Financieringsplan ReArm Europe, Witboek over defensie, gecentraliseerde aankoop van militair materieel, druk van de Commissie op regeringen: het Europees project, dat altijd gericht was op vrede, wordt herschreven tot een interne markt voor oorlog. Maar hebben de lidstaten daar baat bij, met hun uiteenlopende strategische belangen en hun tevergeefse trouw aan Washington?

Op dinsdag 11 maart 2025 werden de bilaterale gesprekken tussen Rusland, de Verenigde Staten en Oekraïne hervat in Saudi-Arabië: op vijfduizend kilometer van Brussel. Voor het eerst sinds de lente van 2022 is er uitzicht op een staakt-het-vuren en misschien zelfs vrede. De leiders van het Oude Continent zijn toeschouwers bij de onderhandelingen die ze weigerden zelf in te leiden. Ze worden uitgesloten van de discussies en zijn ondertussen verbouwereerd door het gedrag van hun turbulente Amerikaanse papa en bezeten door hun grote herbewapeningsplannen. En toch paradeert de voorzitster van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, diezelfde dag voor de plenaire vergadering van het Europees Parlement: “Dit is het moment van Europa”.
Sinds Frankrijk en Nederland in het voorjaar van 2005 de Europese Grondwet verwierpen, hebben de instellingen in Brussel steeds weer hetzelfde scenario ingeoefend. Ten eerste biedt een internationale crisis die de ontoereikendheid van de Unie aantoont, haar leiders de gelegenheid om te verkondigen dat een Europa dat verenigd is in tegenspoed juist handelt en zegeviert. Vervolgens leidt een reeks lukrake beslissingen, vaak overhaast genomen onder druk van de media, tot een faliekante mislukking en een verdere ontrafeling van de stelsels van sociale bescherming. Tot slot zorgen de ergernis onder de bevolking en de daaruit voortvloeiende opkomst van extreemrechts ervoor dat de bange liberale elites nieuwe domeinen aan de nationale democratische beraadslagingen onttrekken en overdragen aan de Brusselse bureaucratie. Na de financiële crisis in 2008, de staatsschuldencrisis in 2012, brexit in 2016 en de COVID-pandemie in 2020, volgt de oorlog in Oekraïne stap voor stap dezelfde shockstrategie.
De Russische inval op 24 februari 2022 verschafte de Commissie het perfecte voorwendsel om een integratieproces, dat sinds de brexit is verstomd, nieuw leven in te blazen. En om zichzelf bevoegdheden toe te eigenen op het gebied van buitenlands en veiligheidsbeleid, een domein dat volgens de Europese wetgeving uitdrukkelijk ondergeschikt is aan besluiten van de Europese Raad, d.w.z. de staatshoofden en regeringsleiders. Vanaf het begin ziet de voorzitster van de Commissie de oorlog als een grote versneller voor Europa. Ze kondigt de uiteindelijke toetreding van Oekraïne tot de Unie aan en herformuleert de reikwijdte van het conflict. Dit is niet zomaar Russische agressie, maar een oorlog tussen beschavingen waarvan de enige uitkomst de vernietiging is van het “meedogenloze kwaad” belichaamd door Vladimir Poetin: een oorlog “tegen onze waarden en tegen onze toekomst. Een oorlog van autocratie tegen de democratie” verdedigd door de Oekraïners. “Poetin zal falen en Europa zal winnen”, zweert mevrouw Von der Leyen op 14 september 2022.

Bedwelmd door de dampen van de heilige unie, gedistilleerd door de liberale pers1, nemen de Commissie en de leiders van de lidstaten vol vreugde een reeks beslissingen of ratificeren deze, die de wereld de kracht van Europa moeten tonen. Uiteindelijk blijken ze een bron van zwakte en vernedering te zijn.
De eerste beslissing betreft de boemerangsancties tegen Rusland. Tussen eind februari en eind juni 2022 lanceert Brussel met groot kabaal zijn eerste zes salvo’s van economische vergelding tegen Moskou (het zestiende werd afgelopen februari aangekondigd …). Deze maatregelen zijn over het algemeen geïnspireerd door de Verenigde Staten, en moeten “de Russische industriële basis geleidelijk ondermijnen” (Ursula von der Leyen, 25 februari 2022) en “de ineenstorting van de Russische economie veroorzaken” (Bruno Le Maire, 1 maart 2022). “De Russische industrie ligt aan flarden”, jubelt de Commissie in september 2022 op X, op een moment dat het snelle wegsmelten van goedkoop Russisch gas ten gunste van Amerikaanse vloeibaar gemaakte koolwaterstoffen de inflatie in Europa doet exploderen en Duitsland in een recessie doet wegzakken. Deze zelfopgelegde sancties zullen de geschiedenis ingaan als een uniek geval van economische zelfverminking op bevel van koortsige leiders. Ze maken de lidstaten kwetsbaarder voor de handelsoorlog die Donald Trump ontketent. Maar omdat elke mislukking van Europees beleid per definitie te wijten is aan een gebrek aan Europa, kondigt Brussel triomfantelijk een opleving door herbewapening aan – net nu de vredesbesprekingen beginnen.
Zonder debat of stemming worden “vrede” en “onderhandelen” taboewoorden op het Oude Continent
Het tweede besluit is om geen andere oplossing van het conflict te overwegen dan de onrealistische uitkomst die de Oekraïense president nastreeft. Zodra het Russische offensief is afgeremd, ontpopt de voorzitster van de Commissie zich tot persvoorlichter van Volodymyr Zelensky. “Poetin moet deze oorlog verliezen en zich verantwoorden voor zijn daden”, verkondigt ze op 15 september 2022, gekleed in blauw en geel. “Vrede” wordt een taboewoord in Europa, net als “onderhandelen”. Maar uit welke democratische beraadslaging of openbaar debat haalt zij de zekerheid dat de belangen van de lidstaten van de Unie samenvallen met die van Oekraïne? Door het staken van de vijandigheden afhankelijk te maken van de door Kiev geëiste Russische capitulatie, geven de Europeanen bij voorbaat hun rol van scheidsrechter of bemiddelaar op, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Turkije, dat Kiev steunt zonder de toekomst in gevaar te brengen. Maar zelfs de staten die nagenoeg actief deelnemen aan het conflict staan onder de operationele controle van Washington. De ommezwaai van het Witte Huis na de herverkiezing van Trump laat hen verslagen, verdeeld en machteloos achter.
De derde keuze van de Commissie, gemaakt onder dekking van de Russisch-Oekraïense oorlog, is ongetwijfeld van nog groter belang. Nu het schrikbeeld van een Russische militaire dreiging aan de oostelijke randen van Europa opdoemt, probeert Brussel zijn geopolitieke visie zo dicht mogelijk te laten aansluiten op de strategische prioriteiten van de meest anti-Russische en pro-NAVO-lidstaten – ten nadele van traditionele grote spelers zoals Frankrijk en Duitsland, die beide in 2008 weigerden dat Oekraïne lid werd van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. “Vanaf het begin van de oorlog”, legt socioloog en specialist in internationale betrekkingen Wolfgang Streeck uit, “was de prioriteit van mevrouw Von der Leyen het organiseren van internationale druk op een terughoudend Duitsland om zich te voegen naar het beleid van de Unie, zoals zij dat had gedefinieerd met Polen en de Baltische staten, onder auspiciën van de Verenigde Staten en de NAVO.”2 Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije zijn tussen 1999 en 2004 toegetreden tot de EU en het Atlantisch bondgenootschap. Ze rekenen op de economische voordelen van de gemeenschappelijke markt, maar als het op defensie aankomt, vertrouwen ze alleen op de Amerikanen. “De Baltische staten hebben zich sterk, zelfs hartstochtelijk geïdentificeerd met de trans-Atlantische eenheid, die ze bijna als een grondwettelijk beginsel beschouwen”3, geeft de voormalige Litouwse minister van Buitenlandse Zaken Gabrielius Landsbergis toe.
Aan het einde van de Koude Oorlog herbouwden deze voormalige Sovjetrepublieken hun nationale identiteit op compromisloos anticommunisme, russofobie en neoliberalisme. “Wij Balten zijn niet bang voor Russische tanks, maar voor de zwakte van West-Europeanen”, stelt Artis Pabriks, de toenmalige Letse minister van Defensie. Ze zien de oorlog in Oekraïne als een goddelijke verrassing, die de pro-Atlantische positie van Noord-Europa verstevigt met de toetreding van Finland en Zweden tot de NAVO en hen in de voorhoede plaatst van Europa’s nieuwe supranationale staatsraison – het bestrijden van het Russische ‘kwaad’. Hun leiders worden snel na elkaar geïnterviewd in de media – met name in Frankrijk: Le Monde, Le Figaro, L’Express en LCI – en genieten van hun moment. “Om eerlijk te zijn, zijn we dolblij”, zegt Jüri Luik, vertegenwoordiger van Estland bij de NAVO. En met reden: voormalig premier van Estland, Kaja Kallas, die ooit in aanmerking kwam voor de post van hoofd van het Atlantisch bondgenootschap, kreeg uiteindelijk de functie van Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. Haar benadering van internationale betrekkingen klinkt als iets uit een Amerikaanse tv-serie uit de jaren vijftig. “Als men zegt dat vrede het doel moet zijn, doet me dat denken aan de Sovjetbezetting tijdens de Koude Oorlog. (…) Vladimir Poetin mag geen uitweg worden geboden, want dat zou hem een duidelijk signaal geven dat hij het opnieuw kan doen. De oplossing kan alleen militair zijn. Oekraïne moet deze oorlog winnen”, zei ze kort voor haar aantreden.4 Andrei Kubilius, voormalig premier van Litouwen en de nieuwe Europese commissaris voor defensie en ruimtevaart, deelt dezelfde visie: “Poetin stopt misschien niet bij Oekraïne. Hij wil terug in de tijd. Niet twintig jaar. Maar veertig jaar of meer. Terug tot aan de Sovjet-Unie. Tot het Russische Rijk zelfs. Dit kan betekenen dat delen van Europa worden geannexeerd en bezet. En dat de rest onder Russische controle komt.” Om deze dreiging tegen te gaan, stelt Kubilius dat “de Europese Unie het arsenaal van de democratieën moet worden”5 – onder de operationele controle van de NAVO.
Als de geschiedenis het wantrouwen van de Baltische en Centraal-Europese landen tegenover Rusland verklaart, hebben de andere lidstaten er dan baat bij om hun buitenlands beleid af te stemmen op de strategische keuzes van de voormalige Sovjetrepublieken? Het Iberisch schiereiland vreest de opwarming van de aarde meer dan een Russische invasie. Frankrijks nucleaire afschrikking beschermt het tegen elke militaire aanval. Duitsland, dat tot bloei kwam tijdens de detente, profiteert van het evenwicht tussen Oost en West. Griekenland is meer op zijn hoede voor Istanboel dan voor Moskou. Voor Italië ligt het gevaar in het Middellandse Zeegebied, en Denemarken heeft zijn handen vol aan de heer Trump. “Een gecentraliseerde Europese Unie kan de uiteenlopende belangen van haar lidstaten alleen verenigen binnen het kader van een hechte trans-Atlantische alliantie”, is de analyse van Streeck. Deze oude droom die wordt verdedigd door de liberale elites van Europa “is alleen levensvatbaar in een trans-Atlantische confrontatie met Rusland, die levend wordt gehouden en op afstand wordt bestuurd door de Verenigde Staten”. Trump lijkt echter andere plannen te hebben.
Vertaling door Jan Reyniers van artikel uit Le Monde Diplomatique, mei 2025.
Footnotes
- Zie Serge Halimi en Pierre Rimbert, “Les médias, avant-garde du parti de la guerre”, Le Monde diplomatique, maart 2023.
- Wolfgang Streeck, “Overextended: The European disunion at a crossroads“, American Affairs, vol. IX, nr. 1, Boston, voorjaar 2025.
- Gabrielius Landsbergis, “It’s time for the Baltics to be brave like Poland“, 14 maart 2025.
- De drie citaten hierboven komen uit Le Figaro, Parijs, 18 mei 2022.
- Hoorzitting bij het Europees Defensieagentschap, Brussel, 22 januari 2025.