In december, toen Israël nog volop de vluchtelingenkampen in de Gazastrook bombardeerde, stond de kwestie van een gevangenenruil centraal in de discussies over het staakt-het-vuren. Minderjarigen en vrouwelijke Palestijnse gevangenen worden vaak als eersten vrijgelaten. In tegenstelling tot een verzet dat erg verdeeld blijft, straalt de beweging van Palestijnse vrouwelijk gevangenen een bijzondere eensgezindheid uit, vooral rond onderwijsinitiatieven.

Vreugdekreten vulden de huiskamers, tranen biggelden over vermoeide gezichten en buren kwamen feliciteren. Eind november 2023, na ondraaglijk lang wachten, konden tientallen Palestijnse vrouwen eindelijk hun geliefden weer in de armen nemen. Op sociale netwerken kon men, bijna live, volgen hoe ze werden vrijgelaten uit de Israëlische gevangenissen waar ze, vaak om onduidelijke redenen, wekenlang, soms jarenlang vastzaten. Sommigen waren erg jong, zelfs nog minderjarig, anderen waren wat ouder en kampten met gezondheidsproblemen.
Sinds de oprichting van Israël in 1948 zijn gevangenissen een essentieel instrument van onderdrukking tegen het Palestijnse volk. In de loop der jaren schoof het koloniale bestuur twee rechtssystemen over elkaar en legde zo een etnische basis voor juridische ongelijkheid. Een Palestijn die op een bepaalde plaats een misdrijf pleegt, wordt doorverwezen naar een militaire rechtbank, een kolonist voor hetzelfde misdrijf op dezelfde plaats naar een gewone strafrechtbank.1Dit discriminerende principe geldt voor alle Palestijnen, ongeacht of ze op de Westelijke Jordaanoever wonen of in Jeruzalem, of ze Israëlisch staatsburger zijn of in het buitenland wonen.
Palestijnen worden per definitie als een verdachte bevolkingsgroep beschouwd. In de gevangenis krijgen ze allemaal het etiket “staatsgevaarlijk” en de classificatie “gevangene met veiligheidsstatus”. Ze worden vaak administratief aangehouden voor zes maanden, maar een militaire rechter kan die aanhouding voor onbepaalde tijd verlengen. Hun advocaten hebben bovendien geen toegang tot hun dossier omdat de aanklachten “geheim” zijn. Momenteel verblijven meer dan 3.400 Palestijnen in administratieve detentie.2Sinds 1967 hebben er ongeveer één miljoen zo gevangen gezeten. Dat is bijna 40% van de mannelijke bevolking.3 Elke Palestijnse familie heeft er wel al mee te maken gehad.
Overwinningen genegeerd
Vanaf de jaren 1970 organiseerden Palestijnse gevangen zich om hun rechten te verdedigen en eisen te stellen. Er ontstond als het ware een gestructureerde beweging. Ze voerden acties om de omstandigheden waarin ze werden vastgehouden, te verbeteren en om als politieke gevangenen, of krijgsgevangenen, erkend te worden. In de jaren 1980 was de beweging heel actief. Binnen de gevangenismuren ontwikkelde zich een bloeiend cultureel en politiek leven dat model stond voor de strijd die buiten de muren werd gevoerd. De eerste Intifada (1987-1993) werd grotendeels door voormalige gevangenen geleid. De Oslo-akkoorden (1993-1995) leidden tot de vrijlating van alle vrouwen en bijna alle mannen. 350 mannen bleven achter de tralies. Ze kregen na enige tijd het gezelschap van militanten van islamistische partijen, die na de eerste aanvalscampagne van Hamas en van de Islamitische Jihad tussen 1993-1998 massaal de gevangenissen instroomden. Tijdens de tweede Intifada, van 2000 tot 2005, ontstond er een nieuwe generatie gevangenen, vaak met minder ervaring in politieke bewegingen. De organisatie van de gevangenen verzwakte geleidelijk door de politieke versplintering en het gebrek aan ervaren leiders.
Sinds de oprichting van Israël in 1948 zijn gevangenissen een essentieel instrument van onderdrukking tegen het Palestijnse volk.

Dezelfde evolutie zien we bij de vrouwelijke gevangenen, maar hun beweging bleek er beter tegen opgewassen en werd zelfs sterker. Dat komt natuurlijk ook omdat ze met minder zijn. Ze maken maar 3% van de Palestijnse gevangenispopulatie uit.4 Nooit waren er meer dan honderd vrouwen tegelijk opgesloten en vaak zitten ze samen in één gevangenis. Toch worden hun overwinningen grotendeels genegeerd.
In de jaren 1970 werden vrouwelijke gevangenen naar de Neve Tirza gevangenis (Ramleh in het Arabisch) gestuurd, ten zuiden van Tel Aviv. Het waren bijna allemaal activisten van Palestijns links en Fatah. Ze sloten zich aan bij de oproepen tot stakingsacties vanuit de mannengevangenissen, maar bleven ook hun eigen strijd voeren. Ze organiseerden ongehoorzaamheidsacties: ze weigerden het werk te doen dat de gevangenisdirectie hen oplegde. Ze stonden erop als politieke gevangenen te worden beschouwd en eisten daarom gescheiden te worden van de gewone Israëlische gevangenen. Aisha Odeh speelde in die periode een belangrijke rol. Ze was afkomstig uit Deir Jarir, een klein dorp in de buurt van Ramallah waaruit haar familie tijdens de Nakba ontvluchtte, en werkte als wiskundelerares in een vrouwenschool. Ze sloot zich aan bij de Arabisch-Nationalistische Beweging en, toen die werd ontbonden, bij het Democratisch Front voor de Bevrijding van Palestina (DFLP). Ze werd ervan beschuldigd een bom te hebben geplaatst in een supermarkt in Jeruzalem en hiervoor in 1969 tot twee keer levenslang veroordeeld. In 1979 werd ze vrijgelaten als onderdeel van een eerste gevangenenruil.
In het begin van de jaren 1980 begon een generatie van politiek minder ervaren gevangenen de beweging te leiden. Een van hen was Rawda Basis, geboren in hetzelfde dorp als Aisha Odeh, die een inspiratiebron was voor haar en die ze later trouwens ook opvolgde als vertegenwoordigster van de vrouwelijke gevangenen. In 1985 liepen de cellen weer leeg: 1.150 Palestijnen werden vrijgelaten, de overgrote meerderheid van hen vrouwen. Bij het begin van de eerste Intifada liepen de gevangenissen weer vol. Tussen 1987 en 1993 werden ongeveer 3.000 vrouwen gevangengezet. Voor het eerst belandden ook gewone demonstranten of familieleden van activisten achter de tralies.
Een opmerkelijke eenheid
Ondanks hun verschillende sociale achtergrond en politieke ervaring smeedden de vrouwelijke gevangenen een opmerkelijke eenheid. Zo kondigde de directeur van de Hasharon gevangenis, ten noordoosten van Tel Aviv, tijdens de onderhandelingen over de OSLO II-akkoorden in 1995 de vrijlating aan van een dertigtal vrouwelijke gevangenen. Zeven gevangenen bleven echter achter de tralies omdat ze “bloed van Israëlische soldaten aan de handen hadden”. Uit solidariteit met de zeven sloten alle gevangenen zich op in twee cellen en weigerden ze te vertrekken. Na zestien maanden wonnen ze hun strijd. “Het was een historische overwinning, een voorbeeld. Iedereen was verbaasd, de bezetters op de eerste plaats, maar ook de Palestijnse samenleving”, herinnert Rula Abu Daho zich, een PFLP-activist uit Bethlehem die in 1988 tot 25 jaar gevangenisstraf was veroordeeld.
Palestijnen worden per definitie als een verdachte bevolkingsgroep beschouwd. In de gevangenis krijgen ze allemaal het etiket “staatsgevaarlijk” en de classificatie “gevangene met veiligheidsstatus”
Tijdens de tweede Intifada steeg het aantal vrouwelijke gevangenen weer, tot 115 in 2004-2005. De invloed van Hamas en van de Islamitische Jihad nam toe en het interne evenwicht binnen de beweging veranderde. De spanningen tussen vrouwelijke gevangenen liepen op. De gevangenisdirectie maakte hiervan gebruik om de vrouwen op basis van hun politieke overtuiging te verdelen over twee gevangenissen, Hasharon en Damon. Doel was de conflicten aan te scherpen en de solidariteit tussen de verschillende politieke strekkingen te breken. Desondanks bleven sommige vrouwen ijveren voor eenheid, zoals de charismatische Itaf Alayan, die in 2008 werd vrijgelaten. Het traject van deze activiste weerspiegelt de veranderde krachtsverhoudingen: ze was oorspronkelijk een Fatah-activiste, maar kwam tijdens haar meervoudige opsluitingen – negentien jaar vanaf 1989 – dichter bij de Islamitische Jihad te staan. Vandaag identificeert ze zich er nog steeds mee.
De voorbije tien jaar werden de vrouwelijke gevangenen geleidelijk samengebracht in de Damon gevangenis. Er was een toestroom van minder gepolitiseerde gevangenen, die er meestal steeds terechtkwamen voor geïsoleerde feiten, zoals mesaanvallen (al dan niet succesvol), pogingen om telefoons binnen te smokkelen tijdens gevangenisbezoeken, berichten op sociale netwerken of zelfs voor eenvoudige deelname aan demonstraties. Een nieuwe generatie activistes slaagde er niettemin in hun vaardigheden door te geven. Die activistes kwamen uit linkse organisaties, zoals Shaza Odeh en Khitam Saafin, of van Islamitische Jihad, zoals Mona Qaadan. Ruba Asi, Elyaa Abu Hijleh, Layan Nassir en Layan Kayed, studentes aan de Bir Zeit Universiteit in Ramallah, werden gearresteerd wegens hun deelname aan de activiteiten van Qutub Al-Tulabi, een democratische en progressieve studentenvakbond die nauw verbonden is met de PFLP. Zij waren gedurende de paar maanden dat ze tussen 2020 en 2021 vastzaten, zeer actief en bliezen de onderwijsprogramma’s voor vrouwelijke gevangenen nieuw leven in. Ze speelden ook een belangrijke rol in het consolideren van de beweging.
Angela Davis lezen of de Koran
Die onderwijstraditie ontstond in de jaren 1970. De hoogopgeleide vrouwen gaven alfabetiseringslessen aan hun medegevangenen. Ze verspreidden boeken en in de cellen stond de radio permanent aan zodat ze geregeld konden luisteren naar allerhande debatten. Toen het gevangenisbestuur die clandestiene praktijken ontdekte, verscherpte het de controles. Amal R., die in 1994 in een dorp in de buurt van Bethlehem geboren werd, werd in 2014 door soldaten ervan beschuldigd een kolonist te hebben aangevallen.5 Ze geraakte bij haar arrestatie ernstig gewond en werd tot 2021 opgesloten. Ze herinnert zich nog de trucjes die zij en haar medegevangenen bedachten om de regels te omzeilen. Terwijl haar man koffie en gebak bereidt, vertelt ze: “Onze families gingen rechtstreeks naar de drukkerij om schoolboeken in een roman te verstoppen. Ze veranderden ook de omslagen. Zo smokkelden we veel boeken binnen voordat de autoriteiten erachter kwamen. Schoolborden verboden? In plaats daarvan gebruikten we een plexiglas raam. Lessen in de cellen niet toegestaan? Dan ging de instructie door tijdens de wandelingen…”
Ze ervaren een eenheid die de kolonisatie en de politieke verdeeldheid van de Palestijnse beweging buiten de muren overstijgt.
Heel wat gevangenen die wegens politieke activiteiten vastzaten, organiseerden zo clandestiene cursussen. Onder hen Khalida Jarrar, een vooraanstaande Palestijnse verzetsvrouw, lid van het PFLP. Ze behaalde een masterdiploma in democratie en mensenrechten aan de Bir Zeit Universiteit en leidde tussen 1994 en 2006 Addameer, een vereniging die Palestijnse gevangenen steunt. In 2006 werd ze verkozen in de Palestijnse Wetgevende Raad, het parlement van de Palestijnse gebieden die worden bestuurd door de Palestijnse Autoriteit. Sinds 1999 werd ze al zes keer gevangengenomen, de laatste keer op 26 december 2023. Ze zit ze nog steeds achter de tralies en verbleef al vier maanden in eenzame opsluiting. In 2015 werkte deze activiste in de Israëlische gevangenis van Hasharon aan een hervorming van het onderwijssysteem. Ze werkte samen met Lina Jarbouni, een Israëlisch Palestijnse van de Islamitische Jihad en vertegenwoordigster van de vrouwelijke gevangenen. Zo’n samenwerking tussen personen van ideologisch sterk uiteenlopende partijen is niet ongebruikelijk, zeker niet bij vrouwelijke gedetineerden. Ondanks spanningen en zelfs confrontaties – vaak uitgebuit door de gevangenisdirecties – blijven gevangenissen een plek waar partijen elkaar ontmoeten en samenwerken.

In 2015 hebben Khalida Jarrar en andere vrouwelijke gedetineerden, in samenwerking met de Palestijnse ministeries van Onderwijs en Gevangenenzaken, voor het eerst vrouwelijke gevangenen voorbereid op de tawjihi, het eindexamen secundair onderwijs. Meer dan dertig vrouwen legden clandestien in de gevangenis het examen af. Tussen 2017 en 2020 organiseerde Jarrar, samen met andere vrouwelijke gevangenen, een opleiding internationaal recht en een universitaire opleiding sociaal werk die door de Al-Quds Universiteit erkend wordt. Ze deed dat speciaal voor vrouwen die een lange straf uitzitten.
Onderwijs is niet langer enkel een middel om kennis en vaardigheden te verwerven, maar ook een cruciaal wapen. “Hoe paradoxaal ook, we zijn erin geslaagd in een oord van ontbering onderwijs te organiseren dat op ons lijkt, bevrijdend onderwijs, krachtiger dan dat in de buitenwereld. We hebben ons laten inspireren door de boeken van Paulo Freire.6 Het onderwijs dat we invoeren, moet onze rol als strijders weerspiegelen en alle machtsverhoudingen die de wereld structureren, deconstrueren,” zegt Kayed. Hanin B., afkomstig uit een bescheiden gezin in een dorp nabij Tulkarem, deelde een cel met Khalida Jarrar. Ze werd gearresteerd voor haar berichten op sociale netwerken. Ze verveelde zich aan het begin van haar opleiding. “Ik begreep niets van alle problemen en discussies tussen mijn celgenoten” herinnert ze zich. “Khalida en de anderen keken om 21.00 uur in stilte naar een actualiteitsprogramma op tv. We dronken samen onze Nescafé en gaven dan commentaar. Na verloop van tijd begon ik, dankzij de uitleg van de anderen, alles beter te begrijpen en kon ik deelnemen aan de gesprekken.”
De inhoud van de leerstof en de gebruikte handboeken verschillen naargelang de politieke ideeën en de achtergrond van de lesgeefsters. De eerste generatie vrouwelijke gevangenen, voornamelijk van Palestijns links of Fatah, las Sovjetliteratuur en bestudeerde teksten van Karl Marx en Lenin. Vanaf de jaren 2000 gebruikten vrouwelijke militanten van islamitische partijen – vooral die van de Islamitische Jihad – voorbeelden uit de Koran om te discussiëren over de legitimiteit van de deelname van vrouwen aan de gewapende strijd of over de combinatie van gezinsleven en strijd. Khalida Jarrar en andere linkse gevangenen analyseerden dan weer werken van Maxim Gorki en Angela Davis en van de Boliviaanse activiste Domitila Barrios de Chungara…
Ondanks hun verschillende sociale achtergrond en politieke ervaring smeedden de vrouwelijke gevangenen een opmerkelijke eenheid.
Dat is de paradox van de gevangeniservaring: in een tijd waarin het koloniale systeem het Palestijnse grondgebied verdeelt in eilanden die van elkaar zijn afgesneden, is de gevangenis een van de zeldzame plaatsen waar vrouwelijke activisten van verschillende partijen elkaar ontmoeten. Het is ook een ontmoetingsplaats voor vrouwen uit vluchtelingenkampen, steden en dorpen, voor Palestijnse vrouwen uit Gaza, uit Israël en van de Westelijke Jordaanoever, die gescheiden worden door controleposten en snelwegen voor Israëli’s, en voor vrouwen uit zeer verschillende sociale klassen. “In de gevangenis kom je artsen, politici, boeren, studenten, oude vrouwen tegen, maar ook jonge meisjes die nog nooit buitenshuis zijn geweest. Vrouwen van alle mogelijke plaatsen komen er samen en organiseren zich”, zegt Kayed. Uit die wederzijdse contacten leren ze. Ze vergelijken hun respectieve gewoonten. In de gevangenis dringt de omvang van de koloniale bezetting en de schendingen die er in de verschillende gebieden mee gepaard gaan, ten volle tot hen door. Ze ervaren een eenheid die de kolonisatie en de politieke verdeeldheid van de Palestijnse beweging buiten de muren overstijgt.
Strengere detentieomstandigheden
Ondanks het verzet gaan de levensomstandigheden in de gevangenissen achteruit. Bovendien krijgen de vrouwelijke gevangenen te maken met gendergerelateerde vernederingen en geweld. Zelfverdedigingstechnieken worden van generatie op generatie doorgegeven, soms al bij aankomst in de gevangenis. Een ex-gevangene vertelde bijvoorbeeld het verhaal van een erg gelovige oude vrouw uit Jeruzalem die gearresteerd werd zodat haar zoon zich zou aangeven. Terwijl ze in de jeep zat die haar naar de ondervragingslocatie bracht, legde een andere gevangene haar uit dat ze moest doen alsof ze niet bang was als soldaten dreigden met verkrachting of aanranding. “Open je abaya (kleed), doe alsof het normaal is. Je moet je niet laten shockeren of vernederen door hun woorden.” Toen een van de agenten haar daadwerkelijk bedreigde, keek de oude vrouw hem recht in de ogen, ze knoopte haar abaya open en zei: “Kom op, als je een man bent, kom op!” Dit soort verhalen wordt ook schriftelijk doorgegeven. In 2004 schreef Aisha Odeh in haar boek Dreams of Freedom het verhaal neer van de verkrachting waarvan ze in gevangenschap het slachtoffer was.7 Het boek werd wijd verspreid en in 2015 bekroond met de Ibn Rushdprijs voor Vrijheid en Democratie.
Voor veel vrouwelijke gevangenen werkt een gevangenisstraf als een wake-up call over de genderverhoudingen in de gevangenis, maar ook in hun familie, op het werk of op school. “Veel van de vrouwen die we in de gevangenis hebben ontmoet, hebben door moeilijke gezinsomstandigheden of een – al te – vroeg huwelijk geen onderwijs genoten.” legt Kayed uit. “Tijdens hun gevangenschap ontwikkelen ze een kritische geest, worden ze politiek bewust en leren ze taken op zich te nemen”. Wanneer ze de gevangenis verlaten, keren sommigen van hen mét hun activisme terug naar hun familie. Anderen daarentegen worden door hun familieleden onder druk gezet. “Ouders zijn vooral bang dat hun dochters terug in de gevangenis belanden. Dus houden ze hen thuis opgesloten,” klaagt Amal R. “Ik ben er soms in geslaagd het isolement dat door familieleden wordt opgelegd, te doorbreken, maar dat is me niet altijd gelukt…” zucht de dertigjarige activiste.
Het onderwijs dat we invoeren, moet onze rol als strijders weerspiegelen en alle machtsverhoudingen die de wereld structureren, deconstrueren
Sinds 7 oktober 2023 is informatie over de situatie van de gevangenen schaars. Proberen te overleven, daar gaat het nu om. Een onderzoek van CNN gaf ruim aandacht aan getuigenissen over het gebruik van elektrische schokken en verkrachting in de Israëlische gevangenis van Sde Teiman.8De druk op gevangenen neemt overal toe, ook in de vrouwenafdelingen. Op 1 december betreurde Addameer in een persbericht de dood van 47 gevangenen: “Een historisch aantal in vergelijking met andere grote opstanden en verzetsacties”.9 Het aantal zieken dat het moet stellen zonder medische verzorging en voedsel, en het aantal gewonde gevangenen is explosief gestegen. Half december telde de organisatie 90 vrouwen in de gevangenis, vergeleken met 33 vóór 7 oktober. De vrouwen in geheime detentiecentra zijn hier niet bijgerekend.
De kwestie van de gevangenen blijft centraal staan in de politieke onderhandelingen. Met het oog op een uitwisseling vroeg Hamas op 8 december aan verschillende Palestijnse bewegingen een lijst op te stellen van de Israëli’s, al dan niet levend, die tijdens de aanval van 7 oktober waren ontvoerd. Bij de eerste en enige wapenstilstand sinds het begin van de oorlog, in november 2023, lieten de Palestijnen 105 personen vrij, van wie 81 Israëli’s.10 Zij werden geruild voor 240 Palestijnse gevangenen; de meesten van hen minderjarigen en vrouwen. Onder hen Shorouq Dwayyat, die in 2015 op 18-jarige leeftijd werd veroordeeld tot 16 jaar gevangenisstraf nadat ze was beschuldigd van het neersteken van een kolonist. Ook Ahed Tamimi werd vrijgelaten, het 22-jarige gezicht van de nieuwe generatie Palestijnse activistes. Ze verwierf in 2017 bekendheid door beelden waarop ze een gewapende Israëlische soldaat in het gezicht slaat. Op 6 november 2023 werd ze in haar geboortedorp Nabi Saleh weer gearresteerd voor “het aanzetten tot terrorisme”. Sinds de uitwisseling zijn zo’n 150 vrouwen weer in Israëlische gevangenissen beland; vier van hen zaten al vóór 7 oktober achter de tralies.11
Getuigenissen geven sterke aanwijzingen dat het aantal gevallen van seksueel geweld explodeert, ook in de gevangenissen
Sinds de invasie van de Gazastrook worden sociale netwerken overspoeld met foto’s waarop Israëlische soldaten pronken met vrouwenondergoed dat ze vonden in de huizen die ze net hadden in brand gestoken, gebombardeerd of geplunderd. Getuigenissen geven sterke aanwijzingen dat het aantal gevallen van seksueel geweld explodeert, ook in de gevangenissen.12 Kort voor ze in december 2023 opnieuw werd gearresteerd, verzamelde Khalida Jarrar getuigenissen van vrouwelijke gevangenen die net waren vrijgelaten.13Ze vertelden allemaal over de zwaardere omstandigheden in de gevangenis: intimidatie, opdringerig fouilleren, gebrek aan sanitaire middelen, bedreiging met verkrachting in het bijzijn van de familie en verkrachting. Dat geweld, dat al vóór 7 oktober bestond, is nu systematisch geworden. Het bemoeilijkt zowel de overlevingskansen als de mogelijkheden tot collectieve organisatie. Maar toch blijven de verhalen over verzetsdaden door de gevangenismuren sijpelen.
Vertaling van artikel uit Le Monde Diplomatique, januari 2025
Footnotes
- Abeer Baker en Anat Matar (eds.), Threat. Palestinian Political Prisoners in Israel, Pluto Press, Londen, 2011
- Telling op 13 december 2024, opgesteld door Addameer, Jeruzalem.
- Stéphanie Latte Abdallah, La Toile carcérale. Une histoire de l’enfermement en Palestine, Bayard, Parijs, 2021.
- Stéphanie Latte Abdallah, “Incarcération des femmes palestiniennes et engagement (1967-2009)”, Le Mouvement social, nr. 231, Parijs, 2010.
- Namen werden veranderd voor wie om anonimiteit vroeg.
- Braziliaanse pedagoog en auteur van De Pedagogie van de Onderdrukten (1968), een pleidooi voor militante geletterdheid.
- Aisha Odeh, Ahlam bil Huriyeh, Muwatin, Ramallah, 2004.
- Vastgebonden, geblinddoekt, vastgehouden in luiers: Israëlische klokkenluiders vertellen over misbruik van Palestijnen in schimmig detentiecentrum”, CNN, 11 mei 2024.
- “9500 gedetineerden worden vastgehouden in Israëlische gevangenissen”, Addameer, 17 april 2024.
- Het artikel verscheen in Le Monde Diplomatique voor het bestand van 19 januari 2025 inging.
- Gaza in context – A collaborative teach in series: Prisons and incarceration in a time of genocide”, Jadaliyya, 27 december 2023.
- Sarah Ihmoud, “The cunning of gender violence in Israel’s war on Palestinian women”, Jadaliyya, 3 april 2024.
- Khalida Jarrar, “Violations against male and female prisoners during Israel’s war of genocide on Gaza” (PDF), The Independent Commission for Human Rights, december 2019.