Artikel

De ineenstorting van het zionisme

Ilan Pappé

—12 september 2024

Ilan Pappé, Israëlisch historicus en professor, identificeert de oorzaken van de dreigende ineenstorting van het zionistische project. De aanval op 7 oktober benadrukte de kwetsbaarheid van Israëls oude structuren, die ooit als onwankelbaar werden beschouwd.

Shutterstock

We zijn getuige van een historisch proces – of beter gezegd, het begin ervan – dat waarschijnlijk zal uitmonden in de ondergang van het zionisme.

De aanval van Hamas op 7 oktober kan worden vergeleken met een aardbeving die een oud gebouw treft. De scheuren begonnen al zichtbaar te worden, maar nu zien we ze zelfs in de fundering. Is het mogelijk dat het zionistische project in Palestina – het idee om een Joodse staat op te leggen aan een Arabisch moslimland in het Midden-Oosten – meer dan 120 jaar na zijn oprichting op instorten staan? Historisch gezien kan een staat door een groot aantal factoren kapseizen. Dit kan gebeuren door voortdurende aanvallen van buurlanden of een chronische burgeroorlog. Het kan het gevolg zijn van de ineenstorting van overheidsinstellingen, die niet langer in staat zijn diensten te verlenen aan de burgers. Vaak begint het als een langzaam proces van verval dat in een stroomversnelling raakt en dan op korte tijd structuren afbreekt die ooit solide en standvastig leken.

De moeilijkheid ligt in het herkennen van de vroege indicatoren. In dit stuk zal ik beargumenteren dat deze in het geval van Israël duidelijker zijn dan ooit. We zijn getuige van een historisch proces – of beter gezegd, het begin ervan – dat waarschijnlijk zal uitmonden in de ondergang van het zionisme. En als mijn diagnose juist is, gaan we ook een bijzonder gevaarlijk tijdperk in. Want zodra Israël realiseert hoe groot de crisis is, zal het meedogenloos en ongeremd hard reageren om te proberen de crisis in te dammen, net zoals het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime deed tijdens zijn laatste dagen.

1.

Een eerste indicator is het uiteenvallen van de Israëlische Joodse samenleving. Op dit moment bestaat die samenleving uit twee rivaliserende kampen die niet in staat zijn om een gemeenschappelijke basis te vinden. De breuk in de maatschappij komt voort uit de tegenstrijdigheden die ontstaan als Jodendom wordt opgevat als nationalisme. Hoewel de Joodse identiteit in Israël ooit niet veel meer leek dan een onderwerp van theoretisch debat tussen religieuze en seculiere facties, is het nu een strijd geworden over de aard van de publieke ruimte en de staat zelf. Deze kwestie wordt niet alleen in de media maar ook op straat uitgevochten.

Eén kamp kan de ‘Staat Israël’ worden genoemd. Dit kamp omvat meer seculiere, liberale en meestal, maar niet uitsluitend, Europese Joden uit de middenklasse en hun nakomelingen, die een rol speelden bij de oprichting van de staat in 1948 en er tot het einde van de vorige eeuw de overhand in hadden. Vergis je niet, hun pleidooi voor ‘liberale democratische waarden’ staat los van hun toewijding aan het apartheidssysteem dat op verschillende manieren wordt opgelegd aan alle Palestijnen die tussen de Jordaan en de Middellandse Zee wonen. Kort samengevat willen zij dat Joodse burgers in een democratische en pluralistische samenleving leven, waarvan Arabieren zijn uitgesloten.

Het andere kamp is de ‘Staat Judea’, dat zich ontwikkelde onder de kolonisten van de bezette Westelijke Jordaanoever. Dit kamp geniet steeds meer steun in het land en vormt de electorale basis voor Netanyahu’s overwinning in de verkiezingen van november 2022. Het krijgt ook steeds meer invloed in de hogere rangen van het Israëlische leger en de veiligheidsdiensten. De Staat Judea wil dat Israël een theocratie wordt die zich uitstrekt over heel historisch Palestina. Om dit te bereiken zijn de aanhangers van dit kamp vastbesloten om het aantal Palestijnen tot een minimum te beperken en overwegen ze de bouw van een Derde Tempel op de plaats van al-Aqsa. Ze zijn er namelijk van overtuigd dat dit hen in staat zal stellen om het gouden tijdperk van de Bijbelse koninkrijken nieuw leven in te blazen. Voor hen zijn seculiere Joden net zulke ketters als de Palestijnen als ze weigeren mee te doen aan dit streven.

De twee kampen begonnen al voor 7 oktober heftig met elkaar te botsen. De eerste weken na de aanval leken ze hun meningsverschillen te laten varen in het aangezicht van een gemeenschappelijke vijand. Maar dit was een illusie. De straatgevechten zijn opnieuw opgelaaid en verzoening lijkt niet in zicht. De meest waarschijnlijke uitkomst ontvouwt zich al voor onze ogen. Meer dan een half miljoen Israëli’s, die de Staat Israël vertegenwoordigen, hebben sinds oktober het land verlaten, een indicatie dat het land langzaam maar zeker wordt opgeslokt door de Staat Judea. Dit is een politiek project dat de Arabische wereld, en misschien zelfs de wereld in zijn geheel, op de lange termijn niet zal tolereren.

2.

De tweede indicator is de economische crisis in Israël. De politieke klasse lijkt geen plan te hebben om de overheidsfinanciën in evenwicht te brengen te midden van voortdurende gewapende conflicten. De groeiende afhankelijkheid van Amerikaanse financiële hulp neemt men voor lief. In het laatste kwartaal van vorig jaar kromp de economie met bijna 20%; sindsdien is het herstel broos. Het is onwaarschijnlijk dat de toezegging van 14 miljard dollar van Washington het tij zal keren. Integendeel, de economische last zal alleen maar groeien als Israël vasthoudt aan zijn voornemen om oorlog te voeren met Hezbollah en tegelijkertijd de militaire activiteiten op de Westelijke Jordaanoever opvoert, op een moment dat sommige landen – zoals Turkije en Colombia – economische sancties beginnen te nemen.

De crisis wordt nog verergerd door de onbekwaamheid van minister van Financiën Bezalel Smotrich, die voortdurend geld doorsluist naar Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, maar verder niet in staat lijkt om leiding te geven aan zijn ministerie. Het conflict tussen de Staat Israël en de Staat Judea, samen met de gebeurtenissen van 7 oktober, zorgt er ondertussen voor dat een deel van de economische en financiële elite zijn kapitaal naar het buitenland verplaatst. 20% van de Israëli’s betalen 80% van de belastingen, en een aanzienlijk deel overweegt zijn investeringen te verkassen.

3.

De derde indicator is het groeiende internationale isolement van Israël, dat stilaan een pariastaat wordt. Dit proces begon al voor 7 oktober, maar is sinds het begin van de genocide een versnelling hoger geschakeld. Het wordt weerspiegeld door de niet eerder geziene standpunten van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof. Eerder slaagde de wereldwijde Palestijnse solidariteitsbeweging erin om mensen te mobiliseren om deel te nemen aan boycotinitiatieven. Internationale sancties bleven echter uit. In de meeste landen bleef de steun voor Israël onwankelbaar bij het politieke en economische establishment.

Ilan Pappé is een Israëlische historicus en hoogleraar in het Verenigd Koninkrijk. Hij groeide op in een gezin van overtuigde zionisten. Hij schreef onder meer The Ethnic Cleansing of Palestine (vertaald als De Etnische zuivering van Palestina, Omniboek, 2008).

In deze context moeten de recente beslissingen van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof – dat Israël mogelijk genocide pleegt, dat het zijn offensief in Rafah moet staken, dat zijn leiders gearresteerd moeten worden voor oorlogsmisdaden – gezien worden als een poging om rekening te houden met de standpunten van het mondiale maatschappelijk middenveld, in plaats van slechts de mening van de elite weer te geven. Het is de tribunalen niet gelukt om de brute aanvallen op de bevolking van Gaza en de Westelijke Jordaanoever een halt toe te roepen. Maar ze hebben wel bijgedragen aan het groeiende koor van kritiek op de Israëlische staat, die naast van onderaf nu steeds meer van bovenaf komt.

4.

De vierde, hiermee samenhangende indicator is de massale ommekeer onder jonge Joden over de hele wereld. Na de gebeurtenissen van de afgelopen negen maanden lijken velen nu bereid om hun band met Israël en het zionisme af te stoten en actief deel te nemen aan de Palestijnse solidariteitsbeweging. Joodse gemeenschappen, met name in de VS, boden Israël ooit effectieve immuniteit tegen kritiek. Het (gedeeltelijke) verlies van deze steun heeft grote gevolgen voor het aanzien van Israël in de wereld. AIPAC kan nog steeds rekenen op christelijke zionisten voor hulp en nieuwe leden, maar zonder een betekenisvolle Joodse achterban zal de organisatie inboeten aan slagkracht. De macht van de lobby brokkelt af.

5.

De vijfde indicator is de zwakte van het Israëlische leger. Het lijdt geen twijfel dat het IDF een machtige strijdkracht blijft die over geavanceerde wapens beschikt. Maar de beperkingen ervan kwamen op 7 oktober aan het licht. Veel Israëli’s zijn van mening dat het leger extreem veel geluk heeft gehad, want de situatie had veel erger kunnen uitpakken als Hezbollah had meegedaan aan een gecoördineerde aanval. Sindsdien heeft Israël laten zien dat het wanhopig afhankelijk is van een regionale coalitie, geleid door de VS, om zichzelf te verdedigen tegen Iran, dat in april een waarschuwingsaanval uitvoerde met zo’n 170 drones plus ballistische en geleide raketten. Meer dan ooit is het zionistische project afhankelijk van de snelle levering van enorme hoeveelheden materieel door de Amerikanen, zonder welke het niet eens een klein guerrillaleger in het zuiden zou kunnen bestrijden.

Onder de Joodse bevolking van het land heerst nu de wijdverspreide opvatting dat Israël onvoorbereid is en niet in staat is om zichzelf te verdedigen. Dit heeft geleid tot grote druk om de militaire vrijstelling voor ultraorthodoxe Joden – die al sinds 1948 bestaat – op te heffen en hen met duizenden tegelijk op te roepen voor de dienstplicht. Dit zal nauwelijks verschil maken op het slagveld, maar het weerspiegelt de omvang van het pessimisme over het leger – wat op zijn beurt de politieke verdeeldheid binnen Israël heeft vergroot.

6.

De laatste indicator is de hernieuwde energie onder de jongere generatie Palestijnen. Zij zijn veel meer verenigd, organisch verbonden en stelliger over de vooruitzichten dan de Palestijnse politieke elite. Aangezien de bevolking van Gaza en de Westelijke Jordaanoever tot de jongste ter wereld behoort, zal deze nieuwe lichting een immense invloed hebben op het verloop van de bevrijdingsstrijd. De discussies die plaatsvinden onder jonge Palestijnse groepen tonen waarmee ze bezig zijn: het oprichten van een werkelijk democratische organisatie – een (ver)nieuw(d)e PLO – die een visie op emancipatie nastreeft die haaks staat op de campagne van de Palestijnse Autoriteit voor erkenning als staat. Ze lijken de voorkeur te geven aan een eenstaatoplossing in plaats van het in diskrediet geraakte tweestatenmodel.

Zullen ze in staat zijn om een doeltreffend antwoord te geven op het verval van het zionisme? Een moeilijke vraag. De ineenstorting van een staatsproject wordt niet noodzakelijkerwijs gevolgd door een beter alternatief. Elders in het Midden-Oosten – in Syrië, Jemen en Libië – hebben we gezien hoe bloedig de gevolgen kunnen zijn en hoe lang dit kan aanslepen. In dit concrete geval zou het een kwestie van dekolonisatie zijn, en de vorige eeuw heeft aangetoond dat postkoloniale realiteiten niet altijd een verbetering inhouden ten opzichte van de koloniale toestand. Alleen de emancipatie van de Palestijnen kan ons in de juiste richting sturen. Ik geloof dat een explosieve samensmelting van deze indicatoren vroeg of laat zal leiden tot de vernietiging van het zionistische project in Palestina. Wanneer dat gebeurt, moeten we hopen dat er een robuuste bevrijdingsbeweging bestaat om de leegte op te vullen.

Meer dan 56 jaar lang was wat het ‘vredesproces’ werd genoemd – een proces dat nergens toe leidde – in feite een reeks Amerikaans-Israëlische initiatieven waarop de Palestijnen moesten reageren. Nu moeten we ‘vrede’ vervangen door dekolonisatie en moeten de Palestijnen hun visie voor de regio kunnen verwoorden, waarbij de Israëli’s wordt gevraagd om te reageren. Dit zou de eerste keer zijn, in ieder geval sinds vele decennia, dat de Palestijnse beweging het voortouw neemt bij het uiteenzetten van haar voorstellen voor een postkoloniaal en niet-zionistisch Palestina (of hoe de nieuwe entiteit ook zal heten). Daarbij zal het waarschijnlijk kijken naar Europa (bijvoorbeeld naar de Zwitserse kantons en het Belgische model) of, meer toepasselijk, naar de oude structuren van het oostelijke Middellandse Zeegebied, waar geseculariseerde religieuze groepen geleidelijk veranderden in etnoculturele groepen die naast elkaar leefden in hetzelfde gebied.

Of mensen het idee nu toejuichen of vrezen, de ineenstorting van Israël valt te verwachten. Deze mogelijkheid moet de basis vormen voor het langetermijngesprek over de toekomst van de regio. Het zal noodgedwongen op de agenda komen als mensen beseffen dat de eeuwenlange poging, geleid door Groot-Brittannië en vervolgens de VS, om een Joodse staat op te dringen aan een Arabisch land langzaam ten einde loopt. Het project was succesvol genoeg om een samenleving van miljoenen kolonisten te creëren, waarvan velen nu van de tweede en derde generatie zijn. Maar hun aanwezigheid hangt nog steeds af van hun vermogen om met geweld hun wil op te leggen aan miljoenen inheemse mensen, die hun strijd voor zelfbeschikking en vrijheid in hun thuisland nooit hebben opgegeven. In de komende decennia zullen de kolonisten afscheid moeten nemen van deze benadering en hun bereidheid moeten tonen om als gelijkwaardige burgers te leven in een bevrijd en gedekoloniseerd Palestina.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de website van New Left Review op 21 juni 2024, https://newleftreview.org/sidecar/posts/the-collapse-of-zionism