Overal ter wereld investeren regeringen honderden miljarden in de ontwikkeling van ‘soevereine, kunstmatige intelligentie (AI)’. Die omschrijving is een oxymoron (tegenstrijdigheid), omdat de technologie sterk afhankelijk is van Amerikaanse industrieën. Onder invloed van internationale spanningen is soevereiniteit een handelsproduct geworden dat concurreert met goud, cryptovaluta en luxeauto’s.

In februari jongstleden kondigde de Franse president Emmanuel Macron een nieuwe fase aan in de ‘nationale strategie voor kunstmatige intelligentie’. Het gaat om een plan van 109 miljard euro aan particuliere investeringen, waarbij staatsfondsen uit de Emiraten, Canadese pensioenfondsen, Amerikaans durfkapitaal en grote nationale bedrijven – Iliad, Orange, Thales – worden gecombineerd. Maar deze bedrijven werken allemaal met grafische processors (GPU’s) van Nvidia, de Amerikaanse gigant met de grootste beurswaarde ter wereld. Nvidia ontwerpt de meest gebruikte halfgeleiders in de AI-sector en heeft het monopolie op het software-ecosysteem dat deze halfgeleiders kan laten draaien. Het Verenigd Koninkrijk deed er in september nog een schepje bovenop met zijn Technology Prosperity Deal van 150 miljard pond (172 miljard euro). Duitsland volgde snel. Hetzelfde scenario herhaalde zich van het Midden-Oosten tot Zuidoost-Azië: fraaie beloften om de afhankelijkheid van Amerikaanse technologieën te doorbreken door Amerikaanse chips te kopen tegen voorwaarden die door de Amerikanen worden bepaald. Op die manier is ‘soevereiniteit’ niet veel meer dan het voorrecht om in de Verenigde Staten cheques uit te schrijven in je eigen valuta.
De voorzitter van Nvidia doet er alles aan om deze collectieve waanzin in stand te houden. Met zijn eeuwige leren jasje, dat hem het uiterlijk geeft van een motivatiecoach voor Harley-Davidsondealers, debiteert Jensen Huang voor het ene na het andere staatshoofd dezelfde preek. “Wees de eigenaar van de productiemiddelen van uw intelligentie.” Ministers van Financiën knikken hem onderdanig toe met de glazige blik van leners die de kleine lettertjes in het contract over het hoofd hebben gezien. De weg naar verlossing is immers impliciet: koop onze chips en ontsnap aan de tirannie van OpenAI en zijn vlaggenschipproduct, ChatGPT.

Wat de profeet vanaf zijn spreekgestoelte nalaat te vermelden, is dat Nvidia van plan is om 100 miljard dollar (86 miljard euro) te investeren in het technologisch monster dat zijn soevereiniteitsleer zogenaamd wil uitschakelen. De kapitaaldans wordt incestueus: voor elke 10 miljard die Nvidia in OpenAI stopt, verdient het 35 miljard terug via chipverkopen – een gesloten kringloop die zo gesmeerd loopt dat hij zijn eigen eeuwige beweging creëert.1 Sterker nog: de chips van Nvidia worden niet eens verkocht, maar verhuurd.2
Financiële crisis, fase 2
Tegelijkertijd investeert OpenAI in de belangrijkste concurrent van Nvidia, AMD. Het bedrijf smeedt infrastructuurovereenkomsten die op termijn een elektrisch vermogen van twintig kernreactoren moeten opleveren. En het doet dat voor het bescheiden bedrag van één biljoen dollar. De circulaire aard van deze regelingen zou zelfs de beste ontwerper van een Ponzi-piramide jaloers maken – een systeem waarbij oude beleggers worden uitbetaald met het geld van nieuwe. Met meer dan 1,2 biljoen dollar aan schulden overschrijdt de AI-sector nu al die van de banksector. Herinner je je de crisis van 2008? We zijn hier in een tweede fase van beland, met silicium in de rol van subprime-leningen.
Zelfs de adepten van de markt slagen er niet in om de cirkel rond te krijgen. Volgens de prognoses van Morgan Stanley zullen de uitgaven voor datacenters tegen 2028 zo’n slordige 2900 miljard dollar bedragen. De techgiganten zitten weliswaar op liquiditeitsreserves die de meeste nationale begrotingen overtreffen, maar ze beschikken slechts over 1400 miljard. De resterende 1500 miljard zullen ze moeten lenen.3 De vraag is: bij wie? Allicht bij Blackstone, Apollo of Pimco, investeringsfondsen die zich gespecialiseerd hebben in relatief nieuwe en zeer lucratieve financiële constructies zoals ‘private credit’ (private leningen). De soevereiniteit, die al op het spel staat via Nvidia-chips, staat dus ook nog eens op het spel bij de kredietlijnen van Wall Street.
Vandaag wordt, na bananen en olie, computerkracht verhandeld
Hoe zit het met Washington? Vanuit het oogpunt van de Amerikaanse hegemonie is ‘soevereine AI’ geen nieuwe zwendel. Voor de VS is het gewoon de laatste akte van een toneelstuk dat al meer dan een eeuw wordt geschreven. De diplomatie van de dollar werd vervangen door die van de olie. Die werd op haar beurt weer verdrongen door de diplomatie van de processor. Hoewel elke fase nog barokker is dan de vorige, zijn er twee constanten: de Amerikaanse staat en het Amerikaanse kapitaal blijven ongestoord verder dansen in hun eindeloze wals.
Aan het begin van de 20e eeuw schreef Washington het eerste bedrijf. De VS-regering garandeerde de Latijns-Amerikaanse landen politieke stabiliteit via economische welvaart en de sanering van hun financiën. In het begin van de jaren 1900 gebruikte Theodore Roosevelt dit voorwendsel om de Dominicaanse douane onder toezicht te plaatsen. In 1912 was het de beurt aan Nicaragua om hetzelfde lot te ondergaan via een lening van de Brown Brothers-bank. Het grootste deel van de douane-inkomsten ging naar Manhattan. Toen de ontevreden Nicaraguanen zich behandeld voelden als niets méér dan een dochteronderneming, stuurde Washington er haar mariniers op af. Het land werd 21 jaar lang bezet (1912-1933). Op het hoogtepunt van de tussenkomst ging het om bijna vierduizend soldaten. In een hoofdartikel uit 1922 hekelde het weekblad The Nation al de “republiek van de Brown Brothers”. Dat bleek een profetische uitspraak, als je ziet wat er daarna gebeurde.
Het tweede bedrijf speelde zich voor het eerst af in 1974. Dat was drie jaar nadat Richard Nixon de goudstandaard had opgegeven, wat tot een devaluatie van de dollar leidde. Onder het mom van ‘diplomatie’ deed Henry Kissinger de Saoedi’s een voorstel: factureer uw olie tegen de prijs die u zelf bepaalt, maar doe het uitsluitend in dollars. En koop met uw winsten Amerikaanse staatsobligaties. Dit geheime pact omvatte ook impliciete veiligheidsgaranties: elke schending zou als een oorlogsdaad worden beschouwd. Tussen 1974 en 1981 werd een aanzienlijk deel van de 450 miljard dollar aan overschotten die de Organisatie van Olie-exporterende Landen (OPEC) had opgebouwd opnieuw geïnvesteerd in de Amerikaanse economie. Petrodollar na petrodollar herstelden de Verenigde Staten hun monetaire dominantie. Deze keer hoefden ze er zelfs geen mariniers voor in te zetten.
Eerst wordt er een crisis gecreëerd rond soevereiniteit. Vervolgens wordt de remedie verkocht met winstmarges die een farmaceutisch bedrijf het nakijken geven
Het derde bedrijf wordt vandaag volop geschreven, al overtreft de omvang van de operaties alles wat we tot nu toe hebben meegemaakt. Na bananen en vaten olie wordt nu computerkracht verhandeld, dat wil zeggen de ruwe verwerkingscapaciteit waarmee machines in minder tijd kunnen rekenen dan een centrale bank nodig heeft om de geldpers aan te zetten. De republiek van Brown Brothers heeft plaatsgemaakt voor de republiek van Nvidia.
De wisselvalligheden van het anarchokapitalisme
Een deel van de geldstromen verloopt via cryptovaluta. Of een stablecoin nu in Dubai of São Paulo wordt uitgegeven, hij moet worden gedekt door Amerikaanse schatkistcertificaten. Met een bewonderenswaardige brutaliteit verkondigt de Italiaan Paolo Ardoino, CEO van Tether, dat zijn digitale tokens “het meest effectieve instrument voor de hegemonie van de dollar” zijn (X, 25 februari 2025). Het is waar dat zijn bedrijf 120 miljard dollar aan Amerikaanse schuldpapieren bezit. De Genius Act, die Donald Trump in juli vorig jaar ondertekende en die een wettelijk kader instelt voor deze digitale valuta’s, biedt de Amerikaanse president de antisysteemgarantie van crypto’s. Hij kan er het systeem mee consolideren dat hij beweert te bestrijden. Wie had ooit durven voorspellen dat het anarchokapitalisme uiteindelijk het federale tekort zou garanderen?
Het bijverschijnsel van cryptovaluta leidt de aandacht af van de roof die zich voor onze ogen voltrekt. Want het zijn de AI-modellen die het grootste deel van de wereldwijde rekencapaciteit opslokken. En de chips van Nvidia zijn voor hen even essentieel als Saoedische ruwe olie voor raffinaderijen en de Nicaraguaanse douanerechten voor Brown Brothers. Praten over ‘soevereine AI’ heeft evenveel zin als het einde van de Duitse afhankelijkheid van olie af te kondigen van zodra Exxon al zijn Esso-tankstations langs de Autobahn heeft omgedoopt tot ‘Vrijheidspompen’.
De strategie van Washington zou puur cynisme zijn als ze niet zulke verbluffende resultaten opleverde. Eerst creëer je een crisis rond soevereiniteit: pas op voor Chinese chips; Amerikaanse clouds zijn de enige valabele optie; oei, uw datacenters zijn kwetsbaar. Vervolgens verkoop je de remedie met een winst die een farmaceutisch laboratorium zou doen blozen. In Europa zal de IT-infrastructuur die de ‘soevereine AI’ moet voeden, uit de grond komen dankzij investeringen van BlackRock en het Emirati-fonds MGX – een uitloper van het petrodollarsysteem. Het gaat daarbij om hetzelfde kapitaal uit de Golf, om dezelfde bemiddelingsspelletjes, alleen de handelswaar verschilt. Met techno-dollars gaat het recyclen een versnelling hoger en worden de marges gemeten in honderden in plaats van honderdsten van procentpunten.
Exportbeperkingen hebben de kanonneerboten vervangen; Washington richt zich niet langer op havens, maar houdt de vinger op de schakelaar van de serverparken. Om de financiële architectuur te beschermen, moet je je tanden laten zien.
Het Chinese institutionele systeem maakt het mogelijk om het nationale belang boven particuliere belangen te stellen
Het Nederlandse bedrijf ASML is de enige fabrikant ter wereld van extreme ultraviolet (EUV) lithografiemachines. Die machines graveren de meest geavanceerde microprocessoren. Begin 2024 werd ASML door de VS gesommeerd om zijn Chinese klanten niet langer te bevoorraden, op straffe van het verlies van toegang tot Amerikaanse software. ASML zou zijn scanners zien veranderen in presse-papiers van 200 miljoen dollar. Het bedrijf kwam er aanvankelijk goed vanaf: ASML-klanten haastten zich om hun laatste bestellingen te plaatsen, waardoor de omzet met China steeg van 29% in 2023 naar 36% in 2024. Maar de terugslag liet niet lang op zich wachten: voor 2025 verwacht ASML een Chinese omzet van 20%. Geklemd tussen de Amerikaanse richtlijnen en de beperkingen van Peking op de export van zeldzame aardmetalen, verwacht de fabrikant ondertussen vertragingen van “enkele weken” (Bloomberg, 10 oktober 2025).
Een siliconenriem
Op eigen initiatief – of misschien aangemoedigd door Washington – heeft de Nederlandse regering besloten een stap verder te gaan. Op 12 oktober, drie dagen na de aankondiging van de beperkingen op zeldzame aardmetalen, nam zij Nexperia over. Nexperia is een Chinese chipfabrikant die sinds 2019 in Nederland is gevestigd. Het voorwendsel? “Ernstige tekortkomingen in het bestuur” die het gebruik van noodbevoegdheden rechtvaardigen. Een rechtbank heeft de inbeslagname van de activa van Nexperia bevolen, evenals de vervanging van de CEO, Zhang Xuezheng, door een ‘niet-Chinese’ directeur met een beslissend stemrecht. Het beheer van het bedrijf werd toevertrouwd aan een onafhankelijke bestuurder. Een geniale zet, want Nexperia heeft al gewaarschuwd dat het de levering van microprocessoren niet langer kan garanderen en dat er een tekort dreigt voor de Duitse auto-industrie…
De anti-Chinese sentimenten vielen bij het (her)aantreden van Trump niet uit de lucht. Al in 2024 legde Gina Raimondo, minister van Handel onder Joseph Biden, het zonder omwegen uit aan de autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). VAE-technologiereus G42 moest “kiezen tussen de Verenigde Staten en China.” Niet ‘diversifiëren’. Niet ‘indekken tegen risico’s’. Neen: kiezen. De servers van G42 werden ontdaan van hun Huawei-componenten ter waarde van 1,7 tot 2 miljard dollar.4 Daarna bood Microsoft G42 een investering aan van 1,5 miljard dollar. Je zou het een soort compensatie kunnen noemen voor het afvallige gedrag. Hoe dan ook, krachtens de Cloud Act blijft de ‘soevereine’ cloud van G42 biologisch Amerikaans: de gegevens bevinden zich in Abu Dhabi, de bevoegde rechtbanken in Virginia.
De Cloud Act maakt het begrip soevereiniteit trouwens belachelijk. Tijdens zijn hoorzitting voor de Franse Senaat in juni 2025 werd de directeur Beleid, Overheidscontacten en Juridische Zaken van Microsoft Frankrijk gevraagd of hij kon garanderen dat de gegevens van Franse burgers nooit zonder toestemming van Parijs aan de Amerikaanse regering zouden worden doorgegeven. Zijn antwoord verdient een medaille voor grandioze openhartigheid: “Dat kan ik niet garanderen.”
En Washington heeft nog andere instrumenten in petto. De Foreign Direct Product Rule (FDPR) breidt de soevereiniteit van de Verenigde Staten uit tot atomair niveau. Het volstaat dat een chip, een printplaat of een schroef ooit in contact is geweest met een Amerikaanse coderegel of een Amerikaans onderzoeksproject om de extraterritorialiteit van het recht te laten gelden. Kijkt men er iets beter naar, dan blijkt het nog zorgwekkender: de Chip Security Act, een wetsvoorstel ingediend in mei 2025, verplicht dat op Nvidia H100- en B200-chips systemen voor geolocatie worden geïnstalleerd — als ware achterdeurtjes in silicium, oftewel een soort GPS voor de grafische chips die computers en servers aandrijven. De bewakingsarchitectuur waarvan het Westen Huawei beschuldigde, zou dus een federaal beleid worden, maar alleen voor Amerikaanse chips.
In deze omstandigheden kan men zich afvragen wat Macron eigenlijk viert als hij de contracten van Mistral AI met Nvidia toejuicht en op 11 juni jongstleden aan de zijde van Jensen Huang (Nvidia) spreekt over “de strijd voor soevereiniteit”. Een Franse president die zich heeft omgeschoold tot handelsvertegenwoordiger, niet uit dwang, maar uit strategisch enthousiasme: dat is het ultieme stadium van dwang. Wie draagt bij aan het functioneren van dit imperium? Niet langer soldaten – dat is voorbehouden aan arme landen – maar lokale elites. Zij doen dat met een enthousiasme dat voormalige koloniale bestuurders doet blozen van schaamte. De logica is onweerlegbaar: in een monopolistische wereld is diversificatie zelfmoord. De enige rationele keuze is dus om zich op te stellen als officiële vertegenwoordiger van het monopolie. Mao Zedong noemde deze klasse, die rijk was geworden door als tussenpersoon op te treden tussen buitenlands kapitaal en de nationale economie, de ‘compradore bourgeoisie’. Rekenkracht heeft vandaag het opium vervangen, terwijl de marges nog steeds even lucratief zijn.
De palm gaat naar het Japanse bedrijf SoftBank. Sinds haar omvorming heeft de bank, die voorheen de spaargelden van burgers naar Japanse bedrijven doorsluisde, besloten om 48 miljard dollar te investeren in Amerikaanse AI (OpenAI, Nvidia, Ampere). De bank doet dat terwijl haar liquide middelen maximaal 31 miljard bedragen. Schulden zullen het verschil moeten opvullen. Toen SoftBank de Japanse banken benaderde met het verzoek om 13,5 miljard dollar te financieren voor haar volgende Amerikaanse orgie, boden ze haar zelfs het dubbele aan.
Wie de compradors (lokale elite) wil aanpakken, moet eerst afrekenen met het systeem dat ‘compradorisering’ logisch maakt
En wat te denken van Deutsche Telekom (DT)? Terwijl zijn voorganger, de Deutsche Bundespost, de Duitse economie steunde door kabels te leggen, promoot DT nu zijn “industriële AI-cloud”. Die wordt gevoed door 10.000 Nvidia-chips, ontworpen in Santa Clara, geproduceerd in Taiwan en geregistreerd in Delaware. Berlijn bezit nog 32% van DT; allerhande investeringsfondsen 68%. Het gaat hier dus om een schijnsoevereiniteit, waarbij de winsten steevast naar meer westelijke regio’s vloeien.
Zelfs de voormalige tegenstanders kunnen de lokroep niet meer weerstaan. Chinese giganten als ByteDance, Alibaba en Tencent, worden geacht de strategische prioriteiten van Peking te delen. Ondanks de druk van de overheid, de eisen van de nationale veiligheid en het bestaan van goedkopere (maar nog steeds inferieure) equivalenten bij Huawei, hamsteren zij stilletjes gesmokkelde Nvidia-chips.
De Amerikanen zijn doorgewinterde kerels. Toch laten ze soms een woordje te veel vallen. Op 15 juli jongstleden, tijdens een toespraak in Pittsburgh, gaf Howard Lutnick, VS-minister van Handel, de onverhulde versie van hun doctrine weer: “We moeten genoeg aan de Chinezen verkopen om hun ontwikkelaars verslaafd te maken aan Amerikaanse technologie.” Peking reageerde zonder haast, maar op grote schaal. In september riep de Chinese toezichthouder bedrijven als Huawei, Cambricon, Alibaba en Baidu bijeen voor technische evaluaties. Hij wilde de prestaties van de nationale chips vergelijken met die van de Nvidia-producten die niet onder de exportbeperkingen vallen, waaronder het model H20. Het oordeel was onmiddellijk en werd op hoog niveau bekrachtigd: de Chinese nationale technologieën voldeden. Alle lopende bestellingen bij Nvidia werden dan ook geannuleerd. Geen onderhandelingen, geen prognoses, geen overgangsperiode. De ondertoon was duidelijk: voor wie geen concessies doet op het gebied van soevereiniteit, zijn externe regels niet langer van belang.
In januari lanceerde Peking zijn DeepSeek-bom, een uiterst krachtige AI-gesprekspartner die minder energie verbruikt dan zijn concurrent ChatGPT. De prestatie lag niet zozeer in de technologische doorbraak als wel in het politieke symbool: de Communistische Partij omzeilde de compradores, die er alle belang bij hadden dat China afhankelijk bleef van de Amerikaanse infrastructuur. Het was duidelijk dat iemand in Peking Mao had gelezen.
De geschiedenis van de productie van de Ascend 910B-chips, die worden voorgesteld als de ruggengraat van de toekomstige Chinese AI, nuanceert het officiële discours.5 Huawei zou de Amerikaanse sancties hebben omzeild door via schijnbedrijven meer dan 2 miljoen Taiwanese TSMC-chips te bemachtigen en die in zijn eigen chips te verwerken. Zoals uit analyses van TechInsights blijkt, zouden deze chips ook geheugencomponenten van Samsung en SK Hynix bevatten. De doorbraak is gelukt ondanks de afhankelijkheid van materiaal, en niet dankzij zelfvoorziening. Peking gaf de voorkeur aan productie onder dwang boven vrijwillige ondergeschiktheid. De politieke wil won het van de optimalisatie van de logistieke keten.
Als de prijs van de alliantie permanente ondergeschiktheid is, krijg je dan waar voor je geld?
En dat maakt de Chinese ervaring zo moeilijk te evenaren. Als de algemeen directeur van SoftBank 40 miljard dollar naar Californië wil sturen, juicht Tokio dat alleen maar toe en verleent het subsidies. Wanneer Deutsche Telekom het cloudplatform Microsoft Azure (alleen maar) in Duitse kleuren schildert, haalt Berlijn zijn schouders op en blijft het dit ‘soevereiniteit’ noemen. Maar als Peking besluit om een mogelijke afhankelijkheid te doorbreken, verspillen de afgezanten van de partij in alle grote raden van bestuur geen tijd met discussies over het ‘nationaal belang’. Ze zetten het nationaal belang om in stemmen. De staatsbanken die deelnemen aan het Chinese ‘Big Fund’, met een waarde van 95 miljard dollar, hoeven aan geen enkele aandeelhouder verantwoording af te leggen. Halfgeleiderfabrikanten floreren op grond die bij decreet is onteigend. De kosten van deze strategie – verminderde efficiëntie, trage knooppunten, risico’s op smokkel, geheugentekorten – worden opgenomen in boekhoudkundige balansen die zich over tientallen jaren uitstrekken, en niet over de komende kwartalen.
De Chinese institutionele werking is niet bijzonder exotisch; ze brengt gewoon een principe in praktijk dat de meeste staten hebben opgegeven: de mogelijkheid om het nationale belang te laten voorgaan boven particuliere belangen. De compradors zijn geen bandieten die hun regeringen trotseren: hun belangen komen overeen met die van de hegemonie en brengen hen ertoe de Amerikaanse processordiplomatie te verdedigen en te faciliteren. Om hen te onderwerpen, moet het systeem worden aangepakt dat van “compradorisering” een logische oplossing heeft gemaakt. Dan gaat het niet langer om regelgeving, maar om een geopolitieke breuk. Vandaar de existentiële vraag die zich overal ter wereld stelt, van Berlijn tot Brasília, van Kuala Lumpur tot Johannesburg: als de prijs van het bondgenootschap permanente ondergeschiktheid is, is het dan nog de moeite waard?
Toegang krijgen tot de Chinese markten, zeldzame aardmetalen en AI-modellen betekent dat we de door Washington opgelegde binaire keuze – zij of wij, afhankelijkheid of isolatie, integratie of ballingschap – moeten weigeren. Het betekent ook dat we de gevolgen van die weigering moeten aanvaarden: kapitaalvlucht, bevroren tegoeden, een vijandige veiligheidsarchitectuur,… én dat we wortels vervangen door stokken. In veel staten ontbreekt niet zozeer het vermogen om nee te zeggen, maar de bereidheid om er de consequenties van te dragen.
Daarom worden de cheques aan de Republiek Nvidia nog steeds geïnd. En ergens in Santa Clara loopt er een leren jasje rond dat alleen dankzij de winst veranderd is in een gevoelig wezen. Het is al bezig met het programmeren van zijn volgende preek voor een regering die maar al te graag commerciële praatjes verwart met geopolitieke strategie.
Lava Media maakt deel uit van Les éditions internationales van Le Monde Diplomatique. Maandelijks publiceren we in Nederlandse vertaling drie artikels uit het Franse maandblad. De vertaling wordt gedaan door Jan Reyniers.
Footnotes
- Jeremy Kahn, “Nvidia’s $100 billion OpenAI investment raises eyebrows and a key question : how much of the AI boom is just Nvidia’s cash being recycled ?”, Fortune, New York, 28 september 2025.
- Anissa Gardizy en Sri Muppidi, “In OpenAI megadeal, Nvidia discusses a new business model: chip leasing”, The Information, 23 september 2025.
- Tabby Kinder, “‘Absolutely immense’: the companies on the hook for the $3tn AI building boom”, Financial Times,Londen, 14 augustus 2025.
- Ben Bartenstein, Mackenzie Hawkins, Nick Wadhams en Dina Bass, “G42 made secret pact with US to divest from China before Microsoft deal”, Bloomberg, New York, 16 april 2024.
- Ann Cao en Wency Chen, “Home-grown heroes: how Huawei and DeepSeek are helping China break reliance on US chips”, South China Morning Post, Hongkong, 27 september 2025.
