3 november 2023 mocht Peter Mertens de keynote verzorgen bij de lancering van Jacobin Nederland in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. Lava biedt u de volledige tekst van zijn toespraak.
Jacobin is ter wereld gekomen als een onbeschaamd socialistisch tijdschrift. En het komt precies op tijd. De wereld vandaag is een kolkend kruitvat, en het heeft meer dan ooit onbeschaamd socialisme nodig. Socialisme, en geen kapitalisme.
Ik was vorige maand te gast in Johannesburg, in Zuid-Afrika, om het te hebben over mijn nieuwe boek op de conferentie Dilemma’s of Humanity. Op die conferentie waren vooral organisaties uit het zuiden aanwezig: de beweging van landloze boeren uit Brazilië, de metaalarbeidersbond uit Zuid-Afrika, de vrouwenbewegingen uit India, noem maar op. Allemaal bewegingen en organisaties met een pak ervaring, en ook met heel wat ervaring met repressie en vervolging.
Ik was een van de weinige Europese genodigden. En telkens opnieuw viel mij hetzelfde op. De empathie. “Uit Europa? Echt? Amai, dat moet moeilijk zijn!” En als ik dan vragend keek, dan zeiden ze me: “Met extreemrechts dat terug is.” Mensen die vervolgd werden door de regering-Modi in India, door Bolsonaro in Brazilië of door het huidige regime in Tunesië, die kwamen mij dat zeggen. “Het probleem in Europa is volgens mij niet in de eerste plaats extreemrechts”, heb ik geantwoord. “Het eerste probleem is het zelfvertrouwen van links denk ik.”
Ik denk dat er in Europa te veel samenkomsten zijn van links waar de collectieve depressie wordt georganiseerd. Hoe erg het allemaal is. Hoe zwak de krachten van links staan. Hoe sterk de tegenstander is. Hoe weinig we het met elkaar eens zijn. Ik ben daar zelf niet zo’n fan van. Nooit geweest trouwens. Ik denk dat er in Europa ongelooflijk veel beweegt en bougeert, en dat er enorme mogelijkheden zijn. Ik denk dat we op een kokend continent zitten dat alle kanten uit kan, en dus ook de goeie kant.
Links heeft ambitie en zelfvertrouwen nodig. Niemand wil zich aansluiten bij losers.
Ik denk dat de krachten van de arbeid en de krachten van links gewoon wat meer vertrouwen mogen hebben in zichzelf. En niet schrik moeten hebben dat ze nog klein zijn, groeiend zijn. So what? Wat klein is kan groot worden. En wat groot is kan terug klein worden. Ik kom van een partij die lange tijd zelf door de woestijn is gegaan. Dat is een voordeel. Tenminste als je weet waar je naartoe wil. Het is heel gemakkelijk om het grote te omarmen, om te stappen op de trein van succes. Het is veel moeilijker om het kleine te begrijpen, en de kiemen te zien van dat wat potentieel heeft. Het komt erop aan het potentieel te zien. Het komt erop aan de diamant te zien onder de ruis, onder het stof. Dat geldt voor mensen, dat geldt voor organisaties, en dat geldt voor de bewegingen in de samenleving.
“Een wereld te winnen” staat hier fier op het nulnummer van Jacobin. Dat is erg fijn. Het gaat dan om ambitie én het gaat om zelfvertrouwen. Links heeft ze allebei nodig: ambitie en zelfvertrouwen. Niemand wil zich aansluiten bij losers. Mensen willen deel uitmaken van de golf van de geschiedenis. Meer nog: mensen willen en kunnen die golven zelf maken. Niet om een komma te verplaatsen in een tekst, maar om de wereld te veranderen. Het komt erop aan dat uit te stralen. Links moet willen strijden om te winnen, en ook echt willen winnen. Mensen voelen het wanneer je zelf aarzelt, twijfelt of alles kapot relativeert. Het komt erop aan te willen strijden om te winnen. Kleine overwinningen, in de wijk, op het werk, met de vakbond. En grotere overwinningen op grotere schaal.
Natuurlijk, zoals Bertolt Brecht al zei: “Wie strijdt kan verliezen.” Maar, zo voegde hij er aan toe: “Wie niet strijdt heeft al verloren.” Elke situatie is anders, en je kan ervaringen niet zomaar copy-pasten. Ik kan alleen vertellen vanuit onze ervaring van de afgelopen jaren. En om dat te doen heb ik vier woorden voor jullie meegebracht: beginselvastheid, soepelheid, klasse, internationalisme. Ik had liever gehad dat ze zouden rijmen, of dat ze een of andere toffe afkorting zouden vormen, een acroniem of zo. Niet dus. Gewoon vier woorden: beginselvastheid, soepelheid, klasse, internationalisme.
1. Beginselvastheid
Onze partij, de PVDA, is de voorbije tien jaar sterk gegroeid. Sinds het Vernieuwingscongres in 2008 is de partij gegroeid van 2.800 leden naar 25.000 leden. Met 8 procent van de stemmen over heel het land tellen we 12 zetels in het federale parlement, en 1 zetel in het Europese parlement. En volgens de peilingen zouden we ons aantal zetels volgend jaar verdubbelen. Uiteraard: dat zijn slechts peilingen. Beginselvastheid is onze eerste hoeksteen. Sommige krachten hadden graag gezien dat we ons voortaan netjes zouden gedragen binnen de krijtlijnen van het kapitalisme, en van het toegelaten debat. Dat hebben we mooi niet gedaan. Een lichaam heeft soepele armen en benen nodig, maar ook een stevige ruggengraat. Zonder die ruggengraat, wordt de soepelheid de soepelheid van een lappenpop. We hebben een emancipatorisch mensbeeld, een marxistisch analysekader en een socialistische wereldvisie. Dat is onze ruggengraat. Wij zijn niet voor het kapitalisme. Het kapitalisme heeft historisch vooruitgang gebracht, maar is op zijn eigen limieten gestoten en vormt een rem op elke fundamentele sociale, democratische en ecologische vooruitgang. Wij zijn voor het socialisme, een samenleving die haar beide bronnen van rijkdom beschermt – arbeid en natuur – in plaats van uitbuit en plundert.
Het parlementaire werk staat in functie van de sociale strijd en niet andersom.
Het is belangrijk uit te gaan van de kracht van je eigen overtuiging. De klimaatontaarding, de voedselcrisis, de wurgende schuldencrisissen, de economische en militaire oorlogen, de uitbuiting en de wereldwijde wanverhoudingen schudden onze planeet door elkaar. Het kapitalisme kan geen uitweg bieden voor de grote uitdagingen die ons wachten. Het socialisme betekent dat we eindelijk de hardnekkige kwalen van het kapitalisme, zoals honger, analfabetisme, dakloosheid, racisme en oorlog kunnen overwinnen. Socialisme gaat om het realiseren van de eenvoudige zaken voor de meerderheid van de mensheid: een dak boven het hoofd, een voedzame maaltijd, toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, een goed betaalde baan. Dat botst vandaag allemaal op de eigendomsverhoudingen en de macht van het kapitalisme. Om het socialisme te realiseren is het nodig een tegenmacht op te bouwen, het collectieve narratief opnieuw vorm te geven, een nieuwe cultuur van strijd te ontwikkelen.
Beginselvastheid is een kwestie van kompas: waar wil je naar toe? Je hebt maatregelen nodig om je organisatie te beschermen, want wie de heersende hofcultuur van ons-kent-ons bedreigt ontmoet snel de wortel en de stok van het establishment. De wortel met tal van mechanismen om rebelse partijen te domesticeren. Parlementsleden worden buitenmatig veel betaald vanuit het besef dat wie afhankelijk wordt van de machtsstructuren, minder geneigd zal zijn ze aan te klagen en te veranderen. De druk is groot om in de kleine parlementaire bubbel te blijven, onder academisch geschoolden, allemaal strak in het pak, allemaal zich wentelend in het eigen gelijk, ver weg van de echte wereld.
In 1848 waren minder dan 1 procent van de wereldbevolking industriearbeiders. Tegen 1950 was dat cijfer gegroeid tot 15 procent, en vandaag is het ongeveer 33 procent.
Hoe gaan wij daarmee om? Wij gaan uit van het principe dat je de krachtsverhoudingen op het terrein maar kan veranderen door een proces van sociale actie, organisatie en bewustmaking. Al onze kaderleden en al onze parlementsleden moeten minstens de helft van de tijd op het terrein zijn, in de echte wereld. Het parlementaire werk staat in functie van de sociale strijd en niet andersom. Onze kaderleden en parlementsleden leven ook allemaal aan een mediaan arbeidersloon. De rest van hun inkomsten dragen ze af aan de partij. Want zoals wij zeggen: “Wie niet leeft zoals hij denkt, zal snel denken zoals hij leeft.”
2. Soepelheid
Dan kom ik meteen op ons tweede uitgangspunt: soepel zijn. Want al is beginselvast zijn cruciaal, het volstaat niet. Wie alleen maar beginselvast is, wordt star. Gelijk hebben is niet genoeg, het is essentieel om ook gelijk te halen en de dingen te veranderen. Dat is een groot verschil. Zo hebben wij meegemaakt dat heel erg linkse stromingen – vroeger noemde dat gewoon ‘gauchisme’ – zich graag ingraven in hun eigen bubbel, geen enkele politieke feeling van de situatie hebben en veilig vanachter hun bureau een aantal gratis slogans ter beschikking stellen. Volgens die mensen kan het niet links genoeg zijn. Men moet dit en men moet dat, klinkt het dan. Maar je antwoordt niet op de rechtse druk met uiterst linkse kretologie. Je antwoordt door het debat aan te gaan, door argumenten te geven, door scholing, door overtuiging, door luisterbereidheid en geduld, op basis van een stevig eigen klassenstandpunt.
Begin dit jaar zijn de economieën van de BRICS voor het eerst in de geschiedenis groter geworden dan de economieën van de rijkste zeven landen ter wereld
Er is een onderscheid tussen strategie en tactiek. We denken na over strategie om te weten waar we naartoe willen, welke onze doelstellingen zijn op lange termijn, hoe we die willen bereiken, wie de bondgenoten en tegenstanders zijn. We denken na over tactiek om de best aangepaste weg en methodes te vinden om in die richting vooruitgang te boeken. We komen geen stap vooruit door ons ‘gehele programma’ over de mensen uit te storten. De weg naar de top van de berg is geen kaarsrechte weg omhoog. De weg omhoog verloopt vaak kronkelig, met haarspeldbochten, en soms moet je zelfs even terug naar beneden om dan weer verder omhoog te kunnen. Die zigzag maakt deel uit van de tactiek, op voorwaarde dat je het kompas nooit uit het oog verliest. Links, zo denken we, moet zich de kunst eigen maken om de geesten én de harten in beweging te krijgen. De mind én de soul. Dat gebeurt wanneer de mensen ervaringen opdoen, wanneer ze zich achter een zaak zetten, in beweging komen, zich organiseren en er sociale actie of strijd ontstaat. Daarom is het essentieel rekening te houden met de bestaande krachtsverhoudingen, met het niveau van bewustzijn.
3. Klasse
Een derde woord dat ik heb meegebracht is klasse.
Er zijn steeds meer stromingen die geen economische analyse meer maken. Die niet langer spreken over de ‘werkende klasse’, maar enkel nog over het ‘centrum’ en de zogenaamde ‘middenklasse’. Weg is de klassenanalyse, weg is de productie, weg is de werkvloer en weg zijn de helden van de coronacrisis. En eenmaal alle klassentegenstellingen de deur zijn gewezen, wandelen allerlei identitaire debatten het dominante discours binnen. Alle mogelijke echte en onechte tegenstellingen worden opgepookt en voor je het weet is het gewone volk onderling hard tegen elkaar aan het schreeuwen.
Wij denken dat het tijd is om opnieuw een klassenstandpunt in te nemen. Het zou absurd zijn om de working class over te laten aan de trumpisten, bolsonaristen, voxianen of andere extreemrechtse rattenvangers van Hamelen. Ja, wij bekampen het racisme, ja wij bekampen het seksisme, ja wij benoemen elke vorm van uitsluiting. Maar dan doen we altijd vanuit het perspectief om de slagkracht en de eenheid van de werkende klasse te versterken en te verstevigen. Een verdeelde werkende klasse kan niet winnen. Vroeger niet, vandaag evenmin. Het feit is dat we in een klassenmaatschappij leven. Het kapitalisme creëert verdeeldheid op basis van je rol in de productie, of je je arbeid moet verkopen of kunt leven van de vruchten van het werk van andere mensen.
In de afgelopen twee jaar zijn er in het VK meer sociale en industriële acties geweest dan in de bruisende jaren ‘70 met de mijnwerkers.
Wat is je kans om hoger onderwijs te betalen voor je kinderen, als je uit een arbeidersgezin komt? Wat zijn je mogelijkheden voor gezonde leefomstandigheden als je werkt in ploegendiensten van 10 of 12 uur, dag en nacht?
In België leven arbeiders meer dan 8 jaar minder in goede gezondheid dan hoogopgeleide mensen. Meer dan 8 jaar verschil. Als je een zoon van een bankier of een rechter bent, is er veel meer kans dat je niet in de gevangenis belandt dan wanneer je opgroeit in een arbeidersgezin. Dat is waar in elke klassenmaatschappij. Jullie weten dat allemaal. Maar ik herhaal het hier omdat ze blijven beweren dat we niet in een klassenmaatschappij leven, en dat we in een of andere postindustriële blablabla-tijd leven, omdat ze zelf in een blablabla-tijd leven. Wie bouwt de schepen, huizen en alles in deze kamer, van stoelen tot microfoons? Wie assembleert mobiele telefoons, elektrische auto’s en halfgeleiders? Wie delft lithium?
In werkelijkheid is onze samenleving nog nooit zo geïndustrialiseerd geweest als vandaag. Toen Karl Marx en Friedrich Engels het Communistisch Manifest schreven, was de arbeidersklasse een kleine minderheid, zelfs in Europa. In 1848 waren minder dan 1 procent van de wereldbevolking industriearbeiders. Tegen 1950 was dat cijfer gegroeid tot 15 procent, en vandaag is het ongeveer 33 procent. Een op de drie mensen ter wereld werkt in de industrie of gerelateerde sectoren. De wereld is meer geïndustrialiseerd dan ooit, en de productieketens zijn wereldwijd georganiseerd. Hoeveel mensen in hoeveel landen hebben aan deze computer gewerkt? Het is enorm. De socialisatie van arbeid is nog nooit zo hoog geweest. Herinner je je het incident met de Ever Given, het grote schip dat vastzat in het Suezkanaal? Het vervoerde 224.000 ton goederen van India naar Amsterdam. Binnen enkele dagen raakten 400 containerschepen vol elektronica, cement, water en olie vast in de grootste maritieme file ooit. Fabrieken moesten tijdelijk worden stilgelegd omdat onderdelen vastzaten in het Suezkanaal. Het is allemaal met elkaar verbonden; de wereldwijde productie is de realiteit.
Vandaag is er een grotere arbeidersklasse dan ooit, en de productie is internationaler georganiseerd dan ooit tevoren. En er woedt een wereldwijde klassenstrijd. Ik sprak vorig jaar met Kath, een verpleegster in Londen. Ze had nog nooit in haar leven gestaakt omdat, zoals ze het verwoordde, “het gewoon niet in mijn aard ligt”. Maar vorig jaar gingen zij en duizenden van haar collega’s in ziekenhuizen in heel het Verenigd Koninkrijk voor het eerst in staking. Ze deden dit omdat ze niet rond konden komen; sommige verpleegsters konden zelfs geen busticket betalen om op het einde van de maand naar hun werk te gaan. Dit is de realiteit in Europa vandaag. Verpleegsters, spoorwegwerkers, leerkrachten en buschauffeurs gingen in staking, wat leidde tot een zomer van ontevredenheid in het Verengd Koninkrijk, die voortduurde in een winter van ontevredenheid en nog een zomer van onrust. In de afgelopen twee jaar zijn er in het VK meer sociale en industriële acties geweest dan in de bruisende jaren ‘70 met de mijnwerkers. Toen was er een narratief van links, over de strijdende en fiere mijnwerkers. Nu hebben wij dat narratief opnieuw nodig, in plaats van het eindeloze gejammer over de almacht van het kapitaal.
De Europese landen moeten nu oproepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en ervoor zorgen dat de etnische zuivering van de Palestijnen stopt.
Hetzelfde geldt voor Frankrijk. In maart 2023 gingen daar meer dan 3,4 miljoen mensen de straat om rechtvaardige pensioenen en het behoud van de pensioenleeftijd op 62 jaar te eisen. Deze beweging duurde een half jaar, met 14 nationale protestdagen. Opvallend was dat er veel jongeren, studenten en schoolkinderen aan deelnamen. Sinds 1968 zijn er nooit zoveel mensen in Frankrijk de straat op gegaan. Maar waar is het verhaal van deze klassenstrijd?
Dus zeg niet dat de arbeidersklasse in Europa slaapt. Maar vraag je af waarom we niet vaker over deze strijd horen. We moeten niet alleen de strijd voeren, maar ook de strijd vertellen en cultureel ondersteunen. We moeten verhalen delen van de metaalbewerkers in Zuid-Afrika, de boeren in India en de boeren- en volksbewegingen in Brazilië. Dat is ook wat Jacobin doet, zo denk ik.
We vechten allemaal tegen dezelfde vijanden, dezelfde multinationale bedrijven die internationaal opereren en werknemers verdelen. We hebben te maken met dezelfde Cargills, verantwoordelijk voor ontbossing in het Amazonegebied en het gebruik van kinderarbeid in Amerikaanse vleesfabrieken. De vijanden zijn dezelfde, het kapitalistische systeem is hetzelfde, en onze strijd voor het socialisme is hetzelfde.
4. Internationalisme
Zo kom ik tot mijn laatste woord, en dat is ‘internationalisme’. Het is onmogelijk om vandaag te spreken, zonder het over Palestina te hebben. Vandaag kijkt heel de wereld naar de waanzinnige oorlog van Israël tegen Palestina. De wijze waarop de wereld daarnaar kijkt, zal ook de komende decennia veranderen. Ik heb net een nieuw boek geschreven. De titel luidt: Muiterij: hoe onze wereld kantelt. Het gaat over de wijzigingen in de wereld, over hoe de wereld in snel tempo verandert. Ik heb het onder meer over de breukmomenten die er geweest zijn sinds de val van de Sovjet-Unie in 1991. Toen was het tijdperk aangebroken van de alleenheerschappij van de Verenigde Staten. Het ‘unipolaire tijdperk’, zoals men dat men een moeilijk woord noemt. Washington zou voortaan voor stabiliteit en vrede zorgen. Maar dat gebeurde niet. Met de etnische zuivering die Israël vandaag tegen de Palestijnen organiseert voor het oog van de wereldcamera’s staan we voor een breukmoment. Het zoveelste breukmoment.
Het eerste breukmoment kwam er met de illegale oorlog tegen Irak in 2003. Die illegale oorlog heeft de geloofwaardigheid van de Verenigde Staten als zogenaamde leider van de wereld definitief heeft ondermijnd. Dat was een eerste breukmoment, dat gevolg werd door de illegale interventies in Libië en Afghanistan. De totale destabilisatie van het Midden-Oosten heeft de wereld onveiliger dan ooit gemaakt, en voor de broeihaard gezorgd waarin het extremistisch jihadisme van Islamitische Staat is kunnen ontstaan.
Een tweede grote breukmoment kwam er met de financiële crisis van 2008. De crisis van Wall Street heeft de geloofwaardigheid van de westerse financiële instellingen ondermijnd, en terecht. Dat was een tweede breukmoment. Als reactie op de bankencrisis werd aan de andere kant van de wereld de BRICS opgericht, dat is de samenwerking tussen Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. Begin dit jaar zijn de economieën van die vijf landen voor het eerst in de geschiedenis groter geworden dan de economieën van de rijkste zeven landen ter wereld, de G7. Er is dus iets grondig aan het veranderen, en de kiemen daarvan liggen onder meer in de financiële crisis van 2008.
Een derde grote breukmoment kwam er met de oorlog in Oekraïne. En dan heb ik het niet over de veroordeling van de invasie in Rusland, een schending van het internationaal recht, een schending van de soevereiniteit van Oekraïne. In het globale Zuiden weet men maar al te goed hoe belangrijk soevereiniteit is. Ik spreek over de sancties, dat is een derde breukmoment. Economische sancties, embargo, het afsluiten van het interbancaire systeem SWIFT en het bevriezen van de reserves van de centrale bank. Iedereen weet dat al die sancties morgen ook tegen andere landen kunnen worden gebruikt, en in feite al jarenlang worden gebruikt tegen verschillende landen, denk maar aan het misdadige embargo en de blokkade tegen Cuba.
Met die breukmomenten, de oorlog tegen Irak in 2003, de financiële crisis in 2008, de pandemie in 2020, en de oorlog in Oekraïne in 2022 is onze wereld grondig veranderd. Vandaag bevinden we ons middenin het stof van een nieuw breukmoment. Er is een etnische zuivering bezig tegen het Palestijnse volk, en een verdrijving van miljoenen Palestijnen uit Gaza, een tweede Nakba. En heel de wereld kijkt wie er écht aan de kant van leven staat, aan de kant van de waardigheid staat, en aan de kant van de hoop staat. Heel de wereld kijkt wie er alles aan doet om de bommen te stoppen, etnische zuivering te voorkomen en de blokkade van Gaza op te heffen. Iedereen heeft gezien hoe Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, en Roberta Metsola, voorzitter van het Europees Parlement, naar Israël zijn afgereisd. Hun reis was in elk opzicht een schandaal. Ze arriveerden in Israël op het moment dat Netanyahu opdracht gaf tot de illegale verplaatsing van meer dan een miljoen Palestijnen. Noch von der Leyen, noch Metsola hebben daar iets over gezegd. Dat betekent dat ze Israël de facto een vrijbrief hebben gegeven om zijn oorlogsmisdaden voort te zetten.
De Belgische transportbonden hebben besloten dat er geen wapens meer geladen of gelost zullen worden die bestemd zijn voor Israël
Zo kan het niet langer. Als de Europese Unie en de Europese landen niet willen verdwijnen in het zwarte gat van de geschiedenis, moeten ze nu hun verantwoordelijkheid opnemen. De Europese landen moeten nu oproepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en ervoor zorgen dat de etnische zuivering van de Palestijnen stopt. De hele wereld kijkt toe. Het is tijd voor maatregelen, niet voor praatjes. De Israëlische president Netanyahu moet voor het Internationaal Strafhof van Den Haag worden gedaagd. Staten kunnen die oproep steunen. Het is perfect mogelijk om de oorlogsmisdaden in Palestina te onderzoeken. Palestina maakt sinds 2015 deel uit van het verdrag dat het Internationaal Strafhof steunt. Als dat gisteren kon tegen Poetin, waarom kan dat vandaag dat niet tegen Netanyahu?
We zitten vandaag aan het 11de sanctiepakket tegen Rusland. Ondanks 104 resoluties van de Verenigde Naties, die Israël veroordelen, zijn er nog geen sancties genomen. Dat is onwaarschijnlijk. Meer nog, de Europese Unie levert nog steeds economische voordelen aan Israël. Zo betaalt Israël geen taksen op de producten die ze uitvoert naar Europa. En Israël krijgt ook volledige toegang tot technologie, onderzoek en ontwikkeling in de Unie. Dat is allemaal neergeschreven in het Associatieverdrag van de Europese Unie met Israël. Europa moet en kan dat Associatieverdrag per direct opschorten.
Er moet ook per direct een militair embargo tegen Israël worden opgelegd. Volgens de Europese regels mogen Europese landen geen wapens exporteren als er een duidelijk risico bestaat dat de technologie of militaire uitrusting gebruikt zal worden om ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht te begaan. Dat is vandaag duidelijk het geval. Stel dat embargo dus in. Meer nog, begin er nu mee. Zoals de Palestijnse vakbonden vragen.
En zoals ondertussen ook de transportbonden in België hebben besloten. Zij hebben beslist dat er geen wapens meer geladen of gelost zullen worden die bestemd zijn voor Israël. Er wordt geen militair materiaal meer verscheept naar Israël. Volg dat voorbeeld.
Er zijn ondertussen al 10.000 mensen vermoord in Gaza, onder wie 4.000 kinderen. Europa moet af van zijn dubbele moraal op het vlak van internationaal recht, waar het wel de soevereiniteit van Oekraïne verdedigt maar niet die van Palestina, waar het wel Russische oorlogsmisdaden bestraft maar aanvaardt dat Israël aan etnische zuivering doet. Wij kunnen en moeten eisen dat de Belgische, de Nederlandse, de Franse, de Duitse overheid hun ambassadeurs uit Israël terugroepen. Zoals de Colombiaanse en Boliviaanse regeringen hebben gedaan. Het is tijd dat Europa zijn verantwoordelijkheid neemt en zich schaart aan de kant van het staakt-het-vuren, de vrede en het internationaal recht. Dat is cruciaal. Niet alleen voor de landen in het zuiden, maar ook voor Europa zelf. Welke plaats zal Europa innemen in de 21ste eeuw? Dat is de vraag. Europa staat voor een keuze, en de houding die het aanneemt zal zijn rol in de geschiedenis beoordelen.
Wij hebben daarbij een verantwoordelijkheid én een macht. De macht van de beweging van onderuit, of het nu gaat om de half miljoen betogers in Londen vorige week, of om de oproep tot wapenboycot van de Belgische vakbonden. Van onderuit kunnen en moeten we druk zetten. Dat is ook wat we destijds hebben gedaan om het apartheidsregime in Zuid-Afrika ten val te brengen. De beweging in solidariteit met het Palestijnse volk maakt deel uit van een globale wereldbeweging. Een beweging in het zuiden én in het noorden. Als die bewegingen elkaar de hand kunnen geven, dan zijn we in staat de wereld te doen kantelen in de democratische, ecologische en sociale richting die de planeet zo nodig heeft. Die van het socialisme.
Ik dank u.