Sinds de implosie van de dictatuur van Mobutu in 1990 heeft het Westen de mislukkingen opgestapeld in een verbeten strijd om de controle over het land te behouden. Alleen de interne dynamiek van Congo en Afrika kan het land uit de chaos en de eindeloze oorlogen halen.
Het gebaar waarmee de spelers van het nationale voetbalteam in februari 2024 op de African Cup of Nations ( CAN) één hand voor hun mond hielden en de andere revolvergewijs op hun slaap richtten, is het symbool geworden waarmee miljoenen jonge Congolezen aanklagen wat zij “ de Genocost” noemen. Dat woord is een combinatie van de woorden “ genocide” en “ kosten” en onderstreept het idee dat de wreedheden tegen de Congolese bevolking worden ingegeven door economische belangen, met name de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van het land door buitenlandse mogendheden en multinationals.
Het Congolese volk is nu al 26 jaar het mikpunt van agressie. Na een vijf jaar durende bezetting ( 1998-2003 ) door de Rwandese en Oegandese legers van twee derde van dit immense land waren er de opstanden in het oosten van het land. De Congolese bevolking leeft daardoor in een permanente staat van destabilisatie en oorlog. Het aantal slachtoffers wordt geschat op minimaal 6 miljoen en het aantal ontheemden is gestegen van 1,7 miljoen in 2005 tot 6,4 miljoen in 2023. Deze destabilisatie is een van de oorzaken van de verzwakking of zelfs verdwijning van de basisinfrastructuur van het land.
Het aantal Congolezen dat te kampen heeft met voedselonzekerheid neemt steeds sneller toe: van 7,5 miljoen in 2016 tot 26,4 miljoen in 2023.1 Dit maakt de oorlog in Congo een van de langste en dodelijkste conflicten sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. En toch is het een vergeten oorlog die, behalve tijdens golven van extreem geweld, zelden aandacht krijgt in onze media.
De hele wereld weet ondertussen, door de rapporten van de VN-experts, dat Rwanda en Oeganda verantwoordelijk zijn voor deze oorlog. De opeenvolgende pro-Rwandese opstanden van augustus 1998 tot nu ( RCD, CNDP, M23 ) waren alleen mogelijk door de directe steun van de Rwandese en Oegandese legers op Congolees grondgebied. Maar in tegenstelling tot Oekraïne krijgt Congo geen massale militaire hulp en wordt Rwanda slechts zelden onderworpen aan zeer timide sancties. Dit is wat de Congolezen, die zich mishandeld voelen door de internationale gemeenschap, woedend maakt.
Hoewel deze oorlog zich ver van de ogen van het westerse publiek afspeelt, komen westerse regeringen, van de vooravond van de onafhankelijkheid in 1960 tot vandaag, voortdurend tussenbeide in het Congolese politieke leven om hun geostrategische en economische belangen te verdedigen. Dit artikel geeft een overzicht van de reeks inmengingen en interventies. Ze zijn keer op keer mislukt maar hebben toch in grote mate bijgedragen aan de catastrofale toestand waarin zowel de Democratische Republiek Congo als het Congolese volk zich vandaag bevindt.
Het is vandaag bon ton om de Congolese heersende klasse verantwoordelijk te stellen voor de extreme armoede en chaos waarin het Congolese volk leeft. En inderdaad, er zijn duizenden voorbeelden van de corruptie en de onderlinge strijd van deze klasse. Maar een analyse die zich beperkt tot die klasse, verhult de rol en impact van de imperialistische inmenging, stelt ze voor als een minder belangrijke factor, of rechtvaardigt ze zelfs. Een dergelijke analyse leidt tot een schijnheilig en steriel discours, dat we al meer dan vier decennia horen, maar dat geen enkel positief effect heeft. Integendeel, dit discours is vooral een uitdrukking van de onmacht van de westerse heersende klasse om opnieuw een stabiel en betrouwbaar neokoloniaal systeem op te bouwen in Congo. Laten we eens kijken naar de inmenging van westerse landen onder leiding van de Verenigde Staten sinds de onafhankelijkheid van Congo.