spottende vraag de ronde doet: “Zou de VS momenteel haar eigen Culturele Revolutie doormaken?”
De ‘Trump-storm’ zou dus deel uitmaken van een bredere context van een Amerikaanse crisis. Die crisis wordt nog verergerd door de ommekeer van de globaliseringspolitiek die het land sinds 1945 almaar minder voordeel oplevert. De huidige VS-president formuleert dit vandaag in bijzonder krachtige bewoordingen, maar zijn analyse is niet geheel nieuw. Zijn isolationistische en protectionistische koers luidt niet zozeer een nieuwe fase in van de VS-politiek. Ze is gewoon een versnelling van een ontwikkeling die al lang aan de gang is; een ontwikkeling waarop China zich heeft voorbereid. Het presidentschap van Trump zou dus, op het vlak van multilateralisme, Beijings belangen kunnen dienen. Toch dreigt Washingtons economische offensief bepaalde zwakke punten van het Chinese model bloot te leggen.
In het jargon van de internationale betrekkingen worden ‘revisionistische’ staten, die de internationale orde willen veranderen, tegenover de machten van de status-quo geplaatst. China neemt beide posities tegelijkertijd in en doet dat op coherente wijze in. Beijing pleit namelijk voor een hervorming van het multilateralisme dat sinds de ineenstorting van het Sovjetblok opgang maakt. Beijing wil een terugkeer naar de status quo ante.
Al in 1992 onthulde een artikel in de New York Times een geheim document van het VS-ministerie van Defensie waarin het Pentagon schreef dat “de politieke en militaire missie van Amerika in de periode na de Koude Oorlog erin bestaat ervoor te zorgen dat er geen rivaliserende supermacht kan ontstaan”. Het document beveelt Washington aan zich te voorzien van “voldoende militaire macht om elke natie of groep van naties ervan te weerhouden de Amerikaanse suprematie aan te vechten“. Die stellingname werd destijds door de journalist van de New Yorkse krant omschreven als “de duidelijkste afwijzing tot nu toe van het collectieve internationalisme, de strategie die na de Tweede Wereldoorlog ontstond toen de vijf overwinnende mogendheden de Verenigde Naties oprichtten om geschillen te beslechten en geweldsuitbarstingen te beteugelen.”7
Enkele jaren later pleitte Gilford John Ikenberry, lid van de Council on Foreign Relations, op zijn beurt ervoor dat Washington zou profiteren van het ‘unipolaire moment’ dat de wereld toen doormaakte om de in 1945 ontstane architectuur te vervangen door “een internationale orde, gebaseerd op regels, die de wereldheerschappij van de Verenigde Staten en het Westen (…) zelfs in het geval van een eventuele neergang van de Amerikaanse macht” zoals we lezen bij John Bellamy Foster.8 “Een op regels gebaseerde orde”: die uitdrukking zal van dan af aan blijven terugkomen in westerse diplomatieke toespraken.9
De regering-Trump zet echter een stap verder in het ontrafelen van het naoorlogse multilateralisme wanneer zij de VS terugtrekt uit verschillende agentschappen van de Verenigde Naties (VN). Met de komst van Xi aan het hoofd van de CCP in 2012, heeft China echter definitief afscheid genomen van de doctrine van Deng Xiaoping (aan de macht van 1978 tot 1989). Dengs doctrine luidde: “Op het internationale politieke toneel willen we niet opvallen.” Tijdens een ontmoeting met minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken (maart 2021) was Yang Jiechi, directeur van de Chinese Commissie voor Buitenlandse Zaken, minder terughoudend dan zijn voorgangers. Yang Jiechi stelde dat China“het systeem [verdedigt] dat is gebaseerd op de Verenigde Naties en op de internationale rechtsorde (…), en niet op wat door een klein aantal landen wordt gepropageerd als zogenaamde regels voor de internationale orde”10.
“Wat veranderd is”, legt onderzoekster Nadège Rolland uit, “is het vertrouwen van de leiders dat de omstandigheden nu gunstig zijn voor China om niet alleen een criticus en dissident te zijn binnen het bestaande internationale bestel, maar ook om Beijings eigen visie proactiever te verdedigen.”11 “China is [immers] al bijna tien jaar de grootste economie ter wereld in termen van koopkrachtpariteit, stelde Zhang Weiwei tijdens een rondetafelgesprek in de marge van het China International Finance Forum (CIFF).
De invloedrijke Hongkongse bankier Charles Li noemt dergelijke uitspraken echter een strategische fout. “Ik ben het er niet mee eens om steeds weer terug te komen op het feit dat China al nummer één zou zijn in termen van koopkracht. (…) Wij Chinezen zijn liever nummer twee of nummer drie.” Daarop antwoordt Zhang dan weer dat “in de geopolitiek het onderschatten van je eigen kracht tot ernstige problemen kan leiden. (…) De Verenigde Staten hebben Rusland lange tijd behandeld alsof Poetins economie maar zo groot was als die van Spanje. Daardoor moest Washshington uiteindelijk aangedringen op uitbreiding van de NAVO [Noord-Atlantisch Verdrag], met alle oorlogsrisico’s vandien. Ondertussen spreekt Poetin alleen nog maar over zijn economie in termen van koopkrachtpariteit.” Op basis van zijn cijfers cijfers is “Rusland [ondertussen] de grootste economie van Europa, vóór Duitsland.”12
Het is dus gedaan met het aanhouden van een laag profiel. Tussen 2021 en 2023 – op het moment dat de nationale veiligheidsadviseur van Joseph Biden, Jake Sullivan, de G7 voorstelde als de “stuurgroep van de vrije wereld,”13 lanceerde Xi drie initiatieven ter bevordering van het multilateralisme: het Initiatief voor Wereldwijde Ontwikkeling; het Initiatief voor Wereldwijde Veiligheid en het Initiatief voor Wereldwijde Beschaving (GDI, GSI en GCI, volgens de Engelse afkortingen). Deze drie initiatieven vormen voortaan de structuur van het Chinese buitenlandse beleid.
Ze werden geformuleerd in een taal vol bijvoeglijke naamwoorden die volgens Rolland soms rechtstreeks uit een synoniemenwoordenboek voor het woord “aardig” lijken te komen en schetsen het perspectief van een “andere” internationale orde. Niet onder Chinese hegemonie, zo betoogt Beijing, maar bevrijd van de VS-hegemonie. Tot de voorstellen behoren onder meer: de terugkeer naar de Westfaalse orde (1648) waarop de VN is gegrondvest (absolute soevereiniteit van staten, territoriale integriteit, niet-inmenging in de interne aangelegenheden van andere landen); het rekening houden met ieders veiligheidsbehoeften; het niet opleggen van unilaterale sancties; het ontwikkelen en herstellen als prioriteit van het multilateralisme; het recht verdedigen van volkeren om hun eigen sociale organisatievorm te kiezen en het principe afwijzen van een intrinsieke superioriteit van westerse voorkeuren op dit gebied; het zien van ontwikkeling als een mensenrecht; een betere vertegenwoordiging van de landen van het ‘globale Zuiden in internationale organisaties… Volgens Beijing passen twee van haar recente diplomatieke successen rechtstreeks in het kader van deze initiatieven: de ondertekening van een akkoord op 10 maart 2023 met Iran en Saoedi-Arabië om hun diplomatieke betrekkingen te normaliseren en de ondertekening van een andere overeenkomst tussen Palestijnse facties met het oog op de vorming van een regering van nationale eenheid in Gaza in juli 202414.
Hoewel de drie initiatieven de steun hebben gekregen van VN-secretaris-generaal António Guterres en van meer dan 120 landen en internationale en regionale organisaties, benadrukt de Atlantic Council dat ze voorlopig “vooral bestaan als ideeën”. “Om een betekenisvolle rol te kunnen spelen in de hervorming van de wereldorde,” vervolgt de Amerikaanse denktank, moet China “overtuigen dat de door het land voorgestelde beginselen niet louter een alternatief zijn voor de door de VS geleide, op regels gebaseerde orde, maar dat het gaat om superieure beginselen die beter in staat zijn conflicten op te lossen, uitdagingen aan te gaan en welvaart te bevorderen.”15 Door elk begrip van orde en regels aan diggelen te slaan, heeft Trump allicht bijgedragen aan het bevorderen van Chinese plannen.
In eerste instantie zal alles afhangen van de andere, open strijd tussen Beijing en Washington: die op economisch vlak. Want in de komende weken zal het behoud van het multilateralisme misschien minder zwaar gaan wegen in de hoofden van de wereldleiders dan hun handelsbelangen.
De Amerikaanse bedenkingen ten aanzien van de vrijhandel zijn niet nieuw. De geschiedenis leert ons immers, aldus de China Daily (19 maart 2025), dat “de Verenigde Staten de vrijhandel verdedigen wanneer dat in hun belang is, maar hem inruilen voor protectionisme zodra de krachten van de markt hun suprematie in gevaar brengen.”. Tot de verkiezing van Trump werden afwijkingen van het beginsel van het vrije verkeer van goederen en kapitaal echter nog vrij discreet beslist.
De protectionistische koers die Trump op mercantiele gronden inzette tijdens zijn eerste ambtstermijn in 2017, is onder zijn opvolger Biden niet omgebogen, wel integendeel. Op 27 april 2023 hield diens nationale veiligheidsadviseur Sullivan een toespraak voor het Brookings Institution. Daarin leverde hij scherpe kritiek op de gevolgen van het neoliberalisme voor de Verenigde Staten: “ontmanteling van de industriële basis van het land, verdwijning van de logica van overheidsinvesteringen die het Amerikaanse project in de naoorlogse periode had geleid, uitsluiting van werknemers van de vruchten van de groei”. Vervolgens kondigt hij het einde aan van de “Washington consensus”, een koerswijziging die protectionistische maatregelen rechtvaardigt om China de toegang tot bepaalde gevoelige technologieën te ontzeggen.
De laatste vrijhandelsovereenkomst die de Verenigde Staten hebben ondertekend, dateert van 2023. Ze werd onderhandeld met Japan en heeft alleen betrekking op kritieke mineralen. In datzelfde jaar sloot China soortgelijke overeenkomsten met Servië, Ecuador en Nicaragua. Twee nieuwe reeksen onderhandelingen zijn aan de gang (met Honduras, Israël, Moldavië, Noorwegen en Sri Lanka) of in een voorbereidende fase (met Bangladesh, Canada, Colombia en Mongolië). Wanneer Trump dus heffingen aankondigt voor (bijna) de hele wereld, probeert China zich te scharen achter zijn imago van échte garant van een economische orde die ooit, lange tijd, door Washington werd gepromoot.
Enkele dagen voor 2 april verzamelt de Chinese president meer dan veertig internationale bedrijfsleiders in het paleis van de Volksvergadering. Hij charmeert de Financial Times met “een van zijn meest gepassioneerde verdedigingen van de internationale handel” en met het “systeem van geglobaliseerde toeleveringsketens” (29 maart 2025). “China is al de grootste handelspartner van meer dan 140 landen. Als Donald Trump en de Verenigde Staten besluiten zich terug te trekken uit de globalisering, zullen wij ervoor zorgen dat deze wordt voortgezet”, verklaarde Zhang Weiwei. En op 7 april is het de Chinese ambassade in de Verenigde Staten, en niet het Witte Huis, die op X een video publiceert van de voormalige Amerikaanse president Ronald Reagan, waarin die waarschuwt voor de dreiging van het protectionisme…
Maar de “verdediging van de internationale handel” zal ongetwijfeld weinig gewicht in de schaal leggen bij de partners van China wanneer zij zullen onderhandelen over een versoepeling van de Amerikaanse douanebarrières. Trumps strategie is noch vrijhandelsgezind, noch echt protectionistisch, maar vooral ‘transactioneel’. Het is niet ondenkbaar dat hij zal proberen de handelsbarrières voor landen die zich aansluiten bij zijn anti-Chinese campagne volledig weg te werken. Wanneer de CCP een daling bekendmaakt van haar export naar de Verenigde Staten, vermeldt zij niet dat een deel van haar productie voor de VS-markt ondertussen wordt aangleverd via bedrijven in Zuidoost-Azië en dat dat gebeurde om de opgelegde belemmeringen (tijdens de eerste ambtstermijn van Trump) te omzeilen. Vandaar de snelle groei in de afgelopen jaren van de Vietnamese en Indonesische export. Deze pirouette is Washington niet ontgaan: “We verwachten van landen als Cambodja, Mexico en Vietnam dat ze China niet langer toestaan om de Amerikaanse douanebarrières te omzeilen door Beijing toe te staan zijn productie via hun land te exporteren”, waarschuwt Peter Navarro, Trumps adviseur voor handel en industrie, in de Financial Times (8 april 2025). Wie zich hieraan houdt, kan hopen dat volgzaamheid zal worden beloond.
Dat neemt niet weg dat China in de huidige machtsstrijd zeker niet machteloos is. Het heeft – ondanks de belemmeringen vanuit Washington – zijn achterstand op het gebied van geavanceerde technologieën vrijwel ingehaald. China kan bovendien ook al putten uit een aanzienlijk arsenaal aan vergeldingsmaatregelen. Ren Yi, een intellectueel die bekend staat om zijn banden met de machthebbers, heeft er een reeksje van uitengezet op zijn blog van 8 april 2025: opschorting van de samenwerking met de Verenigde Staten inzake fentanyl (een synthetische drug die steden in de VS teistert en waarvan bepaalde bestanddelen in China worden geproduceerd); verdere beperking van de uitvoer naar de Verenigde Staten van landbouwproducten zoals soja en sorgho; beperking van de invoer van Amerikaanse pluimveeproducten; tegenmaatregelen op het gebied van diensten waar Washington een handelsoverschot van heeft ten opzichte van Beijing; …
Omdat de Amerikaanse president, onder druk van de economische elites van zijn land, al uitzonderingen op zijn tarieven begint op te stapelen, is Daniel Russel, vicevoorzitter van het Asia Society Policy Institute voor veiligheid en diplomatie, van mening dat Xi geduldig “kan gokken dat Trumps tariefchaos onder druk van de financiële markten zal instorten.”16 In een dergelijke situatie zou de leider van de grootste communistische partij ter wereld kunnen rekenen op de steun van speculanten uit de financiële wereld.
In werkelijkheid houdt China voet bij stuk met het oog op onderhandelingen. In Beijing ziet men namelijk niet graag dat de economie minder groeit dan verwacht. De jeugdwerkloosheid (exclusief studenten) bedroeg in 2024 meer dan 15 % en alles wijst erop dat de conflicten op de werkvloer, hoewel moeilijk in te schatten, toenemen. De CCP ziet de dynamiek van de economie als het enige middel om mogelijke sociale en politieke onrust in China in toom te houden. Het land werd in de loop van zijn geschiedenis immers al meerdere malen door interne verdeeldheid geteisterd. “De belangrijkste kwestie voor China is de behoefte aan stabiliteit,”17 verklaarde Deng op 26 februari 1989 aan de Amerikaanse president George H. W. Bush. Enkele maanden later, na Tiananmen, werd de “belangrijkste kwestie” een absolute prioriteit: “Stabiliteit gaat boven alles”, kopte The People’s Daily op 4 juni 1990, de eerste verjaardag van de ‘gebeurtenissen’. De situatie is sindsdien niet veranderd: Xi trad aan in de nasleep van de ‘Arabische lente’. Die Arabische rebellie baarde hem klaarblijkelijk zorgen. Als de Chinese kapitein op een lange reis de storm wantrouwt, is dat omdat die tot muiterij zou kunnen leiden.
China moet dus groeien. Ondanks recente initiatieven om de binnenlandse consumptie te stimuleren, geven de Chinezen sinds 2021 minder uit. Dat begon toen een ineenstorting van de vastgoedmarkt een deel van hun spaargeld deed wegsmelten. Het antwoord van de regering? Aankondigen dat ze haar inspanningen om de consumptie te stimuleren zal opvoeren, maar vooral dat ze de productiecapaciteit voor de export extra zal stimuleren. Dat moet met name via automatisering. Automatisering wordt als een middel gezien om het concurrentievermogen te behouden. Dit brengt (minstens) twee problemen met zich mee. Het ene is intern, het andere geopolitiek.
“Wanneer te veel ongeschoolde werknemers uit gemoderniseerde industrieën worden verdrongen, hebben hun lonen de neiging te stagneren of te dalen. Dat doet de vraag afnemen en belemmert de groei,” aldus onderzoekers in de Financial Times (25 maart 2025). Zij concluderen: “Landen met een sociaal gepolariseerde beroepsbevolking hebben ook te kampen met politieke instabiliteit.” Het streven naar stabiliteit van de CCP zou dus kunnen leiden tot een groeirace die uiteindelijk de stabiliteit in gevaar brengt. Tenzij er een nieuwe groeispurt komt.
Vandaar de tweede moeilijkheid. Het aandeel van China in de wereldwijde industriële productie is gestegen van 6 % in 2000 tot meer dan 32 % vandaag.18 Het land is goed voor 18 % van het mondiale bbp, maar slechts voor 15 % van de consumptie. “Dat betekent dat het de vraag van andere landen nodig heeft om zijn enorme productieoverschot op te vangen,” aldus de Financial Times (9 april 2025). Dat soort problemen werd al gesignaleerd door de Britse econoom John Maynard Keynes [zie ook mijn artikel “Clairvoyance”, Le Monde Diplomatique, mei 2025]. In 2024 bereikte het Chinese handelsoverschot een ongekend niveau van 1.000 miljard dollar. De Chinese exportdrift wordt echter al grotendeels verantwoordelijk gehouden voor de deïndustrialisering van bepaalde landen in Zuidoost-Azië. Dit fenomeen wordt nog verergerd door de VS-invoerheffingen die Chinese bedrijven ertoe aanzetten een deel van hun export om te leiden naar de regio. Europa verwacht ondertussen overspoeld te worden door een stroom van producten die het Rijk van het Midden niet meer kan afzetten in de VS.
Als Beijing de kans niet aangrijpt die Trump het biedt om dit onevenwicht te corrigeren, zou de verslechtering ervan kunnen leiden tot een sterker protectionistische discours bij zijn partners. Sommigen zouden zich minder grillig en progressiever kunnen opstellen dan Trump. Op die manier zouden pogingen van de Chinese kapitein om muiterijen te voorkomen nieuwe stormen kunnen ontketenen.
Vertaling: Jan Reyniers
Footnotes
- Emma Haslett en Natalie Sherman, “Wild market swings as tariffs rattle US economy”, 8 april 2025.
- Julia Manchester, “Trump says tariffs will help House Republican ahead of midterms”, 8 april 2025.
- “Chinese government’s position on opposing US abuse of tariffs”, Chinees ministerie van Buitenlandse Zaken, 5 april 2025.
- Elaine Kurtenbach, “China punches back as world weighs how to deal with higher US tariffs”, Associated Press, 4 april 2025.
- Kenji Kawase, “China’s Wang Yi lauds Russia, pans ‘two-faced’ US policy at NPC”, Nikkei Asia, Tokio, 7 maart 2025.
- “The state of democracy in the United States: 2022”, Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, 20 maart 2023.
- Patrick Tyler, “US strategy plan calls for insuring no rivals develop”, The New York Times, 7 maart 1992.
- John Bellamy Foster, “The new cold war on China”, Monthly Review, vol. 73, nr. 3, New York, juli-augustus 2021.
- Zie Anne-Cécile Robert, “De l’« ordre fondé sur des règles »”.
- “How it happened: Transcript of the US-China opening remarks in Alaska”, Nikkei Asia, 19 maart 2021.
- Nadège Rolland, “China’s vision for a new world order”, NBR Special Report, nr. 83, The National Bureau of Asian Research, Washington, DC, 7 januari 2020.
- “China’s strategy to Trump 2.0”, 26 januari 2025.
- “Remarks by national security advisor Jake Sullivan at the special competitive studies project global emerging technologies summit,” persbericht van het Witte Huis, 16 september 2022.
- Zie Kishore Mahbubani, “Incompétence de Bruxelles, réussites de Pékin”, Le Monde diplomatique, januari 2025.
- Jonathan Fulton, Tuvia Gering en Michael Schuman, “How Beijing’s newest global initiatives seek to remake the world order”, Atlantic Council, Washington, DC, 21 juni 2023.
- “Asia Society Policy Institute experts comment on the escalating trade war between the US and China”, e-mail verzonden naar de mailinglijst van ASPI op 11 april 2025.
- Qian Gang, “Quand “maintenir la stabilité” est-il devenu un terme courant ?” (in het Chinees), 19 september 2012.
- Keith Bradsher, “China fuels export drive with extra $1.9 trillion”, The New York Times, 9 april 2025.